Schoon volk

January 12, 2018 | Author: Anonymous | Category: N/A
Share Embed


Short Description

Download Schoon volk...

Description

Schoon volk een educatieve map bij de tentoonstelling

Colofon Samenstelling Stad Antwerpen | Atlas Foto’s Koen Broos Secretariaat Samenleven in diversiteit Atlas, Carnotstraat 110 2060 Antwerpen Wettelijk depot D/2008/0306/296 Deze educatieve map werd samengesteld naar aanleiding van de tentoonstelling Schoon volk.

www.antwerpen.be/schoonvolk 03 227 70 11

1

Inleiding 1. Waarom een tentoonstelling over uiterlijk? Iedereen is anders. Als we om ons heen kijken zien we dat de variatie eindeloos is. Man en vrouw, jong en oud, mooi en lelijk, groot en klein, blank en zwart, hetero of holebi, … Iedereen is anders maar anders dan wie? Wat is normaal en wie bepaalt de norm? Buiten de opsomming van zo net zijn er nog sociale verschillen, zoals rijk zijn of in armoede leven, die onrechtstreeks een grote invloed hebben op het voorkomen van mensen. Ondanks de zichtbare diversiteit zijn er heel wat overeenkomsten, niet in het minst omwille van vergelijkbare genetische en biologische kenmerken. Als we verder kijkt dan de uiterlijke kenmerken, zijn al die ‘andere’ mensen misschien toch niet zo verschillend. Maar er hetzelfde uitzien geeft geen garantie dat die persoon ook hetzelfde denkt of voelt. Atlas als stadsbaken voor diversiteit van de Stad Antwerpen is het trefpunt voor inburgering en diversiteit. In Atlas zitten overheidsdiensten die werken aan gelijke kansen, Nederlandse taallessen en inburgering in één gebouw samen. Atlas is een fysiek aanspreekpunt en een open huis waar iedereen kan binnenlopen. Atlas heeft een brede publiekswerking waar ondermeer het ontwikkelen van tentoonstellingen bij hoort. Met steun van de Vlaamse regering kon Atlas het project "Schoon volk" aan het publiek voorstellen, als aanvulling voor de doelstellingen die ze voor ogen houdt: bijdragen aan het scheppen van de voorwaarden voor een harmonieuze samenleving voor iedereen. Over alle vormen van diversiteit heen speelt het uiterlijk vaak een essentiële maar onderbelichtte - want vaak onbewuste- rol. Of het nu gaat om eerste indrukken, ‘mensen kijken’, racisme op basis van huidskleur, uniformen, schoonheidsidealen of huidziektes, mensen koppelen heel vaak oordelen en vooroordelen aan uiterlijke kenmerken die vaak als vreemd, grappig of lelijk worden beschouwd omdat ze verschillen van de eigen verwachtingen en vanzelfsprekendheden. Schijn bedriegt! Discriminatie op basis van huidskleur (racisme), schoonheid (“lookism”), geslacht (seksisme), sociale klasse (classisme), seksuele voorkeur (homofobie), leeftijd (“ageism”) en andere zijn wijdverbreid maar zelden benaderd en gebundeld vanuit de gemeenschappelijke noemer “uiterlijk”. 2. Het project Schoon volk De tentoonstelling “Schoon volk” vormt de kern en het centrale aangrijppunt van het ruimere project en probeert feiten van interpretatie te scheiden. Deze tentoonstelling is eerst te bezoeken in Antwerpen (Atlas, Carnotstraat 110) van 10 december 2008 tot 30 september 2009 en daarna in verschillende Vlaamse steden. In deze tentoonstelling komt het thema uiterlijk en uiterlijkheden in al zijn aspecten aan bod, en dit aan de hand van 9 mobiele panelen waarin 9 hoofdthema’s worden verdiept: 1. Kijken naar jezelf 2. Schoonheidsideaal 3. Veranderend lichaam (ouder worden, ongeval of ziekte, esthetische chirurgie, tattoo en piercing) 4. Pesten, discriminatie en racisme 5. Kansen op de arbeidsmarkt 6. Kijken naar anderen (eerste indruk, vooroordelen,…) 7. Kledij en status, mode, dresscode 8. Kledij en subculturen 9. Media Elk thema wordt zo concreet mogelijk gesitueerd en ingevuld door de gebundelde getuigenissen van 30 geportretteerden die via videomontages hun mening en ervaring geven over leuke maar soms ook moeilijke thema’s. Het zijn gewone mensen, het zouden uw buren of collega’s kunnen zijn.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

2

Een begeleidende brochure en deze educatieve map zorgen voor extra ondersteuning en verdieping. Ook worden er in de loop van 2009 in Antwerpen in samenwerking met verschillende partners talrijke randactiviteiten (lezingen, wandelingen, workshops,…) georganiseerd die toelaten bepaalde deelthema’s verder uit te spitten. In de Lannoo-publicatie “Schoon volk” die verschijnt in april 2009 komen diverse specialisten aan het woord over uiterlijk in al zijn deelaspecten. 3. De educatieve map We hebben met deze map niet de ambitie om volledig te zijn, wel om een aspect te belichten in de visie op diversiteit. Ze is in de eerste plaats een aanvulling op al het materiaal dat al bestaat over het werken rond vooroordelen, stereotypen, discriminatie en racisme en het verhogen van het zelfbewustzijn. Door in een heel project expliciet op het uiterlijk te focussen willen we - universele mechanismen blootleggen - het gemeenschappelijke in de diversiteit en de eenheid in verscheidenheid illustreren en, - zonder de verschillen te negeren, het draagvlak voor omgaan met diversiteit te vergroten. We willen de binnenkant naar buiten en de buitenkant naar binnen te brengen, de oppervlakte diepgang te geven, het zichtbare relativeren en wat onderbelicht is een spotje geven. 3.1. Methodieken In deze educatieve map bundelen we verschillende methodieken en inzichten: We vertrekken vanuit de 30 geïnterviewden en integreren in de werkbladen de vragen die hen gesteld zijn, hun quotes, evenals deelthema’s van de tentoonstelling. Methodieken die aan bod komen zijn onder andere: het stellingenspel, de stadsklapmethodiek, associatieoefeningen en foto-oefeningen, het carrouselspel, visualeringstechnieken, bespreking van krantenartikels, de lichaamskaart (zelfbeeld); quiz en invuloefening, discussietechnieken, songtekstbesprekingen, quotes en spreekwoorden, en dergelijke. 3.2. Doelgroep De activiteiten en oefeningen in dit pakket zijn geschreven voor iedereen die met jongeren (vanaf 14 jaar) of met volwassenen werkt in buitenschoolse of informele vormingsactiviteiten in verband met de thema’s gelijke kansen, discriminatie en onverdraagzaamheid. Het pakket is bruikbaar op school, in het jeugdwerk, bij de lerarenopleiding, bij agogisch werk of andere educatieve activiteiten en bijzonder geschikt voor vakoverschrijdend projectwerk, en dergelijke. Aansluitend op de doelstellingen van wereldoriëntatie, maatschappelijke oriëntatie, levensbeschouwelijke vakken en seksuele opvoeding, zet het ook aan tot het oefenen van sociale vaardigheden, tot zelfreflectie en persoonsontwikkeling. In de ontwikkeling van een positief zelfbeeld speelt het uiterlijk natuurlijk een belangrijke rol en de wisselwerking tussen innerlijk en uiterlijk is een complexe maar essentiële materie. U kunt werken met een groep op regelmatige basis of slechts occasioneel, met een kleine lokale groep of met grotere groepen mensen die elkaar niet goed kennen. De groep kan van hetzelfde geslacht zijn, of gemengd, leden tellen uit één cultuur, land of godsdienst, of meerdere. In om het even welke situatie kunt u volgens enkele richtlijnen de ideeën en de activiteiten aan uw eigen behoeften en aan de behoeften van de groep aanpassen. Naar uitbreiding is deze map bestemd voor iedereen die een praktijkgerichte aanpak zoekt rond omgaan met diversiteit: diversiteitconsulenten, vormingsmedewerkers, integratiediensten, hogescholen, zorgsectoren, sociaal-culturele verenigingen… 3.3. Hoe dit pakket gebruiken? Het pakket is zo gebruiksvriendelijk mogelijk opgesteld. Hoe u het wenst te gebruiken hangt helemaal van uzelf af! Elke activiteit kan op zichzelf gebruikt worden, maar we raden u aan om twee of meer activiteiten samen te nemen als deel van een programma om de thema’ s te bestuderen en actie te ondernemen. Vooraleer u start, raden we sterk aan dat u het ganse pakket eens doorneemt om zo een algemeen beeld te krijgen van de inhoud en welke mogelijkheden er zijn om het te gebruiken.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

3

Wij wensen u veel lees- en leerplezier en een aangenaam bezoek aan de tentoonstelling Schoon volk! Succes en beoordeel een boek nooit alleen aan de buitenkant!

MET DANK AAN We zijn Gerard Gielen erkentelijk die met zijn publicatie “Onaantrekkelijk?” heel wat inspiratie leverde om het thema uiterlijk te analyseren, en verwijzen graag ook naar zijn site (www.onaantrekkelijk.be) die een schat aan informatie en oefeningen bevat. Ook het educatieve pakket “Allemaal anders, allemaal gelijk” (http://www.vormen.org/AllemaalAnders/) is aan te raden en heeft ons geïnspireerd. Daar we dezelfde doelgroep en gebruik beogen hebben we hen in deze inleiding ook geciteerd. Net zoals het project “Lijf” van Rasa (Kunsteducatie voor kinderen & jongeren; www.rasa.be) zich op gelijkaardige thema’s richt als lichaam en lichamelijkheid, identiteit, maakbaarheid van het lichaam, sensualiteit, lichaamsverandering en – veroudering, mode en versiering enz. Ook al is hun beoogde doelgroep jonger dan de onze, ze stellen gelijkaardige vragen. Onze partner docAtlas - het in Atlas gevestigde provinciaal documentatie- en leermiddelencentrum, gespecialiseerd in o.a. mondiale vorming en interculturaliteit - heeft ook heel wat bruikbaar materiaal. U vindt in deze educatieve map een beknopt overzicht van uitleenbare leermiddelen in verband met uiterlijk, vooroordelen en discriminatie.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

4

Mensen kijken

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

15

16

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

5

17

18

19

20

Iedereen kijkt naar andere mensen en iedereen vormt zich daar op één of andere manier een oordeel over. Iedereen heeft vooroordelen. Zelfs wie er rotsvast van overtuigd is heel open te zijn en geen problemen denkt te hebben met mensen die er op één of andere manier anders uitzien, anders zijn of anders doen. Duur: ongeveer 2,5 uur. Maar elke oefening kan ook afzonderlijk gedaan worden. Doelgroep - leeftijdscategorie - grootte van de groep: 14 jarigen – min. 10 en max. 24 deelnemers. Doelstellingen: de deelnemers zullen beseffen dat iedereen bewust of onbewust vooroordelen heeft. Ze denken na over de betekenis en de aard van vooroordelen en over de kenmerken van discriminatie en de oorsprong ervan. Ze krijgen inzicht in de problemen die ontstaan met vooroordelen over minderheidsgroepen Beschrijving – Methodiek 1 Vooroordelen ontstaan dikwijls uit machteloosheid, angst voor het onbekende of onzekerheid. Mensen willen niet altijd weten hoe het nu juist zit, er worden geen vragen gesteld. De leemtes worden als vanzelfsprekend opgevuld met eigen ideeën of interpretaties. En interpretaties kunnen vaak fout zijn. Bij deze oefening vindt u een aantal foto’s. Laat de deelnemers de zwart-wit foto’s aandachtig bekijken (10 minuten). Nu mogen ze de personen op de foto’s beoordelen en interpreteren, aan de hand van de volgende vragen: -

Met wie zou je eens iets willen gaan drinken? Waarom denk je dat? Wie zou je ’s nachts liever niet tegenkomen? Waarom denk je dat? Wie vertelt de leukste grappen? Waarom denk je dat? Wie profiteert het meest van de sociale zekerheid? Waarom denk je dat? Wie is een echte vechtersbaas? Waarom denk je dat? Wie wekt het meeste medelijden op? Waarom denk je dat? Wie leeft er in armoede? Waarom denk je dat? Wie is er blind? Waarom denk je dat? Wie heeft ADHD? Waarom denk je dat? Wie kwam al eens in aanraking met het gerecht? Waarom denk je dat? Wie ie er werkloos? Waarom denk je dat? Wie is acteur? Waarom denk je dat? Wie verdient het meeste? Waarom denk je dat? Wie is de beste danser? Waarom denk je dat? Wie is er tolk? Waarom denk je dat? Wie speelt er trekzak/accordeon? Waarom denk je dat?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

6

-

Wie is er professor aan de universiteit? Waarom denk je dat? Wie is op pensioen? Waarom denk je dat? Wie werkt soms als model? Waarom denk je dat? Wie is er ongelukkig? Waarom denk je dat?

Laat de deelnemers de vragen beantwoorden met de nummers van de foto’s en hen ook een persoonlijke reden geven. Waarom denken ze dat dit geldt voor de gekozen persoon? Evaluatie: bekijk in groep of er veel overeenkomende antwoorden zijn en bespreek waar dit aan zou kunnen liggen? De nabespreking heeft tot doel dat de deelnemers zich bewust worden van het feit dat de interpretaties die ze maken op basis van uiterlijke kenmerken, niet altijd realiteit zijn. Vragen: - Op welke kenmerken heb je vooral gelet? - Waar baseerde je jou oordeel op? - Hoe komt het dat bij sommige personen veel deelnemers hetzelfde idee hadden? - En bij andere foto’s juist niet? - Beschrijving – Methodiek 2: - Deel de bladen met de foto’s (ten voeten uit) uit aan de deelnemers. Laat hen de foto’s even bekijken en vraag iedereen om een beschrijving of biografie op papier te zetten van enkele personen. Met een grote groep kan je iedereen één of meerdere foto’s toewijzen. Of je kunt de deelnemers zelf één foto laten kiezen. De werkwijze hangt af van de beschikbare tijd. Oplossingen Methodiek 1: Sommige vragen kunnen we beantwoorden, andere zijn afhankelijk van iemands persoonlijke voorkeur en nog andere vragen zijn puur gebaseerd op interpretaties die mensen maken. De doelstelling van deze oefening is dan ook voornamelijk de bewustwording van het verschil tussen observatie en interpretatie en niet zozeer het geven van correcte antwoorden. -

Met wie zou je eens iets willen gaan drinken? voorkeur Wie zou je ’s nachts liever niet tegenkomen? interpretatie Wie vertelt de leukste grappen? interpretatie Wie profiteert het meest van de sociale zekerheid? interpretatie Wie is een echte vechtersbaas? interpretatie Wie wekt het meeste medelijden op? interpretatie Wie leeft er in armoede? Interpretatie Wie is er blind? Interpretatie (correct voor foto 17) Wie heeft ADHD? Interpretatie (correct voor foto 8) Wie kwam al eens in aanraking met het gerecht? Interpretatie Wie is er werkloos? Interpretatie (correct voor foto 5) Wie is acteur? Interpretatie (correct voor foto 4 en 17) Wie verdient het meeste? Interpretatie Wie is de beste danser? Interpretatie Wie is er tolk? Interpretatie (correct voor foto 6) Wie speelt er trekzak/accordeon? Interpretatie (correct voor foto 11) Wie is er professor aan de universiteit? Interpretatie (correct voor foto 14) Wie is op pensioen? Interpretatie (correct voor foto 15) Wie werkt soms als model? Interpretatie (correct voor foto 3) Wie is er ongelukkig? Interpretatie

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

7

Beschrijving – Methodiek 2 Hieronder staan een aantal quotes die gelinkt kunnen worden aan de zwart wit foto’s. Voor elke foto is er één quote. Deel de quotes uit aan de deelnemers en laat hen deze aan de personen linken. 1. Ik ben een mix. Ik heb dus een Joodse vader. Fysiek heb ik weinig van hem, maar wel qua karakter. Ik heb niet het mooie, gekrulde, zwarte haar van mijn vader gekregen. Ik had dit zo graag gehad. Na tien minuten in de zon zag hij al bruin, terwijl ik dan een zonneslag krijg en rood uitslaag. Ik was heel graag heel mooi geweest. Dat maakt het leven zo veel gemakkelijker. Ik zou een liposuctie willen laten uitvoeren op bepaalde lichaamsdelen, als ik er de middelen voor had. Ik zou geen facelift laten doen. Rimpels vind ik normaal op deze leeftijd. 2. Mensen hebben altijd een ‘extreem’ beeld van mij; ofwel vinden ze mij uitzonderlijk sterk en moedig omdat ik een normaal leven leid, omdat ik werk, hobby’s heb en mij ontwikkel. Anderen vinden dan weer dat ik niet verondersteld word een job te hebben of uit te gaan. Ik heb mij altijd verwant gevoeld met de underdog: Martin Luther King, Nelson Mandela, Steve Biko… Ook zij streden dagelijks tegen vooroordelen, tegen verdrukking. Niet dat ik echt verdrukt word, maar ik word altijd wel in een bepaalde hoek geplaatst, alsof ik niet in aanmerking kom voor bepaalde zaken. 3. Er zijn mensen die schrik hebben. Ik vind dat wel raar, ik wil geen schrik aanjagen. Ik wil gewoon zijn zoals ik ben; vriendelijk en goed met de mensen. Maar sommigen denken dat het is zoals in de film. In veel films zijn wij altijd de slechteriken. Vroeger was het problematisch om ergens binnen te mogen, maar tegenwoordig kan ik overal binnen. Nu niet in een chique dancing ... Maar in de schoonste cafés krijg ik meestal wel een pint en de mensen zijn er vriendelijk als ik zelf ook vriendelijk ben. 4. Toen ik 10 was zei ik wel eens dat ik balletles wou volgen, mijn ouders moesten daar mee lachen, maar dat was voor mij een lijntje uitgooien. Maar oei, oei, die reactie. Ik ben een zeer esthetisch persoon. Bij mij moet alles mooi zijn en het moet allemaal in harmonie zijn. Kleding straalt voor een deel uit, wie je bent. Ik ga een ander daar niet op aanspreken of veroordelen maar voor mezelf is dat belangrijk; het is een stuk van mijn persoonlijkheid. Ik heb het niet moeilijk om een decolleté te dragen, om op hakken te lopen of om eventueel een kort rokje te dragen. Ik trek mij van wat er zoal aan mode en trends is niet veel aan. Ik draag wat ik mooi vind. 5. Mijn oordeel over anderen wordt niet vervuild door uiterlijkheden. Het zicht is het meest vervuilende zintuig, je krijgt zoveel rotzooi binnen. Als je ogen hebt dan kijk je, dan zie je veel; reclame, consumptie, hoe mensen eruit zien. Dat speelt allemaal een grote rol en dat is niet fout om visueel te benaderen, zolang je er zelf maar bewust van bent dat het slechts één aspect is. Dat het niets zegt over de binnenkant van mensen. 6. Als ik iets wil kopen van kleren. Dan zeg ik: “Verdomme, ge zijt weer te dik!” als ik mensen zie binnenkomen die dat soort kleren wel kunnen kopen. Dan denk ik dat ze slank en smal smal zijn en ik gun het hen wel. Maar eigenlijk ben ik jaloers dat ik het niet kan. 7. Nu als ouder wordende vrouw wordt ik geconfronteerd met het feit dat ik dingen mis die wel inderdaad in mijn voordeel werkten. Er min of meer aantrekkelijk uitzien helpt wel in sociale contacten. Ouder worden maakt dus dat zelf heel onnozele complimentjes aan je voorbij gaan. Zo wordt er bijvoorbeeld minder gefloten op straat en de mensen van de vuilkar draaien zich niet meer om voor een grapje. 20 jaar geleden deden ze dat nog wel. Ik vond dat toen sympathiek. Als het dan toch nog eens gebeurt vind ik het toch leuk. Een voordeel van mijn uiterlijk nu is misschien mijn grootmoederuitstraling die voor kinderen en voor jonge mensen, denk ik, geruststellend is.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

8

8. Als ze aan mij vragen: “Hoe gaat het ermee?” Dan zeg ik altijd: “Mooi”. Ik zie er altijd goed uit, punt. Ik heb ne wittekop. Goh, dat is dan zo hé! Ik ben héél licht van huid, ik moet dus oppassen met de zon. Ik vind dat witte haar ook absoluut mooi. Je moet daar je eigenheid van maken. Mijn website heet ook “witte groeten” en dat is niet voor niks. Dat is een manier om daar mee om te gaan. 9. Ik werd vroeger op school wel eens gepest omwille van mijn uiterlijk. Omdat ik anders was, niet blank was, niet dezelfde dingen at, andere kleren aanhad... Toen moest ik niet veel van Belgen hebben. Ik heb mij mede hierdoor ook een tijd een houding aangemeten die later mijn kansen heeft gehypothekeerd. 10. Sjaaltjes draag ik meer voor de andere mensen. Dat is misschien raar, maar dan kijken ze niet constant naar mij. Ik ben dan meer het gevoel heb dat zij naar mij als persoon kijken… Kaal zijn heeft zo zijn voordelen: mijn benen niet hoeven te scheren en daar geen geld aan moeten uitgeven. Geen geld aan shampoos, kappers. Eigenlijk is een pruik dan niet zo duur want als je iemand bent die zijn kapsel goed verzorgt (lak, gel, knippen, kleuren) dan geef je op jaarbasis ook wel 500 euro uit. Het is gemakkelijk, voor de één gelegenheid zet ik iets op, het is warm weer ik loop zonder. 11. Als ik rimpeltjes heb, zeg ik altijd dat het mijn ‘lachrimpeltjes’ zijn. Dus hoe meer ik er krijg, hoe meer dat ik begin te lachen hé. De buurvrouw van beneden noemde mijn man “de zwarten aap”. Tegen ons deed ze erg vriendelijk, maar achter de rug!… Ik hoorde dat vaak als ik in de keuken was en het raamopen stond, terwijl zij beneden op straat met de buren stond te kletsen. Toen mijn schoonfamilie met vakantie kwam, had ze de huisbaas gebeld, want er waren illegalen bij ons thuis. Dit was natuurlijk niet waar. Op den duur zijn we verhuisd. In een zodanige situatie wilde ik niet blijven wonen. 12. Ik heb soms last van acne en dat vind ik echt niet mooi. Als het teveel is, dan stoort het mij echt. Ik voel mij niet goed met acne op mijn gezicht. Ik heb ook nog een scheefgegroeide tand. Ik vind dat heel erg omdat ik daardoor sommige letters niet goed kan uitspreken. Mensen verstaan me dan wel eens verkeerd, dat is lastig. 13. Opereren zou ik niet laten doen, want dan heb je meestal pijn. Ik zou misschien wel wat meer gaan sporten. En misschien wat meer praten om mijn lippen dunner te maken. Ik laat het maar, anders zou men mij misschien niet meer herkennen. 14. Het is moeilijker om de gezichten van mensen van andere culturele gemeenschappen in te schatten. Afrikanen bijvoorbeeld, zij hebben zo’n fijne gezichten en hebben amper rimpels, zij lijken op het eerste gezicht gelukkig. De reden waarom ik mij onder andere fatsoenlijk wil kleden, is dat ik bepaalde clichés wil vermijden. Bij veel mensen bestaat het beeld dat allochtonen in armoede leven, dat ze van het OCMW leven… Ik wil niet dezelfde indruk wekken. 15. Ik ben 60 plusser, getrouwd en heb kinderen. Ik ben net met pensioen, maar ik werkte tot voor kort bij een bekend liftenbedrijf. Ik verbleef vaak in China om daar de Chinese vestiging van het bedrijf mee op te richten. Ik vind net gekleed zijn wel belangrijk. 16. Ik kom van een ander land waar mooi zijn en mooi gekleed zijn zeer belangrijk is. De mensen kunnen er daar meer tijd aan besteden. Vroeger was ik fanatieker dan nu. Als ik er niet mooi uitzag vroegen mijn vrienden direct wat er aan de hand was. Waarom heb je die mottige kleren aan? Ze zijn daar héél direct. Mijn zussen vroegen dan: “Ga je zo uit”? “Dat kan toch niet”! “Doe iets anders aan want je staat er niet mooi mee”. Hier sta ik alleen en dan corrigeer je minder snel je uiterlijk. 17. Ja, mensen gaan er vaak vanuit dat ik geen Nederlands spreek. Op de trein wou ik beginnen schrijven, maar ik vond geen pen. Dat was zeer lastig, want ik moest die tekst maken. Ik stelde Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

9

vast dat ik de neiging had om dat aan een Afrikaan te vragen. Dat is me toen opgevallen. Ik schrok er een beetje van. Het was alsof ik er van overtuigd was dat die Afrikaan mij zeker zou helpen. Natuurlijk was dat maar een interpretatie. Een blanke, die naast mij zat, merkte dat ik een pen nodig had. Hij gaf mij een vulpen, hoewel ik hem niets had gevraagd. Het was een witte mens. Achteraf mocht ik die mooie pen zelfs houden. 18. Ik denk dat mensen, wanneer ze mij zien, denken dat ik een ‘boerinneke’ ben. Ik had vroeger dikwijls werkkledij aan – nen overall, en botten – maar ik heb mij daar nooit voor gegeneerd. Wij hadden veel werk, dus ‘t was logisch dat ik veel zo heb rondgelopen. Ik vind dat je moet zijn navenant uw ouderdom. Een madam van zeventig moet er geen vijftig uitzien, en een madam van vijftig moet er geen twintig uitzien – dat vind ik niet gepast. 19. Ik werd gezien als een knappe vrouw; vooral door de mannen. Ik heb dat lang niet zo aangevoeld omdat ik helemaal anders redeneerde dan andere mensen. Als ik iets wil ga ik er heel erg voor. Ik weet dat het soms anders vertaald wordt, zo van dat ik alles gedaan krijg door mijn uiterlijk, vooral bij mannen. Dat heeft me erg gekwetst. Ik; heb ADHD. Je denkt anders, je voelt anders en dat is eigenlijk de hoofdzaak in je leven, met de vraag:”Hoe overleef ik?” . 20. Ik ben 24 jaar, hou van lezen, shoppen en films kijken. Ik woon nog bij mijn ouders, maar ben al wel verloofd. Uiterlijk op zich vind ik niet zo belangrijk, zeker de dingen waar je zelf niets aan kunt veranderen. Kleding vind ik wel iets belangrijker, omdat je daar zelf wel wat zeggenschap in hebt. Oplossingen Methodiek 2: Quote 1 – foto 2 Quote 5 – foto 17 Quote 9 – foto 9 Quote 13 – foto 4 Quote 17 - foto 14

Quote 2 – foto 7 Quote 6 – foto 5 Quote 10 – foto 3 Quote 14 – foto 6 Quote 18 – foto 19

Quote 3 – foto 11 Quote 7 - foto 20 Quote 11 - foto 12 Quote 15 – foto 15 Quote 19 - foto 8

Quote 4 – foto 16 Quote 8 – foto 1 Quote 12 – foto 10 Quote 16 – foto 13 Quote 20 – foto 18

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

10

1

2

3

4

5

6

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

11

7

8

9

10

11

12

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

12

13

14

15

16

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

13

Beschrijving – Methodiek 3 Deel de bladen met de foto’s (van top tot teen) uit aan de deelnemers. Laat hen de foto’s even bekijken en vraag iedereen om een beschrijving of biografie op papier te zetten van enkele personen. Met een groep kan je iedereen één of meerdere foto’s toewijzen. Of je kunt de deelnemers zelf één foto laten kiezen. Biografie: afkomst, roots, leeftijd, job, hobby, sociaal leven, cultureel leven, waarden en normen, gezondheid Evaluatie: Alle beschrijvingen worden opgehaald en in groep besproken. Bekijk of andere deelnemers dezelfde foto hadden en vergelijk de persoonsbeschrijvingen. Zijn er overlappingen? Of loopt het verhaal juist erg uiteen? Bespreek de oorzaken hiervan. Oplossingen Methodiek 3: 1. Ik ben 49 jaar jong. Ik ben gescheiden en heb een vriendin met twee grote kinderen die al werken. Ik ken haar al heel lang, dus ik heb de kinderen wel mee opgevoed. Ik werk sporadisch, via interims, en ik ben volop aan het solliciteren. Ik doe ook veel vrijwilligerswerk. Ik heb er altijd graag een beetje antiek uitgezien, als kunstenaar, en dat heb ik al van toen ik klein was: Rubens, Jezus Christus en later John Lennon waren mijn referentiepunten. Ik heb altijd ideaalbeelden gehad: Che Guevara, Bob Dylan, Bob Marley, …Dat moet iets te maken hebben met mijn jeugd, ik sympathiseer altijd met de underdog. Toen ik 11 of 12 jaar oud was, in 1969, was de mei ’68 revolutie gepasseerd, en ik zag hoe de studentenprotesten door het gezag uiteen geslagen werden. Ik sympathiseerde al met de underdog en was dus ook direct mee met de flowerpower beweging, en daar hoorde onder andere lang haar bij. Mijn dreadlocks en mijn baard zijn heel belangrijk, want die geven mijn identiteit als rasta aan naar de buitenwereld toe. Mijn doel is een rasta te zijn en dat ook niet te vergeten. Mijn uiterlijk is niet alleen belangrijk naar de buitenwereld toe als identiteit, maar ook naar mezelf toe als geheugensteuntje. 2. Ik ben 24 jaar. Ik woon in Deurne. Ik heb een man en een zoontje. Ik werk momenteel als maatschappelijk assistente in het onderwijs. Mijn lief is opvoeder en mijn zoontje gaat naar de crèche. Voor de rest: ik ben Indische van herkomst. Ik vind zelf niet dat ik er erg Indisch uitzie… Maar ik ben wel Indisch, denk ik. Voilà, dat is mijn situatie nu, dat is hoe ik leef. … Ik had vroeger een wenkbrauwpiercing, en nu heb ik een neuspiercing. Kleren zijn belangrijk voor mij. Ik zou liegen als ik zei dat het niet zo was. 3. Ik ben 46 jaar. Ik ben alleenstaande, gescheiden en heb 2 kinderen; zonen. Ze wonen allebei thuis. Ik heb een vriend. Hij is 58. Ik leef in armoede en werk momenteel niet. Ik probeer zoveel mogelijk vrijwilligerswerk te doen. Ik geef vorming sociale diversiteit en zit in een vereniging waar armen het woord nemen. We werken rond het thema sociale vaardigheden, stellen een dossier op en gaan hiermee naar de overheid en andere instanties. 4. Ik ben 25 jaar. Ik werk voor een cultuurzender. Ik ben alleenstaande, en ‘niet zoekende’. Mijn passie is dansen. Ook kunst en cultuur kunnen mij bekoren. Ik heb interesse voor media en journalistiek. Zo verdiep ik me in reportage-, schrijf- en interviewtechnieken. Op termijn zou ik ook graag zelf reportages maken. Ik denk dat het boeiend is om allerlei opzoekwerk te doen en naar reacties te polsen bij de betrokkenen. Ik heb heel expressieve ogen en daar ben ik best trots op. Ik toon gemakkelijk mijn emoties. Ik heb een positieve instelling, en die komt tot uiting in mijn gelaatsuitdrukking. Ik vind mode interessant. Kleren bepalen of ik mij goed voel. Ze bepalen of ik mij op mijn gemak voel. Anderzijds vind ik het leuk om mooie dingen te hebben en te kunnen dragen. 5. Ik ben 32 jaar. Ik woon samen, en om de 14 dagen is ook zijn zoontje van 6 bij ons. Ik heb ook nog een zus in Amerika. Wij komen uit een gewoon gezin. Mijn mama heeft nooit gewerkt en mijn papa was leraar wiskunde, niet mijn favoriete vak. Ikzelf heb Alopecia Arreata sinds ik 7 ben. Ik ben volledig kaal. Soms draag ik een pruik, soms een hoofddoekje. Soms denken de mensen dat ik kanker heb. Ik heb ermee leren leven.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

14

6. Ik ben nu negen jaar in België. Ik ben geboren in Rwanda. Ik ben bijna 26 jaar. Ik ben getrouwd. Ik leef in een nieuw samengesteld gezin omdat mijn man, hij is Belg, al 2 kindjes heeft, een tweeling van 11 jaar. Ik werk voor de stad, in het Algemeen Onderwijsbeleid. Ik kom uit een groot gezin, ik ben één van de acht kinderen. Ik heb spijtig genoeg mijn gezin niet meer: mijn ouders zijn omgekomen tijdens de genocide in Rwanda. Mijn zussen en broer heb ik nog. Sommigen van hen wonen in Frankrijk. We hebben samen geleefd tot ik 13 was. Toen werd het oorlog en wij moesten vluchten. Ik heb overal in Afrika gezeten: Kongo, Kenia, enzovoort. Op mijn 17de ben ik in België aangekomen, ik heb dan asiel aangevraagd. Als erkend vluchteling ben ik dan naar een opvanggezin gegaan. De mensen van dat gezin beschouw ik een beetje als mijn ouders. 7. Ik ben 33 jaar, samenwonend en ik werk. Ik ben brandwacht. Als ik in de supermarkt binnenkom met mijn uniform aan, dan verandert alles: mensen groeten me, lachen me toe en zijn minder vijandig of bang dan wanneer ik dezelfde winkel binnenstap in mijn gewone outfit. Blijkbaar verandert met mijn uniform ook mijn uitstraling. Eigenlijk zouden alle Marokkanen met werkkledij moeten rondlopen. Misschien kunnen we zo wèl binnen in de dancings (haha). Ik werd vroeger op school wel eens gepest omwille van mijn uiterlijk. Mijn littekens zijn belangrijk voor mij. Ze herinneren mij aan waar ik vandaan kom, ze vormen een constante herinnering, een stempel van bepaalde gebeurtenissen in mijn leven. 8. Ik ben 32 jaar, getrouwd en ik heb 2 zonen en 2 dochters. In België ben ik 10 jaar. Ik ben een Roma uit Slowakije. Mijn vrouw is ook Roma. Dat is niet belangrijk maar ook niet toevallig. Mijn vrouw en ik zijn al 14 jaar samen, we kennen elkaar van de kleuterklas. De vrouw die ik heb, past het meest bij mij: zelfde ideeën, zelfde visies op het leven. Ik word vaak voor een Turk aanzien. Ik heb een sik en ben wat bruiner, vandaar. Ik werk als koerier bij een pakjesdienst. 9. Ik ben geboren in 1932. Ik ben grootmoeder en ik heb kleinkinderen. Mijn man is overleden. Ik ben een echte Vlaamse madam. Mijn dochter zit in een gemengd huwelijk. Ik denk dat ik heel gewoon ben. Ik ben niet mooi, ook niet lelijk. Tussenin, zo vind ik mijzelf. Ik heb blauwe ogen, een heel rond gezicht. Ze hebben mij dat van kleinsaf verteld, 100 keer en nog meer, dat ik een rond gezicht heb. Ik ben nooit gepest, en ik heb zelf nooit iemand gepest. Dat zit er bij mij niet in, dat vind ik het laagste van het laagste. Ik kan ook niet verdragen dat er iemand gepest wordt, daar ga ik tegenin. 10. Ik ben 35, opgegroeid met moeder, vader, twee zussen. Vader is accountantzelfstandige, moeder deed heel veel vrijwilligerswerk. Ik kom dus uit een gewoon, braaf, Vlaams gezin. Ik ben leraar Nederlands, geschiedenis en economie. Ik ben actief als verteller en leraar muzische vorming. Ik ben een half jaar getrouwd en nog altijd gelukkig. Wij hebben geen kinderen. Ik zie er altijd goed uit, punt. Ik heb ne wittekop. Goh, dat is dan zo hé! Ik ben héél licht van huid, ik moet dus oppassen met de zon. En die nadelen heb ik altijd ervaren, maar daar ben ik ondertussen wel over. Ik vind dat wit haar ook absoluut mooi. Je moet daar je eigenheid van maken. Mijn buikske van de beginnende dertiger vind ik niet zo mooi. Ik wil daar wel iets aan doen, maar dat is dan zoveel moeite en het eten is zo lekker en de drank is zo goed en feesten is plezant… en sport kost moeite, pfff. 11. Ik woon in Gent. Ik ben 34 jaar en heb 2 dochters. Rond mijn dertigste ben te weten gekomen dat ik genderdysforie heb. Je leeft 30 jaar in een lichaam, en je denkt dat je een man bent. Dan blijkt dat je geen man bent maar een vrouw, maar je zit wel in een mannenlichaam. In die 30 jaar bouw je allemaal mechanismen en denkwijzen op om te overleven, want ik was doodongelukkig. Het moeilijkste in mijn transitie was het psychische. Sinds kort woon ik in een sociaal appartement. Ik heb bezoekrecht van de kinderen. 12. Wij zijn net 19 geworden. Wij zijn zusjes en wonen voorlopig nog thuis. Je zult het wel geraden hebben dat we een tweeling zijn. Ik ga op kot om orthopedagogie te studeren. Ze laat mij in de steek. We lijken op onze moeder en op elkaar. We werden in het verleden altijd aanzien als één geheel, een tweeling, en niet als twee individuen. Nu we onze eigen wegen beginnen te bewandelen, is er meer plaats voor onze eigen individualiteit. Tweeling zijn brengt ons ook wel dichter bij elkaar. Wij kunnen wel een front vormen. Als er nu iets heel ergs zou gebeuren, en ik moet iemand bellen dan is zij de eerste die ik bel. 13. Ik ben bijna 69. Opgegroeid in een heel normaal doorsnee middenstandersgezin in Antwerpen. Ik ben de oudste. Tijdens de oorlog is mijn broertje gestorven in een bombardement. Ik heb een zus Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

15

die 9 jaar jonger is. Ik ben getrouwd geweest, nu meer dan 30 jaar gescheiden. Ik heb 3 dochters en had 9 kleinkinderen. Nu nog maar 8. Momenteel leef ik alleen. Ik ben 30 jaar of meer film costumière geweest. Ik werd dagelijks geconfronteerd met mensen, die door de algemene bevolking aanzien worden als symbolen van schoonheid. Van dichtbij kon ik zien dat ook zij dingen hebben waar aan gewerkt moet worden. Voor bepaalde beroepsactiviteiten kleed ik me bewust klassiek en dan ben ik me heel bewust van een burgerlijke uitstraling die, voor mezelf, storend overkomt. Ik wil bij alle groepen horen maar niet op één vastgepind worden. Kleinburgerlijkheid aanvaard ik niet, omdat er te veel belang wordt gehecht aan rang en geld. Vaak gaat dat gepaard met superieur gedrag. 14. Ik ben geboren in Antwerpen en ben nu 27. Ik heb een lief, nog geen. Ik ben half-Congolees, dus ik ben gekleurd. Ik heb een vrij rond gezicht en bolle wangen, ik heb heel dikke lippen, ik heb waanzinnig veel haar (omdat ik een waanzinnig groot brein heb waarschijnlijk). Ik ben klein, goed gevormd, goed gevuld, that’s it. Ik ben wel tevreden met mijzelf. Ben fier op mijn Afrikaanse trekken. Ik heb mij verzoend met wie ik ben en hoe ik eruit zie – dat heeft lang geduurd, ik heb deze leeftijd moeten bereiken om mezelf op zo’n positieve manier te bekijken. Dat is niet evident. Je leeft in een ‘blanke wereld’, met allemaal blanke mensen rondom u. Ik ben meestal de enige kleurling in het gezelschap. Door mijn ‘kenmerken’ spring ik er altijd uit. Ik ben dus lang onzeker geweest over wie ik ben, waar ik vandaan kwam, waar ik bij hoorde… Mijn dikke lippen zijn geregeld voorwerp van spot geweest, of mijn krulhaar – ik wou dat vroeger altijd afplatten… ‘t is pas sinds een paar jaar dat ik hier gewoon erg trots op ben. 15. Ik ben 53 jaar. Werk voor het stadsbestuur rond handicap. Zelf heb ik ADHD. Ik ben geen simpele, dat weet ik, ik gedraag me soms anders. Maar ik ben een doorzetter, als ik iets wil bereiken, dan zal ik er ook echt heel hard voor werken. Ik ben ook pleegouder voor jonge kinderen met problemen.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

16

Schoon volk -Quiz Zijn we meer gelijkend dan verschillend? Test je kennis en begrip van de menselijke diversiteit aan de hand van de volgende vragen! 1. Vragen Vraag 1: Wat vertelt huidskleur over een persoon? A. Het geeft zijn of haar ras aan B. Het geeft informatie over zijn of haar culturele erfenis C. Het geeft inzicht in zijn of haar aanleg voor bepaalde ziektes D. Geen van de voorgaande Vraag 2: Huidskleur evolueerde als een aanpassing aan: A. Het ras B. De hoeveelheid UV-straling van de zon C. Het klimaat Vraag 3: Mensen hebben bij benadering 25.000 genen. Hoeveel genen onderscheiden alle leden van een ras van de leden van een ander ras? A. Geen B. 1 C. 23 D. 142 E. 1008 F. we weten het niet Vraag 4: Leden van een ras kunnen geïdentificeerd worden aan de hand van: A. bloedgroep B. huidskleur C. afstamming D. genen E. geen van de voorgaande F. Alle voorgaande Vraag 5: De ultieme bron van alle menselijke genetische variatie is: A. Mutaties in DNA sequenties B. Natuurlijke selectie C. Geografie D. Ras Vraag 6: Welke groep bevat de grootste genetische variatie? A. Mensen B. Chimpansees C. Pinguïns

17

D. Fruitvliegjes E. Olifanten Vraag 7: Welke 2 bevolkingsgroepen zullen gemiddeld gezien het meest genetisch gelijk zijn? A. Italianen en Ethiopiërs B. Senegalezen en Kenianen C. Italianen and Zweden D. Chinezen en Sioux-indianen E. Saoedi-Arabiërs en Ethiopiërs Vraag 8: De grootste menselijke genetische variatie vind men terug: A. binnen eender welke locale populatie, zowel bij de Vlamingen als bij de Zulu (Zuid-Afrika) of de Hmong (Zuid-Azië) B. tussen 2 populaties op hetzelfde continent, bv tussen Ieren en Polen C. tussen 2 populaties op verschillende continenten, bv tussen Belgen en Koreanen D. tussen eender welke 2 continenten, bv tussen Afrika en Azië E. tussen grote en kleine mensen Vraag 9: Welk continent heeft de grootste menselijke genetische diversiteit? A. Europa B. Azië C. Afrika D. Noord-Amerika E. Zuid-Amerika Vraag 10: Kunnen wetenschappers het ras van een persoon bepalen door naar zijn DNA te kijken? A. Ja B. Neen C. Niet zeker Vraag 11: Welke van de volgende worden zowel door omgevings- als genetische factoren bepaald? A. Huidskleur B. Lengte C. Ziekte D. Alle voorgaande

Vraag 12: Is ras een juiste weergave van genetische diversiteit? A. Ja B. Neen C. Niet zeker Vraag 13: Sikkelcelanemie is een aandoening die in België vaak voorkomt bij Afrikaanse minderheden en ontstaat door een erfelijke verandering van de rode bloedkleurstof in de rode bloedcellen: de hemoglobine. De functie van de hemoglobine is het opnemen en loslaten van zuurstof. Op die manier kan bloedarmoede ontstaan. Wat is waar:

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

18

A. Sikkelcelanemie veroorzaakt een donkere huidskleur B. Het sikkelcelkenmerk komt vooral in Afrika voor en in enkele andere delen van de wereld, namelijk daar waar malaria voorkomt omdat dit kenmerk bescherming tegen malaria biedt. C. Sikkelcelanemie is een ziekte die men enkel terugvindt bij mensen met Afrikaanse wortels. Vraag 14: Het slachtoffer zijn van discriminatie kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid die de verdeling en concentratie van ziektes in verschillende groepen beïnvloedt. A. Waar B. Onwaar C. Niet zeker

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

19

2. Antwoorden Vraag 1: Wat vertelt huidskleur over een persoon? Antwoord D: geen van de voorgaande. Huidskleur geeft niet voldoende informatie over iemands “ras”, cultuur of aanleg voor bepaalde ziektes. “Ras” is een culturele uitvinding gebaseerd op een aantal ideeën ontwikkeld in de recente geschiedenis en wetenschap. Huidskleur kan wel inzicht geven in het geografische voorouderschap van iemand.

Vraag 2: Huidskleur evolueerde als een aanpassing aan.. Antwoord B: de hoeveelheid UV-straling van de zon Huidskleur is een aanpassing aan de UV-straling (ultraviolet) van de zon. UV-straling helpt het lichaam vitamine D aan te maken. Die is nodig om calcium aan te maken voor de ontwikkeling van sterke beenderen. Te veel UV-straling breekt echter foliumzuur (Vitamine B11) af, wat een andere noodzakelijke voedingsstof is. Het lichaam ontwikkelde dus huidpigmentatie als manier om de nood aan vitamine D en foliumzuur in evenwicht te houden. Mensen met voorouders uit de tropen hebben soms een donkerdere huid. Noordelijker of zuidelijker, dus naar de wereldpolen toe, heeft men dan weer een lichtere huidskleur. Zowel Sub-Sahara Afrikanen, zuidelijke Indiërs, Aboriginals uit Australië en Melanesiërs uit de Stille Zuidzee hebben een donkere huidskleur. (zie ook bijlage voor hogere resolutie-kaartjes)

Jaarlijkse gemiddelde UV-straling

Huidskleur variaties

We hebben allemaal hetzelfde kleurpigment in onze huid: melanine. Dit is een donkerbruin pigment dat in verschillende hoeveelheden in speciale cellen in ons huid aangemaakt wordt. Als wij geen melanine zouden hebben (zoals bij albinisme) dan zouden wij een zeer witte of roze huid hebben. Als wij slechts kleine hoeveelheden melanine kunnen aanmaken, zijn wij “blank”. Als wij heel veel melanine kunnen aanmaken, zijn wij zeer donkerbruin. Tussenin vinden wij alle variaties van bruin. Arabieren, Indonesiërs, Iraniërs, WestAziaten, Noord-Afrikanen behoren volgens alle mogelijke opdelingstheorieën tot het Kaukasische, blanke mensengroep, hoewel hun huidskleur door vermenging met zwarte volkeren donkerder is dan die van NoordEuropese blanken. De huidskleur gaat dus niet dieper dan de huid! De meeste trekken worden onafhankelijk van elkaar overgeërfd en de genen die de huidskleur beïnvloeden hebben niets te maken met de genen die het haartype, oogvorm of bloedgroep bepalen. Laat staan meer complexe eigenschappen als intelligentie, muzikaal talent of atletische bekwaamheid. Je kunt toch niet de oogkleur afleiden van iemand zijn lengte? Of de bloedgroep van de grootte van het hoofd? Als je trouwens vanaf de evenaar tot in Scandinavië zou wandelen, zou je nergens een duidelijke grens tussen het ene en het andere volk kunnen terugvinden, ook al vertellen foto’s en media ons dat iemand uit Kongo er duidelijk anders uitziet dan een Egyptenaar, Turk, Italiaan of Zweed. De overgang gebeurt echter heel

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

20

geleidelijk en de categorieën wit (roze?) en zwart (bruin?) geven enkel de uitersten van een heel geleidelijk aan glijdende schaal weer. Mensen hebben de hele geschiedenis door gemigreerd en zich vermengd. Er bestaan geen pure rassen, alleen graduele variaties. Oorspronkelijk was de huidskleur het voornaamste raskenmerk, waarschijnlijk omdat de mens nu eenmaal visueel is ingesteld. Een marsmannetje dat voor het eerst de aarde bezoekt zou vanwege de huidskleuren meteen zien dat er verschillende "menselijke rassen" zijn, argumenteren sommigen. Toen Christoffel Columbus echter in Amerika aankwam, vond hij niet dat de mensen er daar anders uitzagen dan hijzelf. Hij beschreef de huidskleur van de "Indianen" als "niet donker, maar licht". Later hadden andere Europeanen het over "witte" Indianen. Weer andere tijdgenoten meenden "zwarten" te zien. Ook werden "bruine" Indianen beschreven. "Wit" kwam echter het meest voor. Pas eind achttiende eeuw begon men Indianen als het "rode ras" te zien. Sommige Indianen verfden zich rood, en hoewel de Europeanen ter plaatse heel goed wisten dat het om het aanbrengen van een soort klei ging, kwam toch de term "roodhuiden" in zwang. Het "gele ras" blijkt al evenzeer een sociale constructie. Europese reizigers noemden de Chinezen in de zestiende eeuw een "withuidig volk" en vergeleken hen met Duitsers, Spanjaarden en Italianen. Sommige reizigers achtten Chinezen zelfs witter dan Europeanen. Pas twee eeuwen later begon men over "het gele ras" te fantaseren. Dat kwam waarschijnlijk door een samengaan van allerlei associaties. Geel was in China namelijk de kleur van alles dat keizerlijk was en werd zodoende veel gebruikt. De keuze voor "geel" als "dominant raskenmerk" was dus evenmin als bij de Indianen gebaseerd op daadwerkelijke waarneming. Van Europeanen krijg je ook nogal vaak te horen dat àlle Aziaten of àlle Afrikanen op elkaar lijken. Dit heeft te maken met het feit dat er in de eigen populatie een grote variatie is naar oog-, haar- en huidskleur, terwijl men bij andere volkeren alleen maar zwartharige en bruinogige mensen ziet. Wat afwijkt slorpt zoveel aandacht op dat we geen oog hebben voor de veel grotere onderlinge verschillen.

Vraag 3: Mensen hebben bij benadering 25.000 genen. Hoeveel genen onderscheiden alle leden van een ras van de leden van een ander ras? Antwoord A: geen. Er bestaan geen kenmerken, geen trekken (zelfs niet één gen), die alle leden van een zogenaamd “ras” onderscheiden van de leden van een ander “ras”. Na de Tweede Wereldoorlog hebben wereldwijd de meeste wetenschappers afstand genomen van het begrip "menselijke rassen". Men moest erkennen dat een dergelijke indeling van mensen geen biologisch gegeven was. Er was dus eerst het racisme, en daarna pas de indeling in "menselijke rassen". Charles Darwin schreef in 1871 al hoe moeilijk het was om het aantal rassen te bepalen: sommige “deskundigen” spraken van 1 soort, velen van 4 of 5 soorten, anderen dan weer van 30 “rassen” of subsoorten. Zo ontstond in 1988, in Zuid-Afrika de mogelijkheid om zijn rasaanduiding te wijzigen. Twintigmaal zoveel mensen wilden van de aanduiding 'zwart' naar 'kleurling' overgaan, als andersom. De arbitraire indeling in rassen gebeurde steeds op het zicht. Tot op vandaag nog kan iemand met een meerderheid aan “blank bloed”, als zwart bestempeld worden. Pas in 1994 verklaarde de invloedrijke Amerikaanse antropologenvereniging AAA dat het begrip volkomen onwetenschappelijk is: als er al verschillen gemeten worden tussen groepen die door racisten als "menselijke rassen" worden aangemerkt, dan zijn dat "geen gevolgen van hun biologische erfenis, maar het product van historische en hedendaagse sociale, economische, onderwijskundige en politieke omstandigheden”. Rassen bestaan dus niet als een biologische entiteit, maar wel als een sociologische constructie, als producten van onze perceptie. Ons geloof in rassen heeft met “gezond verstand” te maken. Het vroegere geloof dat de aarde plat was leek vroeger ook heel logisch. “Rassen” zijn een relatief modern idee, vroeger deelde men mensen immers niet in volgens fysieke kenmerken, maar wel volgens taal, godsdienst, status of klasse.

Vraag 4: Leden van een ras kunnen geïdentificeerd worden aan de hand van: Antwoord E: geen van de voorgaande.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

21

Er zijn geen kenmerken, of trekken (zelfs niet één gen), die terug te vinden zijn bij àlle leden van een zogenaamd “ras” en die dan weer zouden ontbreken in een ander “ras”. A, B, en O bloedgroepen vinden we terug in heel de wereldbevolking (het percentage Esten en Papoea’s met A, B, en O bloed is nagenoeg identiek). Huidskleur varieert met breedtegraad, niet met “ras”. Sub-Sahara-Afrikanen, de Dravidiërs en Tamils uit ZuidIndië, de Aboriginals uit Australië (waar blond haar geen uitzondering is!) en de Melanesiërs uit de Stille Oceaan hebben allemaal een donkere huid. Europeanen en Chinezen hebben een duidelijk verschil in uiterlijk voorkomen. Toch ligt hun huidskleur veel dichter bij elkaar dan dat ze elk afzonderlijk ligt ten opzichte van die van Congolezen. Testen we echter op bloedgroep, dan liggen de resultaten van de Europeanen en de Afrikanen weer veel dichter bij elkaar dan elk afzonderlijk ten opzichte van Chinezen. Zo zijn er veel andere trekken (neusgrootte, oogkleur, lengte,…) waarop men volkeren zou kunnen vergelijken. Afstamming is moeilijk te achterhalen: als je 10 generaties teruggaat heb je 1024 voorouders, als 30 generaties zou terug gaan (ongeveer 1000 jaar) kom je uit bij 1 miljard voorouders (want je hebt 2 ouders, 4 grootouders enz)! Dit betekent dat elke historische figuur die meer dan 1000 jaar geleden leefde (Karel De Grote, Julius Caesar,…) en kinderen en kleinkinderen had, heel waarschijnlijk een van je voorouders is! Vraag 5: De ultieme bron van alle menselijke genetische variatie is? Antwoord A: mutaties in DNA sequenties Genetische mutaties worden veroorzaakt door willekeurige kopiëren van veranderingen in basenparen tijdens DNA-replicatie. Natuurlijke selectie en geografie beïnvloeden wel de soorten genetische mutaties. Mensen zijn genetisch meer gelijkend dan verschillend.

Vraag 6: Welke groep bevat de grootste genetische variatie? Antwoord D; fruitvliegjes Fruitvliegjes bestaan al heel lang en hebben bovendien een korte levensduur, zodoende hebben zich over de generaties heen vele genetische mutaties opgestapeld. De moderne mens is echter een van de meest genetisch homogene soorten) en ook een relatief jonge soort (ongeveer 150.000 tot 200.000 jaar oud). De mens loopt dus nog niet lang genoeg rond om een grote genetische variatie te accumuleren. Bovendien hebben mensen zich altijd verplaatst en vermengd (migratie is dus niet enkel een recent fenomeen), wat onze “genenpool” verder homogeen maakt. Onderhuids zijn we allemaal heel gelijkaardig. Mensen zijn voor 99,9% genetisch identiek. Fruitvliegen hebben tienmaal zoveel onderlinge genetische verschillen als mensen.

Vraag 7: Welke 2 bevolkingsgroepen zullen gemiddeld gezien het meest genetisch gelijk zijn? Antwoord E.: Saoedi-Arabiërs en Ethiopiërs. Populaties die geografisch dicht bij elkaar wonen hebben de neiging ook genetisch meer op elkaar te lijken dan groepen die ver van elkaar wonen. Dit omdat er dan in het verleden een grotere waarschijnlijkheid was voor vermenging en er daarom meer genen gedeeld werden. Ook al worden Senegalezen en Zweden enerzijds en Italianen en Zweden anderzijds traditioneel onder hetzelfde “ras” geplaatst, ze leven verder van elkaar en hadden dus minder contact en vermenging dan Saoedi’s en Ethiopiërs.

Vraag 8: De grootste menselijke genetische variatie vind men terug.. Antwoord A: binnen eender welke locale populatie, zowel bij de Vlamingen als bij de Zulu (Zuid-Afrika) of de Hmong (Zuid-Azië) 85% van alle menselijke variatie vinden we terug binnen 1 populatie, of het nu Belgen, Ieren, Nigerianen of Koreanen zijn. Er is véél meer variatie binnen in één groep dan tussen groepen. Er kunnen dus meer

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

22

genetische verschillen zijn tussen twee willekeurige Belgen dan tussen een Belg en een willekeurige Koreaan. Gemiddeld kan 94% van alle genetische variatie op elk continent gevonden worden. Mocht een wereldwijde ramp alle mensen behalve bijvoorbeeld de Aziaten uitroeien, zou dus nog 94% van het menselijke genetische materiaal bewaard blijven. Slechts 6 % van de genetische diversiteit laat zich herleiden tot wat men een “ras” noemde. De genetische verschillen tussen individuen zijn dus onnoemelijk veel groter dan de genetische verschillen tussen rassen. Vraag 9: Welk continent heeft de grootste menselijke genetische diversiteit? Antwoord C: Afrika. De oorsprong van de moderne mens (Homo sapiens sapiens) wordt via DNA-onderzoek in Afrika gesitueerd. Menselijk DNA en specifieke allelen (bepaald type gen dat op een bepaalde plaats van een chromosoom kan voorkomen) kunnen teruggebracht worden tot een Afrikaanse populatie die 100.000 jaar geleden leefde. Wetenschappers kunnen onze genetische afkomst onderzoeken door de weg van het mitochondriale DNA en Y-chromosoom DNA te volgen, deze worden onveranderd doorgegeven van generatie tot generatie. Het grootste deel van onze evolutie als soort brachten we daar samen door. Ongeveer 50 tot 70.000 jaar geleden verlieten die eerste mensengroepen Afrika en verspreidden zich over de wereld. Alle andere wereldpopulaties kunnen gezien worden als een onderdeel van die Afrikaanse. Elk menselijk genetisch kenmerk kan ook in Afrika gevonden worden, met uitzondering van de relatief recente variaties begunstigd door de omgeving of seksuele selectie, zoals een lichtere huid. Afrikaanse populaties bevatten bijna alle DNA varianten die men vindt bij Aziaten en Europeanen plus een aantal nieuwere varianten. Toen vroege populaties begonnen te migreren vanuit Afrika naar Azië en Europa namen ze slechts een deel van de Afrikaanse genetische variaties met zich mee. Er bleven nog heel wat DNAvariaties achter in Afrika.

Vraag 10: Kunnen wetenschappers het ras van een persoon bepalen door naar zijn DNA te kijken? Antwoord B: neen. Er is geen gen voor “ras”. Het is wel mogelijk om aan de hand van DNA de genetische afstamming van iemand te traceren. Aangezien de mens uit Afrika migreerde, ondergingen de genen in de loop der tijden kleine veranderingen, overal ter wereld. Elk van deze veranderingen is een “marker” van iemands voorouders die leefden waar de veranderingen zich voordeden. Voor een geneticus zijn deze als mijlpalen langs een weg, die via lokale mensen naar de Afrikaanse bron leiden. Elke genetische verandering vertelt een deeltje van het verhaal van onze menselijke geschiedenis. Een wetenschapper moet naar vele deeltjes van het DNA kijken om een betrouwbaar verhaal te krijgen. Vraag 11: Welke van de volgende worden zowel door omgevings- als genetische factoren bepaald? Antwoord D: alle voorgaande. Genen en omgeving samen maken een persoon uniek. Kenmerken zoals huidskleur, lengte, aanleg voor ziektes worden bepaald door een complexe combinatie van genetische kenmerken, omgevingsfactoren en culturele ervaringen.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

23

Vraag 12: Is ras een juiste weergave van genetische diversiteit? Antwoord B: neen. Het concept van “ras” geeft geen juist beeld van de menselijke genetische diversiteit. De reële patronen van genetische diversiteit zoals geobserveerd in het menselijke genoom en DNA stemmen hier niet mee overeen. Opdeling in rassen op basis van zichtbare fysieke kenmerken zoals huidskleur, haartype of vorm van de neus, zijn eerder willekeurige verschillen. Je kunt ze niet bundelen in categorieën van rassen. De verschillen tussen deze zogenaamde "rassen" zijn kleiner dan de verschillen binnen deze groepen. Er is dus maar 1 ras, namelijk het menselijke ras of de menselijke soort. De diversiteit bij mensen is erg laag in vergelijking met bijvoorbeeld honden of koeien waar je wel kan spreken over rassen (De anti-discriminatiewet spreekt daarom ook van “een verschil in behandeling gebaseerd op een zogenaamd ras”). Het begrip ras is natuurlijk wel een begrip dat in de geschiedenis veel is misbruikt voor diverse, vooral politieke, doeleinden. Het voornamelijk 19de-eeuwse begrip menselijk ras (de rassentheorieën dateren vooral van de late 18de en begin 19de eeuw) hangt samen met het idee dat het mogelijk zou zijn de homo sapiens biologisch in te delen in subtakken, volgens uiterlijke kenmerken zoals onder andere huidskleur of gezichtstrekken. Natuurlijk werden deze subtakken hiërarchisch gerangschikt (aan de hand van bijvoorbeeld een verschil in schedelinhoud), om zo de maatschappelijke rangorde als getrouwe weergave van biologische verschillen te kunnen rechtvaardigen. Zwarten, maar ook vrouwen, armen en vreemdelingen waren als van nature minderwaardig en dus ondergeschikt. Dat vinden we ook nog terug in de benaming 'mongooltje' voor iemand met het syndroom van Down. John Down was de arts die in 1866 de afwijking identificeerde. Volgens Down droegen personen met dat syndroom de anatomische kenmerken van lagere rassen. Enkele toevallige gelijkenissen met Aziaten (vooral de ogen) suggereerden de benaming 'mongolisme': een specifieke vorm van raciale degeneratie. Racisme is de verzamelterm voor alle opvattingen die aan het begrip “ras” een doorslaggevende betekenis toekennen bij het indelen van de mensheid. Velen gebruiken “racisme” in algemene zin als aanduiding van xenofobie (angst voor vreemdelingen) of etnocentrisme (het centraal stellen van de eigen cultuur en dit gebruiken als maatstaf of waardeoordeel voor de normen en gewoonten van een andere cultuur, resulterend in een gevoel van eigen superioriteit). Wel bestaan er binnen de soort Homo sapiens populaties die zich onderscheiden en die over de generaties als zodanig herkenbaar zijn. In die zin vervangt het begrip etniciteit tegenwoordig ook wel het begrip "menselijk ras". Een etniciteit is in de eerste plaats een sociaal-culturele identiteit, die een bepaalde groep mensen of een aantal bevolkingsgroepen verbindt, waarbij men zich identificeert met gezamenlijke factoren zoals nationaliteit, stamverwantschap, religie, taal, cultuur of geschiedenis. Het kan in een aantal contexten wel degelijk zinvol zijn om aan te geven wat de etnische achtergrond van een persoon is. o Medicijnen werken soms verschillend bij mensen van verschillende herkomst o Vele ziekten hebben een verschillende kans om voor te komen bij mensen van verschillende herkomst. De resistentieontwikkeling bij mensen is een evolutionair proces. Een goed voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de teloorgang van het Incarijk als gevolg van ziekten die door Europeanen werden meegebracht (vb. het influenzavirus, de mazelen). o Sommige erfelijke eigenschappen komen in de ene groep vaker voor dan in een andere, zie bv de Sikkelcelziekte of Lactose-intolerantie o De culturele identiteit wordt vaak ook door een persoon zelf ontleend aan de etnische achtergrond o Op cosmetisch vlak hangt de vraag naar producten sterk af van huidskleur en haartype

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

24

Vraag 13: Sikkelcelanemie is een aandoening die in België vaak voorkomt bij Afrikaanse minderheden en ontstaat door een erfelijke verandering van de rode bloedkleurstof in de rode bloedcellen: de hemoglobine. De functie van de hemoglobine is het opnemen en loslaten van zuurstof. Op die manier kan bloedarmoede ontstaan. Wat is waar? Antwoord B: het sikkelcelkenmerk komt vooral in Afrika voor en in enkele andere delen van de wereld, namelijk daar waar malaria voorkomt omdat dit kenmerk bescherming tegen malaria biedt Genetische ziektes worden geërfd via de familie, niet via het “ras”. Omdat sikkelcelziekte van oorsprong een verdedigingsmechanisme is tegen malaria, komt het voornamelijk voor bij mensen met voorouders uit Westen Centraal Afrika. Maar ook op het Saoedische schiereiland, in Turkije, Zuid-Azië en andere delen van de wereld komt sikkelcelziekte voor. Een Griek heeft dus een grotere kans drager te zijn dan een Zuid-Afrikaan. De aanwezigheid van sikkelcelziekte is dus geen indicator van een “ras”, maar wel van een voorouder uit een malariagebied. Vergelijkbaar is bijvoorbeeld lactose-intolerantie, een extra gevoeligheid voor zuivelproducten, wat gemiddeld gezien vaker voorkomt onder mensen van Aziatische origine. Anorexia nervosa en boulimie kan je zo ook als etnische ziektes beschouwen want ze zijn typisch westers.

Vraag 14: Het slachtoffer zijn van discriminatie kan ernstige gevolgen hebben voor de gezondheid die de verdeling en concentratie van ziektes in verschillende groepen beïnvloedt. Antwoord A: waar. Het slachtoffer is van discriminatie brengt stress met zich mee die de lichaamsmechanismen en dus ziektes beïnvloeden. Talrijke studies hebben een verband gevonden tussen discriminatie enerzijds en mentale stress en verhoogde hart- en vaatziekten. Andere factoren zoals werkstress kunnen natuurlijk ook tot ziektes leiden.

Geïnspireerd door http://www.understandingrace.org http://www.pbs.org/race http://nl.wikipedia.org/

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

25

Bijlage: kaartjes (© George Chaplin)

Kaart 1: Jaarlijkse gemiddelde UV-straling, gebaseerd op gegevens van de NASA TOMS satellieten. UVstraling is het hoogst in de tropen en vooral rond de evenaar (rode en blauwe gebieden), ook al is breedtegraad niet de enige bepalende factor. De extreem noordelijke en zuidelijke zones (grijze gebieden) ontvangen heel weinig UV-straling, en ook alleen maar in het hart van de zomer.

Kaart 2:Voorspelde huidskleur voor moderne mensen op basis van gemeten huidreflectiegegevens en omgevingsfactoren, in het bijzonder de UV-straling. Deze kleurvariatie benadert de reële huidskleur. De huidstint is het meest donker rond de evenaar en de tropen, en wordt bleker met een hogere breedtegraad.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

26

Culturele stereotypes Doelgroep Klassen en andere groepen vanaf 14 jaar Doelstelling - Bewustmaking van stereotypen, vooroordelen en discriminatie op basis van uiterlijk in de context van verschillende beroepen, culturen, en nationaliteiten. - Bewustmaking van individuele en universele aspecten in de menselijke diversiteit - Bewustwording van het gevaar van culturaliseren, te snel culturele of religieuze verklaringen zoeken voor uiterlijke verschillen Programma - Beschrijving – Methodiek Stereotypen zijn overdreven beelden van groepen die niet kloppen met de werkelijkheid. Meestal maken zij een karikatuur een bepaald detail. Dat wordt dan uitvergroot en representatief gesteld voor een hele groep. Het gaat hier in feite om onjuiste beeldvorming. Voorbeelden: - oude mensen zijn niet flexibel - punkers zijn agressief - gothics zijn depressief - dikke mensen zijn lui maar gezellig - lange mensen zijn goede basketters - Afrikanen zijn goede lopers - mooie mensen zijn ook mooi vanbinnen - arme mensen zijn onverzorgd - drugsgebruikers zien eruit als zombies Maar ook “uitkeringsgerechtigden willen niet werken" of “vluchtelingen komen naar hier om van onze sociale voorzieningen te profiteren". Vooroordelen beïnvloeden het gedrag van mensen. Ze zitten in het hoofd van mensen die meestal niet eens nagaan of de feiten wel juist zijn. Een persoon wordt niet beoordeeld en bekeken als individu met prettige en onprettige eigenschappen, maar wordt bij voorbaat in een hokje geplaatst: "Die zijn allemaal zo". Veelal gaat het om negatieve kenmerken, maar er zijn ook vooroordelen die een positief kenmerk benadrukken. Het vooroordeel zit hem dan in de veralgemening (vb. alle Ieren zijn muzikaal) Stereotypen zijn vaak erg simplistisch en zwaar overdreven. Vooroordelen zijn hardnekkig; ze worden steeds weer herhaald, soms tegen beter weten in. Als blijkt dat een vooroordeel niet waar is, hoor je: "Ha! Maar dat is een uitzondering". De enkele keer dat een vooroordeel bevestigd wordt, is dat een bewijs voor het gelijk: "Zie je wel". Vaak gaat het niet zozeer om de feiten, maar om de emoties die meespelen bij vooroordelen. Mensen weten niet of willen niet weten “hoe het precies zit”. Ze vragen het niet of zoeken het niet uit, maar zeggen wat ze er zelf bij bedacht hebben of wat ze anderen hebben horen zeggen. Vooroordelen hebben vaak ook een functie of een betekenis voor wie die ze uitspreekt. Verschil maken tussen wij en zij en negatieve uitspraken doen over hen, is een gelegenheid om jezelf of de groep waartoe je behoort positief in de verf te zetten (zo ben ik in elk geval niet!). Het afwentelen van de schuld op anderen geeft je de kans om jezelf vrij te pleiten. Het is gemakkelijk en betrekkelijk veilig om mensen buiten de eigen groep met de vinger te wijzen. Wanneer de economie slecht draait, en er veel werkloosheid is, trekken mensen van eenzelfde groep nauwer met elkaar op. Dat verhoogt natuurlijk de spanning tussen groepen. Machteloosheid, angst of onzekerheid brengen mensen ertoe om zondebokken aan te wijzen.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

27

Oefeningen Oefening 1: Maak een lijst van vooroordelen aan de hand van volgende categorieën: geslacht (seksisme), seksuele voorkeur (homofobie), sociale klasse (classism), etniciteit (racisme). Ga bij elk vooroordeel na waar het vandaan komt en welke boodschap er achter steekt. Welke functie heeft het vooroordeel? Iedereen bespreekt een vooroordeel dat betrekking heeft op de eigen persoon. Hoe ga je hiermee om? Oefening 2: Maak klassikaal een lijst: welke beelden hebben jullie over Belgen, Nederlanders, Marokkanen, Chinezen, Amerikanen, Polen, Duitsers, joden, katholieken, moslims… Is het een vooroordeel en waarom? Vindt iedereen dat het klopt? Waarom denk je dat het waar of niet waar is? Hoe komt het denk je dat men dat over de verschillende groepen vertelt? Is het beeld over Belgen positiever dan de andere? Oefening 3: Maak een tekening van een metalfan, crimineel, een bankdirecteur, een chirurg, een werkloze, een student, een oud vrouwtje, iemand uit je eigen vriendenkring… Waarom heb je die zo getekend? Hebben we overdreven? Zijn er verkeerde beelden bij? Hebben we te maken met stereotypen? Heeft de crimineel bijvoorbeeld een tatoeage, snor of baard, litteken? Is de bankdirecteur een gezellige dikke kalende man met sigaar, pak en borstelige wenkbrauwen? Of is de chirurg een man? Zijn de stereotypen positief of negatief? Was je positiever over iemand uit je vriendenkring? Een andere groep wordt vaak negatiever beoordeeld. Over een andere groep hebben we meer (negatieve) stereotypen. Oefening 4 1

Je vindt hier een aantal afbeeldingen van verschillende nationaliteiten. Probeer op te schrijven over welke nationaliteit het gaat en leg uit waarom je denkt dat het precies om die nationaliteit gaat? Omwille van welke details? Kloppen die stereotypes ook?

1

Geïnspireerd door Uitkijk: Vooroordelen: Project Algemene Vakken / Vaes, R.; Bex, G.; Verghote, K. ...[et al.]. -Mechelen: Wolters Plantyn, 2006. - 58 + 213 + 58 p. - (Uitkijk).

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

28

Krantenartikels Opdracht: Bekijk volgende krantenartikels/foto’s/campagnebeelden en bespreek ze in groep: - Hoe heeft dit betrekking op uiterlijk en uiterlijkheden? Waarover gaat het precies? - Welke stereotypes worden hier tegengesproken of bevestigd? - Wat heb je bijgeleerd? Keur je de inhoud goed of ben je niet akkoord met de gepresenteerde opinie? Voel je je persoonlijk aangesproken?

Bron: Het Laatste Nieuws

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

29

Bron: De Standaard 28/10/2008

Bron: De Nieuwe Gazet 27/08/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

30

Bron: Gazet van Antwerpen 22/03/2008 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

31

Bron: Gazet van Antwerpen 3/9/2006

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

32

Bron: Gazet van Antwerpen 8/9/2008

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

33

Bron: De Morgen

Bron: De Nieuwe Gazet

Bron: Gazet van Antwerpen 28/10/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

34

Bron: De Nieuwe Gazet 29/11/2006

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

35

Bron: De Standaard 04/10/2008

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

36

Bron: De Nieuwe Gazet 23/10/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

37

Bron: De Morgen 28/8/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

38

Bron: De Standaard 05/09/2008

Bron: De Morgen 31/7/2008 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

39

100% GABBER Evi: «Bollen of poeders zijn niet typisch gabbers.» "IS HET GOED ALS IK EEN PAAR VRIENDEN UITNODIG VOOR HET INTERVIEW ", VRAAGT MAYBRITT (16). GEEN BEZWAAR. EVEN LATER WORD IK ONDERSTEBOVEN GEHAKT DOOR ACHT GLADGESCHOREN GABBERS EN GABBERINA'S DIE UIT DE BOL GAAN OP LOEIHARDE HARDCORE: MAYBRITT EN HAAR VRIENDEN DAVEY (16), FREDERIC (19), STIJN (17), EVY (18), STEFANO (18), TESSA (19) EN ESPEN (20) «Dat zijn vooroordelen», zucht Maybritt als ik zeg dat gabbers bekend staan als racisten en druggebruikers. «Natuurlijk zijn er gabbers die bollen of poeders nemen maar dat is niet typisch gabber: je vindt druggebruikers in elke jongerencultuur.» En racisme? Stijn: «Gabberskins hebben het voor ons verknald: extreem rechtse, racistische skinheads die op gabberfuiven ambras komen maken. Omdat ze ook een kale kop hebben, denken veel mensen dat ze gabbers zijn.» Frédéric vult aan: «Wij zijn het beu dat mensen ons scheef bekijken. Daarom kleven we stickers met 'gabbers tegen racisme' op openbare plaatsen. In Nederland brengen platenfirma's zelf anti-racisme-boodschappen op cd's aan en op flyers van hardcorediscotheken staat expliciet 'geen racisme, geen drugs'.» BOMBERJACK De gabbercultuur die in de jaren '90 in Nederland ontstond, groeide overal in Europa uit tot een commercieel massafenomeen. Daarna waaide de hype over. Davey: «Alleen de echte blijven over: de underground.» Samenhorigheid is het belangrijkste ingrediënt van de gabbercultuur. Evi: «De term 'gabber' komt van het Jiddisch en betekent 'kameraad'.» Hoe ze elkaar herkennen? Aan hun typische kleding: bomberjack, Nike Air Max-sportschoenen, baseballpetje, trainingspak van Australian, Hooligan, Pitbull of Londsdale. «Als je gabber bent, is hardcore het belangrijkste in je leven. Je kleedt je naar de muziek.» Gabbers hebben een typische dansstijl, hakken genaamd. Waar die vandaan komt? «Luister naar hardcore en je weet het», zegt Tessa. «De muziek verplicht je om stampend te bewegen.» De ideale gabberoutfit zorgt voor hakgemak. «Om een paar uur hakken te overleven, dragen wij degelijke sportschoenen en kleding die goed zweet opneemt.» Waarom die kale kop? «Waarom heeft een rastafari dreadlocks en dragen hiphoppers broeken tot aan de knie?», werpt Davey tegen. «'t Is een dresscode. Als je je haar scheert, toon je dat je een echte bent. Zo zijn er ook met tattoos van labels. Gabber ben je pas als je door andere gabbers gabber wordt genoemd. Het draait om respect in de groep. Je moet bewijzen dat het geen bevlieging is.» Tessa en Espen knikken: ze hebben beiden hardcorelabels laten tatoeëren; hij op zijn bovenarm, zij op haar achterwerk. EMINEM Of er ook een filosofie achter steekt? Stijn: «Een gabber heeft geen levensvisie. Gabber is uitgaan, vrienden, kleding.» Een zaal vol hakkende gabbers geeft een geweldig gevoel; het gabbergevoel. Of dat niet vreselijk oppervlakkig is? Frédéric vindt van niet: «Achter de gabber zit een gewone mens die naar school gaat, geld verdient, een lief heeft.» Stijn vult aan dat gabbers ook vrienden hebben buiten het gabbermilieu. Davey illustreert dat gabbers evenmin wereldvreemd zijn: «Weinig skaters vinden het lollig, maar zo goed als alle nummers van Eminem bestaan al in hardcoreversie. Zo krijg je als gabber respect voor andere muziek.» En ze besluiten: «Gabbers zijn de echte alternatievelingen, want wij zijn met minder dan degenen die zich vandaag alternatief noemen.» Alles over gabber: gabber.pagina.nl Bron: Maks! 22, december 2002, p. 4-5

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

40

GABBERS OF SKATERS Frederik (18) «Het komt eigenlijk allemaal vanzelf. Je begint van die muziek te houden en megaraves te trotseren. Mensen met dezelfde mening kruisen je pad en je bent vertrokken. Je voelt je goed in de groep en automatisch pas je je aan. Kledij is voor ons, gabbers, erg belangrijk. Het is een uiterlijk teken dat je gabber bent, een soort outing. DUIVEL Ik kan ook een skater van een ‘gewone’ gast onderscheiden hoor. Die wijde broek en die zogenaamde skateshoes zijn voor mij ook een vorm van dresscode. Toch moet ik hier even advocaat van de duivel spelen en toegeven dat gabbers inderdaad een hoog dresscode-gehalte hebben. Voor ons is het een uiting van wie je bent. Aan de andere kant dragen we juist die trainingspakken omdat ze gemakkelijk zitten en comfortabel zijn op die raves. Een kale kop is geen vereiste maar meer een toevalligheidje en een populair verschijnsel. HARDCORE Muziek is mijn grootste hobby. Het is mijn droom later radio te maken. Ik hou van verschillende muziekgenres: techno, rock en hardcore. Je moet je niet aan één genre binden, maar openstaan voor alles. AFGEKEURD Op school keur ik niemand af. Jammer genoeg bekijken ze mij soms scheef. Sommigen hebben vooroordelen over gabbers. Zodra iemand commentaar op mij levert, krijgt hij gegarandeerd een antwoord terug. Met de leerkrachten heb ik geen problemen. MEISJES Er is altijd wel een kleinigheidje dat aanleiding geeft om te vechten. Komt vaak voor tussen twee groepen die totaal verschillen, zoals gabbers en skaters. Ze dagen elkaar uit en vaak draait het om meisjes. Iemand doet iets wat de ander niet kan verdragen en dat veroorzaakt een kettingreactie. Gabbers agressiever? Volgens mij ligt de waarheid in het midden. Er wordt ook wel eens een gabber door een skater in elkaar geslagen. Skaters zijn geen heiligen hé! EXPLOSIE Bij gabbers verschilt de levenswijze onderling. Je hebt een grote groep meelopers, gastjes die zichzelf gabber noemen omdat hun vrienden het zijn. Dat vind ik dikke quatsch. Je bent gabber omdat je van die muziek houdt en omdat je graag plezier maakt. De gabber-cultuur bestaat nog niet zo lang. Het is zo’n zeven jaar geleden uit de Nederlandse underground ontstaan. Daarna kende het ook in België een grote explosie. Het nadeel van zo’n explosie is dat het meteen kan terugvallen. EXTREEMRECHTS Sk8 heeft verre wortels, gabbers ontwikkelen zich nog. Misschien zal het op den duur verdwijnen. Maar als het blijft, zal het een aparte cultuur worden en zich langzamerhand perfectioneren. Nu is er een te grote groep gabbers. Sommigen kunnen heel radicaal zijn in hun gabber-zijn. Ze zijn bijna extreemrechts en worden als racist beschouwd. Doordat een kleine meerderheid gabbers inderdaad zulke ideeën heeft, worden alle gabbers als racist beschouwd. Zo hebben mensen zowel over gabbers als over skaters hun stereotype beeld. RAVE Gabbers doen niet veel aan sport. Het hoort alleszins niet bij het gabber-zijn. Er is een kleine minderheid die voetbalt of basket. Veel gabbers zien hun wekelijkse rave-party’s als een vorm van sport. Het is in elk geval lichaamsbeweging.» Stefan (17) «Ik zeg nooit van mezelf ‘ik ben een skater’. Je wordt het niet van de ene op de andere dag. Het is niet omdat je een wijde broek en een trui met een kap draagt dat je jezelf skater mag noemen. Je komt mensen tegen die met dezelfde dingen bezig zijn, dezelfde muziek beluisteren, dezelfde mening hebben. Je komt toch altijd het best overeen met mensen waar je een deeltje van jezelf in terugvindt.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

41

DRESSCODE Voor skaters is kledij niet belangrijk. Je moet er goed uitzien maar dat kan evengoed zonder al die grote merken. Ik heb een hekel aan mensen die kledij kopen alleen omdat de naam van een merk erop staat. Daar erger ik me blauw aan bij gabbers. Hun dresscode-gehalte is enorm. Skaters hebben geen dresscode, wij dragen datgene waar we ons goed in voelen. DJ Al mijn hele leven ben ik bezig met muziek. De laatste twee jaar vooral met dj-en. Mochten ze me een contract als dj aanbieden, dan zou ik het zeker aanvaarden, al zou ik er niet mijn beroep van maken. Toch zou ik later graag iets met mijn stem doen. Mij krijg je zeker niet achter een bureautje met een berg typewerk voor mijn neus. No way! En ik wil zeker voort studeren VRIENDEN Bij ons op school valt het best mee. Met de meeste leerkrachten kan ik goed overweg. Eigenlijk had ik gedacht dat dit jaar een baaljaar zou worden. Ik ben blijven zitten en kwam bij 150 onbekenden terecht. Ik dacht dat ik het moeilijk zou vinden om me aan te passen en dat zij me als een buitenstaander zouden bekijken. Gelukkig valt het mee. Ik heb er zelfs nieuwe vrienden bij. BENDE Wat mij opvalt, is dat er veel zinloze agressie voorkomt. Vorig jaar werd een vriend, zomaar zonder reden, door een bende gabbers in elkaar geslagen. Ik vind dat ronduit belachelijk. Meestal vechten ze om van die kleine hypocriete dingen, typisch voor gabbers. Kledij is voor hen al een reden om een tegenstander in elkaar te kloppen. SK8 De wortels van de skate-cultuur liggen in de jaren ‘70. Veel jongeren kwamen ervoor op. Zo had je bijvoorbeeld No future en the Sex Pistols in Engeland. Het was toen anders, maar sk8 gaat uit van dezelfde ideeën. Voor skaters is vrijheid het belangrijkste, daarom linken mensen ons vaak met anarchisten. STRAIGHTEDGE Binnen een paar jaar zie je op straat geen enkele gabber meer rondlopen. Skate zal veel langer blijven. Er is door de jaren heen een vaste groep ontstaan. Skaters houden er een eigen leefstijl op na. Sommigen gaan er heel ver in: de straight edgers. Zij zijn vegetariër, nemen geen enkele vorm van drugs en drinken geen alcohol. Voor hen is het ook verboden meer dan één partner tegelijk te hebben. Bij gabbers vind je zoiets niet terug. Hun ‘cultuur’ is veel oppervlakkiger. SURF Skaters zijn sportiever dan gabbers. We skateboarden en in de winter snowboarden we. We komen uit de skatecultuur. Die heeft nu zijn weg naar het grote publiek gevonden. ‘s Zomers is het vooral golfsurfen. Surf- en skatecultuur hangen een beetje samen. Sporten is voor skaters niet het belangrijkste. Het is gewoon massa’s tof, voor iedereen, niet omdat je bij een bepaalde Groep mensen hoort. Iedereen kan het proberen.” Bron: Klasse voor Jongeren nr 33 (maart 2000)

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

42

Bron Gazet van Antwerpen 2/8/2008

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

43

Bron: Gazet van Antwerpen 30/08/2008

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

44

Bron: De Nieuwe Gazet

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

45

Bron: De Standaard 2/8/2007

Bron: De Morgen 21/07/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

46

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

47

Bron: De Morgen 18/10/2007

Bron: De Morgen 11/12/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

48

Bron: De Standaard 1/10/2008

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

49

Bron: De Morgen 22/8/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

50

Bron: De Morgen 10/03/2006

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

51

Bron: De Nieuwe Gazet 10/08/2008 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

52

Bron: De Morgen 11/07/2008

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

53

Bron: De Standaard 16/5/2007; 29/11/2007

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

54

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

55

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

56

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

57

Bron: De Morgen

Bron: Story

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

58

Stadsklap “Editie Schoon volk” Stadsklap is een door het Onthaalbureau Inburgering van de Stad Antwerpen ontwikkelde methodiek om inburgeraars en Antwerpenaren de kans te geven elkaar om aan elkaar vragen te stellen over gewoonten, tradities, cultuur, sociale etiquette, familierelaties enzovoort. Stadsklap “Editie Schoon volk” is hier een afgeleide van. Enerzijds verruimen we de methodiek naar elke divers samengestelde (klassikale/professionele) groep. Anderzijds beperken we de besproken thema’s tot uiterlijk en uiterlijkheden. In de verbonden tentoonstelling ‘Schoon volk’ wordt nagegaan in welke mate uiterlijk en uiterlijkheden richtinggevend kunnen zijn voor de identiteitsvorming en levensloop van een individu. Aan bod komen thema’s zoals vooroordelen, subculturen, mode, schoonheidsidealen, statussymbolen… Duur: variabel (minimum 1 uur, maximum 4 uur) Doelgroep: elke divers samengestelde groep vanaf 12 jaar Doelstelling: - Bewustmaking van stereotypen, vooroordelen en discriminatie op basis van uiterlijk. - Diversiteit naar uiterlijk kunnen (her)kennen, begrijpen en respecteren - Communicatie over gevoelige en persoonlijke onderwerpen durven aan te gaan - Ervaringen uitwisselen met ‘schoon volk’ - Kunnen reflecteren over cultuur, religie, individualiteit en uiterlijk. - Zelfreflectie en bewustwording stimuleren - Inzicht krijgen in de factoren die het eigen lichaamsbeeld en zelfbeeld bepalen. - Inzien dat iemand beoordelen op basis van uiterlijk letterlijk en figuurlijk oppervlakkig is, en dat dit vaak weinig zegt over de binnenkant. - Beter omgaan met diversiteit in al zijn vormen Programma - Beschrijving – Methodiek: De Stadsklap valt uiteen in verschillende delen: de inleiding, een methodisch begeleid gedeelte (deel 1), pauze (facultatief, informele verdere kennismaking), een vrije vragenronde (deel 2) en de afronding. De begeleider schat naar goed inzicht in of deze structuur behouden wordt. Dit gebeurt op basis van leeftijd van de deelnemers, samenstelling en grootte van de groep en bekendheid van de mensen binnen de groep. Afhankelijk van de duur kan de pauze weggelaten worden. Deel 1 en 2 kunnen gebundeld worden als de begeleider dit opportuun vindt. Bijvoorbeeld als er minder nood is aan het op gang brengen van het gesprek aan de hand van duidelijke methodieken. 1. Voorbereiding (optioneel) Als de Stadsklap een uitwisseling is tussen 2 groepen mensen (vb inburgeraars en leerlingen) kan het opportuun zijn het thema “uiterlijk en uiterlijkheden” al in de klas voor te bereiden. We verwijzen naar de andere methodieken die in deze educatieve map worden beschreven. Ook kan er een vragen- of themalijst voorbereid worden die het best aansluit bij de interesse en leefwereld van de deelnemers. Deze lijst kan louter ter voorbereiding dienen, of ook de leidraad voor het gesprek vormen. De begeleider/docent is het best geplaatst om in te schatten of de vragenlijst meegenomen wordt of niet. 2. De inleiding De begeleider heet iedereen welkom en stelt zichzelf (indien nodig) voor. De begeleider schetst de aanleiding, doelstelling en het verloop van de Stadsklap en bespreekt enkele spelregels (gsm’s uit, luid en duidelijk praten, niet te lang praten). Heel belangrijk is om een gevoel van veiligheid te creëren door niemand te dwingen om persoonlijke zaken te vertellen. Alles wat gezegd wordt blijft binnen de 4 muren. Het is de essentiële rol van de begeleider om te garanderen dat niemand wordt afgerekend op wat hij of zij deelt met de groep. Taboes doorbreken kan alleen maar als alle vragen of thema’s aan bod mogen komen. Natuurlijk moeten de antwoorden en reacties op een respectvolle manier gebeuren, zonder oordeel of vooroordeel.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

1

59

De deelnemers/stadsklappers stellen zichzelf kort voor (naam, leeftijd, woonplaats, beroep, relatie-kinderen, kenmerkend uiterlijk detail…). Een alternatief of aanvulling kan zijn: ‘beschrijf je uiterlijk zoals je dat bijvoorbeeld aan de telefoon zou doen, zodat iemand die jou niet kent, zich jou voor de geest kan halen’. Bij studenten kan het zinvol zijn om een kennismakingsspel te doen. In erg grote groepen beperkt men de inleiding. Ook als de deelnemers elkaar al goed kennen kan dit ingekort of weggelaten worden. Belangrijkste struikelblok voor het succes van de stadsklap “editie Schoon volk” is een gebrek aan veiligheid en het gevoel beoordeeld of veroordeeld te worden. 3. Deel 1 Het eerste en het tweede deel verloopt in de volledige groep. In het eerste deel moet het gesprek op gang gebracht worden, zeker omdat de besproken thema’s vaak persoonlijk en confronterend zijn. Een duidelijke structuur bij aanvang schept en bevordert een sfeer van veiligheid, openheid en respect. Hiervoor kan je gebruik maken van 2 verschillende methodieken: het kaartenspel of een situatiespel. 3.1. het kaartenspel - de vragenkaartjes Elke deelnemer krijgt een kaartje met een vraag erop of neemt zelf een kaartje van de stapel met vragen. Om de beurt worden de vragen gesteld. De deelnemer kan de vraag eerst zelf beantwoorden en daarna de groep de kans geven om hierop te reageren. Een deelnemer kan ook een kaartje nemen en de vraag aan iemand persoonlijk stellen. De deelnemers kunnen de vragen in de groep gooien als er voldoende vertrouwen is gecreëerd. Alternatief: - Een deelnemer gooit een bal naar iemand die vervolgens een kaartje van de stapel moet nemen. Deze deelnemer beantwoordt de vraag eerst persoonlijk. Daarna wordt de vraag aan een andere deelnemer gesteld. - Het spel kan ook eerst in kleine groepjes gespeeld worden indien er voldoende begeleiding voorhanden is, waarna men plenair verder gaat. Dit is vooral aangewezen als er een te hoge drempel is om zich voor een grote groep te uiten over vaak gevoelige onderwerpen. Een kleine groep schept een sfeer van vertrouwen en openheid. Dit dient heel goed begeleid te worden. Thema’s die aan bod kunnen komen zijn: kijken naar jezelf, kijken naar de anderen, kansen en discriminatie, kleding en dresscode, subculturen, veranderend lichaam, gestigmatiseerd uiterlijk (brandwonden, huidziektes,…), media, schoonheidsideaal (gebonden aan tijd en plaats), eetstoornissen, de maakbare mens, plastische chirurgie, status en lidmaatschap, pesten, uiterlijk en biologie/genen, … Afhankelijk van de doelgroep kan op specifieke vormen van diversiteit gefocust worden: etnisch-culturele of religieuze diversiteit (huidskleur, religie en uiterlijk, cultuur en uiterlijk, etniciteit en “ras”), handicap/ziekte, holebi-hetero, sociale diversiteit (armoede), vergrijzing (jong en oud), gender (man/vrouw), … Hierna volgen vragen. De begeleider of de deelnemers kunnen die lijst naar believen inkorten of aanvullen. De andere werkbladen in deze educatieve map kunnen voor extra inspiratie zorgen. Sommige vragen zijn persoonlijk, maar hoeven daarom niet altijd uit eigen naam beantwoord worden. Bij enkele vragen staan bijvragen. De vragen zijn niet suggestief. We willen de deelnemers open vragen stellen, zonder ze al in bepaalde richting te sturen. De begeleider wijst er ook op dat niet alle vragen beantwoord moeten worden. De selectie van de meest geschikte thema’s, vormen van diversiteit en vragen, hangt of van het profiel, leeftijd en samenstelling van de groep. Vragen - Hoe omschrijf jij jezelf? Wat zijn opvallende kenmerken? Waarom vind jij dat deze kenmerken jou typeren? Hoe denk je dat andere mensen je beoordelen? Hoe merk je dat? Maken ze rechtstreeks opmerkingen? Kom je soms mensen tegen die min of meer eenzelfde uiterlijk hebben? (leeftijd, stijl, afkomst, …)? Voel je dan meer of minder affiniteit met hen? - Wordt je uiterlijk soms fout geïnterpreteerd? Je hebt bijvoorbeeld een andere huidskleur en mensen beginnen automatisch Frans of Engels met je te praten. Wanneer speelde je uiterlijk je parten?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

2

60

-

-

-

-

-

-

-

-

Heb je ideaalbeelden, mensen, iconen aan wie je jezelf spiegelt? Had je er liever anders uitgezien? Wat zag je liever anders? Waarom? Zou je dan iets aan je uiterlijk willen veranderen? Hoever zou je hierin willen gaan? Diëten, sporten, operatie, zonnebank, … plastische chirurgie? Ingrepen? Wat is je huidskleur en zou je ze liever donkerder of lichter hebben? Gebruik je hiervoor middeltjes (zelfbruiner, zonnebank, huidbleekmiddelen, make-up…)? Voel je soms druk vanuit je omgeving om je uiterlijk aan te passen? Geef je hier aan toe? Op welke manier? Vind je dat er veel aandacht wordt besteed aan uiterlijk in deze maatschappij? Doe je daaraan mee? Bewust, onbewust? Heb je een keuze? Met welke kinderen mocht je vroeger niet spelen? Welke achtergrond hadden deze kinderen? Had dit men hun uiterlijk te maken, hun afkomst, sociale klasse? Respecteerde jij dit verbod? Hoe beleef je het ouder worden? Wat gebeurt er met je lichaam? Heb je daar last van? Of net niet? Hoe kijken jonge mensen (kinderen ook) naar oude mensen? Hoe kijken oudere mensen naar jonge mensen? Wat vind je positief aan ouder worden? En wat is negatief? Word je innerlijk ook ouder? Wat denk je van de hele industrie om veroudering tegen te gaan? Hoe sta je tegenover ingrepen zoals botox? Ga je bij voorkeur om met mensen van eenzelfde leeftijd? Hecht je veel belang aan kledij? Waarom is dat belangrijk? Waarom niet? Is kleding een stuk van je persoonlijkheid? Zijn er zaken die je wenst uit te drukken met je uiterlijk? Waarden, overtuigingen, attitude… En hoe gaat dit dan concreet? (voorbeelden) Maak je gebruik van je uiterlijk om op een bepaalde manier over te komen? Op welke manier? Pas je in functie van een specifieke context je uiterlijk soms aan? Waarom? Op welke manier(en)? Voel je soms druk vanuit je omgeving om je zus of zo te presenteren? Op welke manier? Krijg je soms opmerkingen over je kledij? Wat belemmert je om bepaalde kleren te kopen? Heeft je kleding, je kapsel of de accessoires die je draagt een invloed op je gedrag of gemoedstoestand? Hoe gaat dat? Wat vind je van een baard, een snor, een kaal hoofd, lang haar (voor jongens/meisjes)? Besteed je veel geld aan je uiterlijk? Waaraan (kledij, kapper, juwelen, zonnebank...)? Welke schoonheidsmiddeltjes gebruik jij voornamelijk? Zijn deze middeltjes courant in jouw cultuur (ontharen, parfumeren, baden, behandeling haar)? Hoeveel tijd besteed je dagelijks gemiddeld in de badkamer? Verwijst je kleding naar het behoren tot een bepaalde groep? Behoor je tot een bepaalde ‘groep’? Wat denk je van het uiterlijk van subgroepen zoals emo’s, gothics, punks, metalfans…? Worden mensen soms gepest omwille van hun uiterlijk? Werd jij zelf gepest op school omwille van je uiterlijk? Doe (deed) je dat zelf ook? Waarom denk je dat mensen oordelen op basis van uiterlijk? Vertelt het uiterlijk van anderen jou iets over hen? Wat denk je dan zoal over mensen als je rondkijkt? Heb je vooroordelen tegenover mensen hun uiterlijk? Hoe bekijk je bv dikke mensen, zwarte mensen, blonde mensen, meisjes in minirok,... Mag je commentaar geven op andermans uiterlijk? Kleding: Moet alles kunnen? Zijn er codes? Regels? Hebben kleren soms een symboolwaarde? Is er een verschil welke kleding men mag dragen op straat of op het werk? Wat denk je over mensen die erg veel aandacht aan hun kleding besteden? Wat vind je over (blijvende) lichaamsversiering (tatoeages, piercings,…)? Heb je er zelf een? Wat? Waar? Waarom? Waarom niet? Hoe kijken anderen daar tegenaan? Denk je dat kleding invloed kan hebben op kansen (arbeidsmarkt, relaties, woningmarkt…)? Bepaalt je uiterlijk mee je kansen? Kan je daar een voorbeeld van geven? Bepaalt uiterlijk je plaats in de maatschappij? Hebben mooie mensen meer kansen in de maatschappij?En hoe kijken mooie mensen daar tegenaan? Hoe beïnvloedt uiterlijk je carrièremogelijkheden? Heeft huidskleur invloed op kansen? Heeft een zichtbare handicap invloed op je kansen? Bestaat er voor jou zoiets als de ideale schoonheid? Waaraan moet die voldoen? (man en vrouw) Is ideale schoonheid cultuur- en tijdsgebonden? Zijn schoonheidsidealen modegebonden? Of leeftijdsgebonden? Heeft opvoeding en afkomst invloed op het uiterlijk? Partnerkeuze: Is het uiterlijk van je partner belangrijk? Wat vind je mooi aan het uiterlijk van je partner/vriend/vriendin? Wat zijn je criteria? Hoe ziet de ideale m/v eruit? Waarvoor heb jij een ‘zwak’ (details die mensen mooi maken…)? Hoe komt het dat mensen een ‘bepaald type’ aantrekkelijk vinden?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

3

61

-

Werd je ooit geconfronteerd met onverwachte drastische veranderingen aan je eigen uiterlijk? Wat gebeurde er met je uiterlijk? Hoe ga je daarmee om? Hoe was de eerste confrontatie? Ken je in je omgeving iemand met een heel bijzonder uiterlijk? Of een door ziekte, ongeval, of bewuste keuze plotse verandering aan het uiterlijk? Hoe gaat die persoon er mee om? Hoe ga jij er zelf mee om?

3.2. Het situatiespel Het situatiespel is een tweede methodiek om het groepsgesprek op gang te krijgen, structuur te brengen in de stadsklap, en een evenwichtig respectvol debatklimaat te scheppen. Cases zijn situaties rond een zo concreet mogelijk probleem. Ze kunnen in een groep gebruikt worden door naar mogelijke oplossingen van het probleem te vragen, waardoor een discussie op gang komt. Gedurende een stadsklap kunnen zo meerdere cases besproken worden. Dit kan plenair, maar bij grote groepen, groepen die gewend zijn zelfstandig te werken, of wantrouwige groepen kunnen er ook kleinere deelgroepjes gevormd worden waarin de deelnemers onderling met een case aan de slag gaan. Cases kunnen ook uitgebreider beschreven worden en dan gebruikt worden voor een rollenspel. De begeleider bepaalt welke cases/situaties hij voorlegt aan de groep, afhankelijk van interesse of betrokkenheid met bepaalde thema’s, samenstelling en leeftijd van de groep en dergelijke. De begeleider leest de vragen voor. De deelnemers reageren hierop. Mogelijke situaties die te maken hebben met uiterlijk en uiterlijkheden zijn: • • • • • • • • • • • • • • •

Je hebt een dochter van 16 jaar. Op een dag komt die thuis met de mededeling dat ze zwanger is van iemand van een andere cultuur. Welke raad geef je haar en hoe zou je haar bijstaan? Je blanke zus/broer trouwt met iemand met een andere huidskleur. Kunnen zij op je steun rekenen? Je zoon/dochter/vriend/vriendin begint een relatie met een punker of punkster. Ga jij die vriend of vriendin warm verwelkomen in de familie/vriendenkring? Je neemt elke dag de trein naar school of werk. Elke ochtend sta je met dezelfde mensen op het perron. Zoek jij contact en met wie? Enkel met die mensen die op jou lijken? Je wil je huis verhuren. Zijn er mensen aan wie je niet zou verhuren? Verhuur jij aan een punker, een moslim, een Afrikaan, een rolstoelgebruiker, een homokoppel? Je wordt ouder en krijgt meer en meer opmerkingen over je grijzende haren. Doe je er iets aan door bijvoorbeeld je haar te verven of laat dit je koud? Je gaat in het buitenland werken/stage doen. De kledingsvoorschriften zijn anders dan je gewoon bent. (vb, geen jeans voor mannen, geen rokken boven de knie voor vrouwen, modern, verbod op hoofddoek, zichtbare piercings enz…). Is het voor jou moeilijk om hier rekening mee te houden? Er staat een lifter langs de kant van de weg. Neem jij deze mee? Wanneer wel en wanneer niet? Speelt zijn of haar uiterlijk een rol? Je bent in een stad verloren gelopen en moet aan iemand de weg vragen. Wie spreek je aan, de jongere of oudere? De man of vrouw? De mooie of minder mooie? De autochtoon of allochtoon? Waarom? Er staat een niet zo aantrekkelijke dame met pech langs de weg. Help je haar ook of enkel als het een kortgerokte blondine is? Je neus staat wat scheef en je hebt gemiddeld gezien grote oren. Je voelt dat daardoor mensen minder aandacht aan je schenken dan aan je meer “symmetrische” vriend. Hoe reageer je hier op? Doet dit je iets? Ben je zelf al met “lookism” geconfronteerd, discriminatie op basis van uiterlijk? Iemand maakt je uit voor racist, ook al vind je van jezelf dat iedereen voor jou gelijk is. Hoe reageer je hier op? Wie van jullie werd ooit (ten onrechte) van racisme beschuldigd? Je bent personeelsverantwoordelijke bij een grote modezaak. Er komt een jongen solliciteren, hij heeft geblondeerd haar, een Ricky Martin T-shirt aan, wat oogschaduw en een gescheurde jeans. Hij heeft de nodige ervaring, maar neem je hem aan? Onder welke voorwaarden? Je komt ongelukkig in een brand terecht en loopt zware brandwonden op in je gezicht. Je zal hier zeker duidelijke littekens aan overhouden. Hoe gaan je hier mee om? Je hebt een heel eigen kledingstijl (traditioneel, super hip, new wave,…). Welke kleren trek je aan voor een sollicitatie? Hoe ga je gekleed eens aangeworven?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

4

62

• • • • • • • • • • • • •

Je loopt als enige blanke toerist rond in India. Iedereen staart naar je. Hoe reageer je hier op? Negeer je het, lach je vriendelijk, hou je een staarwedstrijdje of irriteert dit je mateloos? Je hebt geen geld om merkkledij of mooiere kledij te kopen. Hoe pas je hier een mouw aan? Vind je dit niet belangrijk, koop je het dan maar tweedehands of zoek je een andere creatieve oplossing? Je moet in de solden betaalbare kledij vinden, maar het blijkt dat die mooie broek die je zag enkel nog in een maatje groter te vinden is? Koop je ze of niet? Je hebt overgewicht maar gezondere voeding is te duur en om medische redenen heb je het ook heel moeilijk om af te vallen. Dagelijks zijn er mensen die je vragen waarom je nu niet op dieet gaat, insinuerend dat je lui bent en dat het een beetje je eigen schuld is. Hoe reageer je hierop? Je dochtertje wordt uitgenodigd op een verkleedfeestje maar je hebt geen geld om een mooi pakje voor haar te kopen. Wat doe je? Maak je zelf iets of gaat ze dan maar niet naar het feestje? Je loopt op straat en iemand met vitiligo in het aangezicht (duidelijke pigmentloze plekken) spreekt je onverwachts aan. Hoe reageer je? Niet anders dan anders of ben je toch even geschrokken? Je ogen gaan achteruit en je wordt voor de keuze gesteld: een bril of lenzen. Welke kies je en waarom? Je partner begint echt wel een stevig buikje te ontwikkelen. Maak je hier opmerkingen over of schenk je hier geen aandacht aan? Je buurman klaagt geregeld over die bruine en zwarte mannen die hier de buurt onveilig maken. Hoe reageer je hier op? Je vader is Chinees, jij hebt duidelijk Chinese trekken, je bent in België geboren en getogen, en hebt eigenlijk bijna niets van de Chinese cultuur meegekregen. Mensen vragen je dagelijks waar je vandaan komt. Wat antwoord je? Je bent een Ethiopisch adoptiekind dat als baby in België terecht gekomen is. Ondertussen ben je 15 jaar en je voelt je volledig Vlaming. Meermaals krijg je de opmerking dat je toch wel heel goed Nederlands spreekt. Hoe reageer je hier op? Je bent 1.50 m groot en grote muziekfan. Is je lengte een argument om al dan niet naar een optreden te gaan? Je bent een blonde vrouw, houdt van elegante en sexy kledij, heel ambitieus en getalenteerd. In je bedrijf merk je dat de mannelijke collega’s veel grapjes maken over domme blondjes en meer naar je borsten kijken dan dat ze wat je zegt ernstig te nemen. Pas je door je heel sober te kleden of je haar te verven je uiterlijk aan, of ga je de confrontatie aan?

Vul zelf aan met concrete ervaringen van de begeleider of deelnemers! Hoe zouden de andere reageren in dezelfde situatie? 4. Deel 2 In het tweede deel krijgen de deelnemers de kans uit eigen beweging ervaringen te delen, vragen te stellen over en aan elkaar. De vragen en situaties zoals hiervoor besproken kunnen uiteraard ook verder gebruikt worden, maar eens de juiste sfeer van openheid en respect gecreëerd is, hoe meer de strikte methodieken kunnen losgelaten worden en hoe meer de deelnemers zelf mogen bepalen welke thema’s, vragen, situaties en aspecten van diversiteit verdieping verdienen. 5. Afronding De begeleider rond het gesprek af en bedankt de deelnemers. De begeleider gooit nog twee laatste vragen in de groep: wat blijft er bij van het gesprek? Was dit gesprek zinvol?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

5

63

1 5

2

6

3 4 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

64

Kubus Duur Ongeveer 2,5 uur. Maar elke oefening kan ook afzonderlijk gedaan worden. Doelgroep - leeftijdscategorie - grootte van de groep +12 jarigen , min. 10 en max. 24 deelnemers. Doelstellingen De deelnemers zullen: - beseffen dat iedereen bewust of onbewust vooroordelen heeft; - nadenken over de betekenis en de aard van vooroordelen; - nadenken over de kenmerken van discriminatie en de oorsprong ervan, die vaak voortvloeit uit vooroordelen; - inzichten krijgen in de problemen die ontstaan met vooroordelen over minderheidsgroepen. Methodiek De kubus met cijfers vindt u op de vorige bladzijde. Er kunnen ook verschillende versies van deze kubus gemaakt worden. Je kan bijvoorbeeld quotes of zwart-wit foto’s uit de foto-oefening aanbrengen op elke zijde van de kubus. Bedoeling is nu dat je aan elk cijfer iets verbindt, dit kan een quote, foto of een stelling zijn. Deze kunnen dan in de groep besproken worden. Het is ook mogelijk om in kleinere groepjes te werken. En de resultaten nadien te bespreken in de grote groep. Zie foto-oefening.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

65

Discussie-carrousel Duur: 30 minuten discussie, 15 min nabespreking Doelgroep - leeftijdscategorie - grootte van de groep: vanaf 14 jaar – 10 pers. Doel: Meer bewust zijn van discriminatie, vooroordelen en uitsluiting in ons dagelijks leven. Nadenken over de manier waarop we onze mening over een andere persoon vormen. Onze eerste indrukken over mensen vergelijken met die van anderen. Ons bewust worden van de rol die anderen (vrienden/familie/enz…) spelen bij het oordelen over andere mensen. Programma - Beschrijving - Methodiek: Kopieer de vragen die je hieronder vindt op stevig papier of karton en knip ze uit. Zodat er een stapel kaartjes kan gebruikt worden tijdens de discussie. De vragen op de kaartjes kunnen altijd vervangen worden door andere vragen. Dit is slechts een suggestie. Deel de leerlingen op in groepjes van twee. Je kunt dit doen door de helft van de klas het nummer 1 te geven en de andere helft het nummer 2. De nummers 1 gaan met de nummers 2 in gesprek. Het is de bedoeling dat de gesprekjes erg kort blijven, maximum 5 minuten. Als leerkracht waak je over de tijd. De kaartjes worden verdeeld over de deelnemende duo’s. De kaartjes worden met de tekst naar beneden gelegd. Elk duo krijgt ongeveer 10 kaartjes. De nummer 1 van elk groepje pakt een kaartje van de stapel, leest de tekst voor zichzelf en beoordeelt of zij/hij deze vraag zou willen beantwoorden. Is dit het geval dan pas kan hij de vraag stellen aan nummer 2. Zou de eerste leerling deze vraag zelf niet willen beantwoorden, dan neemt hij/zij het volgende kaartje, waarna de procedure zich herhaalt tot hij/zij een kaartje trekt dat hij/zij gepast vindt. De tweede leerling kan ook altijd passen, als hij/zij de door nummer 1 gestelde vraag niet wil beantwoorden en om een volgende kaart vragen. Als nummer 2 de vraag van nummer 1 wel beantwoord, dan mag hij/zij daarna een vraag stellen aan nummer1, volgens hetzelfde principe. Na 5 minuten laat je de leerlingen stoppen. De nummers 1 schuiven een plaats naar rechts en zitten nu tegenover en nieuwe gesprekspartner. Het initiatief ligt nu bij nummer 2. Na 5 minuten stoppen, wisselen, initiatief bij nummer 1 enzovoort. Als de groep klein is (-8 personen), dan kan je de cirkel volledig rond gaan, is de groep groter dan 8 personen, dan stop je het best na 5 keer. Nabespreking: Bespreek de resultaten in de klas. Was iedereen het eens met elkaar? Waarom wel, waarom niet? Gaven sommige leerlingen verrassende antwoorden? Hoe komt het dat de anderen dit niet van hen verwachten? Was het moeilijk om over deze onderwerpen met elkaar te praten? Waarom? Heeft deze oefening hen aangezet om dieper over bepaalde zaken na te denken?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

66

Hoe sta je tegenover Naakt in de media. Zoals tv, tijdschriften, enz… ?

Knappe jongeren krijgen een betere behandeling van leerkrachten. Akkoord ?

Kan je op iemand verliefd worden die je niet mooi vindt ?

Nerds worden door hun mama gekleed. Akkoord? Waarom wel/niet?

Wat valt je het eerste op aan iemands uiterlijk?

Wat zou je zelf aan je uiterlijk willen veranderen? Waarom?

In de samenleving moet er meer aandacht komen om discriminatie op basis van uiterlijk tegen te gaan. Akkoord ?

Ken jij iemand met een eetstoornis? Dewelke? Hoe merk je dat?

Rimpels zijn mooi! Akkoord? Verklaar.

Ga jij regelmatig op dieet? Waarom?

Val jij op een bepaald type jongen/meisje? Verklaar.

Plastische chirurgie, kan dat? Zou jij het overwegen? Waarom?

Werd je ooit gepest omwille van je uiterlijk?

Zelfvertrouwen hangt niet samen met schoonheid. Akkoord? Leg uit.

Het is het niet uiterlijk dat telt in een relatie. Akkoord ? Waarom wel/niet?

Probeer uit te leggen wat Body Dismorphic Disorder of ingebeelde lelijkheid is.

Vind jij kleding belangrijk? Waarom?

Hoe zou jij er zeker niet willen uitzien en waarom?

Zou jij met een handicap kunnen leven? Waarom wel/niet?

Dikke mensen hebben het moeilijker. Akkoord? Waarom?

Zou je verliefd kunnen worden op iemand die een grote wijnvlek in zijn gezicht heeft?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

67

Vrouwen vallen op rijke mannen. Akkoord? Waarom?

Hoe ziet de perfecte man of vrouw er uit?

Armoede is geen excuus voor lelijke kleding. Akkoord? Waarom?

Vind je het belangrijk wat anderen over je denken? Waarom?

Heel mooie mensen ondervinden soms ook de nadelen daarvan. Leg uit.

Een onvolmaaktheid kan je best camoufleren. Akkoord? Waarom?

Mooie mensen zijn arrogant en egoïstisch. Akkoord? Verklaar.

Punkers zijn agressief. Akkoord. Waarom?

Kaal zijn is … (Vervolledig de zin)

Ken jij het verschil tussen anorexia en boulimia? Vertel.

Uiterlijk is niet belangrijk. Akkoord? Waarom? Geldt dit echt in jouw leven?

Gothics hebben totaal geen modegevoel. Akkoord? Verklaar?

Heb je ooit al iemand gepest of uitgelachen omwille van zijn/haar uiterlijk?

Ik kijk veel in de spiegel. Akkoord? Waarom wel/niet?

Lelijke mensen doen gewoon niet genoeg moeite. Akkoord? Leg uit.

Vrouwen hechten meer belang aan uiterlijk dan mannen. Akkoord?

Ik draag wat ik wil. Akkoord? Leg uit.

Sexy kledij is voor bimbo’s. Fatsoenlijke vrouwen kleden zich elegant. Akkoord?

Werd je ooit uitgesloten omwille van je uiterlijk? Zo ja, leg uit. Zo nee, hoe komt dat?

Een gezicht moet symmetrisch zijn om mooi te zijn. Akkoord? Waarom?

Zijn oude mensen mooi? Verklaar.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

68

Picture it! – Show it! Duur: 45 minuten tot 2 uur (afhankelijk van de grootte van de groep) Doelgroep - leeftijdscategorie - grootte van de groep: 14 jaar – Ongeveer 10 personen in 1 groep, als de groep groter is kan je hem indelen in meerdere kleine groepjes. Overzicht houden is dan wel moeilijker. Doel: Ontdekken welke stereotypen en vooroordelen we over anderen hebben, gebaseerd op hun uiterlijk. Begrijpen hoe ze ontstaan. Werken rond beeldvorming m.b.t. diversiteit in uiterlijk. Weten hoe stereotypen functioneren in de realiteit. Het gebruik van etiketten bespreken. Programma - Beschrijving – Methodiek: We maken gebruik van het principe van pictionary: het tekenen van bepaalde termen. Veel jongeren vinden dat ze niet kunnen tekenen. Benadruk daarom dat het gaat om het proces en niet om het artistieke. Met deze activiteit willen we de algemene stereotypen over anderen blootleggen. Het is van belang dat de leerlingen nadenken over de gevolgen van stereotypering. Verdeel de klas in 2 groepen. Duid de beginnende groep aan. Groep 1 en 2 selecteren dan iemand die vooraan op een flip-over of het bord gaat tekenen. Deze 2 leerlingen ontvangen een kaartje met daarop een term rond uiterlijk en verscheidenheid, die zij via tekeningen moeten duidelijk maken aan hun teamgenoten. Hierbij mag er niet gesproken worden en er mogen geen letters of cijfers gebruikt worden. De leerlingen raden om welk begrip het gaat. De groep die het woord het eerste raad krijgt een punt. Na elke ronde wordt aan de tekenaar gevraagd om het gezochte begrip op de tekening te schrijven. Daarna is het aan 2 andere leerlingen om een nieuw begrip te tekenen. Na de oefening worden de tekeningen van beide groepen naast elkaar opgehangen. Zo kunnen de verschillende tekeningen en interpretaties van elk begrip met elkaar vergeleken worden. Mogelijke begrippenlijst: obesitas – lesbienne - ADHD – hoofddoek – armoede – slechtziende - gothic – lichaamsversiering – subgroepen – skinhead - winner – discriminatie – Roma - diversiteit – uitsluiting – topmodel –Afrikaan – albinisme – Chinees – anorexia – plastische chirurgie – Marokkaan – travestiet – tweedehands kleding – dwerggroei – jood – merkkledij - Arabier - vitiligo– homoseksueel – transseksueel – loser – punker – hiphopper. Wanneer je nationaliteiten gebruikt, mogen geen vlaggen of munteenheden getekend worden. De termen kunnen altijd aangevuld of aangepast worden, naargelang het doel Evaluatie: Mensen gebruiken vaak etiketten om de wereld beter te begrijpen. De opvattingen van de deelnemers kunnen we dan ook niet veroordelen. De nabespreking heeft als doel dat de jongeren zich bewust worden van het feit dat de ideeën die ze hebben niet altijd gebaseerd zijn op feitelijkheden. Doe de evaluatie eerst in de kleine groepjes, bespreek daarna klassikaal. Vragen: - Vonden jullie het een moeilijke activiteit? Waarom? - Bekijk en vergelijk de verschillende tekeningen aan de muur. Komen de beelden overeen met de werkelijkheid? - Waarom heb je gekozen om een woord op die manier te tekenen? - Waar komen die beelden vandaan? - Zijn het positieve of negatieve beelden? - Zou je kunnen zeggen dat het stereotypen zijn? Waarom? Waar komen stereotypen vandaan? - Waarom werd er zoveel aandacht besteed aan de uiterlijke kenmerken? - Zijn deze tekeningen een goede weergave van de werkelijkheid? - Welk effect kunnen die beelden hebben op relaties met de bedoelde mensen? - Wat is de rol van de media, het onderwijs, de familie en leeftijdgenoten?

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

69

Het is interessant op te merken dat we vaak geen stereotiep beeld hebben van mensen die we nauwelijks kennen, waar we geen contact mee hebben. Ga bijvoorbeeld eens na of je een dergelijk beeld hebt van mensen uit Afrika, Mongolië of elders in de wereld, over mensen die in armoede leven, over gehandicapten of over oude mensen. Variatie 1: Je kunt hetzelfde doen met het uitbeelden van de termen. Hiervoor gebruik je dan Hints. De groep wordt in tweeën gesplitst. Eén persoon uit een team krijgt een kaart met een begrip. Hij/zij krijgt 2 minuten de tijd om aan het eigen team duidelijk te maken wat het gezochte woord is. De uitbeelder mag niet praten of schrijven. Het eigen team mag constant antwoorden roepen tijdens het uitbeelden, maar ze mogen geen vragen stellen. Als het binnen de tijd geraden wordt, is er een punt verdiend. Zo niet dan krijgt het andere team 1 kans om het te raden. Het uitbeelden gebeurt telkens om de beurt. Variatie 2: Je kunt dit ook doen met de titels van liedjes, gedichten, spreekwoorden en sprookjes over uiterlijk die u verder in deze map vindt. Er zijn enkele basistechnieken om iets zonder woorden uit te beelden: - Aantal woorden in de titel: aantal vingers in de lucht. - Welk woord uit de zin: opnieuw het aantal vingers in de lucht . - Aantal lettergrepen in het woord: leg het aantal vingers op uw arm. - Welke lettergreep: leg het aantal vingers opnieuw op de arm en til de vinger op van de betreffende lettergreep. - Lengte van woord: maak een klein of groot teken alsof je een vis meet. - Het volledige concept: zwaai de armen door de lucht. - Iemand heeft een woord juist geraden: wijs de neus aan met een vinger, met de andere vinger wijs je de persoon aan die de juiste gok deed - Klinkt als: vastnemen van het oorlelletje. - Langere versie van: doe alsof je een stuk elastiek uitrekt. - Kortere versie: doe een kort karateslagje met de hand. - Meervoud: verbind de pinken met elkaar. - Verleden tijd: zwaai de hand in de richting van schouder naar uw rug. - Een letter van het alfabet: beweeg de hand in een hakkende beweging naar uw arm (dicht bij de bovenkant van de voorarm als de letter dicht bij het begin van het alfabet is, en verder naar de onderkant van de arm als de letter dicht bij het eind van het alfabet is). - Ongeveer, in die richting zoeken: de handen worden snel over elkaar gedraaid (als een rad). Om de categorie aan te wijzen: - De titel van een boek: open de handen als een boek. - Filmtitel: probeer om een ouderwetse filmcamera aan te zwengelen. - De titel van een toneelstuk: maak met de handen de gordijnen van het toneel na. - De titel van het lied: alsof je zingt. - TV titel: trek een rechthoek om het scherm van TV te schetsen. - Citaat: maak aanhalingstekens in de lucht met uw vingers. - Spreekwoord: maak praathandjes en beweeg deze, in tegenovergestelde richting, van de mond weg.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

70

VOOROOR - Delen Duur: 45 minuten Doelgroep - leeftijdscategorie - grootte van de groep: vanaf 12 jaar. Grote groepen kunnen onderverdeeld worden in deelgroepen van 6 à 8 deelnemers. Doel: Bewustwording van de discriminatie rond uiterlijk in het dagelijks leven. Medeleven opwekken met diegenen die gediscrimineerd, uitgesloten of gepest worden, omwille van hoe ze er uitzien. Mensen helpen door hen assertief te leren zijn. Programma - Beschrijving – Methodiek: Vraag elke aan leerling om zich een situatie te herinneren waarin hij/zij zich gediscrimineerd, uitgesloten of gepest voelde omwille van zijn/haar uiterlijk of waarbij hij/zij getuige was van discriminatie, uitsluiting of pesterij omwille van uiterlijke kenmerken Het is belangrijk dat niemand zich onder druk gezet voelt om iets te zeggen waardoor hij/ zij zich minder op het gemak zou voelen. Laat iedereen zijn voorbeeld kort voorstellen in de groep. De groep kiest dan 1 situatie die dan uitgebreid verteld en besproken. Vragen: - Hoe is de situatie ontstaan en wat is er in feite gebeurd? - Hoe voelde de gediscrimineerde, uitgesloten of gepeste persoon zich? - Had de gedupeerde het bij het rechte eind? - Hoe reageerde hij/ zij en wat gebeurde er na het voorval? - Wat zou jij in deze situatie doen? - Wat zijn andere mogelijke manieren van reageren? - Kan je een dergelijke situatie tegengaan of zelfs voorkomen? - Is het uiterlijk echt de oorzaak van de situatie? - Evaluatie: een gesprek over brede discriminatie en uitsluiting. - Wat zijn de meest voorkomende redenen waarom mensen je discrimineren? Is het omwille van je leeftijd, huidskleur, geslacht of je kleding? - Waarom worden mensen met een ander uiterlijk gediscrimineerd? - Is discriminatie of uitsluiting voordelig voor diegene die het doet? Waarom? - Waar leren ze dit gedrag? - Hoe belangrijk is het om discriminatie tegen te gaan? - Zijn er dingen die we kunnen leren van mensen die anders zijn? - Zijn er ook voorbeelden van positieve discriminatie? We willen hier een aantal mogelijke oorzaken noemen van pesten: er zijn vier factoren op die invloed hebben op het pesten: - het 'anders' zijn van de gepeste - het bereikbaar zijn van de gepeste voor de pester - het weerloos zijn van de gepeste of het zich niet kunnen verdedigen - het feit dat de gepeste al eerder gepest werd, waardoor zijn of haar sociale redzaamheid verloren is gegaan. Soms wordt gepest omwille van het uiterlijk, maar dit is niet de enige mogelijke oorzaak. Dat uiterlijk dé oorzaak bij uitstek van pesten zou zijn is wel een hardnekkig vooroordeel, zoals je in het voorgaande deel al kon lezen. Ook grijpen pesters wel eens het feit aan dat bepaalde kinderen niet zo goed meekunnen bij competitieve spelletjes. Deze kinderen worden dan het mikpunt van spot. Men wil niet bij hen in de ploeg staan of ze krijgen de schuld voor het eventuele verlies. Er zijn in elke groep, dus ook in de jouwe, groepsnormen. Deze zijn meestal impliciet. Voorbeelden kunnen zijn: "iedereen van onze groep moet stoer doen" of "wij dragen allemaal ‘puma’, anders hoor je er

Atlas, Carnotstraat 110, 2060Antwerpen [email protected]

71

niet bij". Kinderen die afwijken van de groepsnorm worden belachelijk gemaakt. Ook hier kan je weer zien dat kinderen die 'anders' zijn gepest worden. Het komt voor dat de pester zich wil manifesteren. Pesten geeft de pester het gevoel macht te hebben. Hij of zij probeer t een positie te verwerven binnen de groep en wil zo de eigen machteloosheid en onzekerheid verbergen, die het gevolg kunnen zijn van een gebrek aan sociale vaardigheden. Dikwijls is het immers zo dat een pester bepaalde van die vaardigheden mist. Hij kan bijvoorbeeld niet op een plezante manier vrienden maken. Hierdoor voelt de pester zich machteloos en onzeker. Aan de andere kant kan pesten een uiting zijn van een té zeker zijn van zichzelf. Dan heeft de pester het moeilijk zich in te leven in de gevoelens van anderen en vindt hij of zij iedereen die anders is dan zichzelf belachelijk. Hij of zij is dus eerder agressief en heeft een gebrek aan respect voor anderen. Ook de thuissituatie kan een rol spelen. Dit bij zowel pester als gepeste. Pesters bevinden zich soms in een moeilijke thuissituatie, waardoor ze frustraties oplopen, die ze dan uitwerken op de gepeste. Het kan ook dat ze thuis zulk een negatief gedrag t.o.v. anderen 'geleerd' hebben door de opvoedingsstijl van de ouders. Ouders hebben een voorbeeldfunctie en kinderen imiteren dan ook vaak het gedrag van hun ouders. Kinderen van overbeschermende ouders, die moeilijk voor zichzelf kunnen opkomen, kunnen dan weer last krijgen van pesterijen. Pesten gebeurt vooral bij kinderen tussen tien en veer tien jaar. Op deze leeftijd komen jongeren los van hun ouders en is groepsvorming een centraal gebeuren. Jongeren hebben graag het gevoel erbij te horen en zijn op zoek naar een goede positie binnen de groep. Het proces van ‘samenklikken’ en erbij willen horen is normaal, maar helaas zijn er altijd enkelen die in dit proces uit de boot vallen. Samenklikken brengt uitsluiten met zich mee. Deze leeftijd is de leeftijd van de puberteit. Er ontstaan allerlei lichamelijke verschillen tussen de jongeren. Doordat het lichaam in volle verandering is (puistjes, borstontwikkeling, houterige bewegingen…), besteden jongeren hier ook veel meer aandacht aan. De 'onderlinge controle' met betrekking tot deze lichamelijke evoluties is sterk. Sommigen zijn rijp in hun denken, waar anderen nog tamelijk onvolwassen zijn. Jongeren zijn in deze fase van hun leven op zoek naar zichzelf, zowel op psychisch als op lichamelijk vlak. De houding van de leiding heeft een belangrijke invloed op het pestgedrag. Leiding die bazig is of kinderen – al dan niet onbewust – verneder t, werkt pesten in de hand. Onzekere leiding 'durft' wel eens meedoen met de pesterijen om de sympathie van de groep te winnen: zij schikken zich naar de groep en durven geen tegengewicht te bieden. Als leider of leidster heb je dus een belangrijke voorbeeldfunctie ten aanzien van de kinderen. Niet enkel de leiding kan als model dienen, maar ook één van de leden. Iemand die steeds een grote mond opzet of snel op de vuist gaat, kan indruk maken op andere kinderen. Die kinderen kunnen het brutale gedrag gaan imiteren. Deze brutale rakkers of meisjes zijn meestal ook de pestertjes. Zij hebben de meeste invloed bij kinderen die onzeker en afhankelijk zijn en die geen duidelijke positie in de groep hebben. Agressief gedrag zal niet verminderen als het kind dat als model wordt gezien bevestigd wordt in zijn of haar agressieve gedragingen. Hoe meer kinderen meedoen aan het pesten, hoe minder elk kind apart zich verantwoordelijk voelt. Daardoor kan het pesten verergeren wanneer de groep pesters groter is. Niemand voelt zich dan nog echt verantwoordelijk voor het pesten. Soms wordt er ook gepest om aandacht te krijgen of uit verveling. Aan de andere kant lijken bepaalde kinderen die gepest worden dit zelf uit te lokken. Ze doen bijvoorbeeld opzettelijk heel stom om de aandacht van anderen te krijgen, misschien omdat ze gewoon zijn om op deze manier aandacht te krijgen. Het gaat dan eerder om een verkeerde manier van aandacht vragen door de gepeste. Ook in zulke situaties moet er zeker ingegrepen worden.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060Antwerpen [email protected]

72

Portretten Duur: ongeveer 2 uur Doelgroep - leeftijdscategorie - grootte van de groep: vanaf 14 jaar, min. 10 en max.24 deelnemers Doel: De identificatie van uiterlijke kenmerken voor sociaal en economisch succes. Hoe uiterlijke factoren de kans op succes doen dalen of stijgen. De basis van uitsluiting bepalen en ontleden. Een actieplan bedenken, gebaseerd op nationale en internationale mensenrechten, dat een probleem van discriminatie en uitsluiting tegen een minderheidsgroep aanpakt. Programma - Beschrijving – Methodiek: verdeel de deelnemers in een even aantal werkgroepen (maximum 6 personen per groep). De ene helft van de groepen tekent iemand die zij als sociale winnaar zien, de andere helft iemand die ze bestempelen als een sociale verliezer. Eerst wordt er een lijst opgemaakt van kenmerken eigen aan die persoon. Denk bijvoorbeeld aan: sociaal-economisch niveau, opleiding, beroep/bezigheid, geslacht, etnische groep, gewoonten, vrije tijd/hobby, kledingstijl, opvattingen, ideeën/waarden, familieachtergrond, levensstijl, behuizing, interesses, koopgedrag, enz. Daarna begint men aan de tekening. Deze moet alle kenmerken voorstellen die voordien werden opgeschreven. Op de tekening mag niet geschreven worden! Geef de groepen hiervoor 40 minuten. De groepen ruilen hun tekening. Elke groep maakt nu een interpretatie van de tekening van de andere groep. Beide portretten worden aan de muur gehangen. Elke groep brengt nu een interpretatie van de tekening hij ontving. De makers van het portret mogen geen commentaar geven. Als elke groep zijn interpretatie heeft gegeven, kunnen de makers commentaar toevoegen. Geef hen hiervoor 30 minuten. Verslag en evaluatie: trek ongeveer 30 minuten uit voor de discussie. Vraag de groepen om de criteria, die de maatschappij toekent aan sociaal succes en sociale mislukking, op te sommen en laat hen er over debatteren. Het is belangrijk dat de deelnemers zich realiseren dat de persoon die veel succes heeft, niet noodzakelijk diegene is met de grootste persoonlijke ontwikkeling of ervaring. - Laat de deelnemers nadenken over wat de maatschappij en de overheid zouden kunnen doen voor mensen met weinig sociale en economische kansen. - Laat hen ook nadenken over wat ze persoonlijk zouden kunnen doen ten opzichte van mensen die “anders” zijn omwille van cultuur, seksuele geaardheid, taal, handicap, leeftijd, opvoeding, financiën. De volgende vragen zouden het becommentariëren en debatteren gemakkelijker kunnen maken: - Wat zijn de belangrijkste factoren van winners? En die van losers? - Wat zijn de oorzaken van succes en mislukking? - Zijn de mensen die voorgesteld worden in de portretten, meer te vinden in bepaalde sociale groepen, standen en klassen dan in andere? Leg uit. - Hebben mensen in alle groepen en sociale sectoren dezelfde gelijke kansen om succesvol te worden? - Wie bevindt er zich in betere en wie in minder goede posities? Waarom denk je dat? Tips voor de begeleider: sommige deelnemers kunnen het tekenen moeilijk vinden omdat ze er niet goed in zijn. Het beste is om je als begeleider voor te bereiden om tips te kunnen geven over het visueel voorstellen van bepaalde eigenschappen. Een andere mogelijkheid is om met collages uit tijdschriften te werken. Suggesties voor opvolging: sociale winners kunnen in sommige zaken succesvol zijn, maar aanzien we hen als helden, mensen naar wie we echt opkijken en die we respecteren? Wie zijn jouw helden en welke kenmerken respecteer je in hen?

Atlas ,Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

73

Songteksten Duur: 60 minuten Doelgroep: jongeren vanaf 12 jaar Doel: aanmoedigen van empathie tegenover mensen die anders zijn. Bewust worden van de ongelijke verdeling van kansen in de samenleving. Inzicht brengen in wat de gevolgen van het behoren tot een bepaalde sociale of culturele minderheid kunnen zijn. Solidariteit bevorderen. Programma - beschrijving – methodiek: hieronder vindt u een lijst van aantal die over uiterlijk gaan. Eveneens enkele songteksten bij. Muziek is een leuke manier om op het thema uiterlijk in te gaan. Dat leunt gemakkelijk aan bij de leefwereld van jongeren. Hierna de beschrijving van enkele opdrachten. Alle variaties zijn mogelijk. Klassikale opdracht: vraag de deelnemers om een liedjestekst mee te brengen die over uiterlijk gaat (op papier en/of digitaal). Laat hen vervolgens de vragenlijst doornemen. Ze krijgen nu tijd om deze vragen te beantwoorden. Nadien worden enkele liedjes beluisterd en besproken in de grote groep. Een andere mogelijkheid is om de groep op te delen in kleine groepjes. Ze kiezen dan per groepje één tekst uit om te bespreken. Nadien brengt elk groepje zijn resultaten voor de grote groep. Daarop geven de andere deelnemers hun mening. - In welke tijd situeer je de song? Wat was typisch voor die periode? Waaraan kun je dat zien in de liedjes? - Vergelijk met andere periodes. Wat zijn de verschillen en/of gelijkenissen? - Wat drukt de zanger/groep uit? Welke gevoelens overheersen hier? - Waaraan merk je dit? (bv. woordgebruik, beeldspraak, zinsbouw, stijlfiguren) - Bespreek de opbouw van het lied. - Welk fragment heeft je het meest getroffen? Waarom? - Wat zegt de tekst over de zanger/groep? - Waarmee ben je het wel/ niet eens? - Wat zijn de belangrijkste aspecten die bijdragen tot de situatie van de hoofdpersoon? - Hoe denk je dat deze situatie is ontstaan? - Hoe zou je jezelf voelen als je in deze situatie zou zitten? Wat zou je eraan doen? Hoe zou je ermee omgaan? - Wat zou jij als eerste veranderen in deze situatie, mocht je de macht hebben om dat te doen? - Als jij het niet zou kunnen, wie zou er dan wel de macht hebben om deze situatie aan te pakken? - Zitten er tegenstrijdigheden in het nummer? - Zijn er dingen die je op meer dan één manier kunt interpreteren? Verklaar en weeg beide opties tegen elkaar af. Wat zou de zanger bedoelen? - Tot welke conclusie kom je op het einde van het lied? - Hoe verdraagzaam ben jij? Wat kun je doen om verdraagzaamheid rondom jou uit te dragen. Bijvoorbeeld in jouw klas, school, vriendenkring, familie en nabije omgeving? Creatieve opdracht: laat de leerlingen een songtekst zoeken die hen op een bepaalde manier heel erg aanspreekt. Vraag hen om titel, zanger/groep en bron te vermelden. Leg in 3 zinnen uit waarom je dit lied hebt gekozen. Herschrijf zelf een bijzonder of apart nieuw begin en/of einde van je gekozen nummer of verwerk de betekenis van het lied op één van volgende manieren: - een eigen lied - een gedicht of vers - een collage - een brief aan de dichter - een eigen creatieve opdracht

Atlas ,Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

74

Motiveer heel kort (50 tot 100 woorden) waarom je voor die manier van werken koos en wat het verband is met het oorspronkelijke lied. Geef de oorspronkelijke songtekst, het resultaat van je eigen herschrijving of verwerking, samen met je motivering af aan je leerkracht. Nabespreking: - Wat denken de andere leerlingen over de songteksten en de interpretaties van de groepjes? - Waren de leerlingen verrast door de antwoorden van de anderen? - Waar kwamen die individuele antwoorden vandaan? Was het een gok? Intuïtie? Of wisten ze het antwoord echt? - Zijn er leerlingen die van gedacht veranderd zijn tijdens de discussie in kleine groepjes? Waarom? Sociale druk? Goede argumenten? - Hoe verdedigden de leerlingen hun keuzes tijdens de discussie in kleine groepjes? Aarzelden ze of hielden ze sterk vast aan hun eigen antwoord? - Wat vertelt de tekst ons over de zanger/groep? Over hoe hij eruit ziet en over zijn cultuur? - In hoeverre is het standpunt van de zanger/groep het resultaat van vooroordelen? - Kunnen de leerlingen voorbeelden bedenken van mensen die op een gelijkaardige manier aangesproken of beschreven worden? Hoe zou het voelen om als minderwaardig aanzien te worden? - Wat zijn de gevolgen als mensen niet gewaardeerd worden om wat ze zijn? Kunnen de leerlingen voorbeelden bedenken uit het verleden? Uit het heden? - Wat moeten we doen om de gevolgen van vooroordelen tegen te gaan? Zijn er mensen of groepen uit de omgeving van de leerlingen die het slachtoffer zijn van vooroordelen of pesten? Wie?Waarom? - Hoe gangbaar is uitsluiting in de school, de jeugdgroep of nabije vriendenkring? En in de samenleving? - Zijn de opvattingen van de leerlingen over wat uitsluiting is, veranderd door de activiteit? Hoe? Geef voorbeelden - Wie is er verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat zulke incidenten op jouw school (of organisatie) niet voorkomen? Liedjes Alle kleuren – K3 Almost happy – K’s choice Als ik 65 ben – Gerard Cox At Seventeen – Janis Ian Barbie Girl – Aqua Beautiful – Blackstar Beautiful Girls – Sean Kingston Beautiful soul – Jesse McCartney Beugelbekkie – Kinderen voor kinderen Believe - K’s choice Big girls (you are beautiful) – Mika Bitch – Rocksucker Black and proud – James Brown Blondes have more fun – Vince Neil Break down that wall – Anouk Creep – Radiohead Dear Lie – TLC De nieuwe kleren van de keizer – Martine Bijl Don’t let me get me – Pink Ebbenhouten Schatje - Wigbert

Ebony and Ivory - Stevie Wonder En ik ? – kinderen voor kinderen 2 Fat bottemed girls – Queen Fat boy – Jewel Gaston – Beauty and the beast Gothic meisje – Nou en? Het verpakkingslied – Marijke Boon Hollereer – de jeugd van tegenwoordig Honestly ok – Dido Iedereen is anders – K3 Iedereen is mooi – M kids I got it from my mama – Will I am Ik heb eerbied voor jou grijze haren – Gert Timmermans Ik vind je wel heel lief – Clouseau I'm Sexy, I'm Cute – Bring it on! In the sand – Anouk It’s ok, alright - Def Dames Dope I want to look like Arnold Schwarzenegger – Arrogant Worms Atlas ,Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

75

Leef – Mozaïek en Walter Grootaers Leef – Han van Eijk Lelijk van dichtbij – Huub hangop Lola – The Kinks Looks is deceiving - The Gladiators Low Self Opinion - Henry Rollins band Maatje – Bernini’s Mmmmm – Crash Test Dummies Mooi zijn alle vrouwen – Benny Neyman My life – Anouk Net als jij – Brutus Not that beautiful – Afi Oh ja – K3 Oh wat ben ik lelijk – Sterk water Ouderdom – 3js Oude mensen – Rob de Nijs Paarse schoenen – Bernini’s PMS – Mary J Blige Pretty – The Cranberries Pretty baby – Eric Bennet Pretty girls make graves – The Smiths Pretty Woman – Roy Orbinson Pieces of you – Jewel Poor, stupid and ugly – Pitti Polak Rosemarie – Ronnie Tober Rosie – Guido Belcanto Senorita – Matt Pokora

She’s got the look - Roxette She's Not Just A Pretty Face – Shania Twain Stay beautiful – Taylor Swift Stupid Girls – Pink Take a look – Jimmy Cliff That I would be good – Allanis Morissette The beautiful ones – Mariah Carey The beauty in ugly – Jason Mraz The other side of me – Anouk True Colors – Cindi Lauper Ugly - Daphne & Celeste Ugly - J.Bon Jovi Ugly – Sugababes Underneath your clothes – Shakira Uniek – De heideroosjes Unpretty – TLC Vanbinnen – Clouseau Vinde gij mijn gat niet te dik in deze rok – Clement Perens When I’m 64 – The Beatles Why's Everybody Always Pickin' On Me – Bloodhound gang Wrinkles – Diamond Rio Wrinkle - Dufus You walked in – Lonestar Zal je dan nog voor me zorgen – Zjef Van Uytsel

Atlas ,Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

76

STUPID GIRL – Pink

AT SEVENTEEN - Janis Ian

Stupid girl, stupid girls, stupid girls Maybe if I act like that, that guy will call me back. Porno Paparazzi girl, I don't wanna be a stupid girl Go to Fred Segal, you'll find them there Laughing loud so all the little people stare Looking for a daddy to pay for the champagne (Drop a name) What happened to the dreams of a girl president She's dancing in the video next to 50 Cent They travel in packs of two or three With their itsy bitsy doggies and their teeny-weeny tees. Where, oh where, have the smart people gone? Oh where, oh where could they be?

I learned the truth at seventeen That love was meant for beauty queens And high school girls with clear skinned smiles Who married young and then retired The valentines I never knew The Friday night charades of youth Were spent on one more beautiful At seventeen I learned the truth... And those of us with ravaged faces Lacking in the social graces Desperately remained at home Inventing lovers on the phone Who called to say "come dance with me" And murmured vague obscenities It isn't all it seems at seventeen... A brown eyed girl in hand me downs Whose name I never could pronounce Said: "Pity please the ones who serve They only get what they deserve" The rich relationed hometown queen Marries into what she needs With a guarantee of company And haven for the elderly... So remember those who win the game Lose the love they sought to gain In debitures of quality and dubious integrity Their small-town eyes will gape at you In dull surprise when payment due Exceeds accounts received at seventeen... To those of us who knew the pain Of valentines that never came And those whose names were never called When choosing sides for basketball It was long ago and far away the world was younger than today when dreams were all they gave for free to ugly duckling girls like me...We all play the game, and when we dare …We cheat ourselves at solitaire Inventing lovers on the phone Repenting other lives unknown That call and say: "Come on, dance with me" And murmur vague obscenities At ugly girls like me, at seventeen..

Maybe if I act like that, that guy will call me back. Porno Paparazzi girl, I don't wanna be a stupid girl. Baby if I act like that, flipping my blond hair back. Push up my bra like that, I don't wanna be a stupid girl (Break it down now) Disease's growing, it's epidemic I'm scared that there ain't a cure The world believes it and I'm going crazy I can’t take any more. I'm so glad that I'll never fit in. That’ll never be me. Outcasts & girls with ambition. That's what I wanna see. Disasters all around. World despaired. Their only concern Will they **** up my hair refrein [Interlude] Oh my god you guys, I totally had more than 300 calories. That was so not sexy, no Good one, can I borrow that? [Vomits] I WILL BE SKINNY (Do ya thing, do ya thing, do ya thing) (I like this, like this, like this) Pretty will you **** me girl, silly as a lucky girl Pull my head and suck it girl, stupid girl! Pretty would you **** me girl, silly as a lucky girl. Pull my head and suck it girl, stupid girl! Baby if I act like that, flipping my blond hair back. Push up my bra like that, stupid girl! refrein

Atlas ,Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

77

BIG GIRL - Mika

UGLY - Sugababes

Big girl you are beautiful. Walks in to the room Feels like a big balloon I said, 'Hey girls you are beautiful' Diet coke and a pizza please. Diet coke I'm on my knees Screaming 'Big girl you are beautiful' You take your skinny girls Feel like I'm gonna die. 'Cause a real woman Needs a real man here's why

When I was 7 They said I was strange I noticed that my eyes and hair weren't the same I asked my parents if I was OK

You take your girl And multiply her by four Now a whole lot of woman Needs a whole lot more Get yourself to the Butterfly Lounge Find yourself a big lady Big boy come on around And they'll be calling you baby No need to fantasize Since I was in my braces A watering hole With the girls around And curves in all the right places Big girls you are beautiful (x4) Walks in to the room Feels like a big balloon I said, 'Hey girls you are beautiful' Diet coke and a pizza please Diet coke I'm on my knees Screaming 'Big girl you are beautiful' Refrein Get yourself to the Butterfly Lounge Find yourself a big lady Big boy come on around And they'll be calling you baby No need to fantasize Since I was in my braces A watering hole with the girls around And curves in all the right places

They said you're more beautiful And that's the way they show that they wish that they had your smile So my confidence was up for a while I got real comfortable with my own style I knew that they were only jealous cos People are all the same And we only get judged by what we do Personality reflects name And if I'm ugly then So are you. So are you There was a time when I felt like I cared That I was shorter than everyone there People made me feel like life was unfair And I did things that made me ashamed Cos I didn't know my body would change I grew taller than them in more ways But there will always be the one who will say Something bad to make them feel great Refrein (x2) Everybody talks bad about somebody And never realises how it affects somebody And you bet it won't be forgotten Envy is the only thing it could be

Refrein (x2)

Refrein

Atlas ,Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

78

Lesmap - Hoe omgaan met een gestigmatiseerd uiterlijk? © Gerard Gielen, Uitgeverij Garant Doelstelling: de bedoeling van deze activiteit is om jongeren te laten nadenken over de problemen die jongeren van hun leeftijd of volwassenen ondervinden wanneer ze door een handicap, litteken, huidziekte, brandwonden,enz. met een gehavend lichaam geconfronteerd worden. Hoe voelt het aan om steeds bekeken te worden. Wat betekent het voor iemand om van vandaag op morgen opeens ‘lelijk’ te worden. Hoe zit het met relaties en partnerkeuze? Materiaal: voor elke deelnemer een lesbundel zoals op volgende pagina’s is afgedrukt. Indien mogelijk volgende video’s: - VTM-Telefacts van 16 april 2003; Verhaal van twee getekende jongeren - BNN: Je zal het maar hebben Serie 2 Aflevering 4 Het gezicht (Je kan deze aflevering integraal op internet bekijken via volgende link : http://www.omroep.nl/bnn/jezalhetmaarhebben/jzhmh2/afl4/index.html). Als u in de groep over een computer met internetaansluiting en dataprojector beschikt kunt u de aflevering rechtstreeks online bekijken. U kunt de video ook bestellen via volgende weg : het bedrag van 25 euro overmaken op bankrekeningnummer: 523.993.641 t.n.v. BNN Omroepvereniging te Hilversum met inbegrip van de naam van het programma en de datum van uitzending. Het duurt drie weken voor ontvangst van de kopie. Ze is enkel bedoeld voor privé-doeleinden. In de tekst hieronder worden de afleveringen kort toegelicht. De fragmenten komen uit het boek “Onaantrekkelijk” van Gerard Gielen. Maximum aantal deelnemers , leeftijd en acitiviteitenduur: het maximum aantal deelnemers is beperkt tot 20 à 25. Deze activiteit kan mits de eventuele nodige vereenvoudigingen vanaf 10 jaar. Duur van de activiteit variërend van één uur tot twee uren. Uitleg van de activiteiten: deze activiteit kan in groepsverband in een jeugdvereniging, jongerenvoorziening of onderwijs behandeld worden. Na het lezen van de opdrachten of teksten, kan men even de tijd geven om de vragen op te lossen. Daarna kunnen de antwoorden in groep besproken worden. Deze activiteit is vooral bedoeld om jongeren (en volwassenen) te wijzen op het anders zijn van sommige mensen. Wat betekent het als je met een gehavend lichaam door het leven moet. Kan je dan nog gelukkig zijn. Het gaat vooral om respect, het leren kijken naast het louter lichamelijke naar het innerlijke, naar de persoonlijkheid van de mens. Een belangrijke boodschap blijft het leren tevreden zijn met het uiterlijk dat men heeft en de relativiteit van het aantrekkelijke lichaam leren inzien. Hoe omgaan met een gestigmatiseerd uiterlijk? Deel 1. Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen. Een stigma kan worden opgevat als een ongewenst kenmerk van een persoon waardoor volledige sociale acceptatie zeer wordt bemoeilijkt. Een stigma is een kenmerk dat de persoon bij zijn omgeving in diskrediet brengt. Het is een bijzonder teken van het lichaam waardoor iemand zich van anderen onderscheidt : het kan gaan om ernstige dingen zoals een bochel, misvormde benen of armen, maar ook kleinere dingen zoals rood haar, een scheve neus, uitspringende kaken of oren. Mensen met een stigma worden vaak met een zekere schroom tegemoet getreden. Het is helaas eerder de buitenkant die in belangrijke mate de eerste indruk van iemand bepaalt. Niet alleen ernstige gelaatsaandoeningen, maar ook minder opvallende lichamelijke oneffenheden, zoals bijvoorbeeld puistjes of het dragen van een bril, zijn voor sommigen problematisch genoeg om naarstig te zoeken naar manieren om ervan verlost te worden. Dijkstra toonde met een eigen onderzoek aan dat zowel zichtbare als minder zichtbare handicaps leiden tot stigmatisering in de samenleving waardoor deze mensen minder kansen krijgen : je merkt dit op school, in sociale contacten, maar ook in de arbeidssituatie. Hoe zichtbaarder de handicap was, hoe lager het inkomen van de mensen in zijn onderzoek was.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

79

Volgens Dijkstra gebeurt de bijzonderste vorm van stigmatisering wanneer je een afwijkend gezicht hebt. Het gezicht is datgene wat men het eerst ziet bij een mens en verschillende onderzoekers geven aan dat men aantrekkelijkheid op de eerste plaats beoordeeld aan de hand van het gezicht. Wanneer dit nu juist beschadigd is, kan er een duidelijke invloed op de persoonlijkheidsontwikkeling plaatsvinden. Mensen met een gezicht dat na een ongeval, ziekte of door een operatie zeer gehavend is, en waarvoor plastische chirurgie wordt overwogen, hebben weliswaar een afwijking, maar ze zijn daardoor niet per se gehandicapt. Dat klinkt misschien weinig respectvol, maar ze kunnen, als hen verder niets mankeert, alledaagse dingen in principe net zo goed verrichten als voordien. Ze zouden zich dus in het normale maatschappelijke verkeer goed moeten kunnen redden. Toch behoren zij tot een categorie, die het in het leven psychisch en sociaal zwaar te verduren heeft. Ze boezemen door hun geschonden aangezicht bij anderen schrik aan . Zij wekken weerstanden op die intimiteit en de vorming van relaties in de weg staan. Ook op het werk stuiten ze vaak op relationele problemen. Dergelijke moeilijkheden zijn erg negatief voor iemands identiteitsgevoel en gevoel van eigenwaarde. Vragen - Wat is een stigma ? Zoek de betekenis op in een woordenboek en vergelijk met je antwoord in de tekst. - Geef enkele voorbeelden van stigma’s. - Wanneer speelt een stigma de grootste rol ? - Mensen met een stigma hebben een afwijking,maar zijn niet gehandicapt. Leg uit. - Wat zijn de gevolgen van een stigma ? Deel 2. Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen Meestal zeggen mensen dat een afwijkend uiterlijk hen niet stoort. Het is niet aantrekkelijk, maar verder maken ze er geen punt van. Dit is niet helemaal waar. Bergsma(1996) beschrijft in zijn boek ‘Het gezicht, het visitekaartje van de ziel’ een experiment van de Engelse psycholoog Ray Bull. Hij liet vrijwilligers plaatsnemen in de metro en registreerde hoeveel mensen bij hen in de buurt kwamen plaatsnemen. Daarna werd bij de vrijwilligers met schmink een wijnvlek in het gezicht aangebracht. Zij gingen weer in de metro zitten. Het was opvallend dat de plaatsen naast en tegenover hen twee keer zo dikwijls leeg bleven. Mensen met een misvormd gezicht of lichaam hebben gelijk als ze het gevoel hebben als tweederangsburgers door het leven te moeten gaan. Vroeger werden echt lelijke mensen opgevoerd in circussen of op kermissen. Wie herinnert zich niet het verhaal van The Elephant Man. Of men moest een verborgen leven leiden, zoals de gebochelde klokkenluider van Notre Dame in Parijs. Lelijkheid werd aantrekkelijk, maar niet in de betekenis van schoonheid, maar in de betekenis van sensatie, nieuwsgierigheid om daarna overmand te kunnen worden met afgrijzen en medelijden. In het hoger vermelde experiment vermeldt Bull dat afwijzing vaak wordt veroorzaakt door het eigen gedrag. Wie op schrikreacties reageert door geen oogcontact meer te maken, het hoofd te buigen en de schouders te laten hangen, versterkt de ontwijkende houding van anderen. Volgens Bull kan je door vriendelijke en ontspannen houding de schrikreacties van anderen milderen, maar het blijft natuurlijk een feit dat onaantrekkelijke mensen gediscrimineerd worden. Sommigen zeggen dat je zelf je gekwetst lichaamsbeeld moet versterken door assertief te zijn en je er niets van aan te trekken. Het is echter naïef te veronderstellen dat een mens zo mooi is als hij of zij zich voelt, zoals sommige psychologen wel eens durven beweren. Daarmee ontken je het leed van mensen die echt lelijk zijn of een lichamelijke afwijking hebben, schrijft Rijnaarts (2000). Het is en blijft wrang dat zij altijd weer hun best moeten doen voor wat anderen in de schoot geworpen krijgen : acceptatie door de medemens. Hoe meer men het schoonheidsideaal benadrukt, hoe meer gewone mensen met soms minimale afwijkingen een stigma opgedrukt krijgen, een stigma dat niet enkel het oordeel van anderen beïnvloedt over de persoonlijkheid van betrokkene, maar zijn/haar hele leven stuurt. Kinderen die van kleins af aan gepest werden wegens een hazelip, ros haar, te dik zijn, flaporen, enz. gaan reeds vrij vroeg een minderwaardigheidscomplex ontwikkelen, minder contact zoeken met anderen, zich eerder terugtrekken in situaties waar veel mensen samen zijn, kortom een meer introverte, schuchtere persoonlijkheid ontwikkelen. Als puber blijven ze het brandmerk verder meedragen en krijgen ze problemen met het vinden van een partner. Hun studies , hun beroepscarrière , hun sociale leven wordt

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

80

doordrongen van het minderwaardigheidsgevoel. Het gaat hier dan niet alleen om een persoonlijke indruk, maar werkelijk om stelselmatig opgebouwde negatieve ervaringen met anderen, die hen links lieten liggen omdat ze er niet aantrekkelijk uitzagen. Voor de rest van hun leven hebben ze een stempel opgedrukt gekregen, die hoe onbetekenend hij ook voor anderen kan zijn, immense gevolgen heeft voor het individu, zijn sociale leven, zijn levensgeluk. Wanneer dit pesten omwille van het uiterlijk zodanige gevolgen aanneemt dat men zijn werk niet meer naar behoren kan doen, kiezen niet weinigen voor een definitieve noodlottige afloop. Herinneren we ons maar de dramatische zelfmoord van een postbode die met overgewicht kampte. Op 16 oktober 2000 sprong David Van Gysel voor een trein. Hij was op slag dood. De postbode was nog maar 21 jaar. Hij liet een brief achter. Hij schreef dat hij de pesterijen op het werk niet meer aankon. Hoe is het om door het leven te gaan, gevolgd door blikken die in je rug branden? Bewogen leven (Canvas VRT2 18/04/2001) liet in een Zweedse documentaire eveneens het levensperspectief zien van mensen met een verminkt of misvormd gezicht. Zij moeten niet alleen met een ander gezicht leren leven, maar ook met de blikken en reacties van anderen. Joakim, Elsa, Birgitta en Sten moeten door hun uiterlijk vechten om te worden behandeld als normale mensen. Joakim is tien jaar en werd geboren met het syndroom van Robinow. Dat is een uiterst zeldzame aandoening waardoor een kind een foetusgezicht behoudt. Joakim heeft ondertussen al een aantal operaties achter de rug en er staan er hem nog een paar te wachten. Ook de kleine Elsa is met een misvormd gezicht geboren. Ze lijdt aan het syndroom van Apert. Haar schedelbeenderen zijn samengegroeid en daardoor hebben de ogen te weinig ruimte en puilen ze uit. In de documentaire volgt men haar en haar ouders voor en na een risicovolle operatie. Sten is 43 jaar. Toen hij twee jaar oud was, kreeg hij een bijtend product in zijn aangezicht. Hij liep ernstige brandwonden op. Toch heeft hij sindsdien een min of meer normaal leven kunnen opbouwen. Birgitta is een iets ander geval dan Joakim, Elsa en Sten. Zij had al een leven achter de rug toen haar gezicht verminkt werd. Toen ze op een dag theewater wilde opzetten, vloog haar haar plots in brand. Nu heeft ze al een reeks huidtransplantaties achter de rug en probeert ze haar gezicht te aanvaarden zoals het is. De documentaire leverde het portret op van vier bijzonder strijdbare mensen die geconfronteerd worden met een vijandige wereld waarin een afwijkend uiterlijk moeilijk wordt aanvaard. Vragen - Ken je iemand in je naaste omgeving met een gehavend gezicht of lichaam ? Heb je de indruk dat die persoon omwille van zijn uiterlijk gediscrimineerd wordt. Vind je van jezelf dat je gediscrimineerd wordt omwille van je (afwijkend) uiterlijk ? - Zou jij in de bus naast een man/vrouw gaan zitten met een grote wijnvlek in het gezicht? - Hoe sta jij tegenover volgend fragment uit de tekst “Hoe meer men het schoonheidsideaal benadrukt, hoe meer gewone mensen met soms minimale afwijkingen een stigma opgedrukt krijgen, een stigma dat niet enkel het oordeel van anderen beïnvloedt over de persoonlijkheid van betrokkene, maar zijn/haar hele leven stuurt. Kinderen die van kleins af aan gepest werden wegens een hazelip, ros haar, te dik zijn, flaporen, enz. gaan reeds vrij vroeg een minderwaardigheidscomplex ontwikkelen, minder contact zoeken met anderen, zich eerder terugtrekken in situaties waar veel mensen samen zijn, kortom een meer introverte, schuchtere persoonlijkheid ontwikkelen. Als puber blijven ze het brandmerk verder meedragen en krijgen ze problemen met het vinden van een partner. Hun studies , hun beroepscarrière , hun sociale leven wordt doordrongen van het minderwaardigheidsgevoel. Het gaat hier dan niet alleen om een persoonlijke indruk, maar werkelijk om stelselmatig opgebouwde negatieve ervaringen met anderen, die hen links lieten liggen omdat ze er niet aantrekkelijk uitzagen. Voor de rest van hun leven hebben ze een stempel opgedrukt gekregen, die hoe onbetekenend hij ook voor anderen kan zijn, immense gevolgen heeft voor het individu, zijn sociale leven, zijn levensgeluk.” Deel 3. Bekijk de video van BNN Je zal het maar hebben Aflevering ‘Het gezicht’ en de Telefactsuitzending over jongeren met brandwonden. Hieronder vind je een korte samenvatting van beide uitzendingen. Beantwoord de vragen.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

81

In het programma ‘Je zal het maar hebben’ van de Nederlandse televisiezender BNN (http://www.omroep.nl/bnn/jezalhetmaarhebben) was er in de zomer 2002 een aflevering over het gezicht waarin drie jonge mensen aan bod komen die getuigen over hun afwijkend gezicht en hoe ze ermee omgaan. Interessant is overigens dat je de uitgezonden afleveringen op internet in live streaming kan bekijken. Peter lijdt aan het Moebius syndroom en kan niet lachen. Diana heeft een grote wijnvlek op haar gezicht en een dikkere huid door het Sturge Weber syndroom. Isabelle heeft het Goldenhar syndroom: een onderontwikkeling van één gelaatshelft, waardoor de aangezichtszenuwen niet reageren. Telefacts (VTM) van 16 april 2003: Lieven liep zeer ernstige brandwonden in het gelaat op. Jill was vroeger fotomodel. Door een ongeval was haar gezicht verbrand. Vragen - Kan je nog gelukkig zijn in je leven als je een gehavend gezicht hebt zoals de personen hierboven? - Waarom discrimineren mensen personen met een gehavend gezicht zoals hierboven? - Zou je een persoon van de uitzendingen hierboven als vriend of vriendin kunnen hebben? - Wat zou jij doen als je in dezelfde situatie was zoals Jill, die vroeger fotomodel was en nu in - haar gezicht erg verminkt is? - Mensen die een verminkt gezicht hebben vinden nooit in hun leven een partner omdat hun - uiterlijk afschrikt. Ga je met deze uitspraak akkoord? - Wat zou je zelf kunnen doen opdat de personen die hierboven aan bod kwamen meer kansen - zouden krijgen in de maatschappij. - Welke raad zou je aan de mensen hierboven geven als je hen zou ontmoeten ?

Vragen - Zou je verliefd kunnen worden op een persoon met een fysieke handicap ? - Iemand die er lelijk uitziet heeft ook een lelijke persoonlijkheid. Ga je akkoord met deze uitspraak. - Hoe zouden jouw ouders reageren als je thuiskwam met een vriend(in) met een handicap ? Deel 5. Opdracht Schrijf een gedicht of brief naar een fictief persoon of een persoon uit bovenstaande verhalen waarbij je hem/haar een hart onder de riem wil steken.

Meer informatie vind je nog op http://www.onaantrekkelijk.be En in het boek ‘Onaantrekkelijk’ (met DVD) van Gerard Gielen, Uitgeverij Garant.

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

82

Lesmap – Eetstoornissen in relatie tot schoonheidsideaal © Gerard Gielen, Uitgeverij Garant Doelstelling: de bedoeling van deze activiteit is om jongeren informatie te geven over het ontstaan en voorkomen van eetstoornissen en te laten nadenken over de risico’s en gevolgen van het te zeer willen hongeren, maar evenzo te laten nadenken over het slankheidsideaal dat in de reclame en media wordt opgevoerd. Materiaal: voor elke deelnemer een lesbundel zoals op volgende pagina’s is afgedrukt. Maximum aantal deelnemers , leeftijd en acitiviteitenduur: het maximum aantal deelnemers is onbeperkt. De leeftijd van de deelnemers is gezien het onderwerp minimaal vanaf 14 jaar . De duur van de activiteit varieert van één uur tot twee uren, naargelang de hoeveelheid tijd die men ervoor wil uittrekken. Uitleg van de activiteiten: deze activiteit kan in groepsverband in een jeugdvereniging, jongerenvoorziening of onderwijs behandeld worden. Na het lezen van de opdrachten of teksten, kan men even de tijd geven om de vragen op te lossen. Daarna kunnen de antwoorden in groep besproken worden. In het boek ‘onaantrekkelijk’ en de bijhorende site en CD-ROM vindt u bij de achtergrondteksten voldoende informatie om op de antwoorden van de deelnemers in te gaan. Eventueel kunnen de jongeren zelf bepaalde delen uit het boek/de CD-ROM doornemen. Het is belangrijk te beseffen dat eetstoornissen niet alleen veroorzaakt worden door het slankheidsideaal dat in de media wordt gepropagandeerd. Sommige wetenschappers minimaliseren zelfs die invloed en leggen de oorzaken in het streven naar perfectie, de discipline die men zichzelf wil opleggen, conflicten in relatie, enz. In dit lesschema wordt dit feit niet zo sterk naar voor gebracht omdat het niet past binnen onze thematiek. Maar het is verstandig dat wanneer er in de klas, groep of omgeving jongeren zijn met de aangehaalde problematiek om professionele hulp bij gespecialiseerde centra in te roepen. Eetstoornissen 1. Enkele getuigenissen Lies getuigt, een jonge studente die al een aantal jaren met een eetstoornis kampt. Ze vertelde ronduit over haar gevecht tegen anorexia en boulimie. Ziehier haar relaas. Mijn ano-vriendje: "Ik heb al sinds mijn 16de last van eetstoornissen. Ik kon dagen overleven op één appel en een potje yoghurt, de week erna propte ik mij constant vol en uiteraard ging alles dan retour. Ik had constant twee stemmetjes in mijn hoofd. De ene keer noemde ik ze mijn ano –of boulievriendjes, de andere keer monsters. Heel extreem is mijn eetstoornis nooit geweest. Ik ben nooit heel dik of super mager geweest. Op dit moment gaat het goed met me, al geef ik toe dat het soms ook nog bergaf kan gaan. Als mijn ouders of vrienden me er dan op wijzen dat ik vermagerd ben, doe ik altijd alsof mij neus bloedt." "Waaraan ik merkte dat ik een eetstoornis had? Ik had vroeger een heel ander idee over eten dan al mijn vriendinnetjes. Bovendien probeerde ik zo vaak mogelijk aan het middagmaal te ontsnappen. Lukte dat niet, dan ging ik braken. Dan was het wel duidelijk zeker? Ergens wist ik heel goed dat wat ik deed niet normaal was. Maar waarom zou ik er mee ophouden? Ik kon vermageren en toch eten wat ik wou! Mijn ouders en mijn oma hebben altijd gevonden dat ik geen karakter had omdat ik zo'n snoeper was. Dus dacht ik, "ik zal eens tonen dat ik wel karakter heb."

1 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

83

Ik zou zelf razend zijn: "Mijn twee beste vriendinnen waren de eersten die alles wisten. Zij zagen uiteraard van dichtbij wat er met mij aan de hand was/is en staan ook altijd voor mij klaar. Ongelooflijk hoe ze het kunnen volhouden. Op school waren de docenten altijd heel vriendelijk en begripvol. Alleen in de refter kreeg ik wel eens pijnlijke opmerkingen van jongens." "Mijn ouders wisten niet goed hoe ze moesten reageren. Soms heb ik de indruk dat ze het eigenlijk wel willen begrijpen en dat ze ook willen helpen. Maar als hun geduld op is, dan ontploft het boeltje. Ik heb hun dat nooit verweten, ik zou zelf razend worden moest mijn kind later niet willen eten." Een harde periode: "Ik ben drie maand in therapie geweest in het U.Z. te Gent, onder begeleiding van Prof. Vervaet. Dat was een harde periode, heel confronterend. Tenslotte was ik niet zo mager als alle andere patiënten op de afdeling. De meesten leden aan anorexia en waren echt graatmager. Zoiets werkt dan natuurlijk motiverend om nog meer af te vallen... niet echt ideaal dus." 19 april 2003 – 11 uur: Schoorvoetend, vermoeid, schuif ik van de ene kamer naar de andere. Mijn benen willen niet mee, mijn lichaam is moe. Maar ik eet 'beslist' niet. Deze ochtend niet ontbeten. (Flink zo lieverd!) En ik snak zo naar de twee kleine craquotten met schijfjes tomaat die ik deze middag mag naar binnen werken. Ergens snak ik er ook wel niet naar...want ik ben bang...bang dat wanneer ik begin te eten, ik niet meer kan stoppen en terug moet gaan braken. Ik ben bang dat mijn ex-boulie-vriendje in opstand zal komen en mijn huidige vriendje zal trachten weg te stoten. Weg uit mijn hersenpan, weg uit mijn handelingen. Maar ik wil het zo hard niet. Het is 'mijn' vriendje, 'mijn' ano-vriendje. En ik zal het zo houden tot ik het niet langer verdragen kan. 19 uur: Voor het eerst voel ik de trots van niet overvloedig te schrokken, van niet te braken, van niet te eten... Ik durf echt niet normaal meer te eten, voel me zo verplicht te gaan braken telkens. Ik wil het houden zoals het nu is, zelfs nog minder mag. Ondanks de slapeloosheid die ik al enkele dagen doormaak, ondanks het vreselijke hongergevoel, ondanks al die terugvechtpogingen van mijn lichaam, wil ik het zo houden. Ik wil mezelf bewijzen dat ik het wel kan, dat ik 'daar wel' goed in ben. En niemand zal me beletten. 20.26 uur: Ik ben doodmoe, maar voel me als een opgejaagd paard. Moe, zenuwachtig...dik. Maar ik moet volhouden hé?! Want hij is zo lief voor me, laat me zo veilig voelen en belet mij slechte dingen te eten. Hij geeft mij kracht, energie om door te gaan. En als ik toegeef zal hij me laten vallen en kan ik terug vertrekken naar andere oorden, oorden die maagbreuken kunnen veroorzaken... Dat wil ik niet. 22.35 uur: Het lukt me wel, ik weet het gewoon. Met hem erbij kan ik het. Hij is een deeltje van mijn bestaan geworden, praat tegen me wanneer de honger te knagend wordt, hij houdt me tegen aan tafel wanneer ik meer wil eten dan wat in mijn hoofd op een klein blaadje staat. Anovriendje: 'Goed zo liefje, blij dat je er eindelijk zo over denkt. Heb ik je dan toch overtuigd dat? Deed ik het toch? *vreugdedansje* Maar goed, zoals je nu bezig bent, zo kan iedereen het...' Ik: "Dit is moeilijk voor me weet je wel?!" Anovriendje: "weet ik best, maar het kan altijd beter. You go girl!" 01.30 uur: Het beetje zon dat er nog is, tracht mijn tranen te drogen, wil mijn hart warm maken. Maar ik blijf ijskoud. Tranen vloeien, drogen niet. Mijn hart kil, m'n ziel bevroren. Schuldgevoelens, zelfhaat, niets kan hen overwinnen. Zelfs de zon lukt het niet. Ik wil opgeven, stoppen met vechten. Vallen en nooit meer opstaan, want dan ... alleen dan, zullen mijn tranen drogen zal m'n hart warm worden, m'n ziel ontdooien. Vraag: - Waarom heeft Lies problemen met eten ? - Hoe probeert ze haar problemen op te lossen ? - Vind je dat je zelf het ideale gewicht hebt of wil je vermageren ? - Hoe komt het dat we absoluut mager willen zijn ?

2 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

84

2. Oorzaken van eetstoornissen ? Een anonieme getuigenis Professor Myriam Vervaet van het UZ Gent bracht in 2002 het boek ‘De veilige hel’ uit dat graaft naar de ware aard van eetstoornissen. In een tijdperk waarin een gezondheidsminister komt vertellen dat een maatje meer best mag, en catwalkmodellen met de vinger worden gewezen als oorzaak van heel wat tienerleed, probeert Myriam Vervaet tegen de stroom in te roeien, schrijft het tijdschrift ‘Goed Gevoel‘. Al 20 jaar helpt ze samen met haar team in het UZ Gent meisjes met eetstoornissen minder bang te zijn voor het leven. “Ik plaats inderdaad mijn vraagtekens bij een campagne zoals ‘Mag gezien worden’ van Mieke Vogels. Na de lancering van de campagne werd mijn deur platgelopen door patiënten van onze afdeling eetstoornissen, die hun ongenoegen wilden uiten. Zij, die al zo’n kwetsbare persoonlijkheid hebben ,voelen zich eens te meer onbegrepen. Hun probleem, dat diepe, psychische wortels heeft, wordt eens te meer gereduceerd tot een uit de hand gelopen Kate Moss-ambitie.” In Humo (mei 2002) relativeert haar stelling en wil ze vooral de overdreven link tussen het schoonheidsideaal en het ontstaan van anorexia in vraag stellen. “Het is waar dat het slankheidsideaal meer en meer vrouwen – en trouwens ook steeds meer mannen – zeg maar, gek maakt. Ik vind het een heel goed idee en eigenlijk ook de taak van een minister om daar iets aan te doen. Ik vind het alleen jammer dat ze de campagne - die gericht is op de hele bevolking – niet sec heeft gehouden. Geen enkel meisje met een eetstoornis zal er een probleem mee hebben als je puur de druk van het schoonheidsideaal wil wegnemen. Het probleem is dat de minister ook de meisjes met eetstoornissen aanspreekt. In interviews verwijst ze wel degelijk naar eetstoornissen en met dat zinnetje ‘te dik of te dun is ongezond’ doet ze dat ook. Eerlijk gezegd denk ik dat je de terreur van het slankheidsideaal beter ondermijnt met een boodschap die focust op wat mensen doen of waar ze voor staan, veeleer dan op hoe ze eruitzien. Het viel me ook op dat je als je snel kijkt alleen maar vrouwenborsten ziet en dat alle penissen onder letters zijn verstopt. Vrouwen geven zich weer meer bloot dan mannen en staan er veel kwetsbaarder op. Dat vind ik nogal stereotypisch en met een beetje slechte wil vind ik het bijna seksistisch, want het bevestigt vooroordelen. Wat trouwens ook jammer is : wij proberen al jaren het eeuwige vooroordeel weg te werken dat meisjes met eetproblemen toch maar ijdeltuitjes zijn. Door nu in zo’n slogan even ongenuanceerd een verband te leggen tussen dat slankheidsideaal en te dun zijn, zorgt minister Vogels er voor dat dit vooroordeel weer helemaal opflakkert. Ja, zegt men dan, lichaamsontevredenheid is een risicofactor om een eetstoornis te ontwikkelen. Dat is waar, maar het is maar een van de vele factoren van een heel complex probleem. De belangrijkste voorwaarde om een eetstoornis te ontwikkelen is een grote ontevredenheid met jezelf. “ Vraag : Zijn eetstoornissen te wijten aan de overdreven schoonheidsbeelden die de media ons aanreikt ? Vind je dat de bladen ook gewone mensen zouden moeten tonen of heb je liever de knappe modellen ?

3 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

85

3. Wanneer heb je een eetstoornis ? Op de website http://www.sabn.nl kun je online enkele tests invullen om te kijken of je lijdt aan eetstoornissen. Als je de mogelijkheid hebt om op internet te gaan, probeer dan de vragenlijsten in te vullen en jezelf te scoren. Wat is anorexia nervosa ? De naam anorexia nervosa (verkort tot anorexia) betekent letterlijk 'gebrek aan eetlust door nerveuze oorzaken'. Deze naam is eigenlijk misleidend, omdat de patiënten die hieraan lijden geen gebrek aan eetlust hebben, maar juist doelbewust proberen hun eetlust en hongergevoel te onderdrukken. Anorexia zou eigenlijk beter 'magerzucht' of 'lijnziekte' genoemd kunnen worden, want de patiënten hebben een onweerstaanbare drang om af te vallen. Ze zijn er als het ware aan verslaafd en gaan ermee door, zelfs als zij al sterk zijn vermagerd. Alles wat te maken heeft met eten, gewicht en lichaamsomvang is een obsessie voor anorexiepatiënten. Ze tellen voortdurend calorieën en tobben over wat ze wel of niet moeten eten. Voedsel wordt slechts als 'toegestaan' beschouwd als het weinig calorieën bevat; vooral suikers en vetten zijn taboe. Wat is Boulimia Nervosa? Boulimia nervosa (verkort tot boulimia of boulimie) betekent letterlijk 'eetlust als een os door nerveuze oorzaken'. Ook deze naam klopt niet helemaal, omdat er sprake is van eetbuien die worden afgewisseld met perioden van (bijzonder) matig eten. Bovendien hoeft het niet zo te zijn dat mensen met boulimia een grote eetlust hebben voordat ze een eetbui krijgen. Het gaat om het eten, niet om het stillen van honger. De drang om te eten lijkt op een verslaving. Boulimia wordt dan ook wel eetverslaving genoemd. Tijdens een eetbui worden grote hoeveelheden eten naar binnen gewerkt en hebben de patiënten het gevoel dat zij de controle over hun eetgedrag kwijt zijn. Zij kunnen niet meer stoppen met eten. Het voedsel is dikwijls calorierijk en wordt vaak zonder proeven doorgeslikt. Meestal is het voedsel dat de patiënten zich buiten de eetbuien om niet toestaan. Na een eetbui proberen boulimia-patiënten het eten zo snel mogelijk weer kwijt te raken. Vaak gebeurt dit door zelf opgewekt braken en/of het gebruik van laxeermiddelen en/of plasmiddelen. Het kan ook zijn dat er geen gebruik wordt gemaakt van deze middelen, maar dat na een periode van eetbuien een periode van streng vasten volgt.

Informatie Boek: “Onaantrekkelijk”, Gerard GieLen, uitgeverij Garant Internet: - Vereniging Anorexia Nervosa - Boulimia Nervosa Vuurkruiserslaan 30 2920 Kalmthout - Tel.: 0486 18 80 56 Emailadres: [email protected] Internet : www.anbn.be - Eetstoornis.be,t.a.v. An Vandeputte Bergestraat 60,3220 Holsbeek, Tel. 016/44.68.54, - Fax: 081/52.47.68 Emailadres : [email protected] Website : http://www.eetstoornis.be Eetstoornis.be' is een website over eetstoornissen, zoals anorexia, boulimia, binge eating en orthorexia. En eetstoornis.be is ook een centrum voor preventie en ambulante psychotherapeutische behandeling van eetstoornissen, dat werd opgericht door An Vandeputte. - Via de website http://www.onaantrekkelijk.be vind je ook heel wat links naar sites rond de problematiek van eetstoornissen. - Een site met heel veel informatie en ook uitvoerige bibliografie met boeken over eetstoornissen die je online kan bestellen , behandelingen, jeugdverhalen, enz. vind je op http://www.sabn.nl/

4 Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

86

Spreekwoorden en zegswijzen Bespreek volgende spreekwoorden en zegswijzen 1 - Het oog wil ook wat hebben - Op elk potje past een dekseltje / Geen potje zo scheef of er past een dekseltje op - Wie gaarne zijn huis verkoopt, versiert zijn gevel - Beoordeel een boek niet bij zijn kaft - Van een mooie tafel kunt ge niet eten - Al draagt een aap een gouden ring, het is en blijft een lelijk ding / Al kleedt men een ezel in satijn, 't zal toch altijd een ezel zijn - De kleren maken de man - Schijn bedriegt - Liefde is blind - Met schoonheid kun je je een kwartiertje redden. Daarna moet je iets te zeggen hebben - Als zij jong is moet de vrouw mooi zijn om succes te hebben, daarna moet zij succes hebben om mooi te blijven - Vele mensen zijn geliefd door de charme van hun gebreken - In schoonheid vallen fouten op : in de sneeuw ziet men het kleinste vlekje - Schone liedjes duren nooit lang Bespreek volgende citaten over schoonheid - Een goed karakter zal altijd het gebrek aan schoonheid aanvullen: maar schoonheid kan niet het gebrek aan een goed karakter aanvullen. (Addison) - Die telkens in de spiegel ziet en zich met schoonheid vleit, beseft de ware schoonheid niet, maar jaagt naar ijdelheid. (H. Van Alphen) - Schoon zijt ge, dat weet ge, helaas al te zeer, O, wist ge het minder, dan waart ge het meer. (Rückert) - Geen vrouw kan alleen door haar gelaatstrekken mooi zijn, net zo min als ze geestig kan zijn alleen door haar tong. (Thomas Hughes, 19de eeuw) - Die mooi wil zijn, moet pijn lijden. (Goldoni, ‘Bertoldo’) - De liefde die op schoonheid gebouwd is, sterft met de schoonheid mee. (Jonh Donne, 16-17de eeuw) - Schoonheid is niet wezenlijk. Zij vergaat heel snel. Blijvend is de lelijkheid. Dus onderhoud haar wel. (Hans Dorrestijn, 1979) - Al is een man zo lelijk als een aardappel, als hij geld heeft, kan hij een mooie meid krijgen. Omdat vrouwen dol zijn op geld. (Yvonne Kroonenberg, 20ste eeuw) - Succes is een zeldzaam soort verf, dat alle lelijkheid verbergt. (Sir John Suckling, 16-17de eeuw) - Schoonheid en lelijkheid verdwijnen, beide als de rimpels van de ouderdom komen : de eerste verdwijnt erin, de tweede verschuilt zich er onder. (Petit-Senn) - Het uiterlijk kan goed gedefinieerd worden als het titelblad, dat de inhoud van een menselijk boekdeel aankondigt, maar evenals andere titelbladen,geeft het soms raadsels op, misleidt het vaak en geeft het soms niet de minste inlichting. (Matthews) - Mooie vrouwen zijn als grote steden: gemakkelijk in te nemen, maar moeilijk te behouden. (onbekend) - Indien de vrouwen de helft van de tijd, die zij haar schoonheid ten offer brengen, aan haar gezondheid wijdden, zouden zij veel schoner zijn. (Fonssagrives) - Men kan een knappe vrouw zijn, zonder de minste schoonheid te hebben. (Jules Hetzel) - Men moet een vrouw kiezen met de oren, niet met de ogen. (Melchior de Santa Cruz) - Er bestaan geen lelijke vrouwen : er zijn alleen vrouwen die niet weten hoe aardig te kijken. (Antoine Berruer) - Mannen kijken naar vrouwen om ze te zien, vrouwen naar mannen om gezien te worden. (Normand) - Er zijn geen lelijke vrouwen. Er zijn alleen luie vrouwen. (Amerikaanse cosmetica-koningin Estée Lauder) 1

Bron http://www.onaantrekkelijk.be/ (Gerard Gielen)

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

87

Atlas, Carnotstraat 110, 2060 Antwerpen [email protected]

88

Tel je mee? – uiterlijk en cijfers Er werden al heel wat onderzoeken uitgevoerd rond het thema uiterlijk en zelfbeeld. In deze oefening hebben we een aantal resultaten gebundeld 1 : Opdracht: De leerkracht of groepsbegeleider maakt van deze statistische gegevens een selectie en presenteert ze aan de groep als een invuloefening. Laat de ontbrekend cijfers invullen (individueel of klassikaal) en leer zo het verschil tussen perceptie en realiteit, tussen wat je denkt of persoonlijk ervaart en wat de algemene maatschappelijk trend of het gemiddelde is. Staar je je blind op de uitzonderingen of ben je “in regel”? Ben je normaal of is die andere de norm? Cijfers: - De Belgische man is gemiddeld 176,3 cm groot en weegt 79,1 kg. Hij is daarmee kleiner en lichter dan de Nederlander en de Duitser, maar groter en zwaarder dan de Fransman en de Spanjaard; De grootste Europeanen zijn de Nederlanders met 181,2 cm voor een man en 168,3 cm voor een vrouw. De Belgische vrouw meet gemiddeld 164,5 cm. België heeft een gemiddelde BMI 2 van 25,1: 49% van de bevolking lijdt aan overgewicht, 11,4% is obees. 19% van de kinderen tussen 9 en 12 lijdt aan overgewicht, 10% is obees. De dikste mensen van Europa wonen waar de gezondste maaltijden vandaan komen: op nummer 1 staat Griekenland (74,6% heeft overgewicht, 26% is obees), dan Duitsland, Finland, UK, Oostenrijk, Spanje…België staat op de 11de plaats van het Europa van 15. Ter vergelijking: 25,6% van de Amerikanen is obees. - 25% van de mannen gebruikt minstens een keer per week een gezichtscrème. 20% smeert dagelijks. Mannen geven meer geld uit aan verzorgingsproducten dan de andere sekse. Ze kiezen meer voor merken, ze willen het passende product, het juiste merk en een geur die bij hen past. - In Vlaanderen draagt 46% van de jongeren een beugel, In Wallonië 32%. In Vlaanderen gebruikt 28% van de vrouwen dagelijks lippenstift, in Wallonië 43%. In Vlaanderen scheert 54% zich dagelijks nat, in Wallonië 69%. 73% van de vrouwen verft haar grijze haren, tegen 6% van de mannen. 21% van de vrouwen dieet dagelijks, tegen 8% van de mannen. - Michael Jackson onderging 50 cosmetische operaties, waaronder 9 gezichtscorrecties en 20 neusoperaties. - 28% van mensen met piercing kampt met kwaaltjes zoals ontstoken navel. In de VS (en vermoedelijk ook hier) heeft 15 tot 20% van de jongeren tussen de 12 en 18 een tatoeage tegenover 6% van de algemene bevolking, alle klassen doorkruisend. De gemiddelde leeftijd waarop een persoon zijn eerste tatoeage neemt is 18 jaar. - Dresscode. 59% van de werknemers vinden dat iedereen de vrijheid moet hebben om met een tatoeage te komen werken, 58% vindt dat paars of rood haar op het werk moet kunnen. Een piercing is aanvaardbaar volgens 53% van de werknemers. Kledingstukken die een uiting van een geloofsovertuiging zijn, kunnen bij 40%. Het gaat niet zozeer om het religieuze aspect, maar om het afwijken van de norm, een afwijkend of ongewoon uiterlijk. Want de Belg is ook relatief conservatief 1

Bron: http://www.onaantrekkelijk.be/ (© Gerard Gielen)

2

Om vast te stellen of je ernstig overgewicht hebt, kan je gebruik maken van de BMI-schaal (Body Mass Index). Je bepaalt de BMI als volgt : gewicht in kg gedeeld door kwadraat van de lengte in meter. De BMI-waarden zijn de volgende: • Onder de 18,5: ondergewicht. • Tussen de 18,5 en de 24,9: normaal gewicht. • Tussen de 25 en de 29,9: overgewicht. Je loopt niet echt een risico, maar je mag niet dikker worden. • Tussen de 30 en de 39,9: Zwaarlijvigheid (obesitas). Verhoogde kans op allerlei aandoeningen zoals diabetes, hartaandoeningen en rugklachten. Je zou 5 tot 10 kg moeten vermageren. • Boven de 40: ernstige zwaarlijvigheid. Je moet dringend vermageren want je gezondheid is in gevaar Pas op! De BMI-schaal is niet van toepassing op kinderen en jongeren (
View more...

Comments

Copyright © 2020 DOCSPIKE Inc.