Jaarverslag 2015 Stichting BrabantWonen

January 20, 2018 | Author: Anonymous | Category: N/A
Share Embed


Short Description

Download Jaarverslag 2015 Stichting BrabantWonen...

Description

RVC/BW/16/058

Jaarverslag 2015 Stichting BrabantWonen

Stichting BrabantWonen Postbus 151 5340 AD Oss Telefoon: E-mail: Website: Juni 2016

(0412) 66 49 11 [email protected] www.brabantwonen.nl

RVC/BW/16/058

Voorwoord Alle turbulentie om ons heen vraagt om het maken van keuzes en focus. Onze missie, visie en kernwaarden blijven pal overeind staan. We willen de drijvende kracht zijn achter goed wonen en leven. Dat bereiken we alleen met samenwerking. Ons werk draait altijd om verbinding en samenwerking. Onze overtuiging over wat we graag willen zijn en onze attitude naar onze maatschappelijke omgeving verandert niet. We kunnen alleen niet meer alles, in even grote omvang en intensiteit, tegelijk doen. De politieke, economische en maatschappelijke omstandigheden vragen om scherpere keuzes bij het vertalen van onze missie en visie naar concrete doelen. We laten ons hierbij leiden door onze klantvraag van vandaag en overmorgen. Landelijke ontwikkelingen hebben soms een grote impact op ons werk. Zo hebben we onze samenwerking met BrabantZorg anders moeten vormgeven als gevolg van de nieuwe Woningwet. Dit heeft geleid tot een fusie tussen BrabantWonen, ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2. Niet omdat we het zo graag wilden, maar omdat nieuwe regels ons ertoe dwongen. Daarnaast zijn we tegelijkertijd gefuseerd met de kleine stichting Nieuw Berlerode. Een flinke klus in 2015 waar veel mensen hard aan hebben gewerkt. Betaalbaarheid en armoede Een meerderheid (63%) van de leden van Aedes stemde tijdens een extra verenigingscongres eind juni in met het sociaal huurakkoord van Aedes en de Woonbond. Ook wij stemden ‘voor’. Belangrijke onderdelen in het akkoord zijn de huurmatiging voor het blijven bieden van betaalbare woningen en het onderzoek naar scheefwonen. Het akkoord is van belang, omdat het een belangrijke basis vormt om het wonen betaalbaar te houden. Toch wil ik hierbij een kanttekening plaatsen. De betaalbaarheidsvraagstukken spelen voor huishoudens met een inkomen onder het sociale minimum. Volgens het nieuwe landelijke WoON-onderzoek is deze categorie huishoudens landelijk gestegen tot 18%. In den Bosch hebben we onderzoek laten doen en komen we op 23%. Volgens onderzoek (meest recent van het Cultureel Plan Bureau; ‘Betaalbaarheid van het wonen in de huursector’) lost huurtoeslag voor deze huishoudens het betaalbaarheidsvraagstuk niet op. Ook als deze een ‘passende’ woning krijgen toegewezen. ‘Huurtoeslag is een volkshuisvestingsinstrument en geen inkomensinstrument’, dat is de legitimatie van BZK. Blok voegt hier nog aan toe, dat daarom het kabinet inzet op het creëren van werkgelegenheid. Helaas kun je echter van een werkgelegenheidsplan geen brood kopen! De huishoudens boven het sociaal minimum hebben hoegenaamd geen betaalbaarheidsprobleem. Als we nu generiek de huren laag houden (aftoppen, verlagen, bevriezen) leidt dit wel tot een (beperkte) koopkrachtverbetering voor de huishoudens boven het sociale minimum, maar doet dat niets aan het verbeteren of borgen van de betaalbaarheid bij juist die huishoudens die problemen hebben met betaalbaarheid. Passend toewijzen en generieke huurmatiging is derhalve nauwelijks effectief als het gaat om het verbeteren of borgen van de betaalbaarheid van het huren. Het kost ons wel investeringscapaciteit. De maatregelen zijn dan ook meer gericht op het beperkt houden van de uitgaven van de huurtoeslag dan om het betaalbaarheidsvraagstuk. Toch zullen we voldoen aan de wettelijke eisen van passend toewijzen. We toppen af en verlagen bij het vrijkomen van woningen bij 20% hiervan de huur. Naast de generieke aanpak, waar je dus kanttekeningen bij kunt maken, zijn we daarnaast specifiek met maatwerk aan de slag gegaan. In Den Bosch sloten we met de gemeenten, de overige corporaties en de huurdersorganisatie een afzonderlijk woonlastenakkoord. Inmiddels hebben zich tientallen andere organisaties gecommitteerd aan deze aanpak, van vervoersbedrijven tot en met zorgverzekering. Ook zij zijn bereid om uitgaande van concrete casuïstiek een bijdrage te leveren. Vastgoedsturing Vastgoedsturing is van lange adem. Vraagstukken als betaalbaarheid van huur en woonlasten, voldoende beschikbaarheid van woningen, huurbeleid, kwaliteit en kosten van nieuwbouw en renovatie en het verduurzamen van onze voorraad vragen om een samenhangende en consistente aanpak. Maatregelen zoals de eisen over het passend

RVC/BW/16/058

toewijzen van woningen doorkruisen dat en leiden tot nieuwe dilemma’s. We worden gedwongen om bijna elk jaar onze vastgoedsturing bij te stellen, anders te richten, terwijl de woningmarkt zich kenmerkt als een voorraadmarkt van een traag product. De uitgangspunten en randvoorwaarden van gisteren, zijn vandaag niet meer houdbaar. Ook in 2015 zijn we hierin geconfronteerd met nieuwe dillema’s waar we een antwoord op hebben moeten geven. Wereld toneel: toenemende stroom vluchtelingen Door het toenemend aantal brandhaarden in de wereld wordt Europa geconfronteerd met een groeiende stroom mensen die huis en haard hebben moeten verlaten om een veilig thuis te zoeken voor zichzelf en hun gezinnen. De keuze of deze mensen statushouders worden en dus in Nederland mogen blijven, is niet aan BrabantWonen. We helpen het Centraal Orgaan Asielzoekers (COA) en gemeenten in hun taakstelling voor de opvang van vluchtelingen. Dat doen we door het vrijgekomen ziekenhuis in Veghel beschikbaar te stellen. Als vluchtelingen een status krijgen is onze opdracht helder: het bieden van een dak boven hun hoofd en medeverantwoordelijkheid nemen in het proces van socialisatie en integratie. BrabantWonen kiest er bewust voor er echt te zijn voor deze groep. Statushouders hebben in tegenstelling tot andere woningzoekenden immers geen verleden, geen netwerk in Nederland en kunnen nergens op terugvallen. We realiseren ons dat dat soms ten koste gaat van de woningzoekende die al lang staan ingeschreven. Dat onze taakstelling voor het aantal te huisvesten vergunninghouders zal toenemen, is zeker. In een gezamenlijke brief hebben wij met twintig Brabantse corporaties de gemeenten in ons werkgebied laten weten dat de corporaties ten volle bereid zijn om een actieve rol te spelen in het realiseren van extra huisvestingsmogelijkheden. Dat doen we concreet door kamergewijze verhuur van woningen aan meerdere alleenstaande statushouders, door het snel realiseren van tijdelijke woningen, door projecten naar voren te halen en door bestaande kantoor en schoollocaties om te bouwen tot wooneenheden. Wijken We zijn tot in de wijken goed lokaal verankerd. Dat wordt gewaardeerd, maar is ook hard nodig. In het afgelopen jaar werden we geconfronteerd met vergaande incidenten bij zelfstandig wonende psychiatrische patiënten. We staan achter de extramuralisering van verschillende doelgroepen en zien het onze opgave om deze doelgroepen op een goede manier te huisvesten. We kenden ook stevige discussies over het huisvesten van statushouders. De druk op de wijken neemt toe. Tegelijkertijd neemt de weerbaarheid en de veerkracht in de huursector af. Uit het recente woON-onderzoek blijkt dat het aandeel van de laagstbetaalden, alleenstaanden en eenoudergezinnen in de huursector sterk is gestegen. De segregatie in de steden en dorpen neemt toe. Dat vraagt steeds meer van onze inzet op het terrein van samenlevingsvraagstukken en leefbaarheid in die wijken. Onze mensen doen dat met passie. 2015 was een stevig jaar waarin hard is gewerkt voor onze klanten. Ik wil graag iedereen bedanken die hier een bijdrage aan hebben geleverd. In de eerste plaats mijn collega’s, maar ook onze huurders, de gemeenten en alle partners waar we schouder aan schouder mee samen werken. Dank.

Harrie Windmüller Algemeen Directeur

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Behaalde resultaten 2015 .................................................................... 4 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6

Inleiding................................................................................................... 5 Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen .................................... 5 Tevreden klanten .....................................................................................20 Leefbare wijken met adequate voorzieningen ...............................................24 Zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis ................................................30 Lerende organisatie met slagkracht ............................................................32

Hoofdstuk 2: Governance en organisatie .................................................................34 2.1 Het besturen van BrabantWonen ................................................................35 2.2 Prestatieafspraken ....................................................................................38 2.3 Invloed van huurders op beleid en werkwijze ...............................................39 2.4 BrabantWonen en BrabantZorg ..................................................................41 2.5 Woningcorporaties ....................................................................................42 2.6 Personeel en Organisatie ...........................................................................42 2.7 Organisatiestructuur .................................................................................43 2.8 Verslag van de Raad van Commissarissen ...................................................45 2.9 Verslag van de Ondernemingsraad .............................................................45 Hoofdstuk 3: Financieel Verslag ..............................................................................61 Hoofdstuk 4: Jaarrekening 2015 .............................................................................73 Bijlagen ............................................................................................................. 161 Bijlage 1: Belanghouders Stichting BrabantWonen .................................................. 162 Bijlage 2: Jaarverslag Klachtencommissie .............................................................. 164 Bijlage 3: Gegevens BrabantWonen ...................................................................... 169

3

Hoofdstuk 1: Behaalde resultaten 2015

4

1.1 Inleiding Welke resultaten hebben we in 2015 behaald? Dat staat centraal in dit hoofdstuk. Uitgangspunt zijn de ondernemingsdoelen uit ons ondernemingsplan. We maken onderscheid tussen:  Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen.  Tevreden klanten.  Leefbare wijken met adequate voorzieningen.  Zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis.  Lerende organisatie met slagkracht. Fusie BrabantWonen met ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 BrabantWonen en BrabantZorg werken samen op het vlak van wonen, zorg en welzijn. Deze samenwerking was onder meer verankerd in een samenwerkingsstructuur, bestaande uit twee stichtingen ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 (hierna aangeduid als ZorgGoedBrabant (2)). De samenwerkingsstructuur van ZorgGoedBrabant (2) was niet langer houdbaar als gevolg van een sterke verhoging van de (fiscale) kosten, een steeds moeizamere verkrijging van financiering voor investeringen en toenemende beperkingen vanuit wet- en regelgeving. Op 30 december 2015 is BrabantWonen, met terugwerkende kracht, gefuseerd met ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2. Fusie BrabantWonen met Stichting Nieuw Berlerode Stichting Nieuw Berlerode is op 1 maart 2006 opgericht met als missie het verzorgen van de huisvesting van ouderen met een zorgbehoefte in de ruimste zin. Nieuw Berlerode was eigenaar van 16 seniorenwoningen in Berlicum. Het bestuur (dat bestond uit vrijwilligers) wilde de zorg en dienstverlening, met de daarbij behorende zorginfrastructuur in Berlicum, veiligstellen voor de bewoners van Berlicum en Middelrode. Hiervoor was het noodzakelijk de continuïteit en de professionaliteit van de organisatie te versterken. Door de samenwerking met BrabantWonen is Nieuw Berlerode verzekerd van lokale verankering en expertise op het gebied van ouderenzorg. BrabantWonen is op 30 december 2015 gefuseerd met Stichting Nieuw Berlerode. Vanwege deze fusies is er geen separaat jaarverslag en jaarrekening voor ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode opgesteld. De relevante gegevens van deze stichtingen zijn verwerkt in het jaarverslag en de jaarrekening van BrabantWonen. 1.2 Voldoende, betaalbare en kwalitatief goede woningen We vinden het belangrijk dat onze klanten prettig wonen. Daarom streven wij naar voldoende betaalbare woningen van goede kwaliteit. We willen deze klantgericht verhuren en onderhouden. Herijking portfoliostrategie BrabantWonen heeft in 2014 de portfoliostrategie herijkt. De vestigingen hebben in 2015 een begin gemaakt met de actualisatie van de wijkwensportefeuilles. Wat zien we in de wijken gebeuren, waar willen we met de wijken naartoe en welke opgave ligt er dan? Met de wijkwensportefeuilles kijken we met meer samenhang naar verbeteringen per buurt en wijk en op die manier geven we invulling aan onze wens om vanuit buurten en wijken te sturen.

5

Portfoliostrategie Zorgvastgoed In samenwerking met BrabantZorg hebben we de portfoliostrategie van het Zorgvastgoed herzien. Via regiogesprekken met locatiemanagers is een eerste toekomstscenario geformuleerd richting 2020 op het gebied van wonen en zorg. Dit scenario toetsten we aan de bestaande huisvesting en de behoefte vanuit de markt. Door de sterke vergrijzing in onze regio zien we een grote behoefte aan woon-zorgvormen richting 2030. Door de veranderende klantwens en zorgbehoefte is transformatie van de bestaande vastgoedportefeuille noodzakelijk. De komende jaren gaan we met deze opgave aan de slag. Het betreft het ombouwen van verzorgingshuizen naar verpleeghuizen en het omzetten van zorgvastgoed naar zelfstandig wonen met zorg via Zorgwonen. Huurbeleid De minister voor Wonen publiceerde op 14 juli 2015 de aanpassingen van het woningwaarderingsstelsel (WWS). Het WWS meet de kwaliteit van een huurwoning aan de hand van punten. Het aantal punten dat een huurwoning heeft, bepaalt de maximale huur van sociale huurwoningen. Het nieuwe puntensysteem voor huurwoningen is ingegaan op 1 oktober 2015. Ons huurbeleid is gebaseerd op de kwaliteit van de woning. Meer kwaliteit betekent een hogere huurprijs. Van de huurprijs behorende bij het puntenaantal, nemen we een percentage om de definitieve huurprijs te berekenen. Door de wijziging van het WWS systeem heeft BrabantWonen dit percentage aangepast om te blijven voldoen aan de uitgangspunten van ons huurbeleid. Uitgangspunten huurbeleid: • We zijn er voor mensen met een laag inkomen. We richten ons op de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor huishoudens met een inkomen van € 34.911,- (prijspeil 2015) of lager. • De kwaliteit van de woning bepaalt de huurprijs. Meer kwaliteit betekent een hogere huurprijs. • Het huurbeleid draagt bij aan een duurzaam verdienmodel van BrabantWonen. • Het huurbeleid is duidelijk, goed te verantwoorden en zonder allerlei uitzonderingen. Passend toewijzen Door de nieuwe wetgeving zijn we verplicht vanaf 1 januari 2016 passend toe te wijzen. Dit houdt in dat aan tenminste 95% van de huishoudens met recht op huurtoeslag, een woning moet worden toegewezen met een huur onder de aftoppingsgrens. In 2015 hebben we uitgewerkt hoe we moeten omgaan met de beperkte bewegingsvrijheid die er is. De beleidskeuze is vervolgens verwerkt in de administratieve systemen zodat we in 2016 passend kunnen toewijzen. Een knelpunt kan ontstaan door eerder gemaakte afspraken in 2015 met huurders die vanwege sloop de woning moeten verlaten. We respecteren deze eerder gemaakte afspraken. Hierdoor wordt mogelijk de marge van 5% toewijzen aan huurtoeslaggerechtigden boven de aftoppingsgrenzen overschreden. We hebben in 2015 voorbereidingen getroffen, afspraken gemaakt over de monitoring in verband met slaagkansen en leegstandsrisico en wijzigingen doorgevoerd zodat we vanaf 1 januari 2016 woningen passend toewijzen.

6

1.2.1 Typering woningvoorraad Per 1 januari 2016 bezit BrabantWonen 18.769 woningen, 42 bedrijfsruimtes, 18 woonwagens/standplaatsen en 1.542 parkeerplaatsen. Ons bezit is als volgt verdeeld:

Bron: Huur; peildatum: 31-12-2015

Zorgwonen Met Zorgwonen richten BrabantWonen en BrabantZorg zich op het zelfstandig wonen in een zorglocatie voor twee segmenten: 1. Senioren die het arbeidsproces hebben verlaten met een (latente) zorgvraag. 2. Oudere senioren met een zorgvraag die nog niet in aanmerking komen voor een intramurale woning. Huurders betalen de huur rechtstreeks aan BrabantWonen en nemen zorgarrangementen af via BrabantZorg. 1.2.2 Betaalbare woningen We bespreken hier zes ontwikkelingen die belangrijk zijn voor de betaalbaarheid van onze woningen:  Huurverhoging.  Huurharmonisatie.  Toewijzingen.  Servicekosten.  Sturen op woonlasten.  Huismeesterkosten. Huurverhoging De jaarlijkse huurverhoging verschilde per inkomensgroep: • Voor huurders met een huishoudinkomen tot € 34.229,- (prijspeil 2013) was de huurverhoging maximaal de inflatiecorrectie van 1%. • Voor huurders met een huishoudinkomen boven € 34.229,- (prijspeil 2013) kon de huur stijgen tot de maximaal redelijke huurprijs. Voor deze groep met middeninkomens gold de streefhuur niet en is de inkomensafhankelijke huurverhoging ingevoerd. Voor huurders met een jaarinkomen tussen € 34.229,en € 43.786,- (prijspeil 2013) was de huurverhoging 3,0%. Bij een jaarinkomen hoger dan € 43.786,- (prijspeil 2013) was dat 5,0%.

7

Ons beleid leidde ertoe dat van 79% van onze woningen de huren met 1% werden verhoogd per 1 juli 2015. Bij 1.361 huurders is de huur in 2015 met 3% en bij 1.761 huurders met 5% verhoogd. In ons huurbeleid is vastgesteld dat bij mutatie van een woning de nieuwe kale huurprijs wordt vastgesteld op de streefhuur. Als de huurprijs van de woning vóór mutatie hoger was dan de streefhuur, verlagen we de huur bij mutatie tot de streefhuur om tot de vastgestelde prijs-kwaliteitsverhouding te komen. In 2015 hebben we de huur van 313 woningen verlaagd. Ook in 2015 hebben we een speciaal aftersales team opgericht om eventuele bezwaren tegen de inkomensafhankelijke huurverhoging te behandelen.

* Betreft woningbezit exclusief intramurale plaatsen, bedrijfsruimtes, woonwagens/standplaatsen, parkeerplaatsen/garages/scootmobielplaatsen en overig bezit

Als we de rekenhuur bekijken, dan is te zien dat gemiddeld 64,3% van ons bezit een huur heeft onder de eerste aftoppingsgrens van de huurtoeslag (€ 576,86) en 81,1% een huur onder de tweede aftoppingsgrens. Huurbeleid en huurverhoging Zorgvastgoed In 2015 is voor de zelfstandige woningen in en aan onze zorglocaties huurbeleid ontwikkeld. Met dit huurbeleid voorkomen we dat mensen met een laag inkomen en een zorgvraag, uit hun vertrouwde omgeving moeten verhuizen omdat er geen betaalbare zorgwoning beschikbaar is. De zorgwoningen moeten betaalbaar blijven voor mensen met een zorgvraag en een kleine portemonnee. Aanpassingen in het huurbeleid waren nodig omdat door overheidsmaatregelen als ‘passend toewijzen’ het huren van een duurdere woning voor mensen met huurtoeslag onmogelijk is. Doordat zorgwoningen in locaties liggen met een groot gemeenschappelijk gebied, ligt de huurprijs regelmatig net wat hoger dan de grens van € 576,87. Om te voorkomen dat mensen met recht op huurtoeslag en een zorgvraag, niet meer in hun eigen gemeente kunnen blijven wonen, komt deze doelgroep in aanmerking voor een korting op de huur. Deze korting geven we voor Zorgwoningen met een huurprijs van maximaal € 663,- per maand. Door het geven van een korting tot maximaal € 77,- worden de meeste zorgwoningen toch bereikbaar voor de lagere inkomens. Dit gaan we in 2016 verder implementeren.

8

Voor onze zorg- en servicewoningen passen we geen inkomensafhankelijke huurverhoging toe. Er zijn in de huurwetgeving voor een groot deel van onze doelgroep voor zorg- en servicewoningen immers uitsluitingscriteria opgenomen: voor mensen met 10,5 uur zorg per week geldt de inkomensafhankelijke huurverhoging niet. Dit is omdat de inkomensafhankelijke huurverhoging is bedoeld om scheefwonen tegen te gaan. Gelet op de specifieke woonvraag gecombineerd met zorg, zijn er voor deze doelgroep veelal geen alternatieven voorhanden, waardoor verhuizen uit een voor zorg geschikte woning onwenselijk is. Huurharmonisatie We volgen een harmonisatiebeleid om de huurprijs meer in overeenstemming te brengen met de kwaliteit en populariteit van onze woningen. Hierbij hebben we oog voor de bereikbaarheid van onze woningen voor onze doelgroep. De minister voor Wonen publiceerde op 14 juli 2015 de aanpassingen van het woningwaarderingsstelsel (WWS). Het WWS meet de kwaliteit van een huurwoning aan de hand van punten. Het aantal punten dat een huurwoning heeft, bepaalt de maximale huur. Het nieuwe puntensysteem voor huurwoningen is ingegaan op 1 oktober 2015. De veranderingen van het WWS zijn doorgerekend voor BrabantWonen. De aanpassingen werken verschillend door bij onze woningen. Gemiddeld daalde de punten van ons bezit hierdoor met 12 punten. BrabantWonen

2013

2014

2015

Huurprijs kaal gemiddeld

€ 489

€ 513

€ 526

Streefhuurprijs gemiddeld

€ 552

€ 566

€ 575

% maximale huurprijs (kale huur t.o.v. max.huur) gemiddeld

59%

60%

68%

Gemiddeld aantal WWS punten

168

168

159

Bron: Huur, peildatum: 31-12-2015

Toewijzingen Voor geheel 2015 geldt dat toegelaten instellingen minimaal 80% van hun woningen met een huurprijs tot en met € 710,68 moeten toewijzen aan huishoudens met een gezamenlijk verzamelinkomen onder € 34.911,-. Tevens mogen we 10% van deze woningen toewijzen aan huishoudens met een inkomen tussen € 34.911,- en € 38.950,-. Maximaal 10% van deze woningen (huurprijs ≤ € 710,68) mogen we toewijzen aan huishoudens met inkomens vanaf € 38.950,-. Toewijzing DAEB-woningen 2015

Inkomen

Inkomen € 34.911,-

Inkomen

≤ € 34.911,-

tot € 38.950,-

> € 38.950,-

% van toewijzingen in ’s-Hertogenbosch

93,1%

0,4%

6,5%

% van toewijzingen in Oss

96,8%

0,0%

3,2%

% van toewijzingen in Maatschappelijk Vastgoed

91,4%

0,0%

8,6%

% van toewijzingen BrabantWonen

94,3%

0,2%

5,5%

Bron: Huur, peildatum: 31-12-2015

9

Servicekosten Voor de woningen in de wooncomplexen brengen wij naast de huur, ook een bedrag in rekening voor de servicekosten. BrabantWonen is verplicht jaarlijks de servicekosten voor 1 juli af te rekenen. Zowel in Oss als in ’s-Hertogenbosch zijn alle afrekeningen tijdig verstuurd. In ’s-Hertogenbosch heeft één bewoner bezwaar gemaakt tegen de afrekening. Dit bezwaar had betrekking op het ontbreken van informatie bij de eindafrekening. Naar aanleiding van dit bezwaar is ervoor gekozen voortaan alle bijlagen mee te sturen. In Oss hebben drie bewoners bezwaar gemaakt, twee bezwaren zijn, naar tevredenheid van de huurders, afgehandeld. Eén bezwaar ligt nog bij de huurcommissie. In 2015 hebben we voor het eerst afgerekend volgens de regels van de warmtewet die sinds 2014 van kracht is. Sturen op woonlasten We zien het aantal huishoudens dat, ondanks een gematigd huurbeleid van de Bossche corporaties, financieel de eindjes maar met moeite aan elkaar kan knopen de komende jaren flink toeneemt. In het Woonlastenakkoord in ‘s-Hertogenbosch staat de vraag centraal hoe we, ondanks de stijgende woonlastendruk, huishoudens meer mogelijkheden kunnen aanreiken om hun woonquote gunstig te beïnvloeden en mee te blijven doen aan de samenleving. Daartoe zoeken we steeds meer partijen op om een bijdrage te leveren in de vorm van een woonlastenagenda. In 2015 heeft er een aantal activiteiten plaatsgevonden die bijdraagt aan het beheersen van woonlasten voor onze huurders. Daarnaast is er een praktijknetwerk in het leven geroepen van professionals die dagelijks werken met bewoners die moeite hebben om hun woonlasten te betalen. We organiseerden begin januari de Week van de Betaalbaarheid. Gedurende deze week werkten we op de vestiging ’s-Hertogenbosch aan bewustwording omtrent het vraagstuk door het organiseren van een kleidingruil, een kennisquiz over energieverbruik, de uitdaging om zelf een week op bijstandsniveau te leven en de presentatie van de projecten die elke afdeling levert aan de woonlastenagenda. Ook hebben er stedelijk voorlichtingsbijeenkomsten plaatsgevonden waar bewoners tips kregen hoe ze kunnen besparen op hun woonlasten. Een van de uitwerkingen van het Manifest in Oss betreft het voornemen om samen met de gemeente en bewonersvertegenwoordiging de woonlastenaanpak vorm te geven. Dit is in 2015 aangekondigd en staat in 2016 op de agenda. Huismeesterkosten Een huismeester heeft een toegevoegde waarde voor zowel de huurders als onze eigen organisatie. Beide hebben er belang bij dat een complex netjes wordt onderhouden en dat de leefregels worden nageleefd. In 2015 werd het besluit genomen in al onze complexen een huismeester in te zetten en deze kosten per complex gelijk te trekken. Vanaf januari 2016 starten we met het complexgewijs aanschrijven van huurders, die nu niet betalen voor de huismeester, om hiervoor 70% goedkeuring te krijgen. Vanaf 1 januari 2016 verlagen we de bijdrage voor de huurders die nu meer dan € 2,50 betalen, naar € 2,50. 1.2.3 Kwalitatief goede woningen We zorgen voor goede woningen en nemen maatregelen om de duurzaamheid van woningen te verbeteren. Dit levert wooncomfort op, het bespaart woonlasten en het levert milieuvoordelen op. Natuurlijk zorgen we ook voor onderhoud. Als het niet anders kan, slopen we woningen en vervangen deze door nieuwbouw.

10

Duurzaamheid Op basis van onze duurzaamheidsvisie hebben we in 2015 projecten aangewezen, zodat we de komende jaren structureel aan onze duurzaamheidsdoelstellingen kunnen werken. We volgen drie lijnen:  Verduurzaming van ons bezit.  Bewustwording van onze huurders.  Verduurzaming van onze eigen organisatie. Eén van de manieren om woningen duurzamer te maken is bij renovatie in te zetten op energiebesparende maatregelen. Op die manier verbetert de energieprestatie van de woning en krijgt de woning een beter energielabel. Door onze manier van renoveren gaan onze woningen er 1 tot 4 'labelsprongen' op vooruit. Isolerende maatregelen komen bovenop het bestaande renovatieprogramma, waarin we uitgaan van duurzaam materiaalgebruik, waterbesparende toiletspoelingen en douchekoppen, het plaatsen van HR-combiketels, enzovoorts. Duurzaam is ook dat we zoveel mogelijk voorkomen dat we bruikbaar materiaal weggooien. Zo kiezen we bij het (deels) vervangen van houten kozijnen voor duurzaam geproduceerd hout. Onderstaande (bijzondere) projecten willen we niet onbenoemd laten in het kader van duurzaamheid:  In 2015 hebben we zonnepanelen aan het complex Noordwal ’s-Hertogenbosch geplaatst om de woonlasten (minder servicekosten) voor onze klanten te verlagen. Dit betekent een besparing van minimaal 50% aan elektrakosten.  In 2015 zijn we gestart met het toepassen van led-verlichting en zonnepanelen op complexen waar het algemeen verbruik elektra per VHE het hoogst was. Als pilot hebben we gekozen voor complex Argentum in ’s-Hertogenbosch (48 VHE’s) waarbij het streven is kosten van de elektra per VHE terug te brengen naar 0. Begin juli 2015 ondertekende BrabantWonen de Brabantse Deal Nul-Op-de-Meter (NOM). Met deze deelname dragen wij bij aan de landelijke ambitie van een volledig energieneutrale woningvoorraad (huur en koop) in 2050. Daarvoor moeten 800.000 bestaande woningen in de provincie Noord-Brabant worden aangepakt. BrabantWonen onderzoekt haar bezit op mogelijke projecten in Oss en ’s-Hertogenbosch. Parallel hieraan zijn we bezig met de pilot ‘Vernieuwbouw’ waarbij we volgens het principe ‘leren door te doen’ op kleine schaal aan de slag gaan om ervaring op te doen met duurzaam renoveren. Er is een intensief traject gestart met bouwbedrijf Heijmans om gezamenlijk een renovatieconcept te ontwikkelen. Hierbij wordt de kennis van beide partijen optimaal benut om te komen tot een concept waarbij het plug-and-play principe verder wordt uitgewerkt tot een modulair renovatieconcept. Dit plan doet niet onder voor een nieuwbouwwoning aangezien we ervan uitgaan dat we voor 40 jaar doorexploiteren. Omdat technische innovaties snel gaan, kan een stapsgewijze aanpak bijdragen aan slim investeren. Ook kan meer ingespeeld worden op klantwensen met betrekking tot duurzaamheid: van alleen vloer of dakisolatie tot uiteindelijk een volledige Nul-Op de Meter woning. Duurzaam zorgvastgoed In 2015 hebben we voor ons zorgvastgoed samen met BrabantZorg onze gezamenlijke ambities verkend. Tot nu toe hadden BrabantZorg en BrabantWonen beide duurzaamheid hoog in het vaandel, maar ieder vanuit hun eigen invalshoek. In 2015 hebben we gezamenlijke bouwstenen voor ons zorgvastgoed gedefinieerd. De bouwstenen die we in 2016 concretiseren betreffen:  Afval en de circulaire economie We zijn te gast op onze aarde: in een gesloten systeem streven we naar volledig hergebruik en nieuwe levenscycli van producten en materialen.  Schone en beperkte energievraag We streven naar energie uit hernieuwbare bronnen. Ook dit past in de filosofie als gast op de wereld: we maken niets op wat niet opnieuw opgewekt kan worden. 11





Positieve gezondheid en gebouwkwaliteit We richten ons op de versterking van de cliënt/bewoner en het sociaal netwerk om hem of haar heen. Gezondheid is in dit verband het vermogen je aan te passen en zelf regie te voeren in het licht van fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven. Dit gedachtegoed willen we toepassen in onze gebouwen, de omgeving, interne logistiek en technische ondersteuning die we creëren. Duurzame verbondenheid met lokale gemeenschappen Gezamenlijk willen we lokaal verankerd zijn en werken vanuit de gemeenschap. We kiezen voor oplossingen die gekoppeld zijn aan de betrokkenheid van de lokale gemeenschappen. Vernieuwing ontstaat immers steeds minder aan de bestuurstafel, maar in dialoog met klanten en de gemeenschap zelf.

In 2016 starten we verschillende projecten om invulling te geven aan de vier bouwstenen. Onderhoud Voor het onderhoud aan ons woningbestand hebben we technische kwaliteitseisen vastgelegd. We voeren op verschillende manieren onderhoud uit. Dagelijks onderhoud Hierbij gaat het om onderhoudswerkzaamheden als gevolg van reparatieverzoeken en door verhuizingen (mutaties). Onderstaande aanpassingen zijn doorgevoerd:  Na afronden van de pilot Magazijnbevoorrading worden inmiddels de bussen van de vakmannen in ‘s-Hertogenbosch automatisch bevoorraad. Hierdoor besparen we kosten voor factuurverwerking en tijd van vakmannen die niet meer naar Oss hoeven te rijden voor nieuwe voorraad.  Als gevolg van een interne wijziging in de opzichtersfunctie hebben we onze afspraken met de vaste aannemers voor mutatiewerkzaamheden herzien. Ook brengen we het aantal aannemers terug van 4 naar 2. Deze wijzigingen zullen in 2016 verder worden doorgevoerd. Mutatieonderhoud servicewoningen of zorgkamers Ons zorgvastgoed muteert sneller dan een reguliere woning. Hierdoor hebben we veel mutaties in onze zorgcomplexen, waarbij we kleine gebreken herstellen. We streven ernaar de periode dat een woning leeg staat, zo kort mogelijk te houden. In 2015 is het ons gelukt de doorlooptijd te verkorten van 10,2 naar 9,3 dagen. Serviceonderhoud Ten opzichte van vorig jaar is het aantal serviceabonnementen gestegen. Eind 2015 hadden we in Oss 6.306 serviceabonnementen lopen, in ’s-Hertogenbosch 5.577. Dat zijn er voor Oss 94 meer dan vorig jaar en voor ’s-Hertogenbosch 12. Daarnaast hebben we, binnen ons zorgvastgoed, eind 2015 813 serviceabonnementen. Dit zijn er 96 meer dan vorig jaar. Preventief onderhoud, groot onderhoud en renovatie In ’s-Hertogenbosch renoveerden we in 2015 227 woningen. In Oss hebben we 268 woningen opgeknapt, dit is beide nagenoeg conform de prognose. Het gaat om renovatiewerkzaamheden aan de binnen- en buitenzijde van de woning. In elke woning voeren we (een combinatie van) energiebesparende maatregelen uit, zoals zolder-, gevel- en/of glasisolatie. Onze renovatieprojecten hebben ook een sociale component. Onze woonconsulenten en wijkbeheerders hebben oog en oor voor de persoonlijke situatie van onze huurders. Daarnaast voerden we de reguliere onderhoudsprojecten uit, zoals het vervangen van cv-ketels, keukenblokken en dakbedekking. In 2015 zijn we in ‘s-Hertogenbosch gestart met een pilot om met behulp van Woonconnect een renovatieopgave uit te voeren. Woonconnect is ingezet om het traject

12

vanaf opname, oftewel enquête, tot en met beheer in onze digitale systemen te verwerken en de opgave daarmee te ondersteunen. In 2015 heeft dit mede geleid tot een mooie en goed gelopen renovatieopgave. In 2016 wordt deze systematiek verder ingezet om zo onze gegevens makkelijker, efficiënter en dus kostenbesparender voor iedereen voor handen te hebben. Asbestbesmetting In april 2015 is een asbestbesmetting geconstateerd bij een aantal bergingen in de wijk Deuteren. Hier heeft BrabantWonen adequaat op gereageerd. De asbest is verwijderd en bij een aantal bergingen zijn de daken ingepakt, zodat er geen nieuwe asbest vrijkomt. Door de wijze van communiceren is voorkomen dat er onrust ontstaat in de wijk. Eind 2015 zijn de besmette bergingen vervangen door nieuwe bergingen. Brandveiligheid zorg- en verpleeglocaties Als gevolg van landelijke incidenten staat de brandveilige situatie binnen zorginstellingen momenteel hoog op de agenda. Gemeentes handhaven hier scherp op. Samen met BrabantZorg hebben we onze locaties beoordeeld en een prioriteringslijst opgesteld. In 2015 hebben we 11 locaties aangepast om te voldoen aan de huidige eisen. In 2016 loopt dit project verder door. Stepsubsidie In 2015 zijn meerdere projecten gerenoveerd waarvoor in een eerdere fase stepsubsidies (ter grootte van ongeveer € 1 miljoen) zijn aangevraagd. Begin 2015 is door de overheid, vanwege frauduleuze praktijken binnen diverse woningcorporaties, aangespoord op het intrekken van de lopende subsidieaanvragen. Uiteindelijk is van de € 140 miljoen, € 80 miljoen teruggetrokken. In overleg met het bestuur heeft BrabantWonen de adviezen om deze subsidies in te trekken, naast zich neergelegd en besloten hiervoor dossieropbouw te creëren. Dit heeft uiteindelijk geleid tot het toekennen van de ingediende aanvragen van ongeveer € 1 miljoen. Deze subsidiegelden zullen na indienen van de uiteindelijk behaalde Step (gerealiseerd Energielabel) in 2017 worden verzilverd. Glasfonds BrabantWonen werkt met een glasfonds. Dit is geen verzekering, maar een overname van de onderhoudsplicht die bij de huurder ligt. Deelnemers aan het fonds storten periodiek een bijdrage. Deelname aan het glasfonds is niet verplicht. In 2015 hebben we een QuickScan uitgevoerd naar een alternatief voor het glasfonds voor de huurder. Hieruit kwam naar voren dat uitbreiding van de inboedelverzekering met een dubbelglasverzekering een aanzienlijke hogere premie oplevert dan via het glasfonds (+/- € 30,- per jaar). Vaak is er bij een dergelijke verzekering ook sprake van een eigen risico. Naar aanleiding van deze QuickScan hebben we besloten het glasfonds te continueren. In de afgelopen jaren bleek het fonds sterk te groeien: er waren meer inkomsten dan uitgaven. Daarom hebben we besloten, per 1 juli 2015, voor alle appartementen en eengezinswoningen de bijdrage aan het glasfonds te verlagen naar € 0,25 per maand. Ieder jaar bekijken we het verloop van het fonds. Op basis hiervan bepalen we de bijdrage.

13

Het glasfonds in cijfers: Voorziening per 31-12-2014

€ 806.000,-

Bijdrage huurders 2015

€ 68.000,-

Kosten 2015

- € 132.000,-

Voorziening per 31-12-2015

€ 742.000,-

Gemiddelde kosten laatste 3 jaar

€ 140.000,-

De voorziening is per saldo met € 64.000,- afgenomen. In het eerste halfjaar van 2015 bedroeg de maandelijkse bijdrage nog € 0,50. Deze is per 1 juli 2015 verlaagd naar € 0,25. Deze bijdrage handhaven we in 2016. Naar verwachting zal dan de voorziening over 2016 met ruim € 90.000,- verder afnemen. Sloop In Oss hebben we in 2015 geen woningen gesloopt. In ’s-Hertogenbosch zijn meerdere herstructureringsgebieden waar onder andere sloop en nieuwbouw wordt toegepast. In 2015 hebben we 57 woningen van vlek 18 in Boschveld gesloopt en zijn de voorbereidingen getroffen voor het slopen van andere complexen.

Gesloopte woningen

2011

2012

2013

2014

2015

240

0

61

80

57

Bron: data vestigingen

1.2.4 Voldoende passende woningen Wij willen bijdragen aan meer beweging op de woningmarkt. Dat doen we door woningen nieuw te bouwen, al dan niet via herstructurering, via aan- of verkoop van vastgoed en door woningen te exploiteren. We maken daarbij keuzes zodat we ook op de lange termijn voor voldoende goede en betaalbare woningen voor onze huurders kunnen zorgen. Woonruimteverdeling In 2014 zijn in ’s-Hertogenbosch stedelijk afspraken gemaakt over de herijking van de woonruimteverdeling. Het verhogen van slaagkansen voor de primaire doelgroep, jongeren en huishoudens die kort ingeschreven staan, waren daarbij het vertrekpunt. Het veranderen van de huurinkomenstabel waardoor lagere inkomensgroepen meer keuze kregen en het verhogen van de lotingmodule, zijn de belangrijkste wijzigingen die in dat jaar zijn ingevoerd. In 2015 volgden we de effecten van deze wijzigingen op de voet. Op gebruikers- en bestuurlijk niveau heeft twee keer een evaluatie plaatsgevonden waarna wederom verbeteringen zijn doorgevoerd. Uit deze evaluatie is gebleken dat het aantal ‘no shows’, bij zowel aangeboden woningen via de lotingmodule als via het aanbodmodel, oploopt. Bestuurlijk is afgesproken dat we dit gaan sanctioneren. Binnen de werkwijze van WoonService, het loket waarbinnen de corporaties in ’s-Hertogenbosch de vrijkomende sociale huurwoningen aanbieden, zijn twee belangrijke wijzigingen doorgevoerd. Allereerst is WoonService verzelfstandigd: per 1 juli 2015 is een aparte coöperatie opgericht waarvan de corporaties en het Stedelijk Huurders Platform (SHP) de leden zijn. Deze entiteit voert het woonruimteverdeelbeleid uit. Daarnaast wordt het woningaanbod sinds 1 juli voor 100% digitaal aangeboden. Naast de begeleiding en communicatie binnen dit proces richting woningzoekenden, is op aandringen van het SHP aanvullend flankerend beleid gevoerd met de focus op huishoudens die geen gebruik maken van internet, de zogenaamde ‘internietters’. De corporaties hebben geen signalen gekregen dat door de digitalisering voor een grote 14

groep huurders de toegang tot het woningaanbod is geblokkeerd. Desalniettemin houden we extra aandacht voor de groep ‘internietters’. In 2015 heeft BrabantWonen in Oss een evaluatie uitgevoerd van haar huidige woonruimteverdeling. In dit onderzoek hebben we de huidige regelgeving bekeken, sterktes en zwaktes benoemd, de klantwens in beeld gebracht en goed naar de nieuwe wetgeving gekeken. Voor het in beeld brengen van de klantwens hebben 650 huurders een uitgebreide enquête ingevuld, hebben we een klantenpanel met huurders georganiseerd en hebben we meerdere interviews gehouden met belanghouders (o.a. huurdersbelangenvereniging en maatschappelijke instellingen). Op basis van deze evaluatie worden in 2016 voorstellen gedaan. De woningmarkt in Oss en 's-Hertogenbosch staat nog steeds onder druk. Er is meer vraag naar dan aanbod van huurwoningen. De verkoop van woningen is in 2015 wel aangetrokken. In Oss steeg het aantal woningzoekenden ten opzichte van 2014 met 7%, in ’s-Hertogenbosch met 4%. In 2015 waren in Oss 2.827 mensen actief op zoek naar een woning, een daling van 11% ten opzichte van 2014. Daar stond tegenover dat er 650 vrijkomende woningen te huur stonden. In ’s-Hertogenbosch hebben in 2015 9.700 woningzoekenden minimaal 1x gereageerd op een woning. Dit is een stijging van 1% ten opzichte van 2014. 7.335 woningzoekenden hebben minimaal 3x gereageerd. Dit is een stijging van 7% ten opzichte van 2014. 2013 Mutaties

Mutatiegraad

2014

2015

Mutaties Mutatiegraad

Mutaties Mutatiegraad

Oss

497

6,6%

539

7,1%

633

8,4%

‘s-Hertogenbosch

910

12,2%

783

10,5%

829

11,2%

Maatschappelijk Vastgoed

174

22%

241

19%

316

22%

1.407

9,4%

1.322

8,8%

1.674

10,6%

Totaal

Bron: Huur, peildatum: 31-12-2015

We verwelkomden in Oss in ruim 630 woningen nieuwe bewoners, dit is inclusief oplevering nieuwbouw. Exclusief de verhuur van nieuwbouw staat de mutatiegraad op 7,1%. De mutatiegraad is gestegen ten opzichte van 2014. Dit komt doordat we meer nieuwbouw hebben opgeleverd dan in 2014. We leverden in Oss in het verslagjaar 138 nieuwbouwwoningen op. In ’s-Hertogenbosch stijgt de mutatiegraad. Dit komt voornamelijk doordat we ten opzichte van 2014 meer nieuwbouw hebben opgeleverd. Exclusief verhuur van nieuwbouw is de mutatiegraad 9,2% (665 mutaties). In 2014 was dit percentage 8,9% (651 mutaties). Vanaf dit jaar geven we ook de mutaties en mutatiegraad van Maatschappelijk Vastgoed weer. We verwelkomden bij Maatschappelijk Vastgoed in ruim 200 service- en zorgwoningen nieuwe bewoners.

15

Woonruimteverdeling servicewoningen Voor de woonruimteverdeling van servicewoningen gelden de uitgangspunten: keuzevrijheid, verantwoordelijkheid bij de klant, transparantie en eenvoud. De procedure voor de verhuur van onze servicewoningen sluit aan bij het bestaande aanbodmodel dat BrabantWonen in Oss hanteert. Voor de woningenzoekenden van servicewoningen hebben we de verplichting van een zorgindicatie losgelaten en de leeftijdsgrens op 55+ gezet. Hierdoor zijn de woningen voor meer woningzoekenden beschikbaar. Dit heeft geresulteerd in 155 toewijzingen van 55+’ers. Slaagkansen doelgroepen BrabantWonen streeft naar gelijke slaagkansen voor de doelgroepen van beleid. Met partners monitoren we structureel ontwikkelingen rondom de slaagkansen van enkele specifieke doelgroepen van de woningmarkt. In het bestuurlijk overleg tussen de gemeente ‘s-Hertogenbosch, het SHP en de woningcorporaties, is in 2015 veel gesproken over het sturen op slaagkansen voor de verschillende doelgroepen van beleid. Welke groepen huishoudens komen in de knel op de woningmarkt en hoe kunnen we de kansen van deze groepen verbeteren? We werkten daartoe onder andere aan de voorbereiding van een Sociaal Woonakkoord waarbij gelijke slaagkansen een uitgangspunt is: we bereiden afspraken voor waardoor we meer gaan sturen op de gewenste ontwikkeling, kwantitatief en kwalitatief, van de Bossche sociale woningvoorraad. In ’s-Hertogenbosch is de woonruimteverdeling gemoderniseerd. Er zijn meer woningen via loting beschikbaar om de slaagkansen van kort ingeschreven woningzoekenden en 'spoedzoekers' te vergroten. In 2015 is afgesproken het aantal woningen, die via loting worden aangeboden, te verhogen van 10 naar 25% om zo de slaagkans van verschillende doelgroepen te verhogen. Hierdoor hebben spoedzoekers en snelzoekers meer kans gekregen op een sociale huurwoning. Mensen met een huishoudinkomen boven € 34.911,- kunnen alleen reageren op huurwoningen met een kale huurprijs vanaf € 710,68. Ook hebben we samen met onze partners in ’s-Hertogenbosch de urgentieregeling tegen het licht gehouden. Vanaf 2015 hebben we meer maatwerk geboden, bijvoorbeeld bij de woningtoewijzing bij urgentie. Woningzoekenden met een urgentiestatus hebben vanaf medio 2015 eenmalig een passend aanbod van een van de corporaties, buiten WoonService om gekregen. Dit zijn de verhuurcijfers van recente jaren*: 2013

Jaar Vestiging Oss / ’s-Hertogenbosch (DB) / Zorgvastgoed (ZV) Statushouders

2014

2015

Oss

DB

Oss

DB

Oss

DB

ZV

33

14

62

26

77

36

-

14

15

40

42

36

43

3

-

56

-

29

-

23

-

47

85

102

97

113

106

3

Sociaal en medisch geïndiceerde / uitstroom maatschappelijke opvang / prestatieafspraken diverse instellingen Sloopurgenten Totaal

Peildatum: 31-12-2015 *In bovenstaande tabel is geen rekening gehouden met de gezinssamenstelling. Genoemde aantallen gaan uit van verhuring aan één persoon.

16

Jongeren/Studenten BrabantWonen is in ’s-Hertogenbosch de grootste studentenhuisvester met circa 500 wooneenheden. Niet alleen de Nederlandse student, maar ook de buitenlandse student die tijdelijk in Nederland studeert, vindt via ons woonruimte. Daarvoor hebben wij een samenwerkingsovereenkomst met Avans en HAS Hogescholen afgesloten. In 2015 hebben we 10 kamers ter beschikking gesteld aan buitenlandse studenten van de HAS en 24 kamers aan buitenlandse studenten van Avans. Huisvesting statushouders In 2015 is het aantal asielzoekers explosief toegenomen. Vrijwel dagelijks horen we hierover berichten in de media. Een asielzoeker die de asielprocedure heeft doorlopen en daarvoor in aanmerking komt, ontvangt een verblijfsvergunning en wordt van asielzoeker vergunninghouder. Hiermee krijgt hij recht op huisvesting in een aangewezen gemeente. Gemeenten hebben de verplichting aan deze taakstelling te voldoen. De taakstelling is gebaseerd op het aantal inwoners per gemeente en wordt elk halfjaar door het ministerie vastgesteld. BrabantWonen wil, samen met de gemeente, aan de taakstelling voldoen. Meer dan 28.000 vluchtelingen met een verblijfsvergunning kregen in 2015 een woning toegewezen in Nederland. Gemeenten en corporaties voldeden daarmee in belangrijke mate aan de taakstelling. ‘s-Hertogenbosch In 2015 hebben we 36 woningen aangeboden aan statushouders. We hebben hiermee aan de taakstelling voldaan. Voor ’s-Hertogenbosch geldt dat de corporaties voor 2016 ongeveer 400 personen moeten huisvesten. Dit betreft ongeveer 195 woningen. Het grootste deel van de te huisvesten vergunninghouders zijn eenpersoonshuishoudens en deels ook nog onder 23 jaar. Oss De taakstelling voor het huisvesten van statushouders in Oss is de afgelopen jaren sterk toegenomen. In 2013 bedroeg de taakstelling 69 personen. In 2015 hebben we 77 personen gehuisvest. We hebben hiermee aan de taakstelling voldaan. De verwachting is dat de corporaties in Oss voor 2016 ongeveer 300 statushouders moeten huisvesten. Daaronder zijn ook de alleenstaande minderjarige statushouders inbegrepen. Nieuwbouw We willen ons bezit ook op de lange termijn aan laten sluiten bij de behoefte van onze klanten. Dat kan door het woningbestand aan te passen aan de te verwachte aard en omvang van onze (toekomstige) klanten en hun veranderende wensen. Met een gewenst transformatietempo (2,5%) blijven we financieel robuust en houden we onze portfolio actueel. Met nieuwbouw voegen we nieuwe woningen toe aan onze woningvoorraad of vervangen we verouderd bezit. Opgeleverd en in gebruik genomen We leverden afgelopen jaar 302 woningen op en hebben 41 kavels verkocht voor de bouw van koopwoningen. In totaal hebben we in ‘s-Hertogenbosch 164 woningen opgeleverd. We hadden verwacht in 2015 176 huurwoningen op te leveren. 12 woningen in Orthen-Links worden nu, naar verwachting, medio 2016 opgeleverd. In ’s-Hertogenbosch hebben we 37 woningen in Boschveld opgeleverd. In Orthen-Links hebben we in de eerste fase van de wijkvernieuwing 50 appartementen gebouwd en opgeleverd. Aan de Onderwijsboulevard zijn 48 appartementen opgeleverd en in Eikendonk 29 huurwoningen, 8 kavels ten behoeve verkoopwoningen en 1 bedrijfsruimte (koop). Daarmee is het herstructureringsproces van de buurt afgerond. De afgelopen jaren zijn in Eikendonk totaal 117 huurwoningen aan onze woningvoorraad toegevoegd. Daarnaast verkochten we 10 kavels ten behoeve van koopwoningen in de Meerendonk.

17

We hebben in Oss 88 appartementen op Park Zwanenberg opgeleverd. Het project Goudhof is met de oplevering van 25 appartementen afgerond. Ook werd het project Kasteelseplaats in Ravenstein opgeleverd met 15 appartementen en een ontmoetingsruimte voor BrabantZorg. In het 4e kwartaal werden de eerste 10, van in totaal 35, grondgebonden woningen in project de Hoef in Heesch opgeleverd. Ook zijn er 23 kavels op Park Zwanenberg verkocht ten behoeve van koopwoningen. Daarnaast hebben we ook nog 2.361 m2 maatschappelijk vastgoed opgeleverd in Oss. In Park Zwanenberg is het Gezondheidscentrum opgeleverd. In het hoekgebouw is een tandarts gevestigd. Huur Gemeente Schijndel Sint Michielsgestel Oss s-Hertogenbosch Totaal

2013 Koop

2014 Koop

Huur

0 40 0 218 258

0 0 0 18 18

2015 Koop

Huur

28 22 47 83 180

0 0 0 21 21

0 0 138 164 302

0 0 23 18 41

In aanbouw In 2015 hadden we 488 woningen, 45 kavels, 1 commerciële ruimte en 4.823 m2 maatschappelijk vastgoed in aanbouw. Projecten BrabantWonen in aanbouw 2015

Gemeente

Project

Aantal woningen Niet DAEB DAEB

Kavels

Oss

Boschveld fase 2 vlek 19 Meerendonk Cv De Slinger Meerendonk Seniorenplus Onderwijsboulevard Orthen Links fase 0 Eikendonk Fase 2 Eikendonk Fase 2 Eikendonk Fase 2 Admiraliteitslaan Bernhoven CV Park Zwanenberg

Oss Oss

Park Zwanenberg Park Zwanenberg

88 48

Oss

Kasteelseplaats Ravenstein

12

3

Oss Bernheze Bernheze Totaal

Goudhof De Hoef De Erven

21 35 14 472

4

s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch

s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch s-Hertogenbosch

32

Commerciële ruimte Niet DAEB

M2 maatM2 maatschappelijk schappelijk vastgoed vastgoed (BVO) (BVO) DAEB

4

55 8 1

63 27

648

16

75

Grondgebonden woningen

2015

Kavels in aanbouw door derden

2015

Huurappartementen Huurappartementen Huurappartementen Grondgebonden woningen Kavels in aanbouw door derden Verkoop commerciële ruimte Huurappartementen

2016 2015 2015 2015 2015 2015 2015

Kavels in aanbouw door derden 2016 Huurappartementen 538 Commerciële ruimte 2015 3.507 PG eenheden en gezondheidscentrum 2015/2016 Huurappartementen Maatschappelijk vastgoed 2015 Huurappartementen Grondgebonden woningen Grondgebonden woningen

45

1

Oplevering

Niet DAEB

5 10

32 48 50 29

Type

778

2015 2015/2016 2016

4.045

Verkoop en aankoop Sinds medio 2013 bieden we voor verkoop aangewezen woningen aan de zittende huurders aan. Een onafhankelijk bedrijf keurt deze woningen. Zo heeft de koper objectief inzicht in: schoon, heel en veilig en met een goed casco. Huurders kunnen aan de hand van het keuringsrapport een onderhoudsplan maken. Als een huurder de woning niet wil kopen, wordt de aangewezen woning na huuropzeggingen verkocht. Onze prognose was dat we in 2015 circa 90 woningen zouden verkopen. Uiteindelijk hebben we 15 woningen verkocht aan zittende huurders en 57 woningen bij mutatie. We hebben 1 voormalige koopgarant woning verkocht zonder koopgarantconstructie en we hebben 6 woningen verkocht door middel van CPO (Collectief Particulier Opdrachtgeverschap) aan de Bossche Pad als kluswoningen. Daarnaast hebben we 20 woningen verkocht volgens de koopgarantconstructie. Binnen de zorglocatie in Grave hebben we koopwoningen gerealiseerd. Door de slechtere markt zijn deze woningen in eerste instantie verhuurd. Bij huuropzegging worden ze wederom aan de koopmarkt aangeboden. In 2015 zijn hierdoor 4 woningen verkocht.

18

De verkoopmarkt in ’s-Hertogenbosch is zichtbaar verbeterd. Wij zien dat mutatiewoningen steeds sneller verkopen. Onze inschatting is dat dit mede komt door de aandacht die we aan de woning geven: het verkoop-klaar maken, een bouwkundige keuring en vaak ook een open dag. Daarnaast is de rente laag en groeit het vertrouwen in de economie. Ook speelt mee dat de totale markt in ’s-Hertogenbosch verbeterd is in 2015. De verkoopmarkt in Oss is nog altijd niet hersteld tot het niveau van voor de economische crisis. Er is een verbetering zichtbaar (woningen staan korter te koop), maar van een verkopersmarkt is nog geen sprake. BrabantWonen

2013

2014

2015

35*

113*

83*

Verkochte woningen met KoopGarant

17

18

20

Aangekochte woningen

19

10**

26**

Verkochte woningen bestaand bezit

* cijfers betreffen alle getransporteerde woningen minus KoopGarant. ** woningen die we onder KoopGarant terugkochten.

Herbestemmingen zorgvastgoed Vanuit de portfoliostrategie is het ombouwen van verzorgingshuiszorg naar verpleeghuiszorg een van de belangrijke veranderingen. In 2015 heeft dit geresulteerd in twee concrete projecten die zijn opgeleverd. De Wilberthof, Berghem Deze locatie is gerenoveerd en geschikt gemaakt voor mensen met een zwaardere zorgvraag (verpleeghuiszorg). Met de grootschalige ingrepen wordt, ondanks de verzwaring, verbinding met het dorp behouden. De hoofdingang is verplaatst zodat deze centraler ligt in het centrum van het dorp. Martinushuis, Nuland Vanwege de vergrijzing en bijbehorende toename van zorgbehoevenden, is besloten Martinushuis geschikt te maken voor mensen met een zwaardere zorgvraag. Door maaltijdverstrekking voor bewoners uit de omliggende wijken te organiseren, dragen we tevens bij aan het langer zelfstandig thuiswonen in de omgeving. 1.2.5 Regio Projecten in de regio die voor ons relatief klein zijn, hebben vaak een groot effect op de lokale gemeenschap. Bijvoorbeeld omdat we na jaren 'stilstand' sociale huurwoningen bouwen in een dorp. Het toevoegen van een beperkt aantal woningen in kleine kernen en dorpen kan een grote meerwaarde betekenen voor de lokale gemeenschap. Jongeren kunnen bijvoorbeeld in het dorp blijven wonen en ouderen kunnen in de kern blijven waar ze altijd gewoond hebben. We hebben inmiddels enkele jaren ervaring opgedaan in het realiseren van vastgoed in de regio. Binnen ons werkgebied liggen veel kernen en veel ontwikkelingsvragen die naar ons toekomen. In 2014 hebben we een afwegingskader gemaakt en criteria opgesteld die ons moet helpen om scherper en gerichter keuzes te kunnen maken. In 2015 hebben we dit kader vastgesteld. We hebben met de gemeente Sint Michielsgestel en de corporaties Kleine Meierij en Huis & Erf een samenwerkingsovereenkomst afgesloten voor de periode 2014-2018. Deze samenwerkingsovereenkomst hebben we in 2015 geëvalueerd. Met de gemeente Heusden wordt, met name voor de kern Vlijmen, een aantal maal per jaar overleg gevoerd om te zien waar we van toegevoegde waarde kunnen en willen zijn. In Heesch (gemeente Bernheze) bouwen we 35 woningen in project De Hoef en 14 woningen in project De Erven. De bouw is gestart in het 1e kwartaal 2015. De eerste 10 woningen in project de Hoef zijn eind 2015 opgeleverd. Met de gemeente Bernheze

19

hebben we afspraken gemaakt om naar verdere mogelijkheden voor nieuwbouw te kijken. Zowel in De Hoef als in De Erven is nog een behoorlijk potentieel. Ook in de andere kernen binnen Bernheze liggen nog mogelijkheden. In Schaijk (gemeente landerd) zijn we in gesprek met een projectontwikkelaar over het mogelijk realiseren van 30 tot 40 appartementen in het nieuwe centrumplan. In 2015 heeft de gemeente Landerd het plan voor het centrum uitgewerkt en geaccordeerd. In 2016 wordt het overleg over de realisatie van de appartementen vervolgd en wordt besluitvorming verwacht. 1.3 Tevreden klanten Om onze klanttevredenheid te vergroten, verbeterden we de afgelopen jaren al een aantal van onze primaire processen. Vanaf 2015 hebben onze klanten door het klantenportaal de mogelijkheid om hun eigen gegevens te beheren. Dit brengt ons weer een stap dichter bij het verwezenlijken van een klantgestuurde onderneming. Maar ook in de manier hoe we met klanten omgaan zien we verbetermogelijkheden. Een klant wil zich serieus genomen voelen. In Oss zijn we een traject gestart met de naam ‘Samenwerken voor een tevreden klant’. We richten ons op het verbeteren van klantgerichtheid én de interne samenwerking. In 2015 zijn we op iedere afdeling gaan kijken wat ieder hier zelf aan kon bijdragen. Acties zijn hiervoor uitgevoerd. In 2016 krijgt dit project een vervolg. In de vestiging ’s-Hertogenbosch zijn we processen verder aan het optimaliseren. We gebruiken hier de leanmethodiek voor: we stellen het toevoegen van klantwaarde centraal en elimineren verspilling. We doen dit onder begeleiding van een externe leancoach. Diverse afdelingen en de rayonteams beginnen de week tegenwoordig met een dag- of weekstart met prestatieborden. Afgelopen jaar hebben we gewerkt aan en mooie resultaten behaald bij onderstaande onderwerpen:  Dagelijks adverteren inclusief het plaatsen van plattegronden.  Aansluitende verhuur is verbeterd.  Afrekening servicekosten 2015 efficiënter laten verlopen. In 2016 willen we lean gebruiken bij het project ‘Overdracht nieuwbouw richting de vestiging’. 1.3.1 Klanttevredenheid meten We monitoren de tevredenheid van onze klanten over onze dienstverlening al meer dan tien jaar. Zo blijven we continu alert op mogelijkheden om onze dienstverlening nog verder te verbeteren. Kwaliteit: KWH en benchmark We kiezen er al jaren voor onze kwaliteit te laten meten door Kwaliteitscentrum Woningcorporaties Huursector (KWH). Een overkoepelend onderzoek, met overal dezelfde meting, wordt sinds 2014 uitgevoerd door onze brancheorganisatie Aedes. Aan deze ‘Aedes Benchmark Woningcorporaties’ werkten in 2015 ruim 300 corporaties (88% van het totaal) mee. De deelnemende corporaties vertegenwoordigen 97,5% van de verhuureenheden in de sector. Wij willen transparant zijn in wat we doen en dit met cijfers kunnen onderbouwen. De benchmark maakt duidelijk welke corporaties een goede dienstverlening hebben tegen aanvaardbare kosten. Met de resultaten kan iedere corporatie zien waar verbetering mogelijk is. BrabantWonen scoort overall een 7,4. Dit is conform onze score over 2014. Het gemiddelde van alle corporaties is ook een 7,4. De benchmark geeft een totaalscore op twee punten: tevredenheid van huurders over de dienstverlening en de hoogte van de bedrijfslasten. Op beide punten scoort 20

BrabantWonen een ‘B’. Dat betekent ‘gemiddeld’. Dat is een prima score, maar we zien zeker zaken die we beter kunnen en moeten doen. KWH-label In 2015 is het KWH-label opnieuw verlengd en daar zijn we trots op. De resultaten van de metingen hebben we geïntegreerd in onze Planning & Control cyclus. Daarnaast heeft de KWH-meting een vaste plek gekregen in onze Balanced Scorecard. KWH meet de kwaliteit van onze dienstverlening op zes onderdelen: • Contact. • Woning zoeken. • Nieuwe woning. • Huur opzeggen. • Reparatie. • Onderhoud. Ook wordt het onderdeel Ontevredenheid gemeten. De resultaten van dit onderdeel tellen niet mee voor het behoud van het KWH-label. We voldoen op dit onderdeel niet aan de norm. In 2015 zijn diverse acties afgerond of in gang gezet die moeten leiden tot het (verder) verbeteren van de klanttevredenheid. Dit hebben we samen met KWH opgepakt. Klantenpanels Naast de KWH-metingen organiseren we jaarlijks klantenpanels. Rondom specifieke thema’s of binnen bepaalde projecten gaan we in gesprek met onze klanten. In 2015 hebben we o.a. een klantenpanel gehouden over de invulling van het nieuwe concept van wonen, zorg en mantelwonen in de Eindhovenlaan (Badeloch) te ’s-Hertogenbosch, over de evaluatie van ons woonruimteverdelingssysteem in Oss en over de toekomst en klantwensen omtrent het Zorgwonen. 1.3.2 Interne en klantprocessen Incasso Het huurincassobeleid werd in het afgelopen jaar verder geoptimaliseerd met als doel het aantal huurachterstanden en huisuitzettingen verder terug te brengen. Het aantal huisuitzettingen is in ’s-Hertogenbosch afgenomen (van 12 in 2014 naar 5 in 2015). Vier woningen zijn ontruimd vanwege huurachterstand en één woning is ontruimd wegens overlast naast huurachterstand. Drie woningen bleken bij ontruiming onbewoond. De bewoners van de overige twee woningen kregen hulp van een instantie. Bij de ontruiming waren geen kinderen betrokken. Zes huurders leverden, vanwege huurachterstand, na vonnis, zelf de sleutels in. In Oss is het aantal huisuitzettingen helaas toegenomen van 9 naar 14. In 12 gevallen was er sprake van een huurachterstand. In twee gevallen heeft ontruiming plaatsgevonden vanwege woonfraude en overlast. 7 huurders hebben er zelf voor gekozen de sleutel in te leveren nadat een ontruiming was aangezegd. Het merendeel van deze bewoners kreeg (al) hulp van een instantie. Daar waar sprake was van hulpverlening is de huisuitzetting met hen voorbereid.

21

Aangezegde ontruimingen

2013

2014

2015

Oss

DB

Oss

DB

Oss

DB

76

32

88

31

52

21

10

5

9

12

12

4

Illegale bewoning/ woonfraude

-

1

-

-

1

-

Overlast

-

-

-

-

1

1

Hennepteelt

1

-

-

-

-

-

Anders

-

-

-

-

-

-

11

6

9

12

14

5

Werkelijke ontruimingen, wegens: Huurachterstand

Totaal werkelijke ontruimingen

Ontruimingen exclusief sleutelinlevering. Bron: deurwaarder

In 2015 hebben we de volgende acties ingezet:  Resultaten invoeren pre-incassobrief: de pre-incassobrief is bedoeld om te voorkomen dat huurders worden doorgestuurd naar de deurwaarder. Het invoeren van deze brief leidde in ’s-Hertogenbosch niet tot een beter resultaat. In Oss heeft de brief wel effect gehad. Vergeleken met 2014 zijn er 90 zaken minder naar de deurwaarder gestuurd. Hierdoor zijn er, in vergelijking met 2014, 63 zaken minder voor de rechter gebracht.  Budgetondersteuning: Juvans bood in 2015 budgetondersteuning aan onze huurders om hun financiële situatie op orde te brengen. Hierdoor boden we onze huurders in een vroegtijdig stadium hulp en ondersteuning en konden we verdere huurachterstand en/of huisuitzetting voorkomen. Er werden ongeveer 60 situaties doorverwezen naar Juvans en andere instanties. In 2015 hebben 46 huurders in Oss gebruik gemaakt van budgetondersteuning, 12 van deze huurders hebben een jaarcontract. Bij het merendeel van deze huurders bleek na een eerste inventarisatie dat er meer gespecialiseerde hulp nodig was van een bewindvoerder of het Zorgplein. 40 huurders hebben andere/gespecialiseerde schuldhulp gehad. Aanpak woonfraude Als er sprake is van woonfraude, gaan we over tot uitplaatsing en gerechtelijke procedures. Door hier actief op in te zetten konden we diverse ongewenste situaties beëindigen en deze woningen regulier op de woningmarkt brengen. In Oss hebben we de aanpak van woonfraude meer prioriteit gegeven door de inzet van een tijdelijke woonfraudespecialist, een uitgebreide training van de medewerkers Sociaal Beheer en een herkenningstraining van woonfraude voor alle werknemers met klantencontacten. In Oss hebben we 34 kwesties onderzocht. In 18 gevallen bleek er sprake van woonfraude. Bij 13 huurders is het huurcontract beëindigd (in 2 gevallen is ontruimd vanwege huurachterstand). In de andere gevallen loopt de procedure nog. In ’s-Hertogenbosch zijn 56 kwesties onderzocht. In 16 gevallen is daadwerkelijk woonfraude geconstateerd. Hiervan hebben 11 huurders de sleutels ingeleverd wegens woonfraude en 3 huurders hebben een waarschuwing ontvangen. Bij 1 geval wordt nader overleg gevoerd. Bij 1 huurder is het onderzoek nog gaande.

22

Verdere digitalisering Wij zijn steeds bezig om voor onze klanten de digitale toegankelijkheid te verbeteren. Zo is vorig jaar een mobiele website gelanceerd, waardoor klanten en woningzoekenden via bijvoorbeeld hun smartphone kunnen reageren op het woningaanbod en reparatieverzoeken kunnen indienen. Sinds medio 2015 kunnen huurders zelf op onze site in het zogenaamde ‘klantportaal’ hun gegevens wijzigen. Warmtewet Met ingang van 1 januari 2014 is de Warmtewet van kracht. Deze wet heeft gevolgen voor huurders die in een complex wonen met een blokverwarming of een Warmte Koude Opslag (WKO)-installatie. We hebben de vastgestelde tarieven gecommuniceerd en afgerekend overeenkomstig de warmtewet. Daarnaast bieden we vanaf 2015 via het klantenportaal huurders de mogelijkheid om maandelijks geïnformeerd te worden over hun verbruik. Organisatie en beheer energieportefeuille voor BrabantZorg Sinds 2011 voeren we, in opdracht van BrabantZorg, de organisatie en het beheer van de energieportefeuille van de zorglocaties uit. Het energiebeheer omvat het beheer van de aansluitingen, de energiecontracten, inhoudelijk factuurbeheer, monitoring van de installaties, doorbelasting van verbruik aan derden en beheer van de Warmte kracht Koppeling installaties (WKKs) die in het bezit zijn van BrabantZorg. We hebben voor zowel onszelf als voor BrabantZorg een overeenkomst afgesloten met een nieuwe energieleverancier waarbij we overgaan naar 100% groene stroom. Ook hebben we binnen de zorglocaties de analoge energiemeters vervangen door ‘slimme’ meters. Hierdoor kunnen we vanaf december 2015 90% van de meters automatisch uitlezen. KlantInformatieCentrum (KIC) In het 1e kwartaal van 2015 is het KIC in Oss geïmplementeerd. Er is nog één algemeen telefoonnummer. De beller krijgt een keuzemenu te horen. Hierdoor worden onze klanten direct geholpen door een medewerker van Incasso, het Servicebureau of het KIC. De telefoniste/receptioniste handelt alleen nog zakelijk telefoonverkeer af. Hierdoor is de dienstverlening aan zowel de balie als de telefoon verbeterd. In ’s-Hertogenbosch is deze werkwijze reeds eerder geïmplementeerd. 1.3.3 Omgaan met klachten Klachtencommissie Voor bijna alle klachten vinden wij met onze klanten een oplossing waar beide partijen tevreden over zijn. Soms lukt dit niet. Dan kan een klant zijn klacht voorleggen aan de Klachtencommissie. Dit is een onafhankelijke commissie. Indien nodig adviseert zij het bestuur over ontvangen klachten. Naast klachtenbehandeling is het een taak van de commissie knelpunten te signaleren en aanbevelingen te doen ter verbetering van de dienstverlening van BrabantWonen. De werkwijze is vastgelegd in een reglement. In de brochure ‘Niet tevreden? Laat het ons weten’ leggen we deze werkwijze uit. Het verslag van de klachtencommissie kunt u vinden in de bijlage 2 van ons jaarverslag. Huurcommissie Naast de Klachtencommissie doet de (landelijke) huurcommissie uitspraak in geschillen over huurprijzen, onderhoudsgebreken en servicekosten. Vanuit ’s-Hertogenbosch zijn in 2015 12 zaken richting de Huurcommissie gegaan. 8 zaken betroffen bezwaar tegen huurverhoging. 2 zaken gingen over huurverlaging als gevolg van gebreken. 1 zaak ging over de afrekening servicekosten en 1 zaak ging over een toetsing van de aanvangshuur. In twee gevallen is de huurder in het gelijk gesteld. Voor 6 gevallen is BrabantWonen in het gelijk gesteld of heeft de huurder het verzoek teruggetrokken. In 4 gevallen wordt de uitspraak verwacht in 2016. 1 huurder die in het gelijk is gesteld, maakte bezwaar over het feit dat BrabantWonen in twee jaar tijd 3 keer

23

de huur verhoogde. De andere huurder die in het gelijk is gesteld maakte bezwaar tegen de afrekening van de servicekosten. In Oss is 1 zaak aan de huurcommissie voorgelegd over servicekosten (huismeesterkosten). BrabantWonen is hierbij in het gelijk gesteld. Daarnaast zijn er 8 bezwaren naar aanleiding van de inkomensafhankelijke huurverhoging doorgeleid naar de Huurcommissie. 1.4 Leefbare wijken met adequate voorzieningen We streven ernaar dat mensen prettig wonen. Dat gaat verder dan de woning. Daarom werken we aan wijken waar mensen 'thuis komen' en zich ‘thuis voelen’. Een buurt of wijk vraagt om continu beheer, in sociaal en fysiek opzicht. Daarbij is de leefsituatie in die buurt leidend: soms betekent dit dat we fysiek ingrijpen door bijvoorbeeld slechte woningen te vervangen. Soms volstaat een intensivering van beheer. In 2015 hebben we een vervolg gegeven aan de sessie die we in 2014 hielden met als centrale thema ‘doen we het goede’. Dit hebben we vertaald in een koersdocument. Ons doel is een weerbare, zelfstandige buurt of wijk waar mensen meedoen en voor elkaar zorgen. Met onze blijvende inzet op leefbaarheid willen we hier vorm aan geven. Het stimuleren van participatie en samenredzaamheid is het leidend principe bij het maken van keuzes en het stellen van prioriteiten. Juist op buurt- en wijkniveau kunnen we hier samen met onze partners vorm aan geven. In aansluiting op de vragen en kracht die vanuit buurten komt. Samen met BrabantZorg en andere maatschappelijke partners werken we aan de verbinding tussen onze zorglocaties en de wijk. Van landelijke normen en vergoedingen verschuift het accent steeds verder naar lokale afwegingen. Dit betekent een belangrijkere rol voor gemeenten en domein overstijgende samenwerking, bondgenoten in wonen, zorg en welzijn, inclusief klanten, huurders en burgers. Samen kijken we hoe onze locaties een rol kunnen spelen in het versterken van de zelfredzaamheid in de omliggende wijken. We willen hierbij beter uitdragen wat we doen, waar men op kan rekenen en waar we in gezamenlijkheid aan willen werken. Dit steeds meer vanuit een faciliterende rol. 1.4.1 Wijkaanpak en herstructurering In een aantal wijken in Oss en 's-Hertogenbosch willen we de aanwezige sociale of fysieke structuur versterken. Die wijken geven we een impuls, zodat we de waarde voor onze bewoners en voor ons vastgoed op peil houden. In onze wijkaanpak werken we samen met bewoners en andere belanghebbenden aan de verbetering van de leefbaarheid in de directe woon- en leefomgeving van onze huurders. Zo nemen we in iedere wijk deel aan het kernteam of wijknetwerk. In het kernteam/wijknetwerk komen alle signalen over de wijk samen en bedenken diverse partners in samenspraak oplossingen voor de problemen op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. In een aantal buurten is dit niet voldoende. Daar vervangen we woningen en herstructureren we delen van de buurt. We committeren ons daarbij aan de wijkvisies en –plannen die we in Osse en Bossche wijken met gemeenten en partners maakten. Hiermee hebben we voor meerdere jaren afspraken gemaakt over de aanpak. In onderstaande een overzicht per buurt van de belangrijkste resultaten in 2015. ’s-Hertogenbosch In ’s-Hertogenbosch maken we onderscheid in aandachtswijken, preventiewijken en basiswijken. Wij zijn actief in de aandachtswijken Graafsewijk, Eikendonk, Deuteren, Boschveld, Orthen Links, Gestelse buurt en Hambaken. Ook de preventiewijken Kruiskamp en Aawijk Zuid behoeven extra aandacht. BrabantWonen heeft in al deze wijken een substantieel aantal woningen in bezit. Onze rol varieert van sloop en nieuwbouw tot inzet op leefbaarheid. We maakten met partners afspraken over een meerjarenaanpak welke vast is gelegd in wijkvisies.

24

Deuteren De planontwikkeling voor de nieuwbouw in de Oeterselaan is gestart, een besluit hierover valt in 2016. We zullen samen met de aannemer inspanningen verrichten om de wijk zo snel mogelijk af te bouwen. De 40 woningen in de Oeterselaan worden momenteel tot 2017 deels gebruikt voor de huisvesting van spoedzoekers, verblijfsgerechtigden en worden deels bewoond door mensen van Ad Hoc. Eikendonk In de buurt de Bossche Pad (Eikendonk) is in oktober 2015 de laatste nieuwbouwfase voltooid. Daarmee is het herstructureringsproces van de buurt afgerond. In totaal zijn 117 huurwoningen, 8 koopwoningen en 55 parkeerplaatsen aan onze woningvoorraad toegevoegd. Een deel van de huurwoningen wordt bewoond door cliënten van Cello. In navolging van het succesvolle CPO klushuisproject aan de Eindstraat, is in 2015 het klushuisproject aan De Bossche Pad afgerond, waarbij acht voormalig huurwoningen zijn verkocht en door de nieuwe eigenaren (in eigen beheer) zijn getransformeerd naar zes woningen met nieuwbouwkwaliteit. In de wijk Eikendonk is een buurtkamer gemaakt en deze wordt nu onder begeleiding van Divers door vrijwilligers beheerd. De gemeente huurt de buurtkamer. Orthen-Links In 2011 is hier de uitverhuizing van start gegaan. Eind 2015 wonen nog 34 van de 240 huishoudens in de wijk. • We verhuren tien leeggekomen woningen tijdelijk aan mensen uit groepen die door het huidige woonruimteverdelingssysteem onvoldoende aan bod komen. Ad Hoc en de Atelier Beheerstichting beheren de resterende woningen. • Een aantal bewoners is betrokken bij het project ‘Afscheid van de Wijk’. Via WijkGerichtWerken krijgen de zittende en vertrokken bewoners informatie over de ontwikkelingen. Met de vertegenwoordigers van alle bewoners van Orthen-Links (STOL) is regelmatig goed overleg geweest. • De bouw van de vijftig appartementen is afgerond. Er zijn uiteindelijk 17 woningen verhuurd aan mensen uit Orthen. • In 2015 is een zeer intensief traject doorlopen om een partij te selecteren die de gehele ontwikkeling gaat uitvoeren. Hierbij is een vernieuwende manier van aanbesteden toegepast. Partijen zijn op basis van een ‘uitvraag’ geprikkeld om op een vijftal onderdelen een prestatie te leveren en deze aan te bieden in de vorm van een ‘bidbook’. Door deze werkwijze worden er extra energiezuinige woningen gebouwd en is er extra inzet ontstaan op duurzaamheid, social return, communicatie tegen een scherpe prijs-/kwaliteitsverhouding. Boschveld • Het plangebied in Boschveld is opgedeeld in 21 deelprojecten welke we gefaseerd oppakken. In 2015 is de bouw van vlek 19 (fase 2) opgeleverd en is er gestart met de sloop van de woningen in vlek 18 (fase 2). • In vlek 5 hebben we in aansluiting op de renovatie van de 31 woningen een participatieproject gedraaid waarbij bewoners zelf aan mochten geven wat er met de drie binnenterreintjes moest gebeuren die tussen de woningen liggen. Bewoners hebben er uiteindelijk voor gekozen om de binnenterreinen op te delen en bij de tuinen te trekken. Kruiskamp en Schutskamp We zijn in 2015 de voorbereidingen gestart voor de bouw van appartementengebouw Badeloch aan de Eindhovenlaan. • Begin 2016 wordt de laatste flat van De Rijskampen aan de Admiraliteitslaan opgeleverd. Hierdoor zijn 5 flats in de wijk Kruiskamp geheel vernieuwd.

25



We hebben in de Kruiskamp samen met bewoners van de Hofjeswoningen een plan van aanpak gemaakt voor de renovatie van deze woningen. Dit plan wordt in 2016 uitgevoerd

Barten Zuid We hebben in 2015 de laatste fase van de renovatie van alle 423 woningen afgerond. We zijn samen met ‘Typisch Den Bosch’ en de gemeente van start gegaan met de aanpak van de brandgangen. Daarnaast is een sociale component toegevoegd die de vermindering van intimidatie en criminaliteit moet bevorderen. We hebben het convenant voor selectieve woningtoewijzing aangepast en aangescherpt. Hierdoor is er nog beter zicht gekomen op de instroom van huurders. Nieuw Zuid • Samen met onze partners werken we al jaren aan de wijkaanpak Nieuw Zuid. Door de lage score in zowel de buurt- als de veiligheidsmonitor 2014, is de wijkaanpak in 2015 herijkt. We hebben met onze partners een nieuwe wijkvisie opgesteld waarin we afspraken maken over gewenste investeringen. Minder armoede, meer draagkracht en nieuwe perspectieven voor jongeren zijn de resultaten die we in de Gestelse Buurt willen bereiken. Extra aandacht is er daarbij voor de veiligheid en werkgelegenheid. Deze speerpunten zijn vertaald in concrete projecten. • Er zijn mede door onze inzet nog steeds extra activiteiten van S-PORT mogelijk (bijvoorbeeld partnership om Sport en Beweeg activiteiten in de wijk Zuid te realiseren en koppeling van de activiteiten met de Krajicek foundation en de Krajicek Playground Z’uitje). • In 2015 is het onderzoek naar de toekomstscenario’s voor de flats in de Gestelse Buurt afgerond. Het besluit over de toekomst van de flats is uitgesteld tot 2016. Aawijk • In de Aawijk is de pilot ‘De kracht van Oost’ verder vormgegeven. Dit betreft een pilot om de transitie AWBZ/WMO in deze wijk op een eigen manier vorm te geven. Rondom een wijkcentrum ontwikkelen bewoners activiteiten en proberen vervolgens eenzame buurtgenoten te betrekken bij deze activiteiten. Ook diverse instellingen openen hun deuren in de wijk voor een kennismaking met de omwonenden. Dit maakt het mogelijk dat mensen uit de wijk participeren, met als adagium: samen wat samen kan, apart wat apart moet. • Het Beheerplan tussen de gemeente, omwonenden, politie, BrabantWonen en instellingen wordt nog steeds goed uitgevoerd. Dit heeft geresulteerd in nauwelijks overlastmeldingen. • Voor het afsluiten van een brandgang bij het Van Rosmalenplein is, dankzij de inspanning van enkele bewoners, 100% deelname behaald. Oss In Oss hadden we in 2015 geen wijken die we herstructureren. Wel zijn op twee aangrenzende locaties in Oss Zuid transformaties gaande, waarbij wij nauw betrokken zijn. Daarnaast voeren we in enkele buurten een wijkaanpak uit om de leefbaarheid te bevorderen. Bewonersparticipatie is daarbij een belangrijke randvoorwaarde. Schadewijk Wij participeren in de werkgroep die de activiteiten in het wijkcentrum coördineert. Ook in 2015 is de samenwerking met het sport expertisecentrum (SEC) samen met de gemeente en IKC Regenboog voortgezet. Het betreft een activiteitenprogramma rondom het Cruijffcourt om door middel van sport en bewegen onrust, overlast en vandalisme door jongeren (hangjeugd) aan te pakken en/of te voorkomen. In 2015 is, samen met partijen in de wijk, een enquête gehouden onder bewoners om beter in beeld te krijgen hoe de leefbaarheid in de wijk wordt ervaren. In 2016 volgt de uitvoering.

26

Ruwaard In de Wagenaarstraat en omgeving hebben we in 2014 101 woningen gerenoveerd (fase 1). Deze fase is in 2015 afgerond en we zijn gestart met de renovatie van fase 2. De uitvoering van deze fase heeft vertraging opgelopen door de flora- en faunawet. Samen met de gemeente hebben we mogelijkheden voor een doorstart verkend. Dit heeft ertoe geleid dat we uiteindelijk toch, gefaseerd, konden starten met de renovatie. Als onderdeel van de renovatie in de wijk, zijn we gestart met energieworkshops. Het doel hiervan is de woonlasten verlagen. Energiekosten gaan namelijk niet alleen omlaag met renovatie, maar ook door het gedrag van bewoners te beïnvloeden. ’t Woud We zijn gestart met het project ‘gebiedsgerichte Financiering’. Wij werken hieraan mee, samen met initiatiefnemers BrabantZorg en de gemeente Oss, partners Pantein, Dichterbij, GGZ Oost Brabant, Vivaan, Huisartsenkring Oss, het zorgkantoor en het ministerie van VWS. Het experiment is bedoeld om de huidige lappendeken bekostigingssystematiek in de zorg te doorbreken en de kloof tussen bewoners en professionals te dichten. Herontwikkeling Maycretewoningen In 2015 hebben we in overleg met de bewoners een besluit genomen over de toekomst van de Maycretewoningen. De huidige bewoners kunnen blijven wonen tot zij er zelf voor kiezen te vertrekken. Als alle bewoners zijn vertrokken, worden de locaties herontwikkeld. In de tussentijd blijven we al het noodzakelijk onderhoud uitvoeren. De vrijkomende woningen worden tijdelijk verhuurd. Spoorlaan / Zwaluwstraat De mogelijke herontwikkeling van de locatie Spoorlaan / Zwaluwstraat is doorgeschoven naar 2016. Ziekenhuisterrein Bernhoven De herontwikkeling van het voormalige ziekenhuisterrein geeft een impuls aan Oss. De plannen combineren ontwikkelingen in wonen, welzijn en zorg, die het voorzieningenaanbod in de stad verruimen. We verbinden bovendien woonbuurten die aan het terrein grenzen. In 2015 zijn de appartementen, het gezondheidscentrum en de wooneenheden voor BrabantZorg opgeleverd. 1.4.2 Leefbaarheid In alle wijken waar we woningbezit hebben, hebben we projecten om de leefbaarheid te bevorderen. Vaak hebben bewoners ideeën genoeg om hun buurt te verbeteren. We dagen bewoners uit zelf initiatief te nemen. We stellen een leefbaarheidsbudget beschikbaar om initiatieven te ondersteunen. Denk hierbij aan initiatieven die bijdragen aan het bevorderen van veiligheid, leefbaarheid of onderlinge verbondenheid. Bewoners nemen zelf (een deel van) de organisatie op zich. Schoon, heel, veilig en prettig In 2015 hebben we weer actief ingezet om in onze wooncomplexen, buurten en wijken het woon- en leefklimaat verder te verbeteren. Enkele voorbeelden:  In het rayon centrum ’s-Hertogenbosch heeft twee keer de activiteit ‘Boschveld Boent’ (schoonmaakactie in de wijk) plaatsgevonden.  In de studentencomplexen in ‘s-Hertogenbosch werden verschillende acties georganiseerd, zoals Pimp-my-kitchen. In wedstrijdvorm werden de keukens van de studenten beoordeeld op creativiteit en natuurlijk op schoon, heel en veiligheid. Ook werden er een bingoavond door de studenten voor de seniorenburen georganiseerd.

27



 



In ‘s-Hertogenbosch zijn alle nieuwe huurders benaderd (door huismeesters en wijkbeheerders) voor een huisbezoek. Tijdens dit huisbezoek werd door de nieuwe bewoners een enquête ingevuld over de dienstverlening van BrabantWonen. Het doel van dit bezoek is nader kennis te maken en tevens na te gaan of de dienstverlening naar wens is verlopen. In Oss hebben we in samenwerking met de gemeente bijeenkomsten georganiseerd over de aanpak van vervuilde woningen. Hierdoor kan dit effectiever worden aangepakt. Sinds 2014 is de gemeente Oss actief begonnen met de aanpak van drugsoverlast in woningen. Drie woningen van BrabantWonen zijn in 2015 tijdelijk gesloten. In alle gevallen heeft de huurder zelf de huur opgezegd en zijn we overgegaan tot beëindiging van het huurcontract. De overlast neemt in alle wijken flink toe. Door versterkte inzet van de rayonteams en samenwerking met onze stedelijke partners, kwamen we tot initiatieven om de overlast terug te dringen en een schone en veilige woonomgeving te bevorderen. De meest voorkomende aanpak was het gesprek aan te gaan en/of Buurtbemiddeling in te schakelen.

Buurthuis Deuteren In 2015 is besloten niet langer het beheer en de exploitatie van het buurthuis op ons te nemen. De nieuwe Woningwet staat beperkte activiteiten toe in het kader van leefbaarheid. Daarnaast wil de gemeente burgerparticipatie actief stimuleren en daar past geen professioneel beheer in. Er is een traject in gang gezet waarbij de professionele ondersteuning wordt afgebouwd en het beheer wordt overgedragen aan vrijwilligers. Het jaar 2016 wordt een overgangsjaar. Dit traject wordt samen met de gemeente en welzijnsorganisatie Divers in gang gezet. We streven met elkaar naar een geleidelijke overgang met ondersteuning aan de vrijwilligers. Kunst en cultuur Inzet van cultuurprojecten voegt waarde toe aan de wijk. Gebleken is vanuit verschillende onderzoeken dat cultuur een waardemaker is: wijken met veel ‘cultuur’ hebben duidelijk een hogere vastgoedwaarde dan vergelijkbare wijken. Cultuur is daardoor ook een trekken voor de stedelijke vernieuwing en leefbaarheidsverbeteringen. Wijken met veel culturele activiteiten herstellen zich sneller dan vergelijkbare andere wijken. BrabantWonen ziet grote toegevoegde waarde in ‘Buurtcultuur’. Daarnaast vindt BrabantWonen het van belang dat we de bewonersparticipatie vergroten, door bewoners zelf aan zet te laten zijn op het gebied van wijkaanpak. BrabantWonen heeft daarom in 2012 een Fonds op Naam bij het Prins Bernhard Cultuur Fonds (PBCF) geopend onder de noemer van Buurtcultuurfonds. Een grote toegevoegde waarde van de samenwerking met het PFCF is inzet van hun specifieke kennis en ervaring op het gebied van buurtcultuur. BrabantWonen stort jaarlijks een bijdrage in dat Buurtcultuurfonds. Het exacte te storten bedrag wordt in december ieder jaar, na vaststelling van onze eigen begroting, bepaald op basis van de in de gebiedsgerichte exploitatiebegroting opgenomen projecten in relatie tot de besteding in het afgelopen jaar en in juiste verhouding tot het bedrag wat zich op dat moment nog in het Fonds bevindt. Het PBCF draagt vervolgens 15% over het door BrabantWonen gestorte bedrag bij in projecten, die op het gebied van cultuur worden ingezet. Het doel van de samenwerking met het PBCF is gedefinieerd als het geven van een stimulans aan buurtcultuurprojecten in wijken waarin BrabantWonen haar woningbezit heeft. Streven is om het aantal initiatieven van bewoners uit de wijk zelf te doen toenemen, met behulp van een vouchersysteem en daarmee de initiërende rol vanuit BrabantWonen te doen laten afnemen. We hebben het dan over een transitie van cultuurconsumerende (of zelfs cultuurnegerende) wijken naar cultuurproducerende wijken.

28

In de overeenkomst is opgenomen dat BrabantWonen het vetorecht heeft op de toewijzingen van het Cultuurfonds. Het PBCF doet geen toewijzingen uit het Buurtcultuurfonds zonder een akkoord van BrabantWonen. Tevens is afgesproken dat bij onderbesteding het geld in het Fonds blijft en is een wederzijds beëindigingsrecht opgenomen in de overeenkomst. In 2011 is contact geweest met het Ministerie van BZK over de samenwerking tussen BrabantWonen en het PBCF. Het Ministerie heeft destijds aangegeven enthousiast te zijn over de samenwerking, mits een vetorecht, een bindend adviesrecht en beëindigingsrecht opgenomen zou worden in de overeenkomst tussen BrabantWonen en PBCF. Dat is gebeurd. Sinds de start van de samenwerking met het PBCF in 2012 is duidelijk geworden uit de jaarlijkse evaluaties dat de samenwerking leidt tot positieve bijdrages op het gebied van leefbaarheid, voornamelijk als gevolg van de positie van de huurder van BrabantWonen ten aanzien van dat fonds. De bewoner vraagt immers aan en bepaalt daarmee mede de besteding van de middelen van dat fonds. In de afgelopen jaren is het aandeel wat vanuit het Fonds aangevraagd wordt gestegen naar meer dan 35%. Vanwege de positieve evaluaties is begin 2015 besloten om wederom een samenwerking met het PBCF voor een periode van drie jaar aan te gaan. In de woningwet is per 1 juli 2015 bepaald dat corporaties enkel nog mogen bijdragen aan de leefbaarheid in de vorm van:  Woonmaatschappelijk werk waartoe mede behoort het leveren van een bijdrage aan uitvoering van achter-de-voordeur-programma’s.  Aanleg en onderhoud van kleinschalige infrastructuur in de directe nabijheid van woongelegenheden of andere onroerende zaken van de corporatie.  Bijdragen aan de uitvoering van plannen ter bevordering van een schone woonomgeving, ter voorkoming van overlast en ter bevordering van de veiligheid. We zien nadrukkelijk dat de projecten die gefinancierd worden vanuit het Buurtcultuurfonds bijdragen aan een schone woonomgeving, aan voorkoming van overlast en bevordering van de veiligheid. Een greep uit de gerealiseerde projecten in 2015: Oss •

• • • •

Kunstslang wijkspeelplaats Wagenaarstraat. Dit project was een onderdeel van het sociaal renovatieproject Wagenaarstraat e.o. Samen met bewoners is door een kunstenares een ontwerp gemaakt voor een zitelement dat een plek heeft gekregen op de nieuwe wijkspeelplaats. Praothuukske Jacob Goldsmidstraat (zithoek). Hier zijn twee overlastgevende bomen op de binnenplaats gekapt en samen met bewoners verwerkt tot een idee voor een leuke zithoek/ontmoetingsplek. Dynamo Krinkelhoek. Met ideeën van bewoners is de wijk levendiger gemaakt, o.a. met kunstwerken (mozaïken) in het nieuwe wijkcentrum de Meteoor en buurttuin. Pimp je portiek Opaalweg. Ontmoeting/saamhorigheid is gestimuleerd door samen met een kunstenaar vanuit verschillende thema’s muurschilderingen aan te brengen in portieken. Speeltuin Kleine Beer. Op initiatief van bewoners is hier een buurtspeeltuin aangelegd.

‘s-Hertogenbosch • Muur Hudsonlaan. Samen met buurtbewoners is de sociale cohesie bevorderd door creatieve invulling van een kale muur in de Hudsonlaan in de vorm van een verticale tuin. • Opleuken entree Vivaldistraat. Verfraaien van de entree door middel van panelen, gemaakt aan de hand van verhalen van de bewoners. • Wilgenstruweel. De galerijen op de verdiepingen zijn verfraaid met mooie foto’s, bedacht en uitgevoerd door een kunstenaar samen met de bewoners op de betreffende verdiepingen. 29

• •

Transfarmers. Met een mobiel wijkrestaurant is ontmoeting gestimuleerd en zijn o.a. buurttuinen aangelegd. Schaduw en Licht. Samen met bewoners is een lichtplan bedacht voor de openbare ruimte in ‘t Zand.

1.4.3 Adequaat voorzieningenniveau Het verbeteren van de leefbaarheid in buurten en wijken doen we ook met maatschappelijk vastgoed. We faciliteren hiermee de 'ontmoeting' in de wijk. We geven hiermee eveneens een nieuwe invulling in onze van oorsprong sterke positie in het maatschappelijk netwerk. In 2015 is er een huurovereenkomst afgesloten met het Vicki Brownhuis. Samen met de vrijwilligers van het Vicki Brownhuis is een ontwerp gemaakt en een plan opgesteld om een deel van het kantoor van BrabantWonen ‘s-Hertogenbosch te verbouwen tot huiskamer en gebruiksruimtes. Begin december 2015 zijn deze ruimtes opgeleverd en heeft het Vicki Brownhuis haar intrek genomen in het pand. Het huisvesten van het Vicki Brownhuis sluit goed aan bij onze maatschappelijke drijfveren. Vandaar dat er ook gesprekken zijn geweest met bureau Halt. In 2015 is met bureau Halt een overeenkomst gesloten en zij hebben in 2015 een aantal kantoorruimten van BrabantWonen in gebruik genomen. In 2014 heeft de gemeente de ontwikkeling van de strook winkelcentrum De Ruwert – D’n Iemhof – Sterrebos opgepakt. In 2015 heeft dit traject een vervolg gekregen. De gemeente heeft gekozen voor de nieuwbouwvariant. In 2015 is een project gestart om te kijken naar de toekomst van complex Sterrebos. Hier liggen mogelijkheden en kansen. We kijken nadrukkelijk naar de verbinding nieuwe Iemhof – Sterrebos. 1.5 Zo lang mogelijk, zo plezierig mogelijk thuis Het programma ‘Prettig thuis” is cruciaal om in te kunnen spelen op de veranderende maatschappelijke opgaven op het vlak van wonen, welzijn en zorg. We willen bijdragen aan de onderlinge ondersteuning van burgers in een buurt: dit willen we stimuleren en faciliteren. Het is duidelijk dat geen enkele organisatie dit vraagstuk alleen kan oplossen. De samenwerking en synergie tussen BrabantWonen, BrabantZorg en onze andere partners in het speelveld van wonen, welzijn en zorg staan centraal. 1.5.1 Ontwikkelingen Door in te spelen op de samenwerking tussen inwoners, gemeente, sociale instellingen en zorgpartijen dragen we bij aan een prettige leefomgeving waar het ‘prettig thuis’ wonen is. Wij zien voor onszelf een rol als verbinder en daar waar nodig faciliterend. Zeker de zorglocaties die een centrale positie hebben in de dorpen en/of wijken dragen daaraan bij. Dit uit zich in projecten zoals:  Ontmoetingspunt in de tuin van zorglocatie De Ruwaard waarbij de praktijkschool en vrijwilligers bij de verdere uitvoering en inrichting. We creëren samen een natuurlijk fysiek trefpunt als start voor verdere initiatieven.  Samen met de gemeente in Geffen het opstellen van de voorzieningenkaart om zo inwoners bekend te maken met wat er in het dorp al aanwezig is.  We stimuleren beweging onder ouderen met “Oldstars” voetbal (walking soccer met een maatschappelijke component). Niet alleen het fysieke, maar ook het sociale karakter van deze sport zorgt voor het tegen gaan van isolement bij ouderen. Daarbij is het voor ons een middel om onze missie en visie op prettig thuis in dorp en stad beter te verspreiden.  Collega’s van BrabantWonen en BrabantZorg delen privé-ervaringen die worden vertaald naar verbeterslagen in onze dienstverlening.  We hebben bijna 1.800 appartementen in Oss beter toegankelijk gemaakt voor bewoners met een beperking. Dit kon dankzij een subsidie van de gemeente Oss. We hebben hiervoor automatische deuropeners op de centrale deuren van een aantal wooncomplexen in Oss, waar voornamelijk ouderen wonen, geplaatst. Ouderen en mensen met een beperking kunnen zo langer zelfstandig wonen. 30

1.5.2 Resultaten 2015 Nieuwe woonzorg-vormen In 2015 hebben we in Eikendonk 12 appartementen opgeleverd ten behoeve van cliënten van Cello. Daarnaast hebben we in 2015 het besluit genomen om voor het hospice de Oase tot nieuwbouw over te gaan. In 2016 start de bouw. Aanpak zorgelijke (overlast)situaties We zagen het afgelopen jaar een toename van problematische, zorgelijke overlastsituaties. Dit was vooral zichtbaar bij bewoners die uitstromen uit de hulpverlening of die wonen met ambulante begeleiding. Het gaat om een kwetsbare groep die moeite heeft met zelfstandig wonen. Onze rayonteams zijn scherper op deze vorm van overlast. Ook gebruiken we het tijdelijke contract bij bewoners die extra begeleiding nodig hebben en een stok achter de deur. In 's-Hertogenbosch krijgen diverse bewoners hulp bij het wonen en leven via vrijwilligersprojecten zoals de Wooncoach, Buurtbemiddeling en Schuldhulpmaatje. Daarin werken we nauw samen met onze partners Zayaz, Kleine Meierij, Divers en Maatschappelijke Opvang. De samenwerking ontwikkelt zich verder met de sociale wijkteams. We weten elkaar steeds beter te vinden en er zijn werkafspraken gemaakt. Zorgzaam ’s-Hertogenbosch Medio 2013 is de samenwerking van Zorgzaam 's-Hertogenbosch gestart met het Manifest Zorgzaam 's-Hertogenbosch. Partijen hebben zich verenigd in Zorgzaam om gezamenlijk uitvoering te geven aan de transitie van de AWBZ en de gevolgen voor langer zelfstandig thuis wonen. Voor ’s-Hertogenbosch Zuidoost is een pilot gestart, die ondertussen heeft geresulteerd in een Sociaal Wijkteam, een wijkteamleider, een aanpak rond de dagbesteding en het opzetten van een Zorgcirkel. In 2015 is overeengekomen dat deze pilot zich gaat doorontwikkelen. Het doel daarbij is de grenzen tussen verschillende zorgaanbieders verder te slechten, beter maatwerk te leveren en aansluiten bij de kracht van de wijk. BrabantWonen is bestuurlijk trekker van het spoor crisispreventie. We organiseren daarvoor bestuurlijke werkconferenties rond casussen in de stad. Daarnaast kwamen we tot stedelijke afspraken hoe de handelingssnelheid kan worden verhoogd bij complexe casuïstiek. Wijkpleinen, ’s-Hertogenbosch Wij participeren in de zeven Wijkpleinen die in 's-Hertogenbosch zijn ontwikkeld. Hier kunnen bewoners terecht met vragen over de WMO. Ze kunnen zich er ook aanmelden als vrijwilliger voor de Talentenbank. Professionals en opgeleide vrijwilligers werken in een Wijkplein samen om 'hulpvragers' te ontvangen. De wijkteams sluiten hierbij aan. Bezuinigingen sociaal domein In 2015 hebben we onder leiding van de wethouder een bijdrage mogen leveren aan de bezuinigingsopgave van de gemeente in het maatschappelijk veld. Het wegvallen van bepaalde voorzieningen of activiteiten, zoals woonbegeleiding, grijpen direct in de leefbaarheid en eventueel ontstane problematieken in de wijken. Dit zorgt voor veel extra inspanning, werk, tijd en kan zelfs leiden tot verminderde waarde van het vastgoed. Het was in ons aller belang dat we hierover met elkaar in gesprek zijn gegaan. We hebben een gedeelde verantwoordelijkheid en een gedeeld belang als het gaat om ondersteuning van de meest kwetsbaren. Samen met onze maatschappelijke partners en de gemeente zijn we gekomen tot goede afspraken die leiden tot een nieuwe en duurzame invulling van het sociale domein waarin de klant (en inwoner) echt centraal staat. We hebben afgesproken maatwerk te leveren, ons ontruimingsbeleid nog humaner te maken (elke ontruiming is één teveel), we zetten in op monitoring en aanpak van overlastsituaties door ontbreken van zorg/begeleiding. En we kijken naar een breder

31

rendement van gezamenlijke afspraken. Investeringen door de ene partij kan renderen voor een andere, maar altijd met de klant, de burger, onze huurder in ons achterhoofd. Door deze brede aanpak is een aantal bezuinigingen niet doorgevoerd, de woonlastencoach is niet gezien als kostenpost, maar juist als bezuinigingsmaatregel. We hebben een, weliswaar verschillende, gedeelde verantwoordelijkheid en een gedeeld belang als het gaat om de ondersteuning van kwetsbaren en de maatschappelijke participatie in brede zin. Als corporatie pakken we onze rol serieus op en zetten we ons in voor leefbaarheid, zorg en veiligheid. De corporaties hebben samen met de gemeente een aantal zaken opgepakt in de primaire levensbehoeften. De beschikbaarheid van woningen zal onder andere in het Woonakkoord aan de orde komen. Daarnaast is ook de betaalbaarheid en bereikbaarheid in het woonlastenakkoord afgehecht. Ondersteuning bewonersinitiatieven ’s-Hertogenbosch In 's-Hertogenbosch is er een ‘ondersteuningsprogramma bewonersinitiatieven’, waar ook steun aan mantelzorgers en vrijwilligers onderdeel van is. De basishulp is gebiedsgericht in zes wijken georganiseerd. Met eenvoudige vragen kunnen inwoners terecht bij 'basisprofessionals', zoals onze medewerkers in de wijk. Met complexe vragen kunnen bewoners terecht bij de Sociale Wijkteams. Als de Basisteams Jeugd en Gezin aan de slag gaan, sluiten ze aan bij de Wijkteams. Het motto voor deze teams is 'één gezin, één plan, één regisseur'. Wijkpunten Oss Wijkpunten dragen bij aan het stimuleren en intensiveren van samenwerking, korte lijnen en het leggen van nieuwe verbindingen. De wijkpunten staan in het middelpunt van de belangstelling, er zijn allerlei initiatieven rondom wijkgericht werken. De wijkpunten hebben hun plek veroverd. De sociale teams hebben in 2015 in alle wijken vorm gekregen. Deze sociale teams komen samen in het wijkpunt. In het najaar van 2015 zijn de welzijnsorganisaties Rigom, Viviaan, Mee Aanzet gefuseerd. In 2016 zal in samenwerking met deze nieuwe fusieorganisatie worden gekeken naar de doorontwikkeling van de wijkpunten. In 2015 zijn plannen gemaakt om het wijkpunt CKM te verplaatsen van de Verlengde Tuinstraat naar Ontmoetingscentrum Meteoor. Wijkpuntdeelnemers en sociale teams gaan nader samenwerken; gekeken wordt hoe deze opzet kan worden door vertaald naar de overige wijkpunten. In 2015 is een medewerkers café georganiseerd met professionals met als thema ‘kansen om wijkpunten en sociale wijkteams elkaar te laten versterken’. Biodynamische verlichting Ouderen krijgen veelal te weinig licht voor het ondersteunen van hun biologische klok. Vooral ouderen met dementie zijn hier gevoelig voor. Te weinig licht kan leiden tot een verstorende invloed op allerlei lichaamsprocessen die een 24-uurs ritme hebben. In 2015 hebben we biodynamische verlichting in de Ruwaard, Wilberthof en Martinushuis opgeleverd. Bovendien hebben we samen met BrabantZorg de kansen, mogelijkheden en effecten onderzocht. Uit literatuur en onze eigen ervaringen, blijkt een positief effect op een natuurlijke beleving van de dag en voldoende lichtsterkte en daarmee beter zicht. In 2016 vertalen we de inzichten samen met BrabantZorg naar een plan van aanpak om dit breder op onze locaties toe te passen. 1.6 Lerende organisatie met slagkracht We kunnen onze maatschappelijke slagkracht vergroten als we onze interne organisatie verbeteren. Daarom willen we verder professionaliseren, onze ondernemingskracht uitbouwen en financieel robuust blijven. We leggen verantwoordelijkheden lager in de organisatie en streven naar een efficiënte effectieve organisatie. Hiertoe passen we bijvoorbeeld onze interne processen aan. Zo wordt employee self service en management self service via het personeelsinformatiesysteem Visma steeds verder uitgebreid. Daarnaast stimuleren we eigenaarschap en leiderschapsontwikkeling en staan we voor goed werkgeverschap. Dit hebben we uitgewerkt in het programma 'lerende organisatie

32

met slagkracht'. Dit programma is ondersteunend aan en in samenhang met de andere vier programma’s. 1.6.1 Interne processen Herinrichten Pharos Dagelijks Onderhoud (DO) In 2015 hebben we het programma Pharos DO opnieuw ingericht en versimpeld. De nieuwe inrichting helpt ons tevens om op een later tijdstip het klantportaal zo in te richten, dat een huurder zelf een reparatie kan plannen. Invoering Aareon BrabantWonen is enkele jaren geleden overgestapt naar Microsoft AX met de financiëleen projectadministratie in samenwerking met de toenmalige huisleverancier Cegeka. Cegeka heeft in 2014 aangegeven te stoppen met de suite Microsoft AX na de fusie met D.S.A. Software en zich te gaan focussen op Microsoft Navision. Aangezien overstappen naar nieuwe software een desinvestering zou betekenen, omdat we pas 2 jaar met deze software werkten, hebben we gekozen voor een overstap van leverancier, zijnde Aareon. Er is gekozen voor de Rapid Start methode om de software snel te kunnen implementeren. Binnen deze ERP implementatie zijn de modules huur, woonruimteverdeling, planmatig onderhoud, nieuwbouw, sociaal beheer en financiën opgenomen. Aareon had eerder de vastgoed en treasury module geïmplementeerd, deze software staat vooralsnog los van de ERP omgeving. Implementatie van de ERP is in december 2015 gerealiseerd. Zelf Aangebrachte Voorzieningen (ZAV) Vertrokken huurders zijn de afgelopen jaren bij het verlaten van hun woning in enkele gevallen benadeeld, doordat de wet niet voldoende werd gehanteerd. We hebben een oproep aan de vertrokken huurders gedaan om zich te melden en gecorrigeerd als we fout zaten. We zijn in 2015 met een intensieve ZAV-opleiding gestart voor de betrokken medewerkers. De opleiding wordt in 2016 verder uitgerold in de hele organisatie. Beheer en Onderhoud Maatschappelijk Vastgoed Binnen de afdeling Beheer en Onderhoud van Maatschappelijk Vastgoed hebben we gewerkt aan een aantal projecten, bijvoorbeeld: procesvernieuwing/-aanpassing, inrichting van systemen en kennisontwikkeling. We werken efficiënter en hebben meer oog voor onze klant. Kennisontwikkeling en verder professionalisering is ook voor 2016 een speerpunt. Professionaliseren inkoopfunctie We hebben de inkoopfunctie geprofessionaliseerd. Doel van de inkoopfunctie is het effectief en efficiënt beheren en beheersen van de inkoopstromen en het inkoopproces. Zodanig dat we onze bestedingen op een verantwoorde wijze uitvoeren. Hierbij werken we nauw samen met BrabantZorg en met onze partners binnen het Lente-verband. Met BrabantZorg is in 2015 een groot inkooptraject met betrekking tot inhuur juridische dienstverlening succesvol afgerond. In het Inkoopstatuut beschrijven we de kaders voor het inkoopproces, hoe we het organiseren en wie waarvoor verantwoordelijk is in de organisatie. Hierbij is er aandacht voor functiescheiding, integriteit, eigenaarschap en (budget)verantwoordelijkheid. Doel is om met het statuut ons inkoopbeleid transparant te maken. Het geeft heldere spelregels voor onze medewerkers en inkopers en is onderdeel van het toetsingskader van onze toezichthouders. 1.6.2 Coachend leiderschap en stimuleren eigenaarschap Belangrijke uitgangspunten van onze organisatieontwikkeling zijn meer eigenaarschap en leiderschapsontwikkeling. Afgelopen jaren is vooral ingezet op ‘groepstraining’. We zijn nu gekomen op het punt dat leiderschap en leiderschapsontwikkeling verder gaat op individueel niveau. Na de update ondernemingsplan zal het strategisch HR-beleidsplan worden geschreven en zal het opleidingsplan nader worden uitgewerkt.

33

Hoofdstuk 2: Governance en organisatie

34

2.1 Het besturen van BrabantWonen Het bestuur dient het belang van de organisatie van BrabantWonen in relatie tot de maatschappelijke functie van de stichting. Hiertoe is het bestuur verantwoordelijk voor de financiële continuïteit, de rechtvaardigheid van de uitgaven (de legitimiteit), het maatschappelijk presteren en de relatie met onze belanghouders, een deugdelijke governancestructuur en de gewenste gedragsaspecten (integriteit). Het bestuur, oftewel de algemeen directeur, geeft inhoud aan de missie en visie van de organisatie. Onze missie, visie en kernwaarden Onze missie, visie en kernwaarden zeggen alles over de houding en het gedrag waar onze bewoners en partners op mogen rekenen. Ze gaan over onze identiteit, over wie BrabantWonen in wezen is. Het zijn principes waar onze omgeving ons altijd op mag aanspreken. Onze missie Drijvende kracht achter goed wonen en leven BrabantWonen daagt uit, inspireert en jaagt aan. En desnoods duwen en trekken we in het belang van goed wonen en leven van onze klanten. Het gaat daarbij nadrukkelijk niet alleen om goed wonen, maar ook om goed leven. Corporaties zijn anderhalve eeuw geleden ontstaan om aan de sociale vraagstukken van toen te werken. Nu gaat het om de sociale vraagstukken van dit moment. Dat betekent aandacht voor wonen in de breedste zin van het woord. Onze visie Samen maken we het verschil De samenleving rekent in toenemende mate op ons en kán ook op ons rekenen. Wij zetten onze capaciteit in om de leef- en woonsituatie van mensen te verbeteren. Vandaag, morgen en overmorgen. Wij vervullen een voortrekkersrol om, samen met anderen, de leefbaarheid van buurten te verbeteren en goede voorzieningen voor zorg en welzijn te realiseren. Onze kernwaarden Met respect voor mens en omgeving Dit zegt alles over onze motivatie. We gaan respectvol met elkaar om. We zijn gericht op duurzaamheid. Het verplicht ons op ieder moment zorgvuldig om te gaan, zowel met de mensen waarvoor, als de omgeving waarin wij onze dingen doen. Gepassioneerd betrokken bij de samenleving Zo staan we in de wereld. Onze betrokkenheid is nooit vrijblijvend en nooit onderhandelbaar. Gepassioneerd voegt daar onze gedrevenheid aan toe. Samen staan ze model voor onze bereidheid grensverleggend te werken aan buurten en wijken, met en voor de bewoners. Open en aanspreekbaar Dit zegt alles over onze houding. We zoeken actief de dialoog en gaan de confrontatie niet uit de weg. We nodigen en dagen partners uit om met ideeën te komen. We luisteren naar onze samenwerkingspartners en naar onze klanten. We zijn zichtbaar in de wijken en buurten, aanspreekbaar voor iedereen. We doen wat we zeggen en zeggen wat we doen. Ondernemingsplan Om de vier jaar stellen we ons ondernemingsplan vast. Hierin formuleren we waar voor ons in de komende periode het accent ligt en hoe we daaraan willen werken. Geen blauwdruk, onze maatschappelijke omgeving is daarvoor te dynamisch. We richten ons met name op de gewenste maatschappelijke effecten van ons handelen. We vertalen dit jaarlijks naar concrete projecten. We bezien projecten in onderlinge samenhang en

35

houden een duidelijke focus op wat we willen bereiken. Door overzicht, samenhang en prioriteitstelling kunnen we de dynamiek in onze organisatie stroomlijnen. Uiteindelijk leidt dit tot effectiever en doelmatiger werken. Het huidige ondernemingsplan heet ‘Resultaat door verbinden 2012-2016’. Hierin leggen we de focus op vijf maatschappelijke effecten waar we de komende periode aan werken. Deze hebben we uitgewerkt in vijf programma’s:  Voldoende, kwalitatief goede en betaalbare woningen.  Tevreden klanten.  Leefbare wijken met een adequaat voorzieningenniveau.  Zo lang mogelijk zo thuis mogelijk wonen.  Lerende organisatie met slagkracht. Deze programma’s bestaan uit projecten waarmee we de in het ondernemingsplan verwoorde veranderingen voor elkaar willen krijgen. Jaarlijks maken we met het vaststellen van de begroting scherpe keuzes. We merken dat deze kritische houding vruchten afwerpt. Ons activiteitenplan leggen we voordat we het vaststellen aan al onze belanghouders voor. Met iedereen voeren we bilaterale gesprekken over onze voornemens. Belanghouders kunnen hierop aanvullen en wensen kenbaar maken. Belanghoudersbijeenkomst: Maatwerk in de Pauluskerk We spreken onze belanghouders bilateraal voorafgaand aan het vaststellen van het activiteitenplan. We organiseren ook jaarlijks een gezamenlijke bijeenkomst waarin we verantwoording afleggen en voorruitkijken. In 2013 nam Bas Haring tijdens deze belanghoudersbijeenkomst het bestaansrecht van corporaties onder de loep. In 2014 was het Wouter Hart die opriep terug te gaan naar ‘de bedoeling’. Hun betogen vormden een mooie opmaat naar de bijeenkomst op 9 september in de Pauluskerk in Oss, waar gastspreker Albert Jan Kruiter de meer dan honderd genodigden voorhoudt hoe je dat dan doet, teruggaan naar de bedoeling. De vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen en de algemeen directeur namen als eersten het woord. Zij positioneerden BrabantWonen in deze turbulente tijden met nieuwe wet- en regelgeving. Dan is het woord aan gastspreker Albert Jan Kruiter, van het Instituut voor Publieke Waarden. Hij gaat in op de uitnodiging van Harrie Windmüller om BrabantWonen en haar partners verder te helpen in het maatwerkdenken. “In de historische ontwikkeling –van Plato tot Rutte- zie je dat we om allerlei redenen regeltjes belangrijk zijn gaan vinden." Albert Jan beschrijft de meest bizarre voorbeelden waarin de wet keurig wordt gevolgd, het principe van 'gelijke monniken, gelijke kappen' geldt en niemand meer oog heeft voor waar het nu eigenlijk om draait en wat het allemaal kost. "Gelijkheid en rechtmatigheid zijn belangrijke waarden geworden. Ik pleit juist voor het ongelijkheidsbeginsel." Ongelijke situaties dienen we ongelijk te benaderen. En dat is waar maatwerk om de hoek komt kijken. "Bij maatwerk gaat het naast rechtmatigheid (wat mag en wat mag niet) om rendement (wat kost het, wat levert het op) en betrokkenheid (de rol van de burger). Die waarden breng je met elkaar in balans. En vervolgens leg je uit wat je hebt gedaan en waarom het legitiem is." Je kunt klein beginnen. Bij de aanpak van woonlasten in ’s-Hertogenbosch hebben we het afgelopen jaar geëxperimenteerd met maatwerk vertelt de vestigingsdirecteur van BrabantWonen in ‘s-Hertogenbosch. Er zijn veel schrijnende gevallen. Mensen lopen helemaal vast in de regels en wetten van de verzorgingsstaat. Samen met onze partners kijken we hoe we tot oplossingen kunnen komen. We bieden de ruimte aan professionals met lef en staan achter de keuzes die ze maken. Dat is een proces van vallen en opstaan.

36

Integriteit Vanuit een gezonde basishouding blijven we continu aan integer handelen werken. We werken als corporatie veel en intensief samen met maatschappelijke en marktpartijen. Dit is een context die vraagt om bewustzijn over wat wel en wat niet kan. We hebben in onze organisatie veel geregeld om integriteit in de volle breedte van onze organisatie in te bedden. Ons integriteitbeleid bestaat uit drie onderdelen: het beleid, de (gedrags)code en de klokkenluiderregeling. Samen met een vertegenwoordiging van de Ondernemingsraad hebben we een extern vertrouwenspersoon geworven. We hebben voor een ‘externe’ gekozen om de onafhankelijkheid expliciet te waarborgen. De introductie van de vertrouwenspersoon en het aanpassen van bijbehorende reglementen en werkwijzen vinden in 2016 plaats. Governancestructuur BrabantWonen is een stichting en een ‘toegelaten instelling’. De goverancestructuur van BrabantWonen is ingericht volgens de ‘tweelagen structuur’: een Raad van Commissarissen (RvC) die op dit moment uit zes personen bestaat en een Raad van Bestuur bestaand uit één persoon, de algemeen directeur. De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het besturen van de onderneming en legt daarover in dit jaarverslag verantwoording af. De RvC ziet toe op de financiële continuïteit, de rechtvaardigheid van de uitgaven (de legitimiteit), het maatschappelijk presteren, de governancestructuur, een aantal gedragsaspecten (integriteit) en het functioneren van de algemeen directeur. De taken van de algemeen directeur en de RvC zijn vastgelegd in de statuten van Stichting BrabantWonen (laatste wijziging d.d. 18 mei 2011) en het reglement RvC. Tussen de voorzitter van de RvC en de algemeen directeur bestaat een regelmatig contact, ook buiten de reguliere vergaderingen om. In de statuten van Stichting BrabantWonen is bepaald dat de RvC bestaat uit tenminste drie en ten hoogste negen personen. Verder is in de statuten bepaald dat twee van hen uit de kring van de huurders komen, of uit organisaties die in het belang van de huurders werken. RvC-leden hebben een benoeming voor vier jaar. Herbenoeming voor een volgende zittingstermijn is conform het reglement eveneens voor vier jaar. Bij de samenstelling van de RvC is evenwicht van expertise op de diverse vakgebieden en spreiding van maatschappelijke focus van belang. De selectie van nieuwe leden is daarom gebaseerd op de in het reglement van de RvC omschreven profielschetsen. Als er een vacature is, vult de RvC de profielschets aan met specifieke criteria waaraan het nieuwe lid moet voldoen. Bij herbenoeming wordt nagegaan of de profielschets nog actueel is. Verder is er een reglement 'benoemingsprocedure lid RvC op bindende voordracht van de huurders’. Governance en codes Alle geledingen binnen BrabantWonen vinden goed bestuur, toezicht, transparantie, externe verantwoording en financiële beheersing, oftewel een goede corporate governance van essentieel belang. Wij onderschrijven de ambities, positionering en rolopvatting van de AedesCode en de daaraan gekoppelde Governancecode Woningcorporaties. Hier handelen we ook naar. De corporate-governanceprincipes komen tot uitdrukking in documenten die BrabantWonen heeft vastgesteld in de vorm van statuten, reglementen, protocollen, beleid en processen. Die processen zijn gebaseerd op principes als functiescheiding, controleerbaarheid, checks and balances, verantwoorden, transparantie en integriteit. Op basis van de codes voeren we elke vier jaar een uitgebreide visitatie uit. De laatste visitatie dateert van 2013. Het bijbehorende rapport staat op onze website.

37

Beleidscyclus Alle besluiten die de directie neemt, spelen zich af binnen de context van onze vierjaarlijkse beleidscyclus. Het ondernemingsplan geeft de richting aan: de verbeterplannen die we maken, vloeien hier uit voort. We doorlopen voortdurend de Plan-Do-Check-Act cyclus (PDCA). Dit helpt ons van verbeterplannen daadwerkelijk verbeteringen te maken. Daarbij blijven we er alert op dat onze plannen aansluiten bij de actuele ontwikkelingen. We kijken hierbij afwisselend naar buiten en naar binnen. Een mooi symbool voor onze beleidscyclus is de band van Möbius: een cirkel die, als je hem doorloopt, van buiten naar binnen gaat en weer van binnen naar buiten. Onderzoek en planning Elke vier jaar nemen we deel aan het landelijk woningbehoefteonderzoek. We noemden al de visitatie en de belanghoudercyclus. We doen ook motivatiemetingen bij onze medewerkers. Voor de planning van ons beleid formuleren we een langetermijnvisie op de woningmarkt en stellen we onze portfoliostrategie vast. Verder maken we meerjarenplannen voor financiën en onderhoud en een treasury jaarplan en ontwikkelen wijkvisies met onze maatschappelijke partners. Vanuit de PDCA-cyclus komen al deze elementen ook jaarlijks terug: we herijken onze portfoliostrategie en meerjarenplannen en stellen vanuit het programmamanagement een kaderbrief op. Na overleg met onze belanghouders stellen we een begroting en een activiteitenplan vast. Een uitgebreide beschrijving van de Governancestructuur en de bijbehorende documenten staan op onze website www.brabantwonen.nl. 2.2 Prestatieafspraken Sociaal Woonakkoord ‘s-Hertogenbosch In 2015 voerden we het gesprek over het Sociaal Woonakkoord. Op basis van de vraagontwikkeling op de sociale huurmarkt en de wens tot gedifferentieerde wijken, hebben we afspraken gemaakt over de gewenste ontwikkelingsrichting voor de stedelijke sociale huurvoorraad. Onze inzet daarin is dat deze integraal op gewenste effecten wordt bekeken: welk effecten hebben facetbeleid als nieuwbouw, huurbeleid, renovatie, verkoop en sloop op de slaagkansen van woningzoekenden. Alhoewel we afspraken maken om de knelpunten van nu op te lossen, vergt de ontwikkeling van een waardevaste stedelijke sociale huurvoorraad een lange termijn strategie. In onze ogen is de integrale blik nodig om tot het gewenste effect te komen: een sociale huur woningvoorraad die zo goed als mogelijk aansluit op de vraag van onze klantgroepen en een focus dat al deze klantgroepen binnen een acceptabele zoektijd een passende woning vinden. Daartoe maakten we afspraken met de Bossche corporaties (Zayaz, Kleine Meierij, Mooiland) en maakten we met die corporaties als één partij afspraken met de gemeente en het SHP. Ook met de gemeente Sint Michielsgestel werkten we aan prestatieafspraken. Met collega-corporatie Kleine Meierij stelden we ons bod echter vanwege tijdsdruk uit. We hebben de gemeente, na vooroverleg, hier schriftelijk over geïnformeerd. Volkshuisvestelijk manifest Oss In 2015 is het volkshuisvestelijk manifest Oss opgesteld. Begin 2016 vindt de ondertekening plaats. In dit manifest zijn, op een andere manier dan voorheen, de prestatieafspraken opgenomen. De huurdersvertegenwoordiging is vanaf het begin hierbij betrokken geweest en zal ook het manifest ondertekenen. Daarnaast hebben we aan huurders en volksvertegenwoordigers, tijdens een carrousel van workshops, gevraagd wat ze op vijf thema’s willen bereiken. Hierdoor hebben huurders invloed op de volkshuisvestelijke effecten die we nastreven in Oss. Naast de producten die we inzetten, zijn ook de volkshuisvestelijke effecten in het manifest vastgelegd. Wat we hebben opgehaald is vertaald en samengevat in te bereiken volkshuisvestelijke effecten in de gemeente Oss.

38

De vijf thema’s zijn: A. De sociale huurwoning, voldoende beschikbaar en geschikt. B. Prettig thuis, zo lang mogelijk zelfstandig wonen. C. De woonlasten, betaalbaar en verdere verduurzaming woningen. D. De woonomgeving, leefbare en veilige wijken en kernen. E. Bijzondere doelgroepen, passende huisvesting en woonomgeving. Het in 2015 aangekondigde voornemen om samen met gemeente en bewonersvertegenwoordiging de woonlastenaanpak vorm te geven, wordt in 2016 als uitwerking van het manifest verder opgepakt. 2.3 Invloed van huurders op beleid en werkwijze Ook door de invloed van huurders op ons beleid en onze werkwijze, maken we het verschil. Los van wet- en regelgeving vinden we het belangrijk om huurders te betrekken bij onze beleidskeuzes. We investeren op verschillende schaalniveaus in participatie. Als huurders graag meedenken op complexniveau, kunnen zij lid worden van een bewonerscommissie. Daarnaast zoeken we op projectniveau naar passende participatievormen en organiseren we klantenpanels. In 2015 organiseerden we in Orthen-Links (een herstructureringsgebied in ’s-Hertogenbosch) een klantenpanel over kernwaarden in het nieuwe Orten-Links en een klantenpanel rondom ‘jongeren en geld’. De lessen die we uit de klantenpanels trokken, hebben we direct in onze aanpak verwerkt. Als huurders op stedelijk niveau willen meedenken, kunnen zij in Oss en ’s-Hertogenbosch deelnemen aan de BrabantWonen Klankbordgroep. Klankbordgroep ‘s-Hertogenbosch De klankbordgroep in 's-Hertogenbosch volgt ons kritisch en discussieerde mee over het beleid op het gebied van onder meer wonen, leefbaarheid en veiligheid in ’s-Hertogenbosch. De opkomst varieert tussen de 40 en 50 personen. In 2015 werden vier bijeenkomsten met de klankbordgroep georganiseerd. In juli werd een excursie naar Boschveld georganiseerd om de renovatie- en nieuwbouwprojecten te bezoeken. Behandelde onderwerpen in klankbordgroep:  Woonlasten en betaalbaarheid.  Jaarverslag 2014.  Participatie/herzieningswet.  Klachtencommissie.  Duurzaamheid.  Invloed en zeggenschap huurders. Driemaal werd een verdiepingsbijeenkomst gehouden met als onderwerpen:  Huurverhoging 2015.  Algemene voorwaarden.  Fusie BrabantWonen met ZorgGoedBrabant (2). Het petit comité heeft zich, als afvaardiging van de klankbordgroep ’s-Hertogenbosch, als vooruitgeschoven post gepositioneerd. Met hen bespreken we de bijeenkomsten van de Klankbordgroep voor. Met het Petit Comité en de klankbordgroep is een nieuw zeggenschapsmodel ontwikkeld. Dit model voorziet in een meer geformaliseerde werkwijze wat beter aansluit bij de herzieningwet. In deze herzieningwet wordt de zeggenschap en invloed van bewoners verder versterkt. Het Petit Comité wordt bevraagd voor zienswijzen. Zij hebben inmiddels over een aantal zaken rondom verkoop hun zienswijze uitgebracht.

39

Overleg met Stedelijk Huurders Platform (SHP) ‘s-Hertogenbosch De vestiging 's-Hertogenbosch voert samen met Kleine Meierij en Zayaz regelmatig overleg met het Stedelijk Huurdersplatform 's-Hertogenbosch (SHP) om de betrokkenheid en invloed van bewoners te bevorderen op woon- en volkshuisvestingsbeleid op stedelijk niveau. Dit overleg is gelieerd aan het drie partijenoverleg (DPO), waar behalve de directeuren van de corporaties ook de gemeente aanschuift. In 2015 is de samenwerkingsovereenkomst herijkt en is het Manifest Waardevol Samenwerken ondertekend. Het gaat over de onderwerpen waar we elkaar treffen, maar vooral ook de houding, gedrag en afspraken worden vastgelegd. Zeker in relatie tot de herzieningwet is zij een belangrijke gesprekspartner. Het SHP is gesprekspartner bij de prestatieafspraken, het woonakkoord, de woonlastenagenda. Vanuit de klankbordgroep zijn enkele leden vertegenwoordigd aan het Stedelijk Huurders Platform (de SHP). Op deze manier praten de vertegenwoordigers uit de klankbordgroep mee over allerlei stedelijke onderwerpen en vraagstukken. In de klankbordgroep vindt terugkoppeling plaats over wat in de SHP is besproken. Klankbordgroep Oss In 2014 hebben we in Oss een klankbordgroep opgericht. In 2015 hebben we voortvarend verder gebouwd aan de klankbordgroep. De groep bestaat nu uit ongeveer 45-50 personen. Er zijn vijf bijeenkomsten geweest in 2015. Thema’s waren:  Hoe kunnen we de huurders nog beter betrekken?  Zelf Aangebrachte Voorzieningen (ZAV).  Veiligheid en Parkeren.  Wat kunnen BrabantWonen en bewoners doen om verschillende groepen op een prettige manier te laten samenleven?  Excursie naar Park Zwanenberg en renovatieproject Wagenaarstraat. We hebben daarnaast een steeds verschillende afvaardiging van de klankbordgroep gevraag met ons mee te denken over diverse thema’s. Een aantal voorbeelden daarvan is:  Manifest met de gemeente Oss.  Algemene huurvoorwaarden.  Fusie BrabantWonen met ZorgGoedBrabant (2). Overleg Huurdersbelangenvereniging Oss Met de huurderbelangenvereniging (HBV) Oss hebben we over diverse onderwerpen gesproken:  Jaarlijkse huurverhoging.  Het activiteitenplan.  Het jaarverslag.  Nieuwbouw en grote renovatieprojecten.  Energie en duurzaamheid.  Bewonersparticipatie.  Het manifest met de gemeente Oss.  Woonruimteverdeling.  Zelf Aangebrachte Voorzieningen (ZAV).  De ontwikkeling van de portfoliostrategie. De HBV heeft een positief advies uitgebracht op de jaarlijkse huurverhoging. Bewonerscommissies: meedenken op complexniveau In ‘s-Hertogenbosch hebben we 40 en in Oss 66 bewonerscommissies. In Oss en Den Bosch wordt nagegaan waar we nog bewonerscommissies missen en waar de bewonerscommissies versterkt kunnen worden. Sommige commissies organiseerden vooral leefbaarheidsactiviteiten, andere hielden zich meer bezig met het beheer van een complex. We sluiten zo goed mogelijk aan bij de wens van de commissieleden. We beseffen dat niet iedere groep representatief is voor alle bewoners, maar we zijn blij dat we op deze manier

40

in gesprek zijn met onze bewoners. Bij steeds meer bewonerscommissies is de terugkoppeling naar ‘de achterban’ georganiseerd. We proberen op andere manieren met andere bewoners in contact te komen, zodat we een zo’n compleet mogelijk beeld krijgen van de ideeën van bewoners. Onze woonconsulenten houden intensief contact met al deze commissies. Cliëntenraden Binnen onze intramurale locaties zijn de cliënten vertegenwoordigd via cliëntenraden. Binnen de bestaande overlegvorm tussen lokale cliëntenraden en BrabantZorg is het gebouw een onderdeel van het overleg. Vanuit deze overlegvorm koppelt BrabantZorg terug aan BrabantWonen als het gaat om onderwerpen die direct de woon- en/of leefomgeving van de bewoners betreffen. 2.4 BrabantWonen en BrabantZorg Samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg Het doel van de samenwerking is en blijft de gezamenlijke klanten zo lang, zo plezierig en zo thuis mogelijk te laten leven en wonen, in een veilige leefomgeving. Als dat niet meer gaat, streven we minimaal naar behoud van eigen regie. Waar mogelijk en waar dat nodig is, werken we samen met één of meer welzijnsorganisaties. We staan voor een pragmatische aanpak, waarbij samenwerking met lokale partijen en bewoners essentieel is. In 2015 werkten we gezamenlijk aan twee programma’s: het samenwerkingsprogramma ‘Prettig Thuis’ en het vastgoedprogramma ‘Voldoende, kwalitatief goede en betaalbare woningen voor kwetsbare ouderen’. De samenwerking heeft en houdt verder als doel de bestaande dienstverlening te optimaliseren, vernieuwing en uitbreiding van het zorgvastgoed te realiseren en nieuwe producten en diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn in het gezamenlijke werkgebied aan te bieden. De samenwerking met BrabantZorg is bijzonder en uniek, maar niet exclusief. Bij de integrale gebiedsgerichte aanpak van leefbaarheidsvraagstukken nodigen wij ook andere (zorg)partijen uit om met ons samen te werken. In ’s-Hertogenbosch werken we met BrabantZorg en Divers nauw samen aan Badeloch; een nieuwe woonconcept voor dementerenden en hun partner, waarbij de mantelzorger ontlast wordt. Ook komen in Badeloch 3 kangoeroewoningen1. Gezamenlijke huisvesting BrabantWonen en BrabantZorg In 2010 hebben de besturen van BrabantWonen en BrabantZorg de wens uitgesproken de centrale afdelingen van BrabantWonen en BrabantZorg onder één dak te huisvesten. In eerste instantie werd uitgegaan van een nieuwbouwkantoor op de Talentencampus in Oss. In september 2013 is dit initiatief stopgezet. Vervolgens is gekeken naar bestaande kantoorpanden in Oss. Vanaf november 2015 is de gezamenlijke huisvesting gerealiseerd aan de Gasstraat 20 te Oss. De gezamenlijke huisvesting heeft de volgende doelen:  Het stimuleren van samenwerking, ontmoeting en het delen van kennis tussen beide organisaties.  Creëren van randvoorwaarden voor het verhogen van motivatie en arbeidsvreugde van medewerkers.  Efficiënt en duurzaam gebruik van beschikbare middelen.

1

Een kangoeroewoning is een combinatie van twee zelfstandige woningen die met elkaar verbonden zijn via een gezamenlijke entree. Er is een hoofdwoning en een buidelwoning, waarbij de zorgvrager en mantelzorger bij familie verblijven. 41

2.5 Woningcorporaties Binnen de gemeente ’s-Hertogenbosch werken we intensief samen met Zayaz en Kleine Meierij. Na de gemeentelijke herindeling heeft ook Mooiland meer bezit gekregen in ’sHertogenbosch. In het overleg van Bossche corporatiesdirecteuren (DBW) is het overleg met Mooiland dit jaar daardoor intensiever geworden; ditzelfde geldt voor WoonZorg Nederland. De woningen van deze corporaties bieden we via één loket aan: WoonService. WoonService werd in 2015 een afzonderlijke entiteit. De corporaties en het Stedelijk Huurders Platform zijn leden van deze coöperatie. In de regio Oss zijn naast BrabantWonen, Mooiland en Area actief. We voeren overleg met beide corporaties en stemmen onze activiteiten en voornemens zoveel mogelijk af. Dit vanuit de overtuiging dat een goede samenwerking met andere corporaties bijdraagt aan een betere dienstverlening aan onze klanten. In 2015 overlegden we met Mooiland en Area over de markt in verschillende delen van hun werkgebied. Onderwerp van gesprek waren vluchtelingenaanpak, woonwagenbeleid en nieuwbouwprojecten. Daarnaast werkten we in 2015 steeds intensiever samen met de zogenaamde Lente corporaties. Dit is een samenwerkingsverband van een negental Brabantse corporaties, gericht op kennisontwikkeling en -deling. In dit verband werken we aan de thema’s betaalbaarheid, legitimatie & participatie en slimmer organiseren. 2.6 Personeel en Organisatie Na de reorganisatie van 2013 is in 2014 de nieuwe organisatiestructuur geëffectueerd. De fte-besparing die voor 31 december 2016 stond gepland is inmiddels gerealiseerd. We moeten kritisch blijven op onze kosten van bedrijfsvoering en zullen continu moeten blijven kijken of aanpassing van de structuur nodig is. Enerzijds vanuit kostenoogpunt, anderzijds vanuit optimaliseren van de organisatiesturing. Herinrichting afdelingen Personeel & Organisatie Op 1 februari is een nieuw afdelingshoofd P&O gestart. Alle basisprocessen binnen P&O en standaard correspondentie zijn of worden beschreven, herschreven en in workflows ondergebracht. Hierdoor is het in de nabije toekomst mogelijk efficiënter én effectiever te werken. De bezetting is aangepast van 4,8 fte naar 4,35 fte. Vanaf september 2017 zal de bezetting nog maximaal 3,67 fte zijn. In-, door- en uitstroom In 2015 zijn er 16 personen (13,57 fte) in dienst gekomen namelijk 1 fte bij Maatschappelijk Vastgoed, 0,56 secretaresse Oss, 3,56 fte Dagelijks Onderhoud Oss, 4,34 fte Bedrijfsvoering, 1,5 fte Sociaal Beheer/Incasso Oss, 1,0 fte Projectmatig Onderhoud/bedrijfsbureau Oss, 0,83 fte Sociaal Beheer/Incasso Den Bosch en -2,78 fte Klant & Wonen Oss. In totaal 24 (18,38 fte) medewerkers zijn uit dienst gegaan. Inleen 2015 Door de fusie met ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2, de implementatie van het ERP-systeem Tobias AX/Aareon hebben we een ruim inleenbudget begroot. We zijn binnen de begroting gebleven. Van de inhuur was 9,17% rendabel. Begroot: € 1.945.324,Prognose: € 2.119.959,Realisatie: € 1.937.567,De personeelskosten zijn op € 1.162.416,- onder begroot uitgekomen: Begroot Realisatie

Salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Inleen Overige Totaal € 12.739.569,00 € 2.019.184,00 € 2.383.764,00 € 1.945.324,00 € 1.375.352,00 € 20.463.193,00 € 12.240.497,00 € 1.855.556,00 € 2.172.642,00 € 1.937.567,00 € 1.094.513,00 € 19.300.775,00

De fiscale loonsom over 2015 bedroeg € 12.560.079,-. De ruimte voor de werkkostenregeling (1,2%) bedroeg derhalve € 150.720,91. Gerealiseerd werd € 126.931,22. 42

Ziekteverzuim Het totale verzuimpercentage is gestegen van 4,78% in 2014 naar 5,08% dit jaar. In 2016 zal een stagiaire van de HRM-opleiding van Avans Hogeschool uit ’s-Hertogenbosch een onderzoek doen naar de oorzaken van dit te hoge verzuim en aanbevelingen doen om dit percentage uiteindelijk te kunnen laten dalen.

Overige statistieken:  36,39% van onze medewerkers werkt in 2015 parttime; dat is een fractie hoger dan in 2014.  De verhouding man-vrouw is exact hetzelfde als in 2013 en 2014: 53,5% is man en 46,5% is vrouw.  De gemiddelde leeftijd is nu 47 jaar; dat sluit aan bij het beeld van de afgelopen jaren. Investeren in medewerkers We willen een lerende organisatie met slagkracht zijn. Daarom blijven wij investeren in de ontwikkeling van onze leidinggevenden en medewerkers. Op basis van afdelingsplannen bieden we bedrijfs- en functiegerichte opleidingen en trainingen aan. Net als voorgaande jaren hebben we ongeveer 3% van de loonsom besteed aan opleidingen, trainingen, cursussen, coaching en dergelijke (totaal € 522.275,40). In 2015 is er € 64.842,85 uitgegeven aan coaching, € 84.942,95 aan trainingen gericht op omgaan met agressie en € 24.091,20 aan asbest. De Corporatie-academie heeft voor € 88.577,37 aan trainingen verzorgd. Mede aan de hand van het persoonlijk ontwikkelingsbudget bieden we medewerkers de mogelijkheid om eigen keuzes te maken voor hun (loopbaan)ontwikkeling. Medewerkers maakten veelvuldig gebruik van dit individuele budget. P&O-adviseurs adviseren over en sturen in de keuze van opleidingen en het gebruik maken van het loopbaanbudget. 2.7 Organisatiestructuur Per 1 januari 2014 hebben we onze organisatiestructuur gewijzigd. Daarbij is ons bestaande model met de vestigingen Oss, 's-Hertogenbosch en Maatschappelijk Vastgoed gehandhaafd. De vestigingen De vestigingen werken in hoge mate zelfstandig aan lokale resultaten. Lokale verankering en lokaal ondernemerschap vormen de kracht van onze organisatie. De mensen op de vestigingen bepalen het gezicht van BrabantWonen in stad en dorp. De vestigingen Oss en ’s-Hertogenbosch maken afspraken met de gemeenten, overleggen met de huurderorganisaties en andere belanghouders en zorgen voor de juiste dienstverlening aan onze klanten. De vestigingen zijn wel zelfstandig maar niet volledig autonoom. Zij werken met dezelfde visie en missie en binnen dezelfde kaders van BrabantWonen. De vestigingen hebben een gelijk lopende planning en controlecyclus. De portfoliostrategie is onderling afgestemd.

43

Maatschappelijk Vastgoed De vestiging Maatschappelijk Vastgoed heeft een bijzondere plek in onze organisatie. Diens taak is onder andere resultaten boeken in 'Scheiden van wonen en zorg'. In ons geval gaat het om de transformatie van intramurale eenheden zoals verzorgingshuizen naar 600 tot 800 afzonderlijke zorgwoningen. Maatschappelijk Vastgoed verandert langzamerhand van een ontwikkelorganisatie in een beheer- en procesorganisatie. Het beheer en het proces rondom wonen en zorg krijgt een grotere rol naarmate er meer nieuwbouw en herstructurering van woonzorgcomplexen gerealiseerd is. Waar Maatschappelijk Vastgoed zich eerst alleen richtte op 'business to business'-contracten, krijgt de vestiging nu ook met individuele klanten te maken. Dat maakt het werk niet eenvoudiger. Toch proberen we dicht bij de bedoeling te blijven. Het accent van Maatschappelijk Vastgoed komt te liggen op wonen met zorg. De vestiging werkt veel samen met andere maatschappelijk organisaties, vooral met BrabantZorg. Met deze partner hebben we een intensieve en heldere samenwerking. De onderhoudsafdelingen van Maatschappelijk Vastgoed werken sinds medio 2014 in twee rayons om de dienstverlening aan BrabantZorg te verbeteren: rayon Oost en rayon West. Per rayon is een gelijkwaardig team verantwoordelijk voor de dienstverlening aan de locaties. Door de nieuwe werkwijze zijn er vaste aanspreekpunten. We kunnen sneller en efficiënter samenwerken. Bedrijfsvoering Bedrijfsvoering is ter ondersteuning van de vestigingen. Dit bedrijfsonderdeel heeft vijf afdelingen: Planning & Control, Financiën, Personeel & Organisatie, ICT/DIV en Projectontwikkeling. Directieteam Het directieteam bestaat uit vier personen: de algemeen directeur als voorzitter, de directeur Bedrijfsvoering en twee vestigingsdirecteuren als leden. Eén vestigingsdirecteur is verantwoordelijk voor de vestiging ’s-Hertogenbosch, de ander voor de twee andere vestigingen, Oss en Maatschappelijk Vastgoed.

Toelichting organogram De Raad van Commissarissen is de toezichthouder van het bestuur en houdt daarmee toezicht op BrabantWonen als geheel. Het bestuur verantwoordt zich met name bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Autoriteit Woningcorporaties (Aw) en het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

44

De Klachtencommissie behandelt klachten en adviseert het bestuur daarover. De ondernemingsraad zet zich in voor de belangen van de werknemers en de organisatie BrabantWonen als geheel. Naast deze 'formele' gremia geven wij onze belanghouders nadrukkelijk een rol. Zij geven gevraagd en ongevraagd advies aan zowel de algemeen directeur als aan de vestigingen. We verantwoorden ons richting de belanghouders. Samenwerking met onze belanghouders zoeken wij op alle niveaus in onze organisatie. Tot slot hebben onze klanten een rol in de governancestructuur. Zij geven in verschillende groepen en werkwijzen advies aan de organisatie. Zoals de Klankbordgroepen en de HuurdersBelangenVereniging. 2.8 Verslag van de Raad van Commissarissen 2.8.1 Inleiding 2015 was, voor zowel de Raad van Commissarissen als de organisatie, een bewogen jaar dat met name in het teken heeft gestaan van de fusie tussen BrabantWonen en Stichting Nieuw Berlerode en de fusie tussen BrabantWonen en ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2. Daarnaast hebben de invoering van de herziene Woningwet en de nieuwe Governancecode een belangrijke rol gespeeld. Elk jaar leggen wij als Raad van Commissarissen verantwoording af over de wijze waarop wij het intern toezicht vormgeven. Wij doen dit vanuit onze rol als werkgever, als toezichthouder en als adviseur. 2.8.2 Over besturen en toezichthouden Toezichthouder, werkgever, adviseur De Raad van Commissarissen is het intern toezichthoudend orgaan bij BrabantWonen. Wij houden toezicht op het functioneren van het bestuur, het beleid en de algemene gang van zaken binnen BrabantWonen. Het beleid van het bestuur toetsen wij aan wet- en regelgeving, zoals het Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015 (BTIV) en de Governance- en de Aedescode voor woningcorporaties en ons eigen governance- en toezichtskader. De Raad van Commissarissen adviseert het bestuur gevraagd en ongevraagd, is verantwoordelijk voor de benoeming (en eventuele schorsing of ontslag) van de bestuurder en stelt de beoordeling en arbeidsvoorwaarden van het bestuur vast. De Raad van Commissarissen geeft de accountant opdracht voor de controle van de jaarstukken en keurt de opdrachtverlening goed voor de visitatie die BrabantWonen elke vier jaar laat uitvoeren. Legitimatie De Raad van Commissarissen handelt op basis van de bevoegdheden die in de statuten zijn omschreven. De werkwijze van de Raad is beschreven in het reglement Raad van Commissarissen en de bijbehorende bijlagen. Hierin is opgenomen dat de Raad werkt met separate commissies (Auditcommissie, Remuneratiecommissie en Selectiecommissie). Deze commissies hebben ieder een eigen reglement. De commissies adviseren de Raad over onderwerpen die binnen hun taakgebied vallen en bereiden de besluitvorming van de Raad voor. Naar aanleiding van de herziene Woningwet en de nieuwe Governancecode hebben we ons reglement uit 2014 herijkt en opnieuw vastgesteld. Aan de hand van het toezichtkader toetsen wij de inzet en behaalde resultaten aan de met het bestuur gemaakte prestatieafspraken en aan meer specifieke door het bestuur vastgestelde en door ons goedgekeurde beleids- en financiële kaders, zoals:  De statuten en reglementen.  Het ondernemingsplan.  De portfoliostrategie (inclusief bijvoorbeeld het huur- en verkoopbeleid).  Het statuut Investeringen & Verbindingen, het Financieel Statuut en het Fiscaal Statuut.  Het Inkoopstatuut en het Inkoop- en aanbestedingsbeleid.  De (meerjaren)begroting en het activiteitenplan van BrabantWonen.

45

Wij kijken of onze inzet maatschappelijk verantwoord is. Wij baseren ons oordeel op informatie uit de kwartaalrapportages en informatie afkomstig van het bestuur, de directie en de medewerkers. Ook de externe belanghouders en toezichthouders betrekken wij in onze oordeelsvorming, via informatie vanuit:  De belanghoudercyclus.  De Autoriteit Woningcorporaties (Aw).  Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT).  Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).  Gemeenten.  De media. Daarnaast spelen de bevindingen van de vierjaarlijkse visitatie een rol. De laatste visitatie dateert van 2013. Commissies De Raad heeft drie kerncommissies ingesteld: de Auditcommissie, de Remuneratiecommissie en de Selectiecommissie. Elke commissie heeft een eigen reglement dat onderdeel is van het reglement van de Raad van Commissarissen. De Raad als geheel ontvangt een verslag van de vergaderingen van de commissies. De Remuneratiecommissie ondersteunt de Raad van Commissarissen bij de uitoefening van onze taken op het gebied van de beoordeling van het functioneren van de algemeen directeur en zijn beloning. De Auditcommissie ziet toe op het financiële beleid, de risico’s, treasury en het interne beheerssysteem. De derde commissie betreft de Selectiecommissie. Deze commissie heeft tot taak nieuwe leden te werven, selecteren en voor te dragen voor benoeming door de Raad van Commissarissen. Governancecode 2015 BrabantWonen hecht belang aan goed bestuur, waaronder wordt verstaan: het integer en transparant handelen van het bestuur, een goed toezicht en het afleggen van verantwoording over het uitgevoerde toezicht. Om het vertrouwen in corporaties te bevorderen, zijn de regels over goed bestuur ondergebracht in de Governancecode Woningcorporaties. Deze code bevat normen voor goed bestuur en toezicht, transparantie, externe verantwoording en financiële beheersing bij woningcorporaties. Vanaf 1 mei 2015 is de nieuwe Governancecode woningcorporaties van kracht. Zowel het bestuur als de Raad onderschrijven de inhoud van de nieuw Governancecode. We hebben op diverse momenten aandacht geschonken aan de nieuwe Governancecode, o.a. bij de zelfevaluatie en tijdens de raadsvergaderingen van april en juni 2015. Eerdere Governancecodes zijn in het verleden vertaald in onze governancestructuur (o.a. in de reglementen van de Raad van Commissarissen). De nieuwe Governancecode sluit dicht aan bij de bestaande praktijk. De vijf principes van de vernieuwde Governancecode zijn uitgewerkt in (in totaal) zestig bepalingen. De code kent twee type bepalingen: ‘pas toe’ en ‘past toe of leg uit’. In lijn met nieuwe wetgeving en om de kwaliteit en transparantie van handelen van bestuur en Raad van Commissarissen te bevorderen is afwijking met ‘leg uit’ op een aantal bepalingen niet mogelijk, hiervoor geldt uitsluitend ‘pas toe’. Dit is bij de betreffende bepalingen in de code weergegeven. Voor de overige bepalingen geldt dat corporaties daarvan kunnen afwijken als dit volgens de betreffende corporatie tot een beter resultaat leidt. Hierbij dient echter nog steeds in de geest van het principe te worden gehandeld en moet de corporatie op inzichtelijke wijze onderbouwen en actief verantwoorden (‘leg uit’) waarom zij hiervan afwijkt. Indien zij op deze wijze gemotiveerd afwijkt, volgt zij dus ook de code.

46

BrabantWonen voldoet aan de Governancecode 2015 en wijkt af met ‘leg uit’ bij de volgende bepaling: Bepaling ‘Leg uit’ Bepaling 3.3 De heer Windmüller werkt sinds 1991 bij Een bestuurder wordt door de RvC BrabantWonen en bekleedt sinds oktober benoemd, geschorst en ontslagen. Bij 2004 de functie van bestuurder. De heer benoeming worden de wettelijke termijnen Windmüller heeft een arbeidsovereenkomst in acht genomen. voor onbepaalde tijd. 2.8.3 De Raad als toezichthouder Herziene Woningwet De herziene Woningwet is per 1 juli 2015 van kracht. Met de Woningwet worden belangrijke hervormingen doorgevoerd die erop zijn gericht dat woningcorporaties hun rol kunnen voortzetten en zich hierbij richten op hun kerntaak: het huisvesten van de doelgroep. Corporaties krijgen een sterkere legitimatie vanuit huurders en gemeenten, een sterkere lokale verankering en er komt meer ruimte voor marktpartijen op de huurmarkt. Ook worden de risico’s in de sociale huursector beperkt door verscherping van intern en extern toezicht. De Woningwet 2015 biedt hiervoor de kaders die verder uitgewerkt worden in het BTIV (Besluit Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting 2015) en de ministeriële regeling. Toezicht op implementatie hernieuwde Woningwet Omdat de nieuwe wet halverwege boekjaar 2015 in werking is getreden, is in een aantal overgangsmaatregelen voorzien. Andere belangrijke maatregelen zijn al per 1 juli 2015 ingegaan. De Raad heeft o.a. op de volgende wijze toezicht gehouden op de invoering van de wet en regelgeving. Het bestuur heeft de Raad van Commissarissen op diverse momenten geïnformeerd over de belangrijkste wijzigingen naar aanleiding van de hernieuwde Woningwet, de stand van zaken met betrekking tot de interne besluitvorming en de eventuele consequenties voor BrabantWonen. Ook in de kwartaalrapportages is dit onderwerp uitgebreid aan bod gekomen. Op 3 juni 2015 heeft er een ‘strategische kennissessie novelle woningwet’ onder leiding van Finance Ideas plaatsgevonden. Alle leden van de Raad hebben hieraan deelgenomen. In het mandaat van het bestuur is opgenomen dat voorafgaand aan grote investeringen (hoger dan € 3 miljoen) goedkeuring van de Raad van Commissarissen nodig is. Tijdens de raadsvergadering van 15 december 2015 is stilgestaan bij de verbindingen en bouwprojecten van BrabantWonen in relatie tot de nieuwe Woningwet. In de behandelde notitie is een overzicht opgenomen van de bestaande verbindingen en de relevante bouwprojecten. Er zijn afspraken gemaakt over welke strategie er wordt gevolgd en er zijn concrete acties voor 2016 benoemd. Bij de fusie tussen BrabantWonen met Stichting Nieuw Berlerode, ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 hebben de huurdersbelangenvereniging, klankbordgroep en de desbetreffende gemeenten een nadrukkelijke rol gespeeld. Zowel de huurdersbelangenvereniging als de gemeenten hebben ingestemd met de fusie. Accountant in 2015 In 2014 is PwC voor vier jaar benoemd tot onze accountant. De accountant heeft opdracht gekregen de jaarstukken te controleren en daarover een verklaring af te geven. Hij is gesprekspartner voor de Auditcommissie en de Raad van Commissarissen:  De accountant stelt in overleg met de Raad het Audit-/Client Service Plan op. De volledige Raad van Commissarissen bespreekt dit na de zomer in het bijzijn van de accountant.

47



De managementletter wordt, in het najaar, direct na de interim-controle besproken door de accountant met de Auditcommissie.  De accountant en de Auditcommissie bespreken de jaarrekening in het voorjaar. Wanneer er geen bijzonderheden zijn, dan zal de accountant niet aansluiten bij de RvC-vergadering waarin goedkeuring van het jaarverslag aan de orde komt.  Ieder jaar is er gelegenheid voor de Raad van Commissarissen of de Auditcommissie om met de accountant te spreken zonder aanwezigheid van het bestuur. Deze werkwijze hebben we in onze reglementen vastgelegd. We hebben nu een aantal jaar positieve ervaringen opgedaan met deze aanpak. Fusie BrabantWonen met Stichting Nieuw Berlerode De besturen van BrabantWonen en Stichting Nieuw Berlerode hebben in 2013 de intentie naar elkaar uitgesproken de samenwerking te intensiveren. Stichting Nieuw Berlerode is op 1 maart 2006 opgericht met de missie het verzorgen van de huisvesting van ouderen met een zorgbehoefte in de ruimste zin. Nieuw Berlerode was eigenaar van 16 seniorenwoningen in Berlicum. Met de samenwerking wilde het bestuur van Nieuw Berlerode het zorgcontinuüm en de daarbij horende zorginfrastructuur in Berlicum, veiligstellen voor de bewoners van de kerkdorpen Berlicum en Middelrode. Hiervoor was het noodzakelijk de continuïteit en de professionaliteit van de organisatie te versterken. Het bestuur van Nieuw Berlerode bestond uit vrijwilligers met een gemiddelde leeftijd van 78 jaar. BrabantWonen is al jaren actief in deze regio en heeft veel ervaring met de huisvesting van ouderen. Daarmee is BrabantWonen een partij die uitstekend past bij de missie van Nieuw Berlerode, het verzorgen van de huisvesting van ouderen met een zorgbehoefte in de ruimste zin. Nieuw Berlerode vindt bij BrabantWonen niet alleen de professionaliteit en investeringskracht om de dienstverlening aan haar bewoners veilig te stellen. Ook de wijze waarop BrabantWonen samen met BrabantZorg haar lokale verankering en wijkaanpak vormgeeft, speelt voor Nieuw Berlerode een belangrijke rol. BrabantWonen en BrabantZorg werken al vele jaren succesvol samen. In de aanpak van BrabantWonen en BrabantZorg staan wijk- en klachtgericht werken centraal. Door de samenwerking met BrabantWonen is Nieuw Berlerode verzekerd van lokale verankering en expertise op het gebied van ouderenzorg. De samenwerking heeft in 2015 geleid tot een fusiebesluit. De zeer kleine schaal van Nieuw Berlerode en het ontbreken van een eigen werkapparaat waren een bedreiging voor het voortbestaan. Niet alleen in financiële zin, gezien de kwetsbare marktpositie van zorgvastgoed in het kader van de wijzigingen in de financiering en tegen de achtergrond van de extramuralisering, maar ook in kwalitatieve zin vanwege de complexiteit en voortdurende wijzigingen in de wet- en regelgeving betreffende de ouderenzorg en de huisvesting van ouderen. We hebben op 15 december 2015 goedkeuring verleend aan de fusie tussen BrabantWonen en Stichting Nieuw Berlerode. Op 30 december 2015 zijn beide stichtingen formeel gefuseerd. Fusie BrabantWonen met Stichting ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 BrabantWonen en BrabantZorg werken samen op het vlak van wonen, zorg en welzijn. Deze samenwerking was onder meer verankerd in een Samenwerkingsovereenkomst en in een samenwerkingsstructuur onder de naam ZorgGoedBrabant (2), bestaande uit twee stichtingen ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 (hierna aangeduid als ZorgGoedBrabant (2)). De samenwerkingsstructuur van ZorgGoedBrabant (2) was niet langer houdbaar als gevolg van een sterke verhoging van de (fiscale) kosten, een steeds moeizamere verkrijging van de financiering voor investeringen en een steeds complexer en beperkender wordende weten regelgeving.

48

Op 16 oktober 2014 heeft er een eerste discussie over de toekomst van ZorgGoedBrabant (2) plaatsgevonden met de Raad van Commissarissen BrabantWonen en de Raad van Toezicht BrabantZorg. Tijdens dit overleg zijn 6 scenario’s met bijbehorende plussen en minnen besproken. Op 14 en 15 januari 2015 heeft er een overleg plaatsgevonden tussen het bestuur van BrabantWonen en het bestuur van BrabantZorg. Uiteindelijk is door beide besturen unaniem besloten dat een fusie tussen BrabantWonen, ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 de beste optie is. Deze fusie heeft gevolgen voor de inrichting van de samenwerking, maar niet voor de inhoud van de samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg. Het doel van de samenwerking is en blijft de gezamenlijke klanten zo lang, zo thuis en zo plezierig mogelijk te laten wonen en leven in een veilige leefomgeving. De samenwerking heeft en houdt verder als doel de bestaande dienstverlening te optimaliseren, vernieuwing en uitbreiding van het zorgvastgoed te realiseren en nieuwe producten en diensten op het gebied van wonen, zorg en welzijn in het gezamenlijke werkgebied aan te bieden. De besturen van beide organisaties hebben vervolgens afspraken gemaakt over een goede balans tussen risico’s en verantwoordelijkheden. Dit heeft geresulteerd in de notitie ‘De toekomstige samenwerkingsstructuur’. Op 26 februari 2015 hebben we goedkeuring verleend aan het principebesluit ‘Toekomstige samenwerkingsstructuur BrabantWonen / BrabantZorg’. In de notitie ‘De toekomstige samenwerkingsstructuur’ zijn op hoofdlijnen de waarderingsgrondslagen rondom de waardering van ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 weergegeven. Deze grondslagen zijn vervolgens vertaald in uitgangspunten van de waardebepaling. Deze uitgangspunten zijn door ons goedgekeurd op 18 juni 2015. Tijdens de Raadsvergadering van 17 september 2015 is uitgebreid stilgestaan bij de stand van zaken van de fusie. Er is onder andere gesproken over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst tussen BrabantWonen en BrabantZorg, de grondwaarden van ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2, de taxaties van het vastgoed en het ministerieel fusievoorstel. Op 21 september 2015 heeft er een gezamenlijk overleg plaatsgevonden tussen het bestuur en de Raad van Toezicht van BrabantZorg en het bestuur en de Raad van Commissarissen van BrabantWonen. Tijdens dit overleg is met name gesproken over de nieuwe samenwerkingsovereenkomst, de waardering van het vastgoed en de wijze van verrekening. Vanwege het fusietraject heeft er een extra Raadsvergadering plaatsgevonden op 8 oktober 2015. Deze vergadering stond in het teken van de fusievoorstellen richting het ILT en het WSW. We hebben tijdens deze vergadering goedkeuring verleend aan het voorgenomen fusiebesluit tussen BrabantWonen, ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode. Daarnaast zijn de fusievoorstellen (met alle bijlagen) zoals aangeboden aan de ILT en het WSW goedgekeurd. Tijdens de Raadsvergadering van 15 december 2015 is er stilgestaan bij de second opinion op de MJOP’s (uitgevoerd door Managers met Bouwkracht) en het Assurancerapport over de vastgoedwaardering en de rapportage feitelijke bevindingen fusiebalans en huurverlaging (beide van BDO Accountants & Belastingadviseurs B.V.). Vervolgens hebben we goedkeuring verleend aan het definitieve fusiebesluit en de samenwerkingsovereenkomst tussen BrabantWonen en BrabantZorg. Op 30 december 2015 is BrabantWonen gefuseerd met ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2.

49

Klachtenbehandeling De Raad van Commissarissen wordt, door middel van het jaarverslag van de klachtencommissie, jaarlijks geïnformeerd over de werkzaamheden van de externe klachtencommissie. In 2015 is het aantal hoorzittingen, in vergelijking met voorgaande jaren, toegenomen. Het jaarverslag van de klachtencommissie van het jaar 2015 is geagendeerd tijdens de raadsvergadering in het voorjaar van 2016. 2.8.4 De Raad als werkgever Algemeen directeur De Raad van Commissarissen treedt op als werkgever van het bestuur van BrabantWonen. Bij BrabantWonen bestaat het bestuur uit één persoon. De heer ir. H.M.H. Windmüller bekleedt sinds oktober 2004 deze functie. Hij werkt vanaf 1991 bij BrabantWonen. Sinds december 2006 heeft BrabantWonen een verbinding met BrabantZorg. Tot 30 december 2015 hebben BrabantWonen en BrabantZorg een tweetal vastgoedstichtingen gedeeld (Stichting ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2). Per 30 december 2015 is BrabantWonen gefuseerd met ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2. De heer Windmüller is in hoedanigheid van zijn rol als algemeen directeur van BrabantWonen tot 30 december 2015 bestuurslid van Stichting ZorgGoedBrabant en Stichting ZorgGoedBrabant 2 geweest. Nevenfuncties De heer Windmüller bekleedt de volgende nevenfuncties:  Vicevoorzitter van de Raad van Commissarissen van de Stichting Katholiek Basisonderwijs Oss (SKBO) (sinds 2012).  Lid van de Raad van Toezicht van RIBW Nijmegen & Rivierenland (sinds 2014).  Voorzitter stuurgroep De Bouw Werkt Noordoost Brabant (sinds 2014). Bij deze nevenfuncties is geen sprake van onverenigbaarheid zoals opgenomen in de herzieningswet artikel 25 lid 4. Permanente Educatie In de Governancecode Woningcorporaties is opgenomen dat bestuurders van woningcorporaties in drie jaar tijd 108 PE-punten dienen te behalen. Dit is gebaseerd op 108 studiebelastingsuren zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder. Voor 2015 heeft de heer Windmüller het volgende aantal PE-punten behaald. Aantal behaalde PE-punten over 2015 20

Minimaal aantal te behalen punten in 2016 / 2017 88

Beloning algemeen directeur De Raad van Commissarissen stelt de beloning van de algemeen directeur vast. De opbouw van zijn beloning was in 2015 als volgt: Beloning Onkostenvergoeding Werkgeversdeel pensioen

€ 185.016,€ 260,€ 185.276,€ 25.534,€ 210.810,-

50

De beloning van de algemeen directeur in 2015 voldoet aan het wettelijk overgangsrecht uit de Wet Normering bezoldigingsmaxima Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) en de daarmee samenhangende regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instelling volkshuisvesting, zoals deze in 2015 van toepassing waren. Op basis van dat overgangsrecht en de geldende spelregels hebben wij als Raad met de bestuurder afgesproken dat hij zijn huidige salaris mag behouden in de jaren 2014 tot en met 2017. De verdere afbouw van het salaris vindt plaats in de jaren 2018 tot en met 2020. Op grond van de WNT 2 zal de bezoldiging vervolgens in twee jaar verder moeten worden teruggebracht naar de 100%- norm. Het bestuur en de Raad van Commissarissen maken aan het begin van het jaar afspraken over de te bereiken resultaten van het bestuur en de directie. Tijdens onze jaarlijkse RvC-zelfevaluatie is dit onderwerp geagendeerd. De remuneratiecommissie maakt de principeafspraken met de bestuurder en legt dit voorstel voor aan de Raad van Commissarissen. De remuneratiecommissie spreekt met de bestuurder over de voortgang en ontwikkelingen. De commissie brengt hierover verslag uit aan de Raad van Commissarissen. Aan de hand van afgesproken doelstellingen voor de organisatie, de bijdrage van de bestuurder hieraan en de persoonlijke doelstellingen zijn de resultaten geëvalueerd. De remuneratiecommissie is positief over het functioneren van de bestuurder. Naast alle reguliere werkzaamheden die op zich tot mooie resultaten hebben geleid, heeft de organisatie een fusie met drie andere stichtingen (ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2 en Nieuw Berlerode) vormgegeven en afgerond. Tegelijkertijd is een nieuw ERP-systeem geïmplementeerd en liggen we op koers voor wat betreft de implementatie van de werkzaamheden die volgen uit de herzieningswet. We hebben dan ook onze complimenten uitgesproken richting bestuur en werkorganisatie. Voor 2016 zijn nieuwe doelstellingen bepaald. 2.8.5 De Raad als adviseur Bij diverse onderwerpen hebben we onze rol als adviseur inhoud gegeven. Dit gold in het bijzonder voor het onderwerp ‘Eindafrekeningen Zelf Aangebrachte Voorzieningen; discussie met de SP in Oss’. Eindafrekeningen Zelf Aangebrachte Voorzieningen; discussie met de SP in Oss In januari 2015 zijn er namens de SP twee artikelen in het Brabants Dagblad geplaatst over BrabantWonen. Hierin werd door de SP kritiek geuit op de uitvoering van het ZAVbeleid van BrabantWonen. De discussie met de SP ging met name over de afrekening van huurders na het verlaten van de woning (mutatie). De SP is van mening dat BrabantWonen bij het verlaten van de huurwoning te hoge kosten doorberekent aan de vertrekkende huurders. In het verleden hanteerde BrabantWonen een ‘gedoogcategorie’. Een Zelf Aangebrachte Voorziening (ZAV) die destijds bij de keuring van de woning in deze categorie viel, mocht in de woning blijven zitten onder voorwaarde dat de nieuwe huurder de ZAV overnam. Het hanteren van deze gedoogcategorie leidde ertoe dat veel zaken werden overgedragen zonder dat de nieuwe huurder ervoor hoefde te betalen. De wet van 2003 heeft het onmogelijk gemaakt om nog op deze manier te handelen. Hierdoor wordt of BrabantWonen verplicht om meer ZAV’s over te nemen en/of de vertrekkende huurder wordt verantwoordelijk voor het herstellen naar de goede staat van de woning. BrabantWonen heeft in augustus 2005 haar ZAV-beleid, in overleg met de huurderscommissies, aangepast naar de nieuwe wetgeving. Gebleken is dat er helaas bij de uitvoering van dit nieuwe beleid, fouten zijn gemaakt. Medewerkers van BrabantWonen interpreteerde het ‘terugbrengen in goede staat’ vaak te strikt. Ook werd de gedoogconstructie nog toegepast om kapitaalvernietiging en verspilling te voorkomen. Daarnaast verzuimden bewoners hun ZAV aan te vragen uit onwetendheid of angst dat deze zou worden afgekeurd.

51

In 2012 heeft er een update plaatsgevonden van het ZAV-beleid. Daarnaast is er geïnvesteerd in een goed implementatieplan. Dit nieuwe beleid is in april 2014 ingegaan. In de praktijk blijkt echter dat de materie lastig blijft. Er zijn maatregelen getroffen om herhaling van fouten te voorkomen (o.a. verplichte opleiding van medewerkers, alle inspecties die bij bewoners worden verricht worden gecontroleerd door het afdelingshoofd Dagelijks Onderhoud, opzichters rouleren met andere vestigingen om ervaring en kennis te verbreden, personele maatregelen). BrabantWonen heeft diverse keren via weekblad De Sleutel, het bewonersmagazine Thuis en de website, huurders (die sinds augustus 2003 zijn vertrokken) gevraagd zich te melden als ze vermoeden dat ze teveel hebben betaald. Op 4 juni 2015 hebben de SP, PvdA, GroenLinks en CDA een motie ingediend bij de gemeenteraad van Oss over het rechtzetten van onterechte eindafrekeningen. Naar aanleiding van deze motie heeft de gemeenteraad de wethouder gevraagd met het bestuur van BrabantWonen in gesprek te gaan. Met de gemeente is afgesproken dat BrabantWonen zo’n 2.600 vertrokken huurders per brief zal benaderen. We zijn als Raad actief door het bestuur geïnformeerd over deze kwestie en hebben tijdens diverse vergaderingen stilgestaan bij dit onderwerp. Daarnaast hebben we het bestuur aangeboden, indien nodig, als Raad een actieve rol te hebben in deze discussie. We ondersteunen de door de organisatie ondernomen acties en het beleid dat is geformuleerd. Het gaat juist om de uitvoering van beleid. We zien dat BrabantWonen snel transparant fouten heeft erkend, de juiste maatregelen zijn genomen om fouten te herstellen en nieuwe fouten te voorkomen. 2.8.6 Over de Raad van Commissarissen Samenstelling Raad van Commissarissen De Raad van Commissarissen bestaat uit zes leden, waarvan er twee zijn benoemd op voordracht van de huurdersorganisatie. In de herziene Woningwet is bepaald dat minstens een derde van de Raad moet bestaan uit huurderscommissarissen die rechtstreeks zijn voorgedragen door huurders. We voldoen aan deze wetgeving. In 2015 zijn geen leden van de Raad afgetreden of herbenoemd. In 2016 zijn twee leden van de Raad aftredend en niet herbenoembaar. Tijdens de raadsvergadering van 17 november 2015 heeft de Raad een voorstel voor het proces van werving en de profielbeschrijving besproken. Integriteit en onafhankelijkheid De Raad is zodanig samengesteld dat de leden ten opzichte van elkaar, de directie en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen functioneren en hun taak naar behoren kunnen vervullen. De leden van de Raad hebben geen nevenfuncties die tegenstijdig zijn aan het belang van BrabantWonen of onverenigbaar op basis van de herziene Woningwet (artikel 30 lid 6). Commissarissen melden een (mogelijk) tegenstrijdig belang in de plenaire vergaderingen. De bestuurder meldt mogelijke tegenstrijdige belangen bij de voorzitter van de Raad van Commissarissen. In het verslagjaar deden zich bij de besluitvormig door de Raad van Commissarissen geen onverenigbaarheden voor. Er zijn geen transacties geweest waarbij sprake was van een tegenstrijdig belang. Het integriteitbeleid of onderdelen van het integriteitbeleid staan regelmatig op de agenda van de werkoverleggen in de organisatie. Het bestuur koppelt een en ander terug naar de Raad als daar aanleiding toe is. Naar aanleiding hiervan, het eerder in opdracht van de Raad gehouden onderzoek, de evaluatie van ons inkoop- en aanbestedingsbeleid etc. hebben we geconcludeerd dat er vanuit de Raad geen aanleiding is om te veronderstellen dat er integriteitsvraagstukken aan de orde zijn.

52

Schema samenstelling & rooster van aftreden: Naam (leeftijd op 31-12-15)

Functie in RvC

Kerncommissie

Expertise

(Neven)functies

Benoemd

Termijn

Aftredend

De heer R.P. Prins (65 jaar)

Voorzitter

Remuneratiecommissie

Algemene bedrijfsvoering, bestuur



Voormalig directievoorzitter Organon BioSciences Nederland BV Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 Voorzitter Raad van Toezicht ROC de Leijgraaf Voorzitter RvC BioConnection

23-11-2010

1e termijn

18-11-2018

Directeur Li.Re Holding BV Directeur Rehoma BV Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2

26-11-2008

2e termijn

26-11-2016

Registeraccountant en directeur De Beer Accountants & Belastingadviseurs Lid Raad van Toezicht Stichting K2

26-11-2008

2e termijn

26-11-2016

Vennoot en beeldend kunstenaar bij DichterbijKunst Lid Platform voor Innovatie in Toezicht Voorzitter College van Advies Merletcollege Land van Cuijk Bestuurslid Stichting Kunst in het Kerkje

19-11-2013

1e termijn

19-11-2017 (herbenoembaar)

Raad van Bestuur Stichting Elisabeth Breda Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant Lid Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2

01-04-2014

1e termijn

01-04-2018 (herbenoembaar)

Eigenaar Van Blokland BV, financiële expertise/interim-management (onder andere bij corporaties) Lid Raad van Commissarissen Novisource N.V.

01-04-2014

1e termijn

01-04-2018 (herbenoembaar)

De heer ing. J.C.J. Reijers (65 jaar)

Overleg met Ondernemingsraad

Vicevoorzitter

Remuneratiecommissie

   

Gebieds- en projectontwikkeling

   

De heer drs. J.M.P. van der Laak RA (53 jaar)

Lid

Mevrouw drs. A.F. Bijl* (51 jaar)

Lid

Auditcommissie

Accountancy

 

Overleg met huurdersorganisaties

Volkshuisvesting, welzijn, leefbaarheid

Overleg met Ondernemingsraad De heer J.W.A. Verbaal* (56 jaar)

Lid

Mevrouw drs. J.J. van Blokland RA (43 jaar)

Lid

   

Overleg met huurdersorganisaties

Wonen, zorg, welzijn

Auditcommissie

Financieel- en risicomanagement

    

* voorgedragen door de organisaties die in het belang van de huurders werken 53

Zelfevaluatie Eens per jaar komen we bijeen voor onze zelfevaluatie. Eén keer per twee jaar doen we dat onder begeleiding van een externe adviseur. Dit jaar heeft de zelfevaluatie plaatsgevonden onder begeleiding van mevrouw Dinjens van GovernanceQ. Het doel van de bijeenkomst was een evaluatie van de rol en positie van de Raad van Commissarissen. Ter voorbereiding van de zelfevaluatie heeft mevrouw Dinjens een persoonlijk gesprek gevoerd met de voorzitter van de Raad en vervolgens met de bestuurder en de bestuurssecretaris. De leden van de Raad hebben een drijfverenvragenlijst (AEM Cube) ingevuld. Dit alles heeft als input gediend voor de zelfevaluatie. Samenstelling van de Raad Tijdens de zelfevaluatie is nadrukkelijk gekeken naar de samenstelling van de Raad. De samenstelling is op dit moment complementair. De Raad is goed verdeeld in de life-cycle van de organisatie. De inschatting is dat BrabantWonen midden in de curve valt, als een professionele organisatie die op dit moment nog intern nog extern onder grote druk staat om te veranderen. De Raad van Commissarissen past in zoverre goed bij de organisatie, dat vanuit de Raad ook niet snel grote druk zal worden gezet op fundamentele veranderingen. Rolopvatting van de Raad De Raad heeft verschillende ideeën over de gewenste rolopvatting, die gebaseerd zijn op ieders persoonlijke drijfveren en waarden. De toezichtvisie van de Raad zal verder worden uitgewerkt op het moment dat de nieuwe commissarissen zijn benoemd. Persoonlijke verantwoordelijkheid en die van de Raad als geheel Er is een discussie gevoerd over de verantwoordelijkheden van de leden individueel en collectief. Het uitgangspunt is dat iedere commissaris op alle terreinen voldoende kennis van zaken heeft. Op het moment dat een commissaris kennis mist, moet deze kennis zo snel mogelijk worden aangevuld. Ten aanzien van de Auditcommissie is gesproken over de gezamenlijke verantwoordelijkheid ook wanneer commissies het voorwerk doen. De Raad is tevreden over het werk dat de Auditcommissie doet. Op dit moment wordt de Auditcommissie bemand door twee commissarissen met een financiële achtergrond. De Raad neemt in overweging de samenstelling te wijzigen zodat er in de commissie meer algemene vragen kunnen worden gesteld en de discussie over de financiën nadrukkelijker in de Raad plaatsvindt. Naast genoemde onderwerpen is er stilgestaan bij het gewenste profiel voor de werving van de twee nieuwe leden, de invulling van de adviesrol van de Raad en bij de geschiktheidsmatrix in combinatie met de PE-activiteiten. Tevens is het gesprek van de remuneratiecommissie met de bestuurder voorbereid. Lidmaatschappen & Permanente educatie De leden van de Raad van Commissarissen zijn lid van de Vereniging Toezichthouders Woningcorporaties (VTW). Zij ontvangen diverse vaktijdschriften en brochures. De leden worden daarnaast in de gelegenheid gesteld om opleidingen te volgen. Vanaf 2015 zijn leden van de VTW verplicht in twee jaar tijd 10 PE-punten te behalen. Dit is gebaseerd op 10 studiebelastingsuren zoals vastgesteld door de geaccrediteerde opleidingsaanbieder.

54

Voor 2015 hebben de leden van de Raad het volgende aantal PE-punten behaald. Naam toezichthouder Aantal behaalde PEMinimaal aantal te punten over 2015 behalen punten in 2016 De heer Prins 9 1 Mevrouw Bijl 29,5 0 Mevrouw Van Blokland 40 0 De heer Van der Laak 3 7 De heer Reijers 2 8 De heer Verbaal 19 0 Beloning van de Raad van Commissarissen We hebben eind 2013 onze beloning vastgesteld op voorstel van het bestuur, op basis van de wettelijke normen. Een aantal leden valt onder het overgangsrecht en behoudt daarom de oude vergoeding. Nieuwe leden en herbenoemde leden krijgen een vergoeding conform de WNT. Op 1 januari 2015 is de WNT 2 ingegaan. Hierin wordt het percentage voor de bezoldiging van de leden van de Raad van Commissarissen verhoogd naar 10% en voor voorzitters van de Raad naar 15% (gebaseerd op de maximale bezoldigingsklasse, voor BrabantWonen is klasse G van toepassing). Onze beloning is naar aanleiding van deze wetswijziging in 2015 niet aangepast, begin 2016 wordt de hoogte van de honorering van de RvC besproken met het bestuur De heer Prins Mevrouw Bijl Mevrouw Van Blokland De heer Van der Laak De heer Reijers De heer Verbaal

€ € € € € €

12.525 8.350 8.350 8.820 8.820 8.350

Vanaf benoeming tot voorzitter (mei 2014) WNT Nieuw lid – WNT Nieuw lid – WNT Zittend lid – overgangsrecht Zittend lid – overgangsrecht Nieuw lid – WNT

De honorering is onafhankelijk van de financiële prestaties van BrabantWonen. Besluiten 2015 Als Raad van Commissarissen nemen we besluiten door documenten vast te stellen of door goedkeuring te verlenen aan bestuursbesluiten. Onze belangrijkste besluiten van 2015 op een rij:  Vaststellen bestuurlijk mandaat 2016.  Vaststellen aangepaste reglementen Raad van Commissarissen inclusief bijlagen (zoals reglementen kerncommissies). Goedkeuring verleend aan de bestuursbesluiten:  Vaststellen jaarverslag 2014 BrabantWonen (inclusief jaarrekening en volkshuisvestingsverslag) en jaarverslag 2014 BrabantWonen Holding BV.  Vaststellen begroting en activiteitenplan 2016, Financiële Meerjarenplanning, Investeringsbeslissingen 2016 en Financiële kaders nieuwbouw 2016.  Investeringen: Orthen-Links bestaand gebied ’s-Hertogenbosch, Hospice ‘de Oase’ Oss en Willemspoort Noord.  Verkoop: kavels Bergse Heihoek en gronden Groote Wielen.  Vaststellen (herijking) Financieel Statuut, (herijking) Statuut Investeringen & Verbindingen en Treasury Jaarplan.  Oprichting van WoonService Regionaal Coöperatief U.A.  Principebesluit toekomstige samenwerkingsstructuur BrabantWonen & BrabantZorg.  Vaststellen uitgangspunten waardebepaling ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2.  Fusievoorstel aan ILT en WSW inclusief bijlagen.  Definitief fusiebesluit fusie BrabantWonen met ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode.  Vaststellen nieuwe samenwerkingsovereenkomst BrabantWonen en BrabantZorg.

55

RvC

Aantal bijeenkomsten in 2015

Bespreekpunten, onder andere:

Reguliere vergaderingen

7

Naast genoemde besluiten 2015 en actuele ontwikkelingen:  Accountantverslag, Managementletter, Client Service Plan 2016  Notulen kerncommissies en overleg OR, huurdersorganisaties  Kwartaalrapportages  Initiatief Lente (samenwerking tussen diverse corporaties in Noord-Brabant)  Toekomstige samenwerking met BrabantZorg  Fusie tussen BrabantWonen, ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode - Samenwerkingsovereenkomst BrabantWonen en BrabantZorg - Waardering ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 - Verrekening waardering ZorgGoedBrabant (2) - Grondwaarden ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 - Taxaties vastgoed ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 - Adviesaanvraag Ondernemingsraad - Zienswijze gemeenten en huurdersvertegenwoordiging - Ministerieel fusievoorstel  Eindafrekeningen Zelf Aangebrachte Voorzieningen en de discussie met de SP hierover  Nieuwe Governancecode woningcorporaties 2015  Relevante correspondentie van CFV, ILT en WSW  Kaderbrief 2016  Evaluatie inkoop en aanbestedingen 2014  Actualisatie portfoliostrategie BrabantWonen en actualisatie portfoliostrategie ZorgGoedBrabant (2)  Voorstel werving nieuwe leden  Plan van aanpak update ondernemingsplan

Zelfevaluatie

1

We       

hebben stilgestaan bij: De samenstelling van de Raad De rolopvatting van de Raad Persoonlijke verantwoordelijkheid en die van de Raad als geheel Het gewenste profiel voor de vacatures in 2016 De invulling van de adviesrol De geschiktheidsmatrix en permanente educatie Voorbereiding remuneratie

Overig

2



Overleg met Raad van Toezicht BrabantZorg en beide besturen over de toekomstige samenwerking en de fusie tussen BrabantWonen, ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 Deelname belanghouderbijeenkomst BrabantWonen



56

Overzicht commissievergaderingen en bespreekpunten Remuneratiecommissie

1

 

Evaluatie doelen afgelopen jaar en resultaatafspraken komend jaar Beloning

Auditcommissie

2

     

Client Service Plan Management Letter, accountantsverslag (Concept) jaarrekeningen BrabantWonen en deelnemingen Activiteitenbegroting Fiscaliteiten inzake fusie Proces totstandkoming activiteitenplan & begroting

Selectiecommissie

0

-

Overleg met Ondernemingsraad (OR)

1

Besproken onderwerpen, onder andere:  Organisatieontwikkeling  Betrokkenheid OR bij bedrijfsvoering en relatie met bestuur  Beeld van de OR op performance van BrabantWonen

Overleg met huurdersorganisaties

1

Besproken onderwerpen, onder andere:  Aanwezigheid leden Raad van Commissarissen bij klankbordgroep  Gevolgen herzieningswet  Bezoek klachtencommissie aan klankbordgroepen  Betaalbaarheid woningen

Overleg met Ondernemingsraad Twee leden van de Raad van Commissarissen vertegenwoordigen ons tijdens het jaarlijks overleg met de Ondernemingsraad. Tijdens het overleg op 29 september 2015 is stilgestaan bij de organisatieontwikkeling, de betrokkenheid van de Ondernemingsraad bij de bedrijfsvoering, de relatie met het bestuur en het beeld van de Ondernemingsraad op de performance van BrabantWonen. Overleg met huurders(vertegenwoordiging) De commissarissen die op bindende voordracht van de huurdersorganisaties zijn benoemd wonen regelmatig bijeenkomsten van de Klankbordgroepen bij. Bij de aanpassing van de RvC-reglementen in 2014 is tevens een jaarlijks overleg van een delegatie van de Raad met de huurdersorganisaties ingesteld. Doel van dit overleg is op informele wijze met elkaar over actuele ontwikkelingen en eventuele knelpunten te spreken. Het overleg op 18 mei 2015 heeft met name in het teken gestaan van de gevolgen van de herziene Woningwet en de betaalbaarheid van het wonen. InvesteringsAdviesCommissie De Raad van Commissarissen laat zich bij grote en/of complexe investeringsbesluiten adviseren door een onafhankelijke, externe InvesteringsAdviesCommissie (IAC). Deze commissie bestaat uit drie personen, die gepokt en gemazeld zijn in de projectontwikkeling. Daarnaast zijn zij bekend met het werkgebied van BrabantWonen. In het verslagjaar heeft de IAC advies uitgebracht over de volgende projecten:  Willemspoort Noord.  Orthen-Links bestaand gebied. Op 20 oktober 2015 heeft er een overleg plaatsgevonden met de IAC, een delegatie van de Raad en de algemeen directeur. Tijdens dit overleg is gesproken over het feit dat er op het terrein van projectontwikkeling veel is veranderd en nog zal veranderen. Door de herziene Woningwet mag BrabantWonen geen nieuwe verbindingen meer aangaan en slechts onder strikte voorwaarden voor de markt bouwen. De projecten die resteren worden minder complex en minder risicovol. Daarnaast hebben bouw- en ontwikkelbedrijven zich, mede naar aanleiding van de crisis, gericht op het verbeteren van hun interne processen en het standaardiseren van producten. De verhouding en risicoverdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer verandert. In 2016 treedt de heer Reijers af binnen de RvC (expertise Gebieds- en projectontwikkeling). Met het nieuwe RvC-lid wordt te zijner tijd de discussie gevoerd over de rol en samenstelling van de IAC.

57

Zichtbaarheid Raad van Commissarissen We willen als Raad van Commissarissen toezicht houden op gepaste afstand, maar tegelijkertijd ook zichtbaar zijn voor de organisatie en belanghebbenden. We zijn daarom als delegatie of voltallig aanwezig bij diverse evenementen, zoals Klankbordgroepbijeenkomsten, openingen en de belanghoudersdag BrabantZorg. Tijdens onze eigen belanghoudersdag op 9 september 2015 heeft de vicevoorzitter namens de Raad een actieve bijdrage geleverd aan het programma waarbij de inzet van de Raad is toegelicht. Daarnaast publiceren we ons jaarverslag separaat van het totale jaarverslag BrabantWonen zichtbaar op de website. 2.8.7 Verklaring De Raad van Commissarissen en het bestuur van BrabantWonen verklaren dat:  ook in 2015 geen leningen of garanties zijn verstrekt aan leden van de Raad van Commissarissen, de algemeen directeur en/of medewerkers;  BrabantWonen in het verslagjaar 2015 haar middelen uitsluitend heeft besteed in het belang van de volkshuisvesting;  BrabantWonen de Aedescode heeft ondertekend en in het verslagjaar overeenkomstig de Aedes- en Governancecode heeft gehandeld;  BrabantWonen de relevante wet- en regelgeving naleeft en dat de interne risicobeheersing- en controlesystemen effectief zijn;  er in 2015 geen sprake is geweest van tegenstrijdige belangen zoals bedoeld in principe II.3 van de Governancecode woningcorporaties 2015, noch van bestuur noch van RvC-leden en dat de bepalingen III 6.1 tot en met III 6.3 van de code zijn nageleefd;  alle RvC-leden voldoen aan het onafhankelijkheidsprinciep III 2.3 van de Governancecode woningcorporaties 2015 en dat de RvC-leden geen nevenfuncties uitvoeren die onafhankelijk toezicht kunnen belemmeren. Aldus vastgesteld op 21 april 2016 te Oss. Namens de Raad van Commissarissen, R.P. Prins Voorzitter 2.9 Verslag van de Ondernemingsraad De Ondernemingsraad bestond in 2015 uit zeven enthousiaste, betrokken leden. Zij kent een dynamisch speerpuntenbeleid, ingegeven door de actualiteit, organisatie ontwikkelingen en verbeterkansen. Gevraagd en ongevraagd geeft de Ondernemingsraad adviezen aan het Bestuur. Zij ontleend haar rol/positie primair aan de WOR. De samenwerking tussen Ondernemingsraad en Bestuur is zonder meer goed. Aan de Ondernemingsraad wordt voldoende ruimte geboden om aandachtspunten aan te dragen. Het Bestuur informeert de Ondernemingsraad in een vroeg stadium aangaande belangrijke dossiers. De communicatie met betrekking tot essentiële punten vindt in gezamenlijkheid plaats. Overleg met Bestuur Tussen Bestuur en Ondernemingsraad heeft in 2015 veelvuldig overleg plaatsgevonden.  Besluitvormingsoverleg tussen Ondernemingsraad en Bestuur: zes maal.  Voortgangsoverleg tussen Ondernemingsraad en Bestuur: zes maal.

58

Aan de Ondernemingsraad zijn in 2015 de volgende zaken voorgelegd: 

Instemmingsaanvragen: - Arbo-overlegstructuur BrabantWonen (16 april 2015). De Ondernemingsraad heeft ingestemd. - Autoregeling per 1 juli 2015 (24 april 2015). De Ondernemingsraad heeft ingestemd. - Reiskostenregeling per 1 juli 2015 (24 april 2015). De Ondernemingsraad heeft ingestemd. - Parkeerbeleid Gasstraat Oss (29 oktober 2015). De Ondernemingsraad heeft ingestemd.



Adviesaanvragen: - Nieuwe opzichtersfunctie Dagelijks Onderhoud (27 mei 2015). De Ondernemingsraad heeft positief geadviseerd. - Voorgenomen fusie BrabantWonen met ZorgGoedBrabant en ZorgGoedBrabant 2 (1 september 2015). De Ondernemingsraad heeft positief geadviseerd. - Fusie BrabantWonen en Stichting Nieuw Berlerode (29 oktober 2015). De Ondernemingsraad heeft positief geadviseerd.

Naast het reguliere overleg met het Bestuur, heeft de Ondernemingsraad gesproken met de voltallige Directie. Het Bestuur ziet de Ondernemingsraad als formeel belanghouder en betrok de Ondernemingsraad onder andere bij de activiteitenbegroting 2016 en het jaarverslag 2014. Ook dit jaar was de Ondernemingsraad aanwezig bij de jaarlijkse belanghoudersbijeenkomst. Organisatie ontwikkeling De Ondernemingsraad is vanuit haar rol intensief betrokken geweest bij de organisatie ontwikkeling die in 2013 is doorgevoerd. Ook in 2015 hebben deze veranderingen doorgewerkt en hadden de aandacht van de Ondernemingsraad. Overleg Raad van Commissarissen Naast het reguliere overleg met het Bestuur, heeft de Ondernemingsraad eenmaal gesproken met een afvaardiging van de Raad van Commissarissen. Gesproken werd onder andere over de relatie tussen Bestuur en Ondernemingsraad, de organisatie ontwikkeling, samenwerking tussen BrabantWonen en BrabantZorg, grote investeringen, de ontwikkeling van de Ondernemingsraad. De Raad van Commissarissen heeft de inhoud van het gesprek teruggekoppeld aan het Bestuur. Samenstelling Ondernemingsraad 2015 Naam Peter Krol

functie binnen OR voorzitter

geb. datum 24-01-1963

1e benoeming 01-01-2003

Patrick Werther

lid

18-05-1979

01-01-2015

Dennis Ruys

lid

30-08-1971

01-01-2015

Alex Kooijmans

vicesecretaris

07-04-1962

01-01-2003

Christian Jordaans

lid

18-01-1977

01-01-2014

Marjon Heeres

secretaris

07-03-1971

01-01-2012

Theo Strik

lid

18-9-1965

01-01-2012

functie BW

kiesgroep

projectleider ontwikkeling ontwikkelingsmanager projectontwikkeling opzichter maatschappelijk vastgoed rayonopzichter

vestiging ‘s-Hertogenbosch Centraal

beheerder wagenpark en magazijn medewerker klant en wonen medewerker technische Diensten

Vestiging Maatschappelijk Vastgoed vestiging ‘s-Hertogenbosch vestiging Oss vestiging Oss vestiging Oss

59

Wijzigingen in de samenstelling Per 31 december 2015 hebben Alex Kooijmans en Theo Strik afscheid genomen van de Ondernemingsraad. 2015 was een goed jaar, zelfbewust hebben we invulling gegeven aan onze taak. We hopen de ingezette koers in 2016 voort te zetten. mr. H.P. Krol Voorzitter Ondernemingsraad

60

Hoofdstuk 3: Financieel Verslag

61

Financieel beleid en sturing Vanuit onze missie, visie en strategie stellen we een ondernemingsplan op. De geplande activiteiten vertalen wij naar financiële planning in de verschillende jaarschijven. Binnen die jaarschijven kennen we een aantal formele momenten waarop we intern en extern verantwoording afleggen over de realisatie en de prognoses. De momenten leggen we jaarlijks vast in een cyclus van planning & control activiteiten (hierna: P&C cyclus). De P&C cyclus is overigens geen doel op zich, maar een instrumentarium om te komen tot een situatie waarin processen transparant zijn, de organisatie doelmatig werkt, de risico’s inzichtelijk en aanvaardbaar zijn en de managementinformatie juist, volledig en tijdig is. Daarnaast werken we op dit moment aan het opstellen van het financieel reglement. Dit reglement is niet zozeer onderdeel van de P&C cyclus, maar verduidelijkt de onderlinge samenhang tussen de statuten, reglementen en Management Control Systeem. In dit hoofdstuk beperken we ons echter tot de financieel gerelateerde risico’s. Daarbij geven we inzicht in onze financiële positie, ons financieel beleid en onze risicobereidheid (risk appetite). Onze strategische en macro-economische risico’s behandelden we al in eerdere hoofdstukken. Financiële continuïteit Onze financiële continuïteit bewaken we met financiële kengetallen. Op deze manier waarborgen we onze financiële positie op lange termijn. De kengetallen nemen we altijd op in onze financiële meerjarenplanning, treasury jaarplan, begroting en kwartaalrapportages. Daarnaast beoordelen we de ontwikkeling van deze kengetallen op het moment van investerings- en financieringsbesluiten. De door ons gehanteerde kengetallen zijn: Kengetallen

Realisatie

Norm 2015

Incl. verkopen

2015 BrabantWonen

ICR

4,19

DSCR

Begroting

Realisatie

WSW

2015

2014

1,40

1,40

2,93

3,97

1,65

1,00

1,00

1,70

2,36

LtV

50,1%

65,0%

75,0%

44,3%

42,6%

Solvabiliteit

42,1%

35,0%

20,0%

45,7%

53,5%

Kengetallen

Realisatie

Norm 2015

Excl. verkopen

2015 BrabantWonen

ICR

2,64

DSCR

Begroting

Realisatie

WSW

2015

2014

1,40

1,40

2,17

1,41

1,04

1,00

1,00

1,26

0,84

LtV

50,1%

65,0%

75,0%

44,3%

42,6%

Solvabiliteit

42,1%

35,0%

20,0%

45,7%

53,5%

Toelichting: Interest Coverage Ratio (ICR) Een “gezonde” operationele kasstroom is voor ons essentieel om de financierbaarheid te kunnen blijven garanderen. Hiertoe wordt onder meer gestuurd op het rentedekkingsgetal. Het rentedekkingsgetal dient jaarlijks minimaal 1,4 te zijn, zodat aan de normen kan worden voldaan van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) en het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV). Deze prestatie-indicator geeft de mate aan waarin de rentelast kan worden voldaan vanuit de operationele kasstroom. In 2015 is een stijging zichtbaar in vergelijking met 2014. Dit wordt

62

veroorzaakt door een forse toename van de operationele kasstromen door de fusie tussen BrabantWonen, ZorgGoedBrabant, ZorgGoedBrabant2 en Nieuw Berlerode. De opbrengsten zijn in verhouding meer gestegen dan de kosten, waardoor er een hogere operationele kasstroom ontstaat. Deze hogere operationele kasstroom resulteert in een hogere ICR. Met een ICR exclusief verkopen van 2,64 voldoen we ruim aan de normen van onze toezichthouders. Debt Service Coverage Ratio (DSCR) Dit kengetal geeft aan of er voldoende operationele kasstromen worden gegenereerd om de rente- en aflossingsverplichtingen te kunnen betalen. Wij sturen ook op de DSCR. De DSCR behoort minimaal 1,0 te bedragen. In vergelijking met 2014 is er sprake van een stijging van de DSCR. Dit wordt veroorzaakt door de hogere operationele kasstromen zoals bovenstaand beschreven bij de bepaling van de ICR. Als de verkoopopbrengsten niet worden meegerekend, komt de DSCR uit op 1,04; dit voldoet aan de norm van de toezichthouders. De reden dat de DSCR in verhouding minder toegenomen is dan de ICR heeft als oorzaak de extra aflossingen van financieringen in 2015. Loan to Value (LtV) De Loan To Value (LtV) drukt de financiering uit in een percentage van de waarde van het bezit. Dit is een richtinggevend getal dat van belang is voor de continuïteit op lange termijn. Het WSW hanteert een bovengrens voor de LtV van 75%. Wij hanteren zelf een grens van 65%. Onze LtV bedraagt ultimo 2015 50,1%. Solvabiliteit Deze prestatie-indicator drukt het eigen vermogen uit in een percentage van het totale vermogen. Het WSW hanteert een norm van 20%. Wij hanteren zelf een norm van minimaal 35%. Onze solvabiliteit bedraagt ultimo 2015 42,1%. Treasury Kasstromen De afdeling Financiën legt periodiek verantwoording af aan de directeur Bedrijfsvoering en bestuurder over de geprognosticeerde kasstromen en de realisatie ervan. Zo houden we inzicht in de gerealiseerde kasstromen en kunnen we de te verwachten kasstromen goed inschatten. Ook overleggen we periodiek een prognose van de aankomende vijf weken. Daarnaast leveren we per maand een liquiditeitsprognose op jaarbasis aan als onderdeel van de maandelijkse treasuryrapportage. Bij het vaststellen van het strategisch beleidsplan is ook de Financiële Meerjarenplanning (FMP) met daarin de verwachte kasstromen hierop aangepast. Op deze wijze volgen we de financieringsbehoefte en eventuele tijdelijke overtollige liquiditeiten, zodat we tijdig maatregelen kunnen nemen. Financieren In het treasury jaarplan 2015 gingen uit van een financieringsbehoefte van € 50,0 miljoen in 2015. We trokken in werkelijkheid € 35,0 miljoen aan. Deze beperktere financieringsbehoefte was onder andere het gevolg van:  een lagere productie van nieuwbouw;  hogere verkoopopbrengsten bestaand bezit door het verkoopprogramma en fusie uitkomsten. Deze € 35,0 miljoen trokken we in drie leningen aan met WSW borging. Met ingang van 2014 heeft het WSW een borgingsplafond ingesteld als vervanger van de eerder gehanteerde faciliteringsruimte. De ruimte in dat borgingsplafond was per 1 januari 2015 € 77,6 miljoen. Als gevolg van het aantrekken van de benoemde financieringen i.c.m. de fusie die plaatsvondt, heeft het WSW het borgingsplafond voor BrabantWonen en ZorgGoedBrabant gehandhaafd voor 2016 en daar de aangegeven financieringsbehoefte bij opgeteld. Deze behoefte komt voor uit onze nieuwbouwplannen en de overgenomen financieringen uit ZorgGoedBrabant2. We 63

verwachten een borgingsplafond van het WSW voor 2016 van € 513,9 miljoen. Dit betekent een borgingsruimte van € 88,8 miljoen. Beleggen Door de fusie met Nieuw Berlerode is er een effectenportefeuille toegevoegd aan onze beleggingen, deze heeft een waarde van € 0,4 miljoen per balansdatum. Ultimo 2015 bedroegen de beleggingen € 7,7 miljoen, waarvan € 7,3 miljoen is verstrekt aan een collega corporatie. De effectenportefeuille zal in het tweede kwartaal 2016 verkocht worden aangezien wij deze niet mogen handhaven volgens onze statuten. Treasury Organisatie Binnen BrabantWonen bestaat een treasurycommissie. Deze treasurycommissie bestaat uit de directeur Bedrijfsvoering, het afdelingshoofd Financiën, een vestigingscontroller en de directieadviseur voor financiële zaken. Met betrekking tot financierings- en beleggingstransacties stelt de treasurycommissie transactievoorstellen op voor het bestuur. Treasury commissie De Treasurycommissie is in 2015 acht keer bijeengekomen en heeft het bestuur geïnformeerd over: kasstromen, renteontwikkelingen en, indien van toepassing, financieringsvoorstellen. BrabantWonen maakt gebruik van de treasurymodule van Aareon waarmee we kasstromen en financieringen kunnen monitoren. Dit pakket is de tool waarmee we dagelijks de lopende financieringen en operationele kasstromen in beeld hebben. Financieel Statuut We evalueren jaarlijks het Financieel Statuut. De RvC keurde de evaluatie in februari 2015 goed. Huisbankierschap Vanaf 1 januari 2011 is de Rabobank de huisbankier van BrabantWonen. Conform het financieel statuut evalueren we minimaal één keer per vijf jaar het huisbankierschap. De evaluatie van de huisbankier staat voor het tweede kwartaal 2016 gepland. Aangezien de trajecten fusie en implementatie ERP systeem een grote tijdsbelasting ingenomen hebben is deze evaluatie verschoven. Risicomanagement Het doel van risicomanagement en interne controle is het beheersen van risico’s (gebeurtenissen) die de realisatie van onze organisatiedoelstellingen beïnvloeden. Risicomanagement is dan ook een continue proces van risico’s definiëren, monitoren, analyseren, bijsturen, beheersen en verantwoorden. Daarbij moeten we niet alleen oog hebben voor de ‘harde kant’ maar ook voor de ‘zachte kant’. De harde kant bestaat vaak uit normeringen van externe stakeholders. De zachte kant heeft deze normeringen nauwelijks, maar de ervaringen van de afgelopen jaren leren ons dat houding en gedrag, stijl van leidinggeven en de aanwezigheid van check en balances een belangrijke rol spelen. Ons risicomanagement borgen wij in een Management Control Systeem (MCS). In het MCS vertalen we de strategische visie naar een control visie, een conceptueel kader en randvoorwaarden voor het verbeteren van de interne beheersing. In het conceptueel kader van het MCS staan vijf begrippen centraal:  Bestuurlijke informatievoorziening  Planning & control  Risicomanagement  Organisatiestructuur  Informatiestructuur In onze visie draagt het continu verbeteren van deze begrippen bij aan het realiseren van een integraal risicomanagementsysteem.

64

Elke kwartaalrapportage leveren onze bedrijfsonderdelen een risicoparagraaf aan waarin over verschillende soorten risico’s rapporteren. Op een aantal risico’s hebben we nauwelijks invloed, maar deze zijn wel zeer bepalend voor onze organisatie. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de veranderingen als gevolg van de herziene Woningwet. Risicobereidheid Als we kijken naar onze ondernemingsdoelstellingen dan concluderen we dat deze doelstellingen gepaard gaan met verschillende soorten risico’s. Wij zijn bereid om risico’s te nemen om onze doelstellingen te realiseren. Echter, op veel van deze risico’s hebben we een beperkte of geen invloed. Denk hierbij aan de demografische ontwikkelingen ten aanzien van vluchtelingen en de invoering van de herziene Woningwet. Om ons te wapenen tegen deze onzekerheden houden voor onszelf financiële buffers aan. Deze buffers monitoren we met risicomodellen, zoals Balanced Score Card of Capital at Risk. Ook implementeerden we het kastroomdenken en maximaliseren we jaarlijks onze projectenportefeuille en onderhoudsuitgaven. In combinatie met ons risico avers beleid ten aanzien van beleggingen en derivaten, resulteert dit in financieel gezonde kengetallen voor onze organisatie. Op korte termijn verwachten wij dan ook niet dat onze continuïteit in gevaar komt. Projecten Onze activiteiten op het gebied van projectontwikkeling kenmerken zich door een diversiteit aan mogelijke risico’s. Bovendien zijn er enorme verschillen in de impact van projectrisico’s. Om grip te houden op het risicoprofiel van onze projectontwikkelingsactiviteiten hanteren we de Capital at Risk methode. Daarnaast bespreken we alle voorgestelde projectbesluiten voorafgaand aan definitieve besluitvorming in de Interne Investeringcommissie (IIC) en/of de Interne Adviescommissie (IAC). De IIC en/of IAC toetst de projectbesluiten op integraliteit, risicobeheersing, vastgestelde (meerjaren)begroting en de kaders vanuit ons statuut Investeringen en verbindingen. Capital at Risk (CaR) De CaR is de optelsom van alle gekwantificeerde risico’s van de onze nieuwbouw projectenportefeuille. De uitkomst van dit model is een betrouwbare inschatting van de maximale hoeveelheid verliezen die kunnen voorkomen. Het risicomodel geeft hiermee inzicht in de benodigde kapitaalbuffer om financiële tegenvallers bij projectontwikkeling op te vangen. Typering projecten Binnen onze projectenportefeuille typeren we onze projecten om een betere risicoinschatting te maken. Projecten met verschillende samenwerkingspartijen en een doorlooptijd van minimaal 4 jaar typeren we als standaardplusprojecten. Onze overige projecten typeren we als standaard. Door de typering standaard plus is de wegingsfactor van de kwantificeerbare risico’s hoger dan bij een standaard project. Uitkomst CaR De uitkomst van de CaR berekening van onze nieuwbouwprojecten in eigen beheer ultimo 2015 is € 1,5 miljoen (eind 2014: € 5,4 miljoen). De grondoverdracht van het ziekenhuissterrein Bernhoven in Veghel aan Bernhoven CV in december 2015 is de voornaamste reden voor de daling van de CAR. Op basis van onze financiële positie, concluderen we dat ons eigen vermogen ruim voldoende is om de risico’s verbonden aan projectontwikkeling op te vangen. Risicoprofiel per project Park Zwanenberg Oss In december 2015 constateerden we lekkages bij de PG-eenheden boven het gezondheidscentrum. Wij stelden de hoofdaannemer en de W-installateur hiervoor aansprakelijk. We zijn, met ondersteuning van een advocaat, in gesprek met de

65

aannemers over de oorzaak, de oplossing en de bijkomende kosten. Begin 2016 leveren we 5 commerciële ruimten (50m2) in het gezondheidscentrum op. Centrumplan St Michielsgestel De start bouw schuift door naar een later moment doordat de omgeving bezwaar aantekende tegen het verlenen van de omgevingsvergunning. We verwachten hierdoor een lichte stijging van de stichtingskosten door de gemaakte indexatieafspraken. Grondposities Bergse Heihoek Berghem In dit project zijn nog 27 onverkochte bouwkavels en 2 kavels voor patiowoningen als voorraad aanwezig, met een gezamenlijke waarde van circa € 2 miljoen. In de huidige marktomstandigheden is het moeilijk om voor deze kavels kopers te vinden. In 2015 besloten we de grondpositie te verkopen. Talentencampus Oss Conform afspraken namen we in 2014 de grondpositie van 3.622 m2 op de Talentencampus af voor een bedrag ad € 1,1 miljoen, met oog op de realisatie van een nieuw hoofdkantoor voor BrabantWonen en BrabantZorg. Van dit plan zagen we om verschillende redenen af. In 2015 onderzochten we een mogelijke andere bestemming voor deze locatie. Dit leidde nog niet tot een concreet plan. De taxatiewaarde van de grond bedraagt per 31-12-2015 € 885.000 (eind 2014 € 1,0 miljoen). Grondpositie locatie Bernhoven Veghel In december 2015 droegen we de locatie ziekenhuisterrein Bernhoven Veghel geheel over aan Bernhoven CV. We lichten de risico’s toe onder verbonden partijen. Grondpositie Oeterselaan Deuteren De planontwikkeling voor de nieuwbouw in de Oeterselaan is gestart, een besluit hierover valt in 2016. We verrichten, samen met de aannemer, inspanningen om de wijk zo snel mogelijk af te bouwen. De 40 voor sloop bestemde woningen in de Oeterselaan gebruiken we momenteel, tot 2017, deels voor tijdelijke huisvesting van spoedzoekers en deels voor tijdelijke bewoning door stichting Ad Hoc (beheerder van leegstaand vastgoed). Treasury We onderkennen de volgende treasury risico's: Politieke risico’s De onzekerheid over de politieke besluitvorming bemoeilijkt het prognosticeren van de kasstromen op middellange en lange termijn. De verhuurderheffing is een feit; dit betekent voor BrabantWonen een jaarlijkse uitgave van minimaal € 11,0 miljoen vanaf 2017. Daar staat tegenover dat we (deels inkomensafhankelijke) huurverhogingen mogen doorvoeren. Hierdoor komt de betaalbaarheid van de huren in de toekomst misschien in het gedrang. Verder noemen we de lastige economische omstandigheden, die het genereren van kasstromen uit woningverkopen kunnen bemoeilijken. Beschikbaarheidsrisico Zowel bij nieuw aan te trekken financiering, als bij herfinancieringen, is de beschikbaarheid van financieringen een niet te onderschatten risico. Per 1 januari 2015 was de ruimte binnen het borgingsplafond € 77,6 miljoen. Na het aantrekken van financieringen en het verrichten van aflossingen op bestaande leningenportefeuille is de ruimte per 31 december 2015 € 88,7 miljoen voor de fusiecorporatie. De beschikbaarheid van financiering van onze DAEB investeringen is hiermee veiliggesteld.

66

Met betrekking tot de financiering van niet-DAEB activiteiten, waarbij we geen gebruik kunnen maken van WSW borging, is de ruime beschikbaarheid van financiering minder vanzelfsprekend. We zullen steeds meer alleen uit kunnen gaan van de uit het te financieren project voortvloeiende cashflows. Renterisico Zowel bij nieuw aan te trekken financieringen als bij renteconversiemomenten loopt BrabantWonen renterisico’s. De verwachtingen van de lange rente zijn dat deze laag blijft; daarmee is het risico gering. Omdat we bij de bestaande financieringen voornamelijk langlopende lineaire of annuïtaire leningen hebben afgesloten met een rentevast periode gelijk aan de looptijd en een eindwaarde nihil, loopt BrabantWonen nauwelijks renterisico’s bij herfinanciering. Of dit beleid ook in de toekomst kan worden voortgezet, is afhankelijk van de mogelijkheden die de kapitaalmarkt bij nieuwe financieringen biedt, en van de kasstromen die bij een dergelijke financiering voldoende moeten blijven om rente en aflossing te kunnen blijven voldoen. Debiteurenrisico Het debiteurenrisico doet zich bij BrabantWonen beperkt voor bij de beleggingen. We gaven al aan dat we in 2015 geen nieuwe beleggingen aangingen, wel kregen we een effectenportefeuille in beheer na fusie. Deze wordt in het tweede kwartaal 2016 verkocht aangezien het beleid niet toelaat te beleggen. Incidenteel voorkomende liquiditeitsoverschotten stallen we op depositorekeningen bij banken die voldoen aan de in ons Financieel Statuut bepaalde rating. De beleggingen bestaan ultimo 2015 nog uit één uitstaande geldlening aan een collega-corporatie en de overgenomen effectenportefeuille. Voor de collegiale financiering is de zekerheid van betaling van rente en aflossingen afgedekt met een WSW-borging. Over de hoofdsom en de renteontvangsten lopen we dus geen risico. Verbonden partijen Een deel van onze activiteiten brachten we afgelopen jaren onder in verbonden partijen, al dan niet in samenwerking met andere partijen. Met verbonden partijen bedoelen we juridische samenwerkingsverbanden waarin wij een bestuurlijk én een financieel belang hebben. In onze organisatie onderscheiden we ultimo 2015 nog drie categorieën verbonden partijen: 1. de verbonden partij, waarin wij voor 100% direct of indirect zeggenschap hebben en de administratie voeren; a) BrabantWonenHolding B.V. b) BrabantWonenEnergie B.V. c) BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V. d) BrabantWonen GOGWO B.V. e) BrabantWonenGOWillemspoort B.V. f) BrabantWonenBelegdVastgoed B.V. g) BrabantWonen GO Bernhoven B.V. h) BrabantWonen GO P&P B.V. 2. de verbonden partij, waarin wij samen met derden kapitaal verschaffen en waar (tot heden) derden de administratie voeren. i) BrabantMakelaars B.V. j) VB&T VvE Diensten Noord Oost Brabant B.V. k) Samenwerking PeelrandWonen l) Ontwikkelcombinatie Meerendonk C.V. m) Ontwikkelcombinatie Meerendonk Beheer B.V. n) Gebiedsontwikkeling ‘s-Hertogenbosch Oost C.V. o) Gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost Beheer B.V. p) Willemspoort C.V. q) Willemspoort Middengebied B.V. r) Ontwikkelingscombinatie Bernhoven Beheer B.V. s) Ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. t) Stichting Ontmoetingsplein Bitswijk

67

3. de verbonden partijen, waarin wij geen kapitaal verschaffen, maar wel een bestuurlijk belang hebben. u) WoonService Regionaal Coöperatief U.A. In het licht van de herziene Woningwet maakten wij in 2015 een strategische heroverweging van onze verbindingen. We verschaften in ieder geval vanaf 1 juli 2015 geen nieuwe financiering meer aan verbonden partijen. Op 8 januari 2016 ontbonden wij onze deelname in de verbonden partijen BrabantMakelaars B.V. en VB&T VvE Diensten Noord Oost Brabant B.V. De ontwikkelingen en risico’s van onze samenwerkingsverbanden volgen we kritisch. Hierover rapporteren we periodiek aan bestuur, directie en RvC via onze managementrapportages. De belangrijkste risico’s in onze verbindingen zijn: Bernhoven CV In 2013 richten we de ontwikkelcombinatie Bernhoven op. Deze entiteit is verantwoordelijk voor de grondexploitatie van twee ziekenhuisterreinen in Veghel en Oss. Hierbij draagt BrabantWonen 2/3 van het risico, en AM Wonen 1/3. Door de complexiteit van de projecten zijn de financiële en fiscale risico's hoger dan normaal. Ziekenhuisterrein Veghel In april 2015 werd het bestemmingsplan onherroepelijk. In juni 2015 verwierven wij het ziekenhuisterrein. BrabantZorg en Bernhoven gaven aan het oorspronkelijke programma (investeringsbesluit) af te nemen, maar kwamen daar onlangs op terug. In december 2015 droegen we de locatie ziekenhuisterrein Bernhoven Veghel geheel over aan Bernhoven CV. In 2016 besluiten we in Bernhoven CV over de toekomstige bestemming van deze grondpositie. Ziekenhuisterrein Oss (Park Zwanenberg) De verkoopmarkt in Oss is niet optimaal. We lopen hierdoor risico’s bij verkoop van de kavels ten behoeve van koopwoningen. In cluster 2 leggen we meer de nadruk op de realisatie van koopwoningen die beter passen bij de huidige verkoopmarkt. Willemspoort C.V. Met de gemeente 's-Hertogenbosch, het Jeroen Bosch Ziekenhuis (JBZ) en Proper Stok richtten we Willemspoort C.V. op. De C.V. is verantwoordelijk voor de grondexploitatie van Willemspoort Noord en Zuid. Wij lopen hierover 33,3% risico. Wij verwachten onze inbreng van € 2,0 miljoen en aanvullende voorbereidingskosten van € 0,5 miljoen niet meer terug te verdienen. Deze kosten brachten wij in 2015 ten laste van het resultaat van BrabantWonen. Ten aanzien van opstalexploitatie Willemspoort Zuid vindt de ontwikkeling en verkoop door derden plaats. Voor Willemspoort Noord ontwikkelden we ultimo 2015 nog geen haalbaar plan. Gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost CV De grondpositie ’s-Hertogenbosch Oost kochten we vanuit strategisch oogpunt samen met AM Wonen aan via gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost CV. Het risico is aanwezig dat de betreffende gronden geen woonbestemming krijgen. Het bestuur en de directie van BrabantWonen ondernemen actief initiatief richting met name de politiek om deze risico’s te reduceren. Vooralsnog is niet te voorspellen wat de mogelijke uitkomsten van deze acties zijn. Onder de huidige financieringscondities kost dit plan ons tot aan start bouw jaarlijks € 0,9 miljoen. aan rentelasten. We verwachten dit in de toekomst niet meer terug te verdienen. Eind 2015 verkochten we 42 hectare grond tegen agrarische waarde. Begin 2016 verkopen we nog 13 hectare. De BNG financiert de lening voor de resterende grond niet opnieuw. BrabantWonen en AM moeten deze financiering van € 30,0 miljoen voor hun rekening nemen. We troffen een voorziening van € 17,8 miljoen. We vertrouwen erop dat we in de toekomst nog wel gaan ontwikkelen in de Groote Wielen te Rosmalen.

68

Fiscale eenheid Ultimo 2015 vormen de genoemde verbonden partijen onder punt 1 een fiscale eenheid zowel voor de vennootschapsbelasting als voor de omzetbelasting. Het totaalschema verbonden partijen ultimo 2015 ziet er als volgt uit:

Op de volgende pagina geven we u een totaaloverzicht van onze verbonden partijen waarbij staat aangegeven wat we tot nu aan kapitaal gestort hebben, het percentage van de deelneming, het behaalde resultaat en waar de activiteit van de verbonden partij uit bestaat.

69

Eigen vermogen Resultaat Totale % deelneming boekjaar 2015 deelname ultimo 2015 deelneming 100% kapitaal (x € 1.000) (x € 1.000) Omschrijving activiteiten

Naam Categorie 1 a BrabantWonen Holding B.V. b BrabantWonenEnergie B.V.

Medevennoten nvt nvt

100% 100%

20.203 1.418

c

BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V.

nvt

100%

53

d

BrabantWonen GOGWO B.V.

nvt

100%

-19

e f

BrabantWonenGOWillemspoort B.V. BrabantWonen BelegdVastgoed B.V.

nvt nvt

100% 100%

-2.309 203

g h

BrabantWonen GO Bernhoven B.V. BrabantWonen GO P&P B.V.

nvt nvt

100% 100%

-3 -1

50% 25%

-46 29

0%

0

Categorie 2 i BrabantMakelaars BV j VB&T VvE Diensten Noord Oost Brabant B.V. k Samenwerking PeelrandWonen

VB&T Holding B.V. VB&T Groep B.V. PeelrandWonen

-10.140 het optreden als beheer- en beleggingsmaatschappij 368 het leveren van alle soorten energie, waarbij gebruik wordt gemaakt van zowel bestaande als duurzame energiebronnen alsmede het verrichten van overige activiteiten en het verlenen van diensten op dit gebied 325 het ontwikkelen, doen realiseren van huur- en koopwoningen in het gebied Meerendonk te 's-Hertogenbosch -8.824 de exploitatie van grondgebieden en het optreden als commanditair vennoot van GO 's-Hertogenbosch Oost C.V. -2.021 het optreden als commanditair vennoot bij Willemspoort C.V. 0 In het verleden is deze opgericht als fiscale beleggingsinstelling. Voor de toekomst zijn de plannen nog onduidelijk. -2 het optreden als commanditair vennoot bij OCM Bernhoven C.V. 0 Is opgericht voor het optreden als commanditair vennoot bij Park & People CV. Voor de toekomst zijn de plannen nog onduidelijk. 19 het uitoefenen van makelaardij 13 het beheren van Verenigingen van Eigenaren 0 een samenwerkingsverband inzake de ontwikkeling, exploitatie, financiering en het aanbieden van diensten terzake van 36 zorgwoningen te realiseren in Boekel 617 het ontwikkelen, doen realiseren van huur- en koopwoningen in het gebied Meerendonk in 's-Hertogenbosch 22 het optreden als beherend vennoot van ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V. -19.681 het exploiteren van grond, het ontwikkelen van huur en koopwoningen in het gebied Groote Wielen in Rosmalen. -774 het optreden als beherend vennoot van GO 's-Hertogenbosch Oost C.V. -42 het ontwikkelen van huur- en koopwoningen in het gebied Willemspoort 's-Hertogenbosch

l

Ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V.

AM B.V.

48%

118

m

AM B.V.

50%

124

AM B.V.

48%

7

o

Ontwikkelingscombinatie Meerendonk Beheer B.V. Gebiedsontwikkeling 's-HertogenboschOost C.V. GO 's-Hertogenbosch Oost Beheer B.V.

AM Grondbedrijf B.V.

50%

50

p

Willemspoort C.V.

33,33%

5.955

q

Properstok Groep B.V., Bossche investeringsmaatschappij, Jeroen Bosch Ziekenhuis Heijmans Vastgoed B.V.

33,00%

8

66,67%

-1

r

Ontwikkelingsmaatschappij Willemspoort Middengebied B.V. Ontwikkelingscombinatie Bernhoven Beheer AM B.V. B.V. Ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. AM B.V.

64,00%

-5

-36 het (her)ontwikkelen en realiseren vastgoed op de ziekenhuisterreinen Bernhoven in Oss en Veghel

s

Stichting Ontmoetingsplein Bitswijk

0%

0

0 het ten behoeve en voor rekening van de oprichters ontwikkelen, coördineren en doen realiseren van een bouwproject, bestaande uit een parkeerkelder, basisscholen, een sporthal, multifunctionele commerciële ruimten, zorgwoningen, woonappartementen en buitenruimten, in de Bitswijk te Uden

n

r

Stichting Area Wonen, gemeente Uden

-3 het optreden als beheren vennoot van Willemspoort C.V. 30 het optreden als beherend vennoot van OCM Bernhoven C.V.

70

Fiscaliteit We zijn ons bewust van de fiscale risico’s die spelen in onze sector. Voor verschillende belastinggebieden formeerden wij fiscale kenniskringen met als doel om fiscale ontwikkelingen te bewaken en interne verbeteringen aan te brengen in ons fiscale risicoprofiel. Deze kenniskringen bestaan uit interne medewerkers en externe belastingadviseurs. Kader Om ons gewenste risicoprofiel in de kaderen stelden we een fiscaal statuut op. Dit statuut geeft onze organisatie handvatten voor fiscale risicobeheersing. Beheersing Om meer grip te houden op ons risicoprofiel bouwden we aan een Tax Control Framework. Dit Framework bestaat uit een overzicht van onze fiscale processen, fiscale risico’s en de bijbehorende beheersmaatregelen. Periodiek leggen wij hierover verantwoording af aan bestuur, directie en RvC. Daarnaast is een fiscale toets een integraal onderdeel van onze investeringsbesluiten. Onder investeringen verstaan we dan grond- en vastgoed aankopen, renovatieprojecten en nieuwbouwprojecten. Belastingdienst Wij hechten waarde aan een transparante en constructieve relatie met de Belastingdienst. Wij zoeken regelmatig afstemming met de Belastingdienst over lopende dossiers. In 2015 zochten we concreet afstemming over:  De fiscale afhandeling van de fusie met ZorgGoedBrabant (2) en stichting Nieuw Berlerode.  Het teruggaafverzoek pro rata 2014.  De fiscale behandeling van de doorbelastingen aan WoonService.  Het kantine en prijsbeleid in relatie tot de werkkostenregeling (WKR).  De ingenomen standpunten in de aangiften vennootschapsbelasting.  Het integrale belastingonderzoek van commissie Stevens. Vennootschapsbelasting Vanaf de invoering van de integrale belastingplicht namen we in onze aangiften vennootschapsbelasting gangbare en pleitbare standpunten ingenomen. De belangrijkste standpunten zijn:  Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen.  De verwerking van projectontwikkelingsresultaten.  Het treffen van een onderhoudsvoorziening.  Het vormen van een herbestedingsreserve. Vanuit het integrale boekonderzoek van commissie Stevens zijn er nog specifieke discussiepunten naar voren gekomen waarover wij van mening verschillen met de Belastingdienst. Dit zijn:  Het activeren van glasisolatie werkzaamheden.  De aftrekbaarheid van de bijdrage in het BrabantWonen Cultuurfonds (samenwerkingsverband met Prins Bernard Cultuur Fonds).  De wijze van het vormen van een fiscale onderhoudsvoorziening. De Belastingdienst heeft aangegeven dat ze mogelijk niet al onze standpunten overneemt. Dit kan nog van invloed zijn op de gepresenteerde fiscale resultaten. Omdat de uitkomsten ultimo 2015 nog niet bekend zijn, stemden we met PwC accountants af dat we de bestaande strategie en ingenomen standpunten in eerdere aangiften handhaven in het bepalen van de fiscale positie in de jaarrekening 2015. Omdat we in onzekerheid verkeren over de fiscale consequenties van de openstaande discussiepunten werken we in 2016 aan een herziene fiscale (meerjaren)strategie. In deze strategie schetsen we een aantal scenario’s over de ontwikkeling van onze fiscale 71

positie in de komende jaren. De keuze voor het meest wenselijke scenario maken we pas op het moment dat wel duidelijkheid hebben over huidige discussiepunten met de belastingdienst. Eigenbouwerschap Wij kwalificeren fiscaal als eigenbouwer. Bij onze activiteiten passen wij daarom Wet ketenaansprakelijkheid in de Wet inlenersaansprakelijkheid toe. Verhuurderheffing Sinds 2013 dragen wij verhuurderheffing af voor zelfstandige woonruimten, waarvan de huurprijs niet hoger is dan de liberalisatiegrens. Bepalend voor de afdracht is de hoogte van de WOZ waarde vermenigvuldigd met een vastgesteld tarief. Dit tarief stijgt de komende jaren fors. In 2015 droegen wij € 9,1 miljoen aan verhuurderheffing af.

72

Hoofdstuk 4: Jaarrekening 2015

73

1 Geconsolideerde balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) (x € 1.000) 31 december 2015

31 december 2014

EUR

EUR

Ref. Vaste activa Immateriële vaste activa Software

10.1 1.500

1.347 1.500

Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Installaties in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie

1.347

10.2 867.739 2.054

620.543 1.996

16.042 150

17.075 182

3.947

3.883 889.932

Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie

643.679

10.3

Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie

57.792

42.953

29.325

27.637

8.553

5.067 95.670

Financiële vaste activa Deelnemingen Latente belastingvordering(en) Leningen u/g Overige effecten

10.4 10.4.1 10.4.2 10.4.3

2.901 7.300 442

75.657 83.398 1.157 7.300 -

10.643

91.855

Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Overige voorraden

10.5 4.895 11.176 277

4.095 6.252 464 16.348

10.811

894

1.039

Onderhanden projecten

10.6

Vorderingen Debiteuren Vorderingen op gemeenten Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa

10.7 10.7.1 10.7.2

1.160 291

1.540 136

10.7.3 10.7.4 10.7.5 10.7.6

3 9.509 2.061

2.146 8 358 1.625

Liquide middelen

Totaal activa

10.8

13.024

5.813

17.774

6.975

1.045.785

837.176

74

31 december 2015

31 december 2014 EUR

EUR

Ref. Groepsvermogen Eigen vermogen Resultaat boekjaar Aandeel derden

10.9 10.9.1 10.9.1 10.9.2

541.831 101.29010-

459.851 12.3302440.531

Voorzieningen

447.519

10.10

Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Voorziening latente belastingverplichting Voorziening reorganisatiekosten Voorziening deelnemingen

34.372

54.914

3.762 18

3.242 556 30 38.152

Langlopende schulden

58.742

10.11

Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden

4.831

3.019

421.204

271.474

14.633

5.582

27.831 90

26.349 468.589

Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Schulden aan participanten Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige schulden Overlopende passiva

Totaal passiva

306.424

10.12 66.008 1.237 6.862

6.865 682 3.827

365

-

939 198

331 -

7.384 226 14.766 528

3.046 270 9.380 90 98.513

24.491

1.045.785

837.176

75

2

Geconsolideerde winst-en-verliesrekening over 2015 (x € 1.000) 2015

2014

Ref. EUR Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Overheidsbijdragen Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten

Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoudslasten Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten

11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6

EUR

126.602 4.130 231 5.262 1.409 3.971

89.654 3.989 2 9.463 1.717 4.816

141.605

109.641

11.7

43.675

32.581

11.8

95.510 12.084 1.855 2.101 30.363 999 4.305 27.964

13.705 12.296 2.128 2.407 20.508 1.049 2.713 23.914

218.856

111.301

11.9 11.10 11.11 11.12

Bedrijfsresultaat

77.251-

1.660-

11.13

4.080-

799-

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 11.14

1.416 17.257-

1.138 10.151-

Saldo financiële baten en lasten

15.841-

9.013-

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

97.172-

11.472-

11.16 11.17

1.8062.302101.280-

1.840990 12.322-

11.18

10-

8-

101.290-

12.330-

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

Rentelasten en soortgelijke kosten

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat deelnemingen Groepsresultaat na belastingen Aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen Resultaat na belastingen

11.15

76

3

Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2015 Directe methode (x € 1.000) 2015

2014 EUR

Operationele activiteiten Ontvangsten: Ontvangsten van huurders Ontvangsten van subsidiegevers Ontvangsten overige Saldo ingaande kasstromen Uitgaven: Betalingen aan werknemers Betalingen aan leveranciers onderhoud Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten Betalingen overige Saldo uitgaande kasstromen

131.730

94.067 4.812

12.800 144.530 17.147 35.118 15.645 24.417

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen rente Ontvangen dividend/aflossing Betaalde rente Betaalde winstbelasting Kasstroom uit operationele activiteiten

EUR

98.879 17.447 29.652 16.142 21.348

92.327

84.589

52.203

14.290

193 543 17.094914-

153 10.10434.931

(Des)investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Investeringen in vastgoedbeleggingen Desinvesteringen in materiële vaste activa Desinvesteringen vastgoedbeleggingen Investeringen in financiële vaste activa Desinvesteringen in financiële vaste activa Investeringen in immateriële vaste activa Desinvesteringen in immateriële vaste activa Kasstroom uit investeringsactiviteiten

60.06925.889 310 8.930-

Financieringsactiviteiten Ontvangsten uit langlopende schulden (nieuwe leningen) Aflossing langlopende schulden Kasstroom uit financieringsactiviteiten

35.000 26.058-

4.339

37.28516.181 9.590 42.800-

11.514-

15.000 6.8468.942

8.154

Toename (afname) geldmiddelen in boekjaar

1.073

979

Liquide middelen 1 januari Liquide middelen 31 december Mutatie liquide middelen

16.701 * 17.774 1.073

5.996 6.975 979

Toevoeging liquide middelen in kader van fusie ZorgGoedBrabant ZorgGoedBrabant 2 Nieuw Berlerode Totaal

5.530 3.785 411 9.726

Liquide middelen 1 januari

16.701

In verband met de fusie wijkt de eindstand liquide middelen 2014 af van de beginstand liquide middelen 2015. *

77

Toelichting kasstroomoverzicht Operationele kasstromen De ontvangsten hebben betrekking op de ontvangsten van huurders en de overige ontvangsten. De huurontvangsten betreffen de daadwerkelijk ontvangen huuropbrengsten inclusief servicecontracten (€ 131,7 miljoen). De overige ontvangsten (€ 12,8 miljoen) hebben voornamelijk betrekking op afrekening van rekening courant en doorbelastingen aan derden zoals BrabantZorg, gemeentes en ZGB(2). Het grote verschil met 2014 in de ontvangsten is veroorzaakt door de fusie van ZGB(2) en Nieuw Berlerode (huurontvangsten ZGB(2) in 2014: € 35,1 miljoen). De uitgaven hebben vooral betrekking op betalingen aan werknemers en onderhoudsuitgaven (resp. € 17,1 miljoen en € 35,1 miljoen). Onder de betalingen aan werknemers zijn naast de salarissen ook de uitgaven die betrekking hebben op pensioenen en sociale lasten verantwoord. De uitgaven onderhoud ZGB(2) was in 2014: € 5,6 miljoen). ZGB(2) en Nieuw Berlerode beschikten niet over eigen personeel, waardoor de fusie geen invloed heeft op de betalingen aan werknemers. De betalingen overig bestaan hoofzakelijk uit uitgaven die onder meer betrekking hebben op de onafhankelijke externe accountant, servicekosten, inleen personeel, autokosten en huisvestingskosten (€ 24,4 miljoen). De stijging van de betalingen overig wordt deels veroorzaakt door extra inleen van personeel en advieskosten vanwege de fusie met ZGB(2) en Nieuw Berlerode en de invoering in 2015 van een nieuw financieel systeem. Betalingen uit hoofde van zakelijke lasten zijn WOZ aanslagen (€ 6,1 miljoen), verzekeringspremies (€ 0,4 miljoen) en verhuurderheffing 2015 (€ 9,1 miljoen). Onder het ontvangen dividend zijn overtollige middelen verantwoord die vanuit de verbindingenstructuur zijn afgeroomd naar de Toegelaten Instelling. De betaalde VPB heeft betrekking op het jaar 2012-2013. De betaalde rente stijgt naar ruim € 17 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door de rente van de leningen van voormalig ZGB(2). Kasstroom investeringsactiviteiten De investeringen in materiële vaste activa (€ 60,1 miljoen) betreffen de investeringen die betrekking hebben op nieuwbouwprojecten (€ 49,4 miljoen). Een aantal grote projecten dat hierin is opgenomen zijn onder andere:  Ziekenhuislocatie Oss € 18,5 miljoen  Ziekenhuislocatie Veghel € 6,7 miljoen  Admiraliteitslaan € 6,6 miljoen  De Hoef Heesch € 4,7 miljoen  Orthen Links € 4,7 miljoen  Onderwijsboulevard € 3,6 miljoen  Eikendonk € 3,3 miljoen  Kasteelseplaats € 2,0 miljoen  Meerendonk € 1,4 miljoen  De Erven Heesch € 1,4 miljoen  Goudhof € 1,2 miljoen  Boschveld € 1,0 miljoen  Overige projecten € 1,0 miljoen Daarnaast is er voor € 7,3 miljoen aan instandhoudingsinvesteringen opgenomen. Het restant van de investeringen heeft betrekking op terugkopen van de woningen Verkoop onder Voorwaarden (€ 3,4 miljoen). De desinvesteringen in materiële vaste activa bestaan uit verkopen bestaand bezit (€ 25,9 miljoen) en verkoopopbrengsten gerelateerd aan Verkoop onder Voorwaarden 78

(€ 3,6 miljoen). In de ontvangsten verkopen bestaand bezit is een bedrag opgenomen van € 12,6 miljoen wat betrekking heeft op de verkoop van het vastgoed Kruisherenklooster, Kruisherenkapel en het Zorghotel Udens Duijn. De resterende € 9,7 miljoen heeft betrekking op “reguliere” verkoop van DAEB woningen. Onder desinvesteringen vastgoedbeleggingen is de verkoopopbrengst van niet-DAEB woningen verantwoord. De investering van € 8,9 miljoen in financiële vaste activa betreft hoofdzakelijk een lening u/g ter financiering van een grondpositie in de Bernhoven C.V. (€ 6,5 miljoen) en betaalde rente aan GOGWO B.V. (€ 0,85 miljoen). Kasstroom financieringsactiviteiten De ontvangsten uit langlopende schulden van € 35,0 miljoen betreft nieuw aangetrokken financiering in 2015. De aflossing langlopende schuld van € 26,0 miljoen heeft betrekking op de contractueel verschuldigde aflossingsbedragen op leningen aan banken en kredietinstellingen. De aflossing is te onderscheiden tussen reguliere aflossing (€ 15,3 miljoen) en vervroegde aflossing (€ 10,7 miljoen).

79

4

Algemene toelichting

4.1. Algemeen Wooncorporatie BrabantWonen is een stichting met de status van “toegelaten instelling volkshuisvesting”. Wij hebben specifieke toelating in de gemeente Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Bernheze, Landerd, Lith, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Ravenstein, Sint-Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, ‘s-Hertogenbosch, Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught, Heusden en Lelystad en zijn werkzaam binnen de juridische wetgeving vanuit de Woningwet en het Besluit Beheer Sociale Huursector. BrabantWonen is gevestigd aan de Venusstraat 2 te Oss. Onze activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen voor de sociale huursector. 4.2. Groepsverhoudingen Stichting BrabantWonen staat aan het hoofd van de Stichting BrabantWonen groep. Indien hierna in de geconsolideerde jaarrekening wordt gesproken over BrabantWonen of “wij”, dan bedoelen we Stichting BrabantWonen en haar in de consolidatie betrokken groepsmaatschappijen. 4.3.Fusiegrondslagen BrabantWonen is op 30 december 2015 met terugwerkende kracht juridisch gefuseerd met Stichting ZorgGoedBrabant, Stichting ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode. BrabantWonen is de verkrijgende instelling en zijn Stichting ZorgGoedBrabant, Stichting ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode de verdwijnende instellingen. BrabantWonen is een stichting met de status van “toegelaten instelling.” De activiteiten bestaan voornamelijk uit de exploitatie en ontwikkeling van woningen. Ook Stichting ZorgGoedBrabant was een zogenaamde “toegelaten instelling” met voornamelijk activiteiten op het gebied van exploitatie en ontwikkeling van zorgvastgoed en zorgwoningen. Stichting ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode zijn beide bestuurlijke stichtingen welke zich bezighouden met de exploitatie en verhuur van zorgvastgoed en zorgwoningen. BrabantWonen en haar fusiepartners beogen een zodanige professionalisering dat adequater kan worden ingespeeld op de ontwikkelingen in de sector. Het bundelen van krachten leidt op termijn tot efficiëntere inzet van middelen en verbetering van de dienstverlening. De efficiency-voordelen zetten we in ten voordele van alle huurders van de fusiecorporatie. Als gevolg van de fusie heeft BrabantWonen onder algemene titel het gehele vermogen van de verdwijnende instellingen verkregen. De financiële gegevens van de gefuseerde instellingen zijn verwerkt als een samensmelting van belangen. De activa en passiva van de gevoegde rechtspersonen, alsmede hun baten en lasten zijn samengevoegd als ware de fusie al per 1 januari 2015 plaatsvond. De waarderings- en winstbepalingsgrondslagen van de nieuwe organisatie zijn gebaseerd op de toegepaste grondslagen van BrabantWonen. Waar nodig zijn grondslagen geharmoniseerd; dit is verwerkt als een stelselwijziging bij Stichting ZorgGoedBrabant, Stichting ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode en rechtstreeks in het beginvermogen van 1 januari 2015 gemuteerd. Het belangrijkste verschil in de waarderingsgrondslagen ten behoeve van de jaarrekening 2015 betreft de vastgoedwaardering. BrabantWonen waardeert haar vastgoed op actuele waarde waar Stichting ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode dit waarderen op basis van verkrijgingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en (naar verwachting duurzame) bijzondere waardeverminderingen. De effecten van de stelselwijzing in verband met de harmonisatie van grondslagen op het eigen vermogen per 1 januari 2015 zijn als volgt aan te geven:

80

EUR (x € 1.000) Eigen vermogen per 31 december 2014: BrabantWonen ZorgGoedBrabant ZorgGoedBrabant 2 Nieuw Berlerode Vrijval deelnemingswaarde ZGB en ZGB2

Effecten harmonisatie: Harmonisatie vastgoedwaardering ZGB2 en Nieuw Berlerode Vrijval onderlinge verhoudingen ZGB, ZGB2 en Nieuw Berlerode Eigen vermogen per 1 januari 2015

450.516 49.376 72.283 3.289 -80.732 494.732

-2.330 0 492.402

Fiscaal De fiscale kwalificatie van de fusiepartners was tot het moment van fusie niet gelijk. Omdat de fusiedrager kwalificeert als toegelaten instelling is de vaststellingsovereenkomst met de belastingdienst (VSO2) van toepassing. Vanaf 1 januari 2015 dienen we, met terugwerkende kracht, een gezamenlijke aangifte vennootschapsbelasting in. In deze aangifte brengen we de ingenomen fiscale standpunten van ZorgGoedBrabant in eerdere aangiften in lijn met de fiscale standpunten van BrabantWonen. Tevens respecteren we in deze aangifte de gemaakte afspraken tussen de belastingdienst en ZorgGoedBrabant2 over de afdracht van vennootschapsbelasting tot 31 december 2015. Voor Stichting Nieuw Berlerode waren er geen eerdere afspraken of fiscale standpunten omdat ze tot op heden nog niet belastingplichtig was. BrabantWonen is de fusiedrager in deze fusie, hierdoor zijn geen aanpassingen gemaakt in de vergelijkende cijfers (2014). Zowel geconsolideerd als enkelvoudig zijn de gepresenteerde cijfers gelijk aan de jaarrekening 2014 van BrabantWonen. De vergelijkende cijfers van (2014) van BrabantWonen zijn in de balans, winst- en verliesrekening, kasstroomoverzicht en toelichtingen opgenomen. Om het inzicht te vergroten in de opbouw van het eigen vermogen per 1 januari 2015 zijn hieronder de vergelijkende cijfers (2014) van Stichting ZorgGoedBrabant, Stichting ZorgGoedBrabant 2 en Stichting Nieuw Berlerode opgenomen.

81

Balans per 31 december 2014

BrabantWonen

Zorggoed Brabant

Zorggoed Brabant 2

Stichting Nieuw Berlerode

Balans na fusie per 1 januari 2015

(Na voorgestelde resultaatbestemming (x € 1.000))

(Geconsolideerd)

(Enkelvoudig)

(Enkelvoudig)

(Enkelvoudig)

(Geconsolideerd)

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

Vaste activa Software

1.347

1.347 1.347

Materiële vaste activa Sociaal vastgoed in exploitatie Installaties in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering

608.214 1.996 17.075

54.378

-

2.540

23

-

-

182

182

3.883

3.883

-

-

9.711

631.350 Vastgoedbeleggingen Commercieel vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden

58.279

54.401 3.766

-

-

9.711 -

2.540 -

691.501 66.328

5.067

5.067

27.637

1.703 90.983

Financiële vaste activa Onroerende en roerende zaken financial lease Deelnemingen in groepsmaatschappijen Effecten Overige vorderingen Lening u/g Latente belastingvordering(en)

668.232 1.996 17.208

-

-

5.469 100.279

29.340

-

-

137.655

100.735

-

257.659

83.398

2.666

7.300 1.157

-

-

22 91.855

137 334

100.301

137 334 7.300 1.179

137.655

471

269.275

Vlottende activa Voorraden Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Overige voorraden

4.095 6.252

Liquide middelen Totaal activa

4.680 6.252

464

Onderhanden projecten Vorderingen Debiteuren Vorderingen op gemeenten Vordering op maatschappijen waarin wordt deelgenomen Vorderingen op gelieerde maatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa

585

10.811

585

1.039

60

1.540 136 2.146

8 358 1.625

-

464

-

-

11.396

110

-

1.099

46

176

-

3.435 136 233

9.920

11.809

-

-

-

-

-

302 91

125 189

-

8 785 1.915

10

5.813

10.359

12.299

10

6.512

6.975

5.530

3.785

412

16.702

840.173

176.705

163.560

3.433

1.098.567

82

Balans per 31 december 2014

BrabantWonen

Zorggoed Brabant

Zorggoed Brabant 2

Stichting Nieuw Berlerode

Balans na fusie per 1 januari 2015

(Na voorgestelde resultaatbestemming (x € 1.000))

(Geconsolideerd)

(Enkelvoudig)

(Enkelvoudig)

(Enkelvoudig)

(Geconsolideerd)

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

Eigen vermogen Eigen Vermogen Resultaat boekjaar

459.547

48.341

71.691

-9.031

1.035

592

450.516

49.376

3.289

492.402

-

-

72.283

3.289

492.402

Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen en herstrucutrering Voorziening latente belastingverplichting Voorziening reorganisatiekosten

54.914

54.914

3.242

3.242

556

556

Voorziening deelnemingen

30

30 58.742

58.742

Langlopende schulden Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden

3.639

2.407

1.081

278.339

106.434

35.724

-

7.614

124

427.139

5.582

5.582

26.349

1.703

-

-

-

-

745

313.909

110.544

28.052

-

847

37.550

124

469.234

Kortlopende schulden Kasgeldlening

-

Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan gelieerde maatschappijen Schulden aan participanten

-

24.546

14

62

260

-

954

281

1.552 -

3.046

Overige schulden

9.380

Totaal passiva

26.500

3.827

Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overlopende passiva

4.675

-

48.888

-

62 3

-

-

712

-

5.087 -

331

331 2.831

270

4.733

90

1.780

242

-

-

-

270

343

-

14.456

1.103

6.119

3

2.976

17.006

16.785

53.727

20

78.189

840.173

176.705

163.560

3.433

1.098.567

83

Winst- en verliesrekening over 2014

Zorggoed Brabant

Zorggoed Brabant 2

Stichting Nieuw Berlerode

(Enkelvoudig)

(Enkelvoudig)

(Enkelvoudig)

EUR

EUR

Huuropbrengsten

5.711

1.027

90

Opbrengsten servicecontracten

3.388

3.517

-

-100

-

-

-565

-1.684

-

5.528

7.894

-

145

182

-

(x € 1.000)

EUR

Bedrijfsopbrengsten

Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Renteopbrengst financial lease Overige bedrijfsopbrengsten

14.107

10.936

90

Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille Onderhoudslasten

1.999

433

-

-1.981

2.732

-

-

1.328

32

Lasten servicecontracten

3.359

3.456

-

Overige bedrijfslasten

2.922

860

357

7.627

7.513

357

6.480

3.423

-267

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille

854

-

-

Waardeveranderingen van financiële vaste activa en van effecten Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten

-216

103

-

2

192

50

-4.387

-3.039

-8

Saldo financiële baten en lasten

-4.601

-2.744

42

Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen

2.733

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening

-1.698

-87

-

Resultaat na belastingen

1.035

592

-225

Bedrijfsresultaat

679

-225

84

De volgende bedragen aan activa en passiva zijn door elk van de fusiepartners ingebracht per 1 januari 2015 (gebaseerd op de geharmoniseerde grondslagen): Brabant Wonen

ZorgGoed Brabant

ZorgGoed Brabant 2

Nieuw Berlerode

(x € 1.000) EUR

EUR

EUR

EUR

Materële vaste activa Financiële vaste activa Vlottende activa Liquide middelen Totaal activa

723.680 11.123 15.750 6.975 757.528

61.669 109.287 1.948 5.530 178.434

8.023 148.394 1.300 3.785 161.502

210 471 10 412 1.103

Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Vlottende passiva Totaal passiva

367.871 58.742 313.909 17.006 757.528

52.657 115.479 10.298 178.434

70.915 39.708 50.879 161.502

959 138 6 1.103

4.4.Grondslagen voor consolidatie In de consolidatie worden de financiële gegevens opgenomen van Stichting BrabantWonen en haar groepsmaatschappijen. Dit betreft alle maatschappijen waarmee wij een organisatorische en economische eenheid vormen. Integraal in de consolidatie worden deelnemingen opgenomen waarin beslissende zeggenschap op het beleid kan worden uitgeoefend. In het algemeen betreft het deelnemingen waarin het belang meer dan 50% bedraagt. Het aandeel van derden in het groepsvermogen en in het groepsresultaat wordt afzonderlijk vermeld. In de consolidatie zijn de volgende rechtspersonen en vennootschappen begrepen: Vestigingsplaats

Aandeel in kapitaal %

Volledig geconsolideerd BrabantWonen BelegdVastgoed B.V. BrabantWonen Holding B.V. BrabantWonen Energie B.V. BrabantWonen GOGWO B.V. BrabantWonen GOWillemspoort B.V. BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V. BrabantWonen GO P&P B.V. BrabantWonen Go Bernhoven B.V. Ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. Ontwikkelingscombinatie Bernhoven Beheer B.V.

Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss

100 100 100 100 100 100 100 100 64 67

Ondanks dat het aandeel in het kapitaal in ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. en Bernhoven Beheer B.V. minder dan 100% worden deze deelnemingen integraal meegeconsolideerd. Wij hebben voor meer dan 50% beslissende zeggenschap inzake het beleid van de deelnemingen. Als gevolg van voorgaande werkwijze ontstaat er in de balans een afzonderlijke post aandeel van derden onder het groepsvermogen. In de winst-en-verliesrekening wordt direct na het totale groepsresultaat een post aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen opgenomen. (zie art. 10 van het Besluit modellen jaarrekening).

85

Vestigingsplaats

Aandeel in kapitaal %

Overige deelnemingen, gewaardeerd op nettovermogenswaarde Gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch-Oost Beheer B.V. Gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch-Oost C.V. Ontwikkelingscombinatie Meerendonk Beheer B.V. Ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V. BrabantMakelaars B.V. VB&T VvE Diensten NOB B.V. Ontwikkelingsmaatschappij Willemspoort Middengebied B.V. Willemspoort C.V.

Utrecht Utrecht 's-Hertogenbosch 's-Hertogenbosch Eindhoven Eindhoven Rotterdam Rotterdam

50 48 50 48 50 25 33 33

Op dit moment vinden er geen activiteiten plaats in BrabantWonen BelegdVastgoed B.V. BrabantWonen Holding B.V. treedt op als beheermaatschappij. De activiteiten van BrabantWonenEnergie B.V. beperken zich op dit moment tot de aanleg en exploitatie van Warmte Koude Opslag installaties (WKO). BrabantWonen GOGWO B.V. fungeert als commanditair vennoot in de Gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch-Oost C.V. ten behoeve van de toekomstige ontwikkeling van gronden in de Groote Wielen in Rosmalen. BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V. treedt op als commanditair vennoot in de Ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V. ten behoeve van de ontwikkeling in gebied Meerendonk in ’s-Hertogenbosch. BrabantWonen GO Willemspoort B.V. fungeert als commanditair vennoot in de Willemspoort C.V. ten behoeve van de in de toekomst te ontwikkelen wijk Willemspoort in ’s-Hertogenbosch. BrabantWonen GO Bernhoven B.V. fungeert als commanditair vennoot in de Ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. ten behoeve van de ontwikkeling van de ziekenhuisterreinen Bernhoven in Oss en Veghel. Wij eliminineren intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Resultaten op intercompany-transacties tussen in de consolidatie opgenomen groepsmaatschappijen worden volledig uit zowel de balanswaardering als het groepsresultaat geëlimineerd voor zover deze resultaten nog niet door een overdracht van het verkregen actief of passief aan derden buiten de groep zijn gerealiseerd. 4.5.Acquisities en desinvesteringen van groepsmaatschappijen Vanaf de overnamedatum nemen wij de resultaten en de identificeerbare activa en passiva van de overgenomen vennootschap op in de geconsolideerde jaarrekening. De overnamedatum is het moment dat overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend op de desbetreffende vennootschap. De verkrijgingsprijs bestaat uit het geldbedrag of het equivalent hiervan dat is overeengekomen voor de verkrijging van de overgenomen onderneming vermeerderd met eventuele direct toerekenbare kosten. Indien de verkrijgingsprijs hoger is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva wordt het

86

meerdere als goodwill geactiveerd onder de immateriële vaste activa. Indien de verkrijgingsprijs lager is dan het nettobedrag van de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva, dan wordt het verschil (negatieve goodwill) als overlopende passiefpost opgenomen. De maatschappijen die in de consolidatie betrokken zijn, blijven in de consolidatie opgenomen tot het moment dat zij worden verkocht; deconsolidatie vindt plaats op het moment dat de beslissende zeggenschap wordt overgedragen. 4.6.Presentatiewijziging In 2015 hebben we een presentatiewijziging doorgevoerd voor de classificatie van het DAEB- en niet-DAEB bezit. Hiermee sluiten we aan bij de verwerkingswijze zoals geldend onder de nieuwe Woningwet. De classificatiewijziging betreft 117 objecten. De vergelijkende cijfers over 2014 zijn dienovereenkomstig aangepast. Als gevolg hiervan is de waarde van het niet DAEB-bezit, gewaardeerd tegen marktwaarde, met € 15,3 miljoen afgenomen en het DAEB-bezit, gewaardeerd tegen bedrijfswaarde dientengevolge met € 12,3 miljoen toegenomen. Per saldo zijn de reserves binnen het eigen vermogen met € 3,0 miljoen afgenomen. Het resultaat 2014 is onder de nieuwe presentatiewijze € 3,0 miljoen lager ten opzichte van de oude presentatiewijze. 4.7.Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormen wij verschillende oordelen en maken schattingen die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in artikel 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen in hoofdstuk 8 of bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningpost. 4.8 Schattingswijzigingen In het kader van de bedrijfswaarde van de materiële vaste activa in exploitatie zijn schattingswijzigingen doorgevoerd die nader uiteengezet zijn in paragraaf 5.5.2 sociaal vastgoed in exploitatie.

87

5

Grondslagen voor waardering van activa en passiva

In de hoofdstukken 5 t/m 9 wordt toegelicht op welke wijze de diverse posten in de jaarrekening zijn bepaald. In de hoofdstukken 10 en 11 worden de cijfers van de balans en de winst-en-verliesrekening nader gespecificeerd en toegelicht. 5.1.Regelgeving De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met artikel 35 van de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015, artikel 30 en 31 van Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV) 2015, richtlijn 645 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving en de Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (‘WNT’). In artikel 127, tweede lid van het BTIV is bepaald dat het Besluit Beheer Sociale huursector (het BBSH) tot 1 januari van het eerst volgende verslagjaar na inwerkingtreding van de Woningwet van toepassing blijft voor de jaarrekening, het jaarverslag, het volkshuisvestingsverslag en het onderzoeken en beoordelen van die verslagen. Dit betekent dat voor het verslagjaar 2015, het juridisch kader zoals dat volgt uit het BBSH van kracht is gebleven. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de winst-enverliesrekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Toelichtingen op posten in de balans, winst-en-verliesrekening en kasstroomoverzicht worden in de jaarrekening genummerd. 5.2.Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar met uitzondering van de harmonisatie van uitgangspunten als gevolg van de fusie, zoals toegelicht in paragraaf 4.3. Fusiegrondslagen en paragraaf 4.6. Presentatiewijziging inzake de classificatie van het DAEB- en niet-DAEB bezit. 5.3.Verwerking verplichtingen In de jaarrekening worden naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen verwerkt die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens BrabantWonen zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan het besluitvormingsproces van BrabantWonen rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitieve ontwerpfase en (afgeleid) het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. 5.4.Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen. Dit is het geval als de boekwaarde van het actief (of van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort) hoger is dan de realiseerbare waarde ervan. 5.5.Materiële vaste activa 5.5.1 Algemene uitgangspunten Tenzij we bij de afzonderlijke balansposten iets anders vermelden, gelden voor alle materiële vaste activa de volgende algemene uitgangspunten. De verkrijgings- of vervaardigingsprijs hebben we bepaald als de som van alle direct toe te rekenen uitgaven onder aftrek van afschrijvingen gedurende de geschatte toekomstige

88

gebruiksduur. Op grond schrijven we niet af. Verkregen subsidies die we kwalificeren als investeringssubsidie brengen we in mindering op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Tevens activeren we hierbij de rente op vreemd vermogen tijdens de bouw en direct toerekenbare interne kosten en transactiekosten. De rente rekenen we toe aan te vervaardigen materiële vast activa en vangt aan bij start bouw. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Indien grond gekocht is met opstallen, met de intentie de opstallen te slopen of teniet te laten gaan en vervolgens op de grond nieuwbouw te realiseren, dan maakt de eventuele boekwaarde van de opstallen en de gemaakte sloopkosten deel uit van de verkrijgingsprijs van de grond. 5.5.2 Sociaal vastgoed in exploitatie Typering Sociaal vastgoed omvat woningen in exploitatie, op het moment van aangaan van het huurcontract, met een huurprijs onder de liberalisatiegrens, het maatschappelijk vastgoed en het overige sociale vastgoed. De liberalisatiegrens is een algemeen huurprijsniveau dat door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wordt vastgesteld. Maatschappelijk vastgoed is bedrijfsonroerend goed dat is verhuurd aan maatschappelijke organisaties, waaronder zorg-, welzijn-, onderwijs en culturele instellingen en dienstverleners, en is vermeld op de bijlage zoals deze is opgenomen in de Beschikking van de Europese Commissie d.d. 15 december 2009 aangaande de staatssteun voor toegelaten instellingen. Kwalificatie Het beleid van BrabantWonen is er primair op gericht de sociale vastgoedportefeuille aan te houden voor de doelgroep van beleid. Slechts voor een deel van het sociale vastgoed vindt optimalisatie van het financiële rendement plaats. Daarmee kwalificeren we ons als vastgoedbeheerder en is de laagste van de vervangingswaarde of de bedrijfswaarde de basis voor de invulling van de actuele waarde. Waarderingsgrondslag BrabantWonen waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen de actuele waarde zijnde de laagste van de vervangingswaarde of de bedrijfswaarde onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. Na-investeringen Uitgaven na eerste verwerking (de zogeheten na-investeringen) die leiden tot een waardeverhoging van het actief worden aangemerkt als activeerbare kosten van vernieuwing. Uitgaven die betrekking hebben op toekomstige herstructureringen, waarvan de feitelijke verplichtingen dan wel de in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, worden in de waardering betrokken. Herstructurering onderscheidt zich van renovatie door het verbeteren of wijzigen van de oorspronkelijke capaciteit. Onderhoud De lasten van regelmatig voorkomend onderhoud waaronder renovatie onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. De lasten van onderhoud worden direct in het resultaat verantwoord. Componenten Binnen het vastgoed onderkennen we componenten met een verschillende levensduur. Naast de grond (geen afschrijving) en de opstal onderkennen we installaties en inventaris. Van een afzonderlijke component is sprake indien deze component meer dan 10% uitmaakt van de waarde van het actief en/of indien de afschrijvingslast (als gevolg van een afwijkende levensduur van de component ten opzichte van de opstal) meer dan 10% afwijkt van de situatie dat geen component zou zijn onderkend. 89

Complexindeling Complexen worden gedefinieerd op basis van onderkende product-marktcombinaties (PMC’s) als kasstroomgenererende eenheden. De indeling sluit aan op de wijze waarop het interne beleid en de bedrijfsvoering is gedefinieerd. Aansluiting is daarbij gezocht bij de differentiatie in het huur- en onderhoudsbeleid en levensduurschattingen. Bepaling bedrijfswaarde De bedrijfswaarde is de contante waarde van de aan een actief of samenstel van activa toe te rekenen toekomstige kasstromen die kunnen worden verkregen met de uitoefening van het bedrijf. De bedrijfswaarde wordt gevormd door de contante waarde van de geprognosticeerde kasstromen uit hoofde van toekomstige exploitatieopbrengsten en toekomstige exploitatielasten over de geschatte resterende looptijd van de investering. De kasstroomprognoses zijn gebaseerd op redelijke en onderbouwde veronderstellingen die de beste schatting van de directie weergeven van de economische omstandigheden die van toepassing zullen zijn gedurende de resterende levensduur van het actief. De kasstromen zijn gebaseerd op de in 2015 intern geformaliseerde meerjarenbegroting 2015 en bestrijken een periode van 10 jaar. De kosten van planmatig onderhoud baseren we op de in de meerjaren onderhoudsbegroting onderkende cycli per complex. Voor latere jaren gaan we uit van de verwachte gemiddelde groeivoeten voor inflatie, huurstijging en rente alsmede genormeerde lastenniveaus. Bij de bedrijfswaardeberekening hanteren we de volgende uitgangspunten:

Uitgangspunten

Jaarrekening 2015/ Begroting 2016 sociaal vastgoed

Jaarrekening 2014/ Begroting 2015 sociaal vastgoed

Huur

Aa ns l ui ting met de huren 2015

Aa ns l ui ting met de huren 2014

Huurha rmoni s a tie Huurdervi ng

Vi jf ja a r voorts chri jdend i ngerekend 2016: 0,8% va n de huurs om; Huurdervi ng s l oop 50% T-1 ja a r 66% i n Os s en 68% i n ’s -Hertogenbos ch voor zel fs tandi ge ni et gel i bera l i s eerde woni ngen, overi g zi e huurbel ei d cf. pri js i ndex

Vi jf ja a r voorts chri jdend i ngerekend 2014: 0,8%; 2015 e.v.: 1% va n de huurs om; Huurdervi ng s l oop 50% T-1 ja a r 66% i n Os s en 68% i n ’s -Hertogenbos ch voor zel fs tandi ge ni et gel i bera l i s eerde woni ngen, overi g zi e huurbel ei d cf. pri js i ndex va n 1 ja a r eerder + t/m 2017 1,5% extra huurverhogi ng wa t neerkomt op 2014: 4,25%, 2015 t/m 2017: 3,5% en 2018 e.v.:. 2%

Idea l i ter geba s eerd op werkel i jke mutatiegra den per compl ex/pmc --> 8% per PMC i n 's -Hertogenbos ch en 8,2% i n Os s 5,00% 2015: 0,70%; 2016: 1,40%; 2017: 1,58%; 2018: 1,71%; 2019: 1,79% 2020 e.v.:2% 2015: 1,2%; 2016: 1,2%; 2017: 2,02%; 2018: 2,31%; 2019: 2,52% 2020 e.v.: 2,5% 2015: 1,2%; 2016: 1,2%; 2017: 2,02%; 2018: 2,31%; 2019: 2,52% 2020 e.v.: 2,5% 2015: 3,0%; 2016: 2,7%; 2017:2,49%; 2018:2,34%; 2019: 2,24% 2020 e.v.: 2% 2015: -0,02%; 2016: 0,96%; 2017: 1,65%; 2018: 2,13%; 2019: 2,47%; 2020 e.v.: 3,25% + credi ts prea d 0,3% 2015: 0,3%; 2016: 1,49%; 2017: 2,31%; 2018: 2,90%; 2019: 3,30%; 2020 e.v.: 4,25% + credi ts prea d 0,5% 90% va n de WOZ-wa a rde; i ndexa tie met ma rktindex

Idea l i ter geba s eerd op werkel i jke mutatiegra den per compl ex/pmc --> 8% per PMC i n 's -Hertogenbos ch en 8,2% i n Os s 5,25% 2013: 2,5%; 2014: 1%; 2015: 1,25%; 2016 e.v.:2%

Streefhuur (geba s eerd op oude WWS-s ys tema tiek) Huurs tijgi ng

Mutatieka ns en

Di s conteri ngs voet Pri js i ndex Looni ndex Index onderhoud/bouw Ma rktindex Korte rente

La nge rente

Verkoopopbrengs t

2014: 1,25%; 2015: 1,5%; 2016: 1,95%; 2017: 2,27%; 2018: 2,49%; 2019 e.v.: 3% 2014: 1,25%; 2015: 1,5%; 2016: 1,95%; 2017: 2,27%; 2018: 2,49%; 2019 e.v.: 3% 2014:1%; 2015: 1,255% 2016 e.v.: 2% 2014: 0,28%; 2015: 1,17%; 2016: 1,8%; 2017: 2,23%; 2018: 2,54%; 2019 e.v.: 3,25% + credi ts prea d 0,3% 2014: 1,7%; 2015: 1,8%; 2016: 2,54%; 2017: 3,05%; 2018: 3,41%; 2019 e.v.: 4,25% + credi ts prea d 0,5% 90% va n de WOZ-wa a rde; i ndexa tie met ma rktindex

90

Va ri a bel e l a s ten en opbrengs ten Kl a chtenonderhoud Mutatieonderhoud Pl a nma tig onderhoud Verbeteri ngen Verhuurders heffi ng

Levens duur

res twa a rde

Geba s eerd op de begroting 2016

Geba s eerd op de begroting 2015

Bepa a l d op ves tigi ng ni vea u en totaa l ves tigi ng i ngerekend Er i s geen mutatieonderhoud i ngerekend Cf. MJOP rekeni ng houdend met taa ks tel l end budget Verbeteri ngen worden ni et meegenomen i n de bedri jfs wa a rde cf. vers l a ggevi ngs regel s Percentage over WOZ-wa a rde. WOZ-wa a rde wordt ja a rl i jks met ma rktindex geïndexeerd. 2015: 0,449%; 2016: 0,491% en 2017 ev: 0,536% Levens duur o.b.v. SVB. Compl exen zonder s l oop/verkoopbes temmi ng hebben een mi ni ma l e l evens duur va n 15 ja a r. Ni euwbouw heeft een l evens duur va n 50 ja a r. Soci a l e ka vel pri js cf. opga a f gemeente , i ndexa tie: pri js i ndex Mi nus res twa a rde/s l oop kos ten: € 16.298 per kos tenfa ctor, i ndexa tie: pri js i ndex

Bepa a l d op ves tigi ng ni vea u en totaa l ves tigi ng i ngerekend Er i s geen mutatieonderhoud i ngerekend Cf. MJOP rekeni ng houdend met taa ks tel l end budget Verbeteri ngen worden ni et meegenomen i n de bedri jfs wa a rde cf. vers l a ggevi ngs regel s Berekend over de eers te 15 ja a r en da n bedra a gt va s t over l ooptijd Levens duur o.b.v. SVB. Compl exen zonder s l oop/verkoopbes temmi ng hebben een mi ni ma l e l evens duur va n 15 ja a r. Ni euwbouw heeft een l evens duur va n 70 ja a r. Soci a l e ka vel pri js cf. opga a f gemeente , i ndexa tie: pri js i ndex Mi nus res twa a rde/s l oop kos ten: € 16.298 per kos tenfa ctor, i ndexa tie: pri js i ndex

De verwachte opbrengstwaarde van woningen geoormerkt voor verkoop wordt gedefinieerd als de contante waarde van het maximale bedrag dat kan worden verkregen bij vrijwillige verkoop binnen een verwachte termijn, onder aftrek van verkoopkosten die niet door de koper worden gedragen. Ter bepaling van dit bedrag worden taxaties uitgevoerd door onafhankelijke externe deskundigen of worden vergelijkbare onroerende zaken als referentie gehanteerd. We rekenen deze verkopen voor een periode van vijf jaar in de waardering in. Daarmee doen we recht aan het voorwaardelijke karakter van de geoormerkte verkopen. De restwaarde van de grond opgenomen in de bedrijfswaarde wordt bepaald op basis van de huidige vergelijkbare kavel- of vierkante meterprijs voor een sociale huurwoning; dit voor zover er nog geen herbestemming van de grond heeft plaatsgevonden. Deze kavelprijs wordt geïndexeerd naar het einde van de levensduur en verminderd met verwachte sloopkosten en kosten van uitplaatsing. Indien feitelijke dan wel in rechte afdwingbare verplichtingen zijn aangegaan, die consequenties hebben voor de bestemming van de grond, dan wordt met deze gewijzigde bestemming in de waardering rekening gehouden. De levensduren zijn aangepast van 70 jaar naar 50 jaar. Het totale effect op de bedrijfswaarde van deze aanpassing inclusief de aanpassing van de MJOP bedraagt circa € 28,4 miljoen positief. Herwaardering Het per saldo positieve verschil tussen de bedrijfswaarde van een complex enerzijds en de boekwaarde die dat complex zou hebben gehad bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen anderzijds, wordt als ongerealiseerde herwaardering (hierna aangeduid als ‘herwaarderingsreserve’) toegevoegd aan het eigen vermogen. Een per saldo negatief verschil komt ten laste van het resultaat. Positieve en negatieve verschillen op verschillende complexen worden hierbij niet gesaldeerd. Mutaties in bedrijfswaarde Mutaties in de bedrijfswaarde van een complex verwerken we als volgt:  Bij een waardestijging: als een ongerealiseerde waardestijging ten gunste van het eigen vermogen (herwaardering); indien en voor zover de bedrijfswaarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende

91



overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies. Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering; indien en voor zover er voor het betreffende complex op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies.

Het hiervoor genoemde bijzondere waardeverminderingsverlies (respectievelijk de terugname daarvan) verantwoorden we ten laste (respectievelijk ten gunste) van de winst-en-verliesrekening onder de bedrijfslasten als ‘Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille’. Afschrijvingen Per component wordt lineair over de geschatte resterende levensduur afgeschreven over het verschil tussen de boekwaarde aan en de geschatte restwaarde van (de component van) het actief. Na verwerking van een mutatie in de bedrijfswaarde geldt de nieuwe bedrijfswaarde vanaf dat moment als basis voor de afschrijvingen in de toekomst. 5.5.3 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw, die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie niet zijnde een vastgoedbelegging. Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie wordt gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend in overeenstemming met paragraaf 6.3.10. Bijzondere waardevermindering BrabantWonen beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien de verwachte realiseerbare waarde lager is dan de verwachte totale geactiveerde kosten bij oplevering, is sprake van een onrendabele investering. Bij de bepaling of de onrendabele investering leidt tot een bijzondere waardevermindering, worden de boekwaarde en de bedrijfswaarde van de kasstroomgenererende eenheid, waartoe de onroerende zaken gaan behoren, betrokken. Indien en voor zover de onrendabele investering groter is dan het verschil tussen de bedrijfswaarde en de boekwaarde van de betreffende kasstroomgenererende eenheid, is sprake van een bijzondere waardevermindering van het vastgoed in ontwikkeling. Indien en voor zover de bijzondere waardevermindering hoger is dan de waarde van het vastgoed in ontwikkeling, dan wordt het vastgoed in ontwikkeling op nihil gewaardeerd en wordt een voorziening aan de creditzijde van de balans opgenomen. Afschrijvingen Op vastgoed in ontwikkeling wordt niet afgeschreven. Afschrijving vindt eerst plaats nadat de betreffende complexen in exploitatie zijn genomen. 5.5.4 Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie De onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en onder aftrek van bijzondere waardeverminderingen. Niet aan de bedrijfsuitoefening dienstbare activa worden gewaardeerd tegen de verwachte opbrengstwaarde.

92

5.6.Vastgoedbeleggingen Vastgoedbeleggingen zijn onroerende zaken die worden aangehouden om huuropbrengsten, waardestijgingen of beide te realiseren. Vastgoedbeleggingen worden geclassificeerd als ‘vastgoedbeleggingen in exploitatie’ indien ze beschikbaar zijn voor verhuur. 5.6.1 Algemene uitgangspunten De algemene uitgangspunten van materiële vaste activa (zie paragraaf 5.5.1) zijn ook van toepassing op vastgoedbeleggingen, tenzij hierna anders is vermeld. 5.6.2 Commercieel vastgoed in exploitatie Typering Het commercieel vastgoed in exploitatie omvat woningen in exploitatie, op het moment van aangaan van het huurcontract, met een huurprijs boven de liberalisatiegrens, het bedrijfsmatig vastgoed (niet zijnde maatschappelijk vastgoed) en het overige commerciële vastgoed. Waarderingsgrondslag BrabantWonen waardeert haar commercieel vastgoed in exploitatie bij eerste verwerking tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs en daarna tegen actuele waarde. Overige uitgangspunten De overige uitgangspunten van sociaal vastgoed in exploitatie uit paragraaf 5.5.2 zijn ook van toepassing op commercieel vastgoed in exploitatie, met uitzondering van het volgende:  Als invulling van de actuele waarde geldt niet de bedrijfswaarde maar de reële waarde (marktwaarde in verhuurde staat). Marktwaarde in verhuurde staat De marktwaarde in verhuurde staat is gebaseerd op de actuele marktsituatie en omstandigheden per balansdatum en geeft de meest waarschijnlijke prijs weer die redelijkerwijs op balansdatum had kunnen worden verkregen. De marktwaarde in verhuurde staat wordt vastgesteld op basis van: 1. de recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 2. de recente verkoopopbrengsten van vergelijkbaar vastgoed met correcties voor verschillen in waarde bepalende factoren van het te waarderen vastgoed en het vergelijkbare vastgoed; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 3. de minder recente verkoopopbrengsten van vrijwel identiek vastgoed met aanpassingen die de veranderingen in de economische omstandigheden weergeven sinds de laatste transactiedata; of (indien deze niet beschikbaar zijn): 4. de contante waarde van verwachte toekomstige kasstromen. In alle gevallen wordt tevens rekening gehouden met de contractuele verplichtingen van BrabantWonen, zoals lopende huurcontracten. Voor de huurcomponent wordt er vanuit gegaan dat BrabantWonen bij mutatie en voortgezette exploitatie de huur vaststelt op de marktconforme huur. De werkelijke huur bij mutatie kan op grond van beleidskeuzes van BrabantWonen lager uitvallen. De uitgaande kasstromen zijn gebaseerd op marktconforme parameters en kengetallen. Dit geldt zowel voor onderhouds- als beheerkosten. Bovenstaande waardebepalingen zijn uitgevoerd door externe taxateurs van taxatievalidatie instituten, die zijn erkend door de Stichting Taxaties en Validaties (STenV). Jaarlijks wordt minimaal 1/3 deel van het commercieel vastgoed in exploitatie getaxeerd, wat betekent dat elk bezit minimaal eens per drie jaren getaxeerd wordt.

93

Mutatie marktwaarde in verhuurde staat Mutaties in de marktwaarde in verhuurde staat van het commercieel vastgoed in exploitatie worden in de winst-en-verliesrekening onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de marktwaarde in verhuurde staat worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. 5.6.3 Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden BrabantWonen verkoopt woningen onder voorwaarden waarbij de koper een contractueel bepaalde korting op de actuele waarde (marktwaarde) krijgt. De verwerking van dergelijke transacties hangt af van de contractuele voorwaarden. BrabantWonen onderscheidt hierbij gerealiseerde verkopen en verkopen welke kwalificeren als een financieringstransactie. Als financieringstransactie worden gekwalificeerd de verkopen waarbij BrabantWonen een plicht tot terugkoop heeft tegen een vaste prijs, gebaseerd op de verwachte reële waarde op terugkoopmoment. Verkopen onder voorwaarden die niet als financieringstransactie kwalificeren zijn verkooptransacties. De als financieringstransactie gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden worden als volgt verwerkt:  De betreffende onroerende zaken worden direct voorafgaand aan de verkoop gewaardeerd tegen actuele waarde zijnde de met de koper overeengekomen contractprijs; het verschil met de boekwaarde op dat moment wordt verwerkt: - Bij een waardedaling: als een negatieve herwaardering indien en voor zover er voor de betreffende woning(en) op dat moment nog sprake is van een ongerealiseerde waardestijging, en voor het overige als een bijzonder waardeverminderingsverlies; - Bij een waardestijging: als een herwaardering indien en voor zover de actuele waarde hoger is dan de boekwaarde op dat moment zou zijn geweest bij toepassing van waardering tegen historische kostprijs minus afschrijvingen, en voor een eventueel resterende overige waardestijging als terugname van een bijzonder waardeverminderingsverlies;  De woning wordt voor de overeengekomen contractprijs opgenomen onder de “Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden”; de (nog te) ontvangen contractprijs wordt opgenomen als “Verplichtingen uit hoofde van Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden” (eerste waardering).  De woning wordt jaarlijks per balansdatum gewaardeerd tegen marktwaarde op basis van de geldende contractvoorwaarden van de verkoop onder voorwaarden; eventuele waardemutaties worden verwerkt als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd op het bedrag dat de toegelaten instelling verschuldigd zouden zijn indien op balansmoment het actief tegen de overeengekomen contractvoorwaarden teruggekocht zou moeten worden. Eventuele mutaties in deze verplichtingen worden in het resultaat verwerkt als ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden wordt de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord. 5.6.4 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Typering Dit betreffen complexen in aanbouw die zijn bestemd om te worden ingezet als vastgoed in exploitatie zijnde een vastgoedbelegging.

94

Waarderingsgrondslag Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging wordt bij eerste verwerking gewaardeerd tegen uitgaafprijzen en toegerekende kosten van het werkapparaat uit hoofde van voorbereiding, toezicht en directievoering. Voorts wordt rente tijdens de bouw toegerekend vanaf het moment dat daadwerkelijk met ontwikkeling is gestart. De geactiveerde rente berekenen wij tegen de gemiddelde rentevoet over het totale vreemde vermogen. Voor onroerende zaken waarvoor specifieke financiering is aangetrokken wordt de interestvoet van deze specifieke financiering gehanteerd. Vervolgwaardering vindt plaats tegen de actuele waarde. De invulling van de actuele waarde is de marktwaarde in verhuurde staat. Mutatie marktwaarde in verhuurde staat Mutaties in de marktwaarde van Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie als vastgoedbelegging worden in de winst-en-verliesrekening onder ‘Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille’. Mutaties in de marktwaarde in verhuurde staat worden binnen het eigen vermogen afzonderlijk als ‘niet-gerealiseerde herwaardering’ bijgehouden en in de toelichting op het eigen vermogen vermeld. 5.7.Financiële vaste activa 5.7.1 Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend Deelnemingen waarin invloed van betekenis kan worden uitgeoefend worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode (netto vermogenswaarde). Wanneer 20% of meer van de stemrechten uitgebracht kan worden, wordt er van uitgegaan dat er invloed van betekenis is. De nettovermogenswaarde wordt berekend volgens de grondslagen die gelden voor deze jaarrekening. Voor deelnemingen waarvan onvoldoende gegevens beschikbaar zijn voor aanpassing aan deze grondslagen, wordt uitgegaan van de waarderingsgrondslagen van de betreffende deelneming. Indien de waarde van een deelneming volgens de netto vermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover BrabantWonen in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. De eerste waardering van gekochte deelnemingen is gebaseerd op de reële waarde van de identificeerbare activa en passiva op het moment van acquisitie. Voor de vervolgwaardering worden de grondslagen toegepast die gelden voor deze jaarrekening, uitgaande van de waarden bij eerste waardering. 5.7.2 Andere deelnemingen Deelnemingen waar geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Indien sprake is van een bijzondere waardevermindering, vindt waardering plaats tegen de realiseerbare waarde; afwaardering vindt plaats ten laste van de winst-en-verliesrekening. 5.7.3 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen De vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met eventuele bijzondere waardeverminderingen. 5.7.4 Latente belastingvorderingen Hiervoor wordt verwezen naar paragraaf 5.13.2 Voorziening latente belastingverplichtingen. 5.7.5 Leningen u/g De leningen u/g worden initieel gewaardeerd tegen de reële waarde van het verstrekte bedrag, gewoonlijk de nominale waarde. Vervolgens vindt waardering plaats tegen

95

geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering. 5.7.6 Overige vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie, gewoonlijk de nominale waarde, en na eerste verwerking tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en worden er op basis van de effectieve rente, rente-inkomsten ten gunste van de winst-en-verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. 5.7.7 Bijzondere waardeverminderingen van financiële vaste activa Ook voor financiële vaste activa, waaronder financiële instrumenten, beoordeelt BrabantWonen op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt BrabantWonen de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen en verwerkt dit direct in de winst-en-verliesrekening. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Een eventueel bijzonder waardeverminderingsverlies wordt teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de winst-en-verliesrekening verwerkt. 5.8.Voorraden 5.8.1 Vastgoed bestemd voor de verkoop Opgeleverd vastgoed beschikbaar en bestemd voor de verkoop wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, alsmede de, in overeenstemming met paragraaf 6.3.10, toegerekende rente. De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. 5.8.2 Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop omvat nog niet opgeleverde en nog onverkochte woningen uit projectontwikkeling en wordt gewaardeerd op vervaardigingsprijs of lagere opbrengstwaarde. De vervaardigingsprijs omvat alle kosten die samenhangen met de verkrijging of vervaardiging, alsmede gemaakte kosten om de voorraden op hun huidige plaats en in hun huidige staat te brengen. In de kosten van vervaardiging zijn begrepen directe loonkosten en toeslagen voor aan de productie gerelateerde indirecte vaste en variabele kosten, alsmede de, in overeenstemming met paragraaf 6.3.10, toegerekende rente.

96

De opbrengstwaarde is de geschatte verkoopprijs onder aftrek van direct toerekenbare verkoopkosten. Bij de bepaling van de opbrengstwaarde wordt rekening gehouden met de incourantheid van de voorraden. 5.8.3 Overige voorraden Onder de overige voorraden is de voorraad materialen van de eigen onderhoudsdienst opgenomen. Waardering geschiedt tegen verkrijgingsprijs onder toepassing van de FIFOmethode (first in, first out) of lagere opbrengstwaarde. 5.9.Onderhanden projecten De post onderhanden projecten in opdracht van derden bestaat uit het saldo van gerealiseerde projectkosten, toegerekende winst, en indien van toepassing, verwerkte verliezen en reeds gedeclareerde termijnen. Onderhanden projecten worden afzonderlijk in de balans onder de vlottende activa gepresenteerd. Indien de onderhanden projecten een creditstand vertonen, worden deze gepresenteerd onder de kortlopende schulden. Uitgaven voor projectkosten voor nog niet verrichte prestaties worden opgenomen onder de voorraden. 5.10. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Vorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs, veelal gelijk aan de nominale waarde. Een eventuele voorziening voor oninbaarheid wordt in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. 5.11. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 5.12. Groepsvermogen en aandeel derden Het aandeel derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd tegen het bedrag van het netto-belang in de betreffende groepsmaatschappijen. Voor zover de betreffende groepsmaatschappij een negatieve nettovermogenswaarde heeft, worden de negatieve waarde en overige toekomstige verliezen niet toegewezen aan het aandeel derden, tenzij deze derden-aandeelhouders een feitelijke verplichting hebben en in staat zijn om de verliezen aan te zuiveren. Zodra de nettovermogenswaarde van de groepsmaatschappij wederom positief is, worden resultaten toegekend aan het aandeel derden. 5.13. Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen en verliezen die op balansdatum bestaan waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de hoogte redelijkerwijs kan worden geschat. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. 5.13.1 Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Verwachte verliezen als gevolg van onrendabele investeringen nieuwbouw worden als bijzondere waardeverandering in mindering gebracht op de boekwaarde van het complex 97

waartoe de investeringen gaan behoren. Indien en voor zover de verwachte verliezen de boekwaarde van het betreffende complex overtreffen vormen we voor dit meerdere een voorziening. Onder verwachte verliezen verstaan we in dit verband de netto contante waarde van alle investeringsuitgaven minus aan deze investering toe te rekenen ontvangsten. 5.13.2 Voorziening latente belastingverplichtingen Latente belastingvorderingen en -verplichtingen nemen we op voor tijdelijke verschillen tussen de waarde van de activa en passiva volgens fiscale voorschriften en de commerciële boekwaarden die in deze jaarrekening. De berekening van de latente belastingvorderingen en -verplichtingen geschiedt tegen de belastingtarieven die op het einde van het verslagjaar gelden of tegen de tarieven die in de komende jaren gelden, voor zover deze al bij wet zijn vastgesteld. Latente belastingvorderingen uit hoofde van verrekenbare verschillen en beschikbare voorwaartse verliescompensatie nemen we op voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut. Latente belastingen worden verantwoord voor tijdelijke verschillen inzake groepsmaatschappijen, deelnemingen en joint ventures, tenzij BrabantWonen in staat is het tijdstip van afloop van het tijdelijk verschil te bepalen en het niet waarschijnlijk is dat het tijdelijke verschil in de voorzienbare toekomst zal aflopen. Latente belastingvorderingen zijn opgenomen onder de financiële vaste activa, latente belastingverplichtingen zijn opgenomen onder de voorzieningen. Als disconteringsvoet is de netto rente gehanteerd. De netto rente is de gemiddelde werkelijke rente op de leningenportefeuille verminderd met de effectieve vennootschapsbelastingdruk. Voor 2015 is de netto rente 2,66% (3,54% minus 25%). De looptijd van de belastinglatenties bedraagt 5 jaar. 5.13.3 Voorziening reorganisatiekosten Dit betreft een voorziening voor te verwachten kosten van reorganisatie waarvoor reeds in het verslagjaar planvorming en interne communicatie met betrokkenen heeft plaatsgevonden. 5.13.4 Voorziening deelnemingen Indien de waardering van een deelneming volgens de nettovermogenswaarde negatief is, wordt deze op nihil gewaardeerd. Indien en voor zover BrabantWonen in deze situatie geheel of ten dele instaat voor de schulden van de deelneming respectievelijk het stellige voornemen heeft de deelneming tot betaling van haar schulden in staat te stellen, wordt een voorziening getroffen. 5.14. Schulden Langlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Het verschil tussen de bepaalde boekwaarde en de uiteindelijke aflossingswaarde wordt op basis van de effectieve rente gedurende de geschatte looptijd van de schulden in de winst-en-verliesrekening als rentelast verwerkt. De aflossingsverplichting voor het komend jaar van de langlopende schulden is opgenomen onder de kortlopende schulden. In het kader van de verkoop van woningen onder voorwaarden heeft BrabantWonen een terugkoopverplichting die mede afhankelijk is van de ontwikkeling van de waarde van de 98

woningen in het economisch verkeer en de specifieke contractuele voorwaarden. De terugkoopverplichting wordt jaarlijks gewaardeerd. Indien de verwachting bestaat dat de terugkoop binnen één jaar zal plaatsvinden is de verplichting onder de kortlopende schulden verantwoord.

99

6

Grondslagen voor bepaling van het resultaat

6.1.Algemeen Het resultaat wordt bepaald als verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De resultaten op transacties worden verantwoord we in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen reeds zodra zij voorzienbaar zijn. Het resultaat wordt tevens bepaald met inachtneming van de verwerking van ongerealiseerde waardeveranderingen van op actuele waarde gewaardeerde vaste activa. 6.1.1 Opbrengstverantwoording algemeen Opbrengsten uit de levering van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Opbrengsten uit de levering van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. 6.1.2 Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die behoren tot de gewone bedrijfsuitoefening, maar op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter afzonderlijk worden toegelicht, teneinde een goed inzicht te geven in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening van BrabantWonen en met name de ontwikkeling daarin. Bijzondere posten worden met het oog op de analyse en de vergelijkbaarheid van de resultaten zoveel als mogelijk naar aard en omvang afzonderlijk en ongesaldeerd toegelicht. 6.2.Bedrijfsopbrengsten 6.2. 1 Huuropbrengsten De jaarlijkse huurverhoging is van overheidswege gebonden aan een maximum. Voor het verslagjaar 2015 bedroeg dit maximumpercentage: - 2,5% voor huishoudens met een inkomen onder of gelijk aan € 34.229; - 3% voor huishoudens met een inkomen boven € 34.229 maar onder of gelijk aan € 43.786; - 5% voor huishoudens met een inkomen boven € 43.786. 6.2.2 Opbrengsten servicecontracten Dit betreffen ontvangen bedragen van huurders en bewoners ter dekking van te maken en gemaakte servicekosten. Jaarlijks vindt verrekening plaats op basis van de daadwerkelijke bestedingen. De kosten worden verantwoord onder de lasten servicecontracten. 6.2.3 Wijzigingen in voorraad vastgoed bestemd voor de verkoop en onderhanden projecten Onder deze post worden de wijzigingen opgenomen in de posten Vastgoed bestemd voor de verkoop (opgenomen onder de “Voorraden”) en “Onderhanden projecten”. Bij realisatie van een verkoop wordt de boekwaarde direct voorafgaand aan de verkoop teruggenomen op deze regel. Voor onderhanden projecten, waarvan het resultaat op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de projectopbrengsten en de projectkosten verwerkt als netto-omzet en kosten in de winst-en-verliesrekening naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum (de ‘Percentage of Completion’-methode, ofwel de PoC-methode). De voortgang van de verrichte prestaties wordt bepaald op basis van de tot de balansdatum gemaakte projectkosten in verhouding tot de geschatte totale projectkosten. Als het resultaat (nog) niet op betrouwbare wijze kan worden geschat, dan worden de opbrengsten als netto-omzet verwerkt in de winst-en-verliesrekening tot 100

het bedrag van de gemaakte projectkosten, dat waarschijnlijk kan worden verhaald. De projectkosten worden dan verwerkt in de winst-en-verliesrekening in de periode waarin ze zijn gemaakt. Zodra het resultaat wel op betrouwbare wijze kan worden bepaald, vindt opbrengstverantwoording plaats volgens de PoC-methode naar rato van de verrichte prestaties per balansdatum. Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de projectopbrengsten en projectkosten. Projectopbrengsten zijn de contractueel overeengekomen opbrengsten en opbrengsten uit hoofde van meer- en minderwerk, claims en vergoedingen indien en voor zover het waarschijnlijk is dat deze worden gerealiseerd en ze betrouwbaar kunnen worden bepaald. Projectkosten zijn de direct op het project betrekking hebbende kosten, die kosten die in het algemeen aan projectactiviteiten worden toegerekend en toegewezen kunnen worden aan het project en andere kosten die contractueel aan de opdrachtgever kunnen worden toegerekend. Indien het waarschijnlijk is dat de totale projectkosten de totale projectopbrengsten overschrijden, dan worden de verwachte verliezen onmiddellijk in de winst- en verliesrekening verwerkt. Dit verlies wordt verwerkt in de kostprijs van de omzet. De voorziening voor het verlies maakt onderdeel uit van de post onderhanden projecten. 6.2.4 Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Onder deze rubriek worden de volgende verkoopresultaten opgenomen:  Boekresultaat van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie;  Boekresultaat van als gerealiseerde verkoop gekwalificeerde verkopen onder voorwaarden;  Netto verkoopopbrengst bij levering van vastgoed bestemd voor de verkoop;  Netto verkoop opbrengst bij levering van onderhanden projecten. De boekwinst van gerealiseerde verkopen van vastgoed in exploitatie betreft het saldo van de behaalde verkoopopbrengst minus de boekwaarde (bedrijfswaarde bij sociaal vastgoed en marktwaarde in verhuurde staat bij commercieel vastgoed) en de gemaakte direct toerekenbare verkoopkosten. Resultaten worden verantwoord op het moment van levering (passeren transportakte). Eventuele verliezen op nieuwbouw koopprojecten worden verantwoord zodra deze voorzienbaar zijn. De opbrengst uit woningen verkocht onder voorwaarden wordt alleen als verkoopopbrengst verantwoord als alle belangrijke economische rechten zijn overgedragen aan de koper. 6.2.5 Geactiveerde productie ten behoeve van het eigen bedrijf De toegerekende interne directe kosten ten behoeve van onroerende zaken in ontwikkeling worden hier verantwoord, met uitzondering van geactiveerde rente welke onder de financiële baten en lasten worden opgenomen.

101

6.3.Bedrijfslasten 6.3.1 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De afschrijvingen op onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden gebaseerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De afschrijvingen op sociaal vastgoed in exploitatie worden gebaseerd op basis van de actuele waarde (vervangingswaarde of lagere bedrijfswaarde). Afschrijvingen vinden plaats volgens de lineaire methode op basis van de verwachte gebruiksduur. Met een mogelijke restwaarde wordt rekening gehouden. Over terreinen en op reële waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie zijn begrepen onder de overige bedrijfslasten. 6.3.2 Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille De onder deze post verantwoorde bedragen hebben betrekking op afboekingen uit hoofde van bijzondere waardevermindering dan wel een terugneming daarvan. (Mutaties in) bijzondere waardeverminderingen ontstaan door een jaarlijkse toets van de bedrijfswaarde ten opzichte van de waarde gebaseerd op historische kostprijs minus cumulatieve afschrijvingen. 6.3.3 Lonen en salarissen en sociale lasten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de winst- en verliesrekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. 6.3.4 Pensioenlasten BrabantWonen heeft voor bijna al haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers bouwen jaarlijks een pensioenrecht op over het loon van dat jaar (middelloonregeling). De verplichtingen, welke voortvloeien uit deze rechten van ons personeel, zijn ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties (SPW). BrabantWonen betaalt hiervoor premies waarvan de werkgever iets meer en de werknemer iets minder dan de helft betaalt. BrabantWonen heeft de pensioenregeling verwerkt volgens de verplichtingenbenadering. De over het verslagjaar verschuldigde premies worden als last verantwoord. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het SPW-pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Naar de stand van ultimo december 2015 is de dekkingsgraad van het pensioenfonds 109%. BrabantWonen heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij SPW, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. 6.3.5 Lasten onderhoud Onder deze post worden alle direct aan het verslagjaar toe te rekenen kosten van onderhoud. Van toerekenbaarheid is sprake als de daadwerkelijke werkzaamheden in het verslagjaar hebben plaatsgevonden. Reeds aangegane verplichtingen waarvan de werkzaamheden nog niet zijn uitgevoerd op balansdatum worden verwerkt onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen. Het onderhoud wordt gedeeltelijk uitgevoerd door de eigen onderhoudsdienst en gedeeltelijk ingekocht bij derden. In de winst-en-verliesrekening zijn de kosten van de eigen onderhoudsdienst opgenomen bij de kostensoort salarissen en sociale lasten. De

102

lasten van onderhoud onderscheiden zich van activeerbare kosten door het feit dat er geen sprake is van een waardeverhoging van het actief. 6.3.6 Leefbaarheid De hieronder verantwoorde kosten betreffen kosten van fysieke ingrepen niet zijnde investeringen en uitgaven voor activiteiten in de omgeving van woongelegenheden van BrabantWonen, die de leefbaarheid in buurten en wijken ten goede moeten komen. 6.3.7 Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. 6.3.8 Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille De niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille hebben betrekking op waardemutaties van op reële waarde geactiveerde activa. 6.3.9 Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen die als onderdeel van de berekening van de effectieve rente worden meegenomen. 6.3.10 Activeren van rentelasten Rentelasten worden geactiveerd voor kwalificerende activa gedurende de periode van vervaardiging van een actief, indien het een aanmerkelijke hoeveelheid tijd vergt om het actief gebruiksklaar of verkoopklaar te maken. De te activeren rente wordt berekend op basis van de verschuldigde rente over specifiek voor de vervaardiging opgenomen leningen en van de gewogen rentevoet van leningen die niet specifiek aan de vervaardiging van het actief zijn toe te rekenen, in verhouding tot de uitgaven en periode van vervaardiging. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten wordt dit boekjaar een gemiddelde rentevoet gehanteerd van 1,572% (gemiddelde rente lening portefeuille vermenigvuldigd met vreemd vermogen gedeeld door totaal vermogen per 31 december 2014). Geactiveerde rente wordt in de winst-en-verliesrekening in mindering gebracht op de post rentelasten en soortgelijke kosten. 6.3.11 Belastingen BrabantWonen is integraal belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting. Een en ander is vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst (VSO2). In deze VSO2 zijn specifieke bepalingen opgenomen met betrekking tot de waardering van posten op de fiscale openingsbalans en de wijze van resultaatneming. De belasting over het resultaat berekenen we over het resultaat voor belastingen in de winst-en-verliesrekening, rekening houdend met beschikbare fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingverplichtingen uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief.

103

7

Financiële instrumenten en risicobeheersing

Derivaten Binnen het treasurybeleid van BrabantWonen dient het gebruik van afgeleide financiële instrumenten (‘derivaten’) ter beperking van inherente financiële risico's. Op grond van het vigerende interne treasurystatuut is het gebruik van derivaten slechts toegestaan voor zover er een materieel verband met de financieringspositie of het belegde vermogen kan worden gelegd en alleen met toestemming vooraf van de Raad van Commissarissen. Derivaten mogen niet worden gebruikt voor het innemen van een speculatieve positie. BrabantWonen heeft op dit moment geen derivaten. Valutarisico BrabantWonen heeft enkel beleggingen en financieringen in euro’s en loopt daardoor geen valuta risico. Renterisico BrabantWonen loopt renterisico met betrekking tot de reële waarde van de rentedragende vorderingen en met name voor onder financiële vaste activa opgenomen leningen u/g als gevolg van wijzingen in de marktrente. BrabantWonen maakt geen gebruik van derivaten om dit risico af te dekken. Voor schulden met variabele renteafspraken loopt BrabantWonen zeer beperkt (schuld met variabele rente bedraagt ultimo 2015: € 9,0 miljoen) risico ten aanzien van toekomstige kasstromen als gevolg van wijzigingen in de rentestanden. Door de fusie van BrabantWonen met de stichting Nieuw Berlerode is BrabantWonen per 1januari 2015 in het bezit gekomen van een beleggingsportefeuille (€ 0,44 miljoen), die niet past binnen de voorwaarden die we gesteld hebben in ons Financieel Statuut. We hebben in 2016 opdracht gegeven aan de bank om deze effecten te verkopen. Kredietrisico BrabantWonen heeft geen significante concentraties van kredietrisico met betrekking tot haar, vorderingen en effecten. BrabantWonen maakt gebruik van meerdere banken als tegenpartij teneinde kredietrisico te spreiden. Daarnaast kiest BrabantWonen, gebruikmakend van de huidige historisch lage rente, bij (her-)financieringen veelal voor een rentevaste financiering voor de restant looptijd. Limieten zijn formeel vastgelegd in het treasury jaarplan en naleving daarvan monitoren we voortdurend. Liquiditeitsrisico De beschikbare liquiditeiten monitoren we dagelijks over een periode van minimaal 12 maanden. Investeringsverplichtingen worden uitsluitend aangegaan BrabantWonen zeker heeft gesteld dat hiervoor financiering beschikbaar is of is toegezegd. Voor zover noodzakelijk worden nadere zekerheden verstrekt aan de bank voor beschikbare kredietfaciliteiten. De vervalkalender van de bestaande leningenportefeuille wordt gemonitord. De onbenutte borgingsruimte WSW bedraagt € 88,8 miljoen voor de fusiecorporatie in 2016. Beschikbaarheidsrisico BrabantWonen voldoet in de meerjarenplanning op termijn aan de financiële kengetallen zoals deze door toezichthouders en ander financiële stakeholders worden gehanteerd. Omdat BrabantWonen minder afhankelijk wil zijn van een beperkt aantal financiers is BrabantWonen doorlopend op zoek naar andere bronnen voor lange termijn financiering. BrabantWonen hanteert het eigen middelen beleid van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. BrabantWonen heeft daardoor de mogelijkheid om niet-DAEB investeringen en aflossingen van niet-DAEB leningen te financieren uit de positieve operationele kasstroom en de aanzienlijke kasstromen verkopen uit bestaand bezit. In 2015 is om deze reden geen extra niet-DAEB financiering aangetrokken. De verwachting is dat wij ook in 2016 de niet-DAEB investeringen uit eigen middelen kunnen financieren en voor onze DAEB investeringen kunnen volstaan met het aantrekken van WSW geborgde financiering. Met de vrije operationele kasstromen in 2015 zijn 104

verschillende leningen vervroegd afgelost waar relatief hoge percentages van toepassing waren. Voor de beschikbaarheid van financiering blijft de organisatie afhankelijk van het blijvend functioneren van het borgingsstelsel via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw.

105

8

Belangrijke inschattingen ten aanzien van waardering en resultaatbepaling

Het management dient daartoe bepaalde veronderstellingen en schattingen te maken die van invloed zijn op de waardering van activa en verplichtingen, op de resultaatbepaling en de rapportage van voorwaardelijke activa en verplichtingen. 8.1. Waardering vaste activa 8.1.1 Materiële vaste activa, actuele waarde Stichting BrabantWonen waardeert haar sociaal vastgoed in exploitatie op actuele waarde, zijnde de laagste van de bedrijfswaarde en de vervangingswaarde. Veelal is dit de bedrijfswaarde. Hierdoor hebben schattingen waarop de bedrijfswaarde is gebaseerd een belangrijke invloed op de waardering van het sociaal vastgoed in exploitatie en het resultaat over het boekjaar. Verhuurderheffing De sector is geconfronteerd met een verhuurderheffing. De basis voor deze heffing, en precieze hoogte ervan in de komende jaren en het aantal jaren dat deze heffing zal blijven bestaan zijn nog onzeker. Wij hebben hiervoor de volgende beste schattingen gehanteerd: Vanwege deze onzekerheid is voor de bedrijfswaarde een gevoeligheidsanalyse uitgevoerd om vast te stellen wat de effecten van een stijging van de verhuurdersheffing is op de vastgoedwaarde. In de vastgoedwaarde in de jaarrekening is het percentage van 2017 voor de resterende looptijd gehanteerd. De grondslag voor de heffing, zijnde de WOZ-waarde, wordt jaarlijks geïndexeerd met de marktindex (2% lange termijn). Binnen de rijksbegroting is een zinsnede opgenomen dat de verhuurderheffing de stijging van de huurtoeslaguitgaven zal volgen. Dit betekent dat de jaarlijkse stijging meer zal zijn dan 2%. Op basis van een tabel in de rijksbegroting zijn aangepaste percentages bepaald voor de jaren 2018 t/m 2020. Het percentage van 2020 wordt over de resterende looptijd gehanteerd. De grondslag wordt nu nog steeds geïndexeerd met de marktindex. Hiermee geven we naar ons in ziens aan wat de maximale impact zou zijn van de verhuurdersheffing op onze bedrijfsvoering. Als gevolg hiervan zou ons vermogen in de komende tien jaar met € 45 mln. dalen en zouden we € 13,1 mln. aan additionele leningen moeten aantrekken. De financiële kengetallen verslechteren maar BrabantWonen komt niet in buurt van de gestelde minimumeisen. 2016 Jaarrekening Scenario

2020

2024

verschil

Jaarrekening

Scenario

verschil

Jaarrekening

Scenario

verschil

Solvabiliteit bedrijfswaarde (%)

42,4

40,8

-1,60

52,1

50,5

-1,60

58,1

55,8

-2,30

Loan to Value bedrijfswaarde (%)

54,8

56,6

1,80

47,1

48,8

1,70

40,4

42,7

2,30

24,8

24,8

0,00

24,6

24,8

0,20

21,3

21,9

0,60

2,39 2,33 890,3 513,3 435,4

2,39 2,33 861,7 513,3 406,9

0,00 0,00 -28,5 0,0 -28,5

2,93 2,21 1045,0 513,8 597,0

2,81 2,12 1014,4 517,6 562,1

-0,12 -0,09 -30,6 3,9 -34,9

3,82 2,52 1077,6 453,0 679,9

3,59 2,39 1045,8 466,1 634,9

-0,23 -0,13 -31,9 13,1 -45,0

Vreemd vermogen per gewogen VHE ICR DSCR Bedrijfswaarde Leningen o/g vermogen

106

Verkoopportefeuille De kasstromen waarop de bedrijfswaarden zijn gebaseerd hebben in het algemeen een redelijk voorspelbaar trendmatig karakter. Als onderdeel van de bedrijfswaardeberekeningen houden we rekening met de verkoop van in totaal 344 woningen. Dit aantal is gebaseerd op het verkoopplan over de jaren 2016-2020. De toekomstige woningverkopen vormen een onzeker element in de berekeningen. Indien we voor de toekomst geen verkopen zouden inrekenen, zou de bedrijfswaarde, ingerekend in 2015, € 22,3 miljoen lager uitvallen. 8.1.2 Vastgoedbeleggingen, reële waarde De belangrijkste uitgangspunten welke bij de bepaling van de reële waarde van de op actuele waarde gewaardeerde vastgoedbeleggingen is gehanteerd betreft de gemiddelde resterende looptijd van de bestaande huurcontracten De looptijd van deze contracten met een bekende looptijd is gebaseerd op de contractueel minimaal resterende contractduur. 8.1.3 Timing en verwerking van onrendabele investeringen nieuwbouw en herstructurering In de jaarrekening verwerken we naast juridisch afdwingbare verplichtingen tevens feitelijke verplichtingen die kunnen worden gekwalificeerd als “intern geformaliseerd en extern gecommuniceerd”. Hiervan is sprake wanneer uitingen namens ons zijn gedaan richting huurders, gemeenten en overige stakeholders aangaande verplichtingen inzake toekomstige herstructureringen en toekomstige nieuwbouwprojecten. Een feitelijke verplichting is gekoppeld aan ons besluitvormingsproces rondom projectontwikkeling en herstructurering. Van een feitelijke verplichting is sprake indien de formalisering van de definitief ontwerp fase en afgeleid het aanvragen van de bouwvergunning heeft plaatsgevonden. De aannames gedaan bij de financiële impact van bovengenoemde feitelijke verplichtingen kunnen afwijken bij daadwerkelijke realisatie van de projecten. Planvorming kan onder meer wijzigingen in de tijd ondergaan door bewegingen in het prijsniveau van leveranciers, wettelijke procedures en aanpassingen in de voorgenomen bouwproductie. 8.2.Verwerking fiscaliteit Met betrekking tot de vennootschapsbelasting hebben we een fiscale strategie gekozen en fiscale planning opgesteld die (deels) nog niet bekrachtigd is door de belastingdienst. Hierdoor is het mogelijk dat de gepresenteerde acute belastinglast over 2015 en 2014 en belastinglatenties zoals opgenomen in deze jaarrekening gaan afwijken, indien de belastingdienst onze ingenomen standpunten niet overneemt. De    

belangrijkste uitgangspunten zijn: Het onderscheid tussen onderhoudskosten en investeringen De verwerking van projectontwikkelingsresultaten Het treffen van een onderhoudsvoorziening Het vormen van een herbestedingsreserve.

Wij volgen in onze fiscale strategie en fiscale planning de binnen de sector gangbare standpunten die, naar de mening van belastingadviseurs, pleitbaar zijn.

107

9

Kasstroomoverzicht

We stelden het kasstroomoverzicht op volgens de directe methode. Bij deze methode wordt voor de bepaling van de kasstromen uit operationele activiteiten het bedrijfsresultaat aangepast voor posten van de winst- en verliesrekening die geen invloed hebben op ontvangsten en uitgaven in het verslagjaar en voor mutaties in de balansposten en posten van de winst- en verliesrekening waarvan de ontvangsten en uitgaven niet worden beschouwd als behorende tot de operationele activiteiten. De liquiditeitspositie in het kasstroomoverzicht bestaat uit de liquide middelen onder aftrek van bankkredieten. In het kasstroomoverzicht maken we onderscheid tussen operationele, investerings- en financieringsactiviteiten. De kasstromen uit hoofde van de financiering zijn gesplitst in kasstromen met betrekking tot mutaties in de hoofdsom (opgenomen onder financieringsactiviteiten) en betaalde rente (opgenomen onder operationele activiteiten). De investeringen in materiële vaste activa worden opgenomen onder aftrek van de onder overige schulden voorkomende verplichtingen. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van rente en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder het afsluiten van financiële leasing, hebben we niet in het kasstroomoverzicht opgenomen.

108

10 Toelichting op de geconsolideerde balans (x € 1.000) 10.1.

Immateriële vaste activa Software

EUR 1 januari 2015 Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

5.431

Boekwaarden per 1 januari 2015

1.347

Mutaties Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Waardeverminderingen

4.084-

898 746-

Terugneming van waardeverminderingen Totaal mutaties

152

31 december 2015 Verkrijgings- of vervaardigingsprijs Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

6.330 4.8301.500

Boekwaarden per 31 december 2015

De investeringen in de immateriële vaste activa betreffen investeringen in software zoals conversie en implementatie Tobias AX-Pharos met licenties, upgrade DO/DisKis/Spooler, conversie VIM en huurdersportaal naar Tobias, maatwerk materiaalbestellingen en technisch energiebeheer. We onderscheiden in de immateriële vaste activa de volgende component en afschrijvingstermijn: Computerprogrammatuur lineair 5 jaar

109

10.2. Materiële vaste activa De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat:

31 december 2014 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

Boekwaarden per 31 december 2014 Effecten stelselwijziging

Sociaal vastgoed in exploitatie

Installaties in exploitatie

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie

Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie

Totaal

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

811.967 285.650 503.051-

594.566 12.329

Inbrengbalans Inbrengbalans fusie bedrijfswaarde

54.378

Inbrengbalans fusie HIKO In verleden genomen waardevermindering Waardevermindering (harmonisatie) Inbrengbalans fusie

13.223 6.1762.3304.717

2.096 100-

1.996 -

30.945 -

16.991 -

861.999 285.650

13.870-

13.108-

530.129-

17.075 -

3.883 -

617.520 12.329

54.378 -

-

23

23

-

13.246 6.1762.3304.740

Boekwaarden per 1 januari 2015

665.990

1.996

17.098

3.883

688.967

Mutaties 2015 Intramuraal vastgoed Waarderminderingen (omzetting huurcontracten)

257.660 75.472-

-

-

-

257.660 75.472-

Investeringen Van Daeb naar niet Daeb Van niet Daeb naar Daeb Verkoop Sloop Desinvesteringen Herwaardering Afschrijvingen Correctie cumulatieve afschrijvingen Waardeverminderingen Afgeboekte projecten Terugneming van waardeverminderingen Overige Overboekingen

4.929 2.6201.733 16.752277 52.422 42.110103.85782.222 28.942

101 43-

Totaal mutaties

187.374

58

1.188.744 322.097

2.197 -

44.677 676 50014.90431.005-

1.056-

1.239 1.070776671 -

50.946 2.6201.733 16.752277 1.07052.422 42.929671 103.18150082.222 14.9042.063-

64

186.440

27.743 -

17.160 -

1.235.844 322.097

11.701-

13.213-

682.534-

16.042

3.947

875.407

31 december 2015 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

657.477-

Boekwaarden per 31 december 2015

853.364

Materiële vaste activa in exploitatie Onrendabele complexen

867.739 14.375

Bedrijfswaarde 31 december 2015

853.364

143-

2.054

Sociaal vastgoed in exploitatie De waarde van het sociaal vastgoed in exploitatie 2015 (€ 853,3 miljoen) laat een waardestijging zien van € 258,7 miljoen ten opzichte van de waarde ultimo 2014 (€ 594,6 miljoen). Deze waardestijging wordt grotendeels veroorzaakt door de overname van het vastgoed van de beide ZGB(2) en Nieuw Berlerode en opgeleverde nieuwbouw

110

projecten die in 2015 in exploitatie zijn gegaan. Daarnaast is er sprake van een waarde toename (€ 12,3 miljoen) van de vastgoedportefeuille door aan te sluiten bij de classificatie van het Daeb en niet Daeb bezit geldend vanuit de nieuwe Woningwet. Componenten en afschrijvingstermijnen Wij onderscheiden in het sociaal vastgoed in exploitatie de volgende componenten en afschrijvingstermijnen: Grond geen afschrijvingen Opstal lineair 50 jaar Installaties lineair 20-25 jaar Inrichting lineair 15 jaar De economische levensduur voor het casco binnen de bedrijfswaarde wordt gesteld op 50 jaar en ligt daarmee in lijn met de uitgangspunten voor afschrijvingen. Aantal woningen In de post sociaal vastgoed in exploitatie zijn opgenomen: Zelfstandige huurwoningen 14.776 Onzelfstandige overige woongelegenheden 659 Garages/parkeerplaatsen 370 Maatschappelijk vastgoed 3.061 Overig bezit 27 De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt € 2.334,0 miljoen. Bedrijfswaarde We hebben de bedrijfswaarde bepaald op basis van de uitgangspunten zoals opgenomen in paragraaf 5.5.2. In de waardering van het sociaal vastgoed in exploitatie is rekening gehouden met een verhuurdersheffing voor de jaren 2016 t/m 2020 op basis van het wetsvoorstel en de daarin opgenomen tarieven van respectievelijk 0,491% voor 2016 en 0,536% voor 2017 en verder van de WOZ waarde. De voorgenomen verkopen zijn ingerekend voor maximaal 5 jaar. Wij hebben een verkoopbeleid dat een langere termijn bestrijkt dan 5 jaar. De bedrijfswaarde van het sociaal vastgoed in de geconsolideerde balans bedraagt € 853,0 miljoen. Er is geen sociaal vastgoed dat is ondergebracht in de groepsmaatschappijen. Ten opzichte van voorgaand verslagjaar (€ 594,0 miljoen) is de bedrijfswaarde gestegen met € 259,0 miljoen. Wij hebben een verkoopplan opgesteld, waarin 1795 onroerende zaken voor verkoop zijn geoormerkt. Naar verwachting zullen 65 woningen binnen één jaar worden verkocht. De verwachte opbrengstwaarde van deze onroerende zaken bedraagt € 10,1 miljoen. Alle vaste activa zijn juridisch en economisch in vrije eigendom van de stichting. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie In het boekjaar werd van onroerende zaken in ontwikkeling een bedrag ad € 0,7 miljoen aan bouwrente geactiveerd. Bij niet-specifiek gefinancierde nieuwbouwprojecten hanteerde we een gemiddelde rentevoet van 1,572% (gemiddelde rentelast op het vreemd vermogen afgezet tegen het totale vermogen per 31 december 2014). Waardevermindering De waardevermindering vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie heeft betrekking op de mutatie van de grondexploitatieresultaten van de opgeleverde projecten in ‘s-Hertogenbosch en Ravenstein. In ‘s-Hertogenbosch betroffen dat de projecten onderwijsboulevard, Boschveld en Eikendonk. In Ravenstein is het project Kasteelseplaats opgeleverd. 111

De post waardevermindering wordt verder toegelicht in de toelichting op de winst- en verliesrekening 10.8. Afgeboekte projecten Deze post bestaat met name uit het afboeken van oude plankosten van het project Willemspoort. Overboeking De overboeking uit vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bestaat uit: EUR Stichtingskosten opgeleverde projecten Onrendabele investering opgeleverde projecten Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie Overboeking naar commercieel vastgoed in ontwikkeling Overboeking van onderhanden projecten Presentatiewijziging van creditzijde 1-1-2015 Presentatiewijziging naar creditzijde 31-12-2015

EUR

45.98917.047 28.9423.8211.150 331939 31.005-

Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie De overgeboekte, opgeleverde en in gebruik genomen projecten sociaal vastgoed betreffen: Maatschappelijk Naam Gemeente Woningen vastgoed Onderwijsboulevard 's-Hertogenbosch 48 Eikendonk locatie 2 's-Hertogenbosch 29 55 Boschveld, fase 3, vlek 19 's-Hertogenbosch 32 Orthen Links, fase 0 's-Hertogenbosch 50 Kasteelseplaats Ravenstein Landerd 12 75 Goudhof Oss 22 Park Zwanenberg Oss 88 De Hoef Bernheze 10 Totaal 291 130 Overboeking naar commercieel vastgoed in ontwikkeling De overboeking naar het commercieel vastgoed in ontwikkeling betreft de overboeking van de grondcomponent vanuit de GREX naar de commerciële opstalprojecten gezondheidscentrum Park Zwanenberg en commerciële ruimte ten behoeve van de tandarts op Park Zwanenberg. Overboeking van onderhanden projecten Het project Wielewaal als de PG eenheden op Park Zwanenberg waren ultimo 2014 gepresenteerd onder onderhanden projecten. Na ontwikkeling en bij oplevering zou er een financial lease contract gesloten worden met derden. Door de fusie en aanvullende afspraken wordt na ontwikkeling gekozen voor een regulier huurcontract. We hebben de stand ultimo 2014 overgeboekt naar activa in ontwikkeling.

112

Presentatiewijziging Ultimo 2014 bestond de presentatiewijziging naar de overige schulden uit een deel van het reeds genomen grondexploitatieresultaat Boschveld vlek 18. Als gevolg van de overboeking van de grondcomponent naar de opstalexploitatie van de Admiraliteitslaan blok 3 in 2015, is er een positieve stand ontstaan op de GREX Admiraliteitslaan blok 3. In 2016 zal dit vrijvallen ten gunste van het resultaat. Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie Voor de post onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie worden de volgende componenten en afschrijvingstermijnen gehanteerd: Grond geen afschrijvingen Opstal lineair 50 jaar Installaties/machines lineair 5 jaar Inventaris lineair 5 jaar Personen/bedrijfsauto’s lineair 5 jaar

113

10.3. Vastgoedbeleggingen De mutaties in de materiële vaste activa zijn in het navolgende schema samengevat: Commercieel vastgoed in exploitatie

Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden

Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie

Totaal

EUR

EUR

EUR

EUR

31 december 2014 Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen

55.785 12.712

Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

10.218-

Boekwaarden per 31 december 2014 Effecten stelselwijziging

58.279 15.326-

30.859 -

3.222-

27.637 -

5.067 -

91.711 12.712

-

13.440-

5.067 -

90.983 15.326-

Inbrengbalans Inbrengbalans fusie marktwaarde

3.766

Inbrengbalans fusie HIKO In verleden genomen waardevermindering

5.204 -

1.702 -

-

6.906 -

Waardevermindering (harmonisatie) Inbrengbalans fusie

5.204

1.702

-

6.906

Boekwaarden per 1 januari 2015

51.923

29.339

5.067

86.329

13.895 2.620 1.733-

3.766

Mutaties 2015 Investeringen Van Daeb naar niet Daeb Van niet Daeb naar Daeb

31 2.620 1.733-

4.088 -

9.776 -

Verkoop Desinvesteringen Waardeverminderingen Terugneming van waardeverminderingen Overige Overboekingen

7071.863803 6.718

4.66260620 -

3.3782.914-

7074.6621.9231.423 3.3783.804

Totaal mutaties

5.869

3.484

9.339

14-

31 december 2015

Verkrijgingsprijzen Herwaarderingen Cumulatieve waardeverminderingen en afschrijvingen

61.227 13.002 16.437-

32.038 2.713-

8.848 295-

102.113 13.002 19.445-

Boekwaarden per 31 december 2015

57.792

29.325

8.553

95.670

Commercieel vastgoed in exploitatie Het commercieel vastgoed in exploitatie blijft qua waarde ontwikkeling nagenoeg gelijk ten opzichte van voorgaand jaar. Wel hebben er mutaties plaats gevonden in het verslagjaar. Enerzijds was er sprake van een waardedaling van € 15,3 miljoen die werd veroorzaakt door aan te sluiten bij de classificatie van vastgoed volgend vanuit de Woningwet. Hierdoor vond er een verschuiving plaats van het commercieel vastgoed

114

naar het sociaal vastgoed. Anderzijds was er ook sprake van waarde toename door opgeleverde nieuwbouw. In de post commercieel vastgoed in exploitatie zijn opgenomen: Zelfstandige huurwoningen 264 Garages/parkeerplaatsen 1.172 Bedrijfsruimtes 42 De geschatte waarde gebaseerd op de meest recente WOZ beschikkingen van deze eenheden bedraagt € 96,8 miljoen. De actuele waarde gebaseerd op bedrijfswaarde van het commercieel vastgoed in exploitatie bedraagt € 51,8 miljoen. Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de eigen exploitatie Ultimo 2015 zijn er nog 2 projecten in aanbouw. Het project commerciële ruimtes gezondheidscentrum Park Zwanenberg in Oss zal begin 2016 opgeleverd worden en het project 4 seniorenplusappartementen Meerendonk in ‘s-Hertogenbosch eind 2016. De overboeking uit commercieel vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie bestaat uit: EUR EUR Stichtingskosten opgeleverde projecten Onrendabele investering opgeleverde projecten Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie Overboeking van sociaal vastgoed in ontwikkeling Overboeking van onderhanden projecten

9.8013.083 6.7183.821 172.914-

Overboeking naar sociaal vastgoed in exploitatie De overgeboekte, opgeleverde en in gebruik genomen projecten commercieel vastgoed betreffen: Maatschappelijk Naam Gemeente Woningen vastgoed Boschveld, fase 3, vlek 19 's-Hertogenbosch 5 Kasteelseplaats Ravenstein Landerd 3 Goudhof Oss Oss 3 Park Zwanenberg Oss Oss 2.286 Totaal 11 2.286 Overboeking van sociaal vastgoed in ontwikkeling De overboeking vanuit het sociaal vastgoed in ontwikkeling betreft de overboeking van de grondcomponent vanuit de GREX naar de commerciële opstalprojecten gezondheidscentrum Park Zwanenberg en commerciële ruimte ten behoeve van de tandarts op Park Zwanenberg. Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Begin 2015 zijn er in totaliteit 172 woningen verkocht op basis van het “Koopgarant” principe. Van de 172 woningen zijn er begin van het jaar 2 woningen op voorraad die in eerdere jaren zijn teruggekocht maar niet opnieuw zijn doorverkocht. In 2015 muteert de woningen op voorraad doordat er 26 woningen worden teruggekocht, 24 woningen worden doorverkocht en 2 woningen in de vrije sector worden verkocht. Eind 2015 zijn er nog 6 woningen op voorraad.

115

EUR (x € 1.000) Woningen verkocht onder voorwaarden per 1-1-2015 Voorraad gelabelde verkoopwoningen VoV 1-1-2015 Totaal aantal woningen VoV 1-1-2015 Verloop voorraad gelabelde woningen ten behoeve van VoV Voorraad gelabelde verkoopwoningen VoV 1-1-2015 Terugkoop 2015 Verkoop VoV 2015 Voorraad gelabelde verkoopwoningen VoV 31-12-2015 Verkoop vrije markt 2015 Woningen verkocht onder voorwaarden per 31-12-2015

172 2 183

22624 62 179

De vastgoedportefeuille onroerende zaken verkocht onder voorwaarden blijft in 2015 gelijk aan 2014. Dit wordt enerzijds veroorzaakt door toevoeging van de 2 woningen (€ 0,3 miljoen) vanuit de voorraad. Ook zijn er 4 nieuwe woningen verkocht vanuit de verhuur (€ 0,6 miljoen). Anderzijds neemt de waarde af door 6 teruggekochte woningen (€ 1,1 miljoen) en 2 verkopen in de vrije sector (€ 0,3 miljoen). Het resterende verschil van € 0,1 miljoen heeft betrekking op waardeontwikkelingen (zie 11.13 niet gerealiseerde waardeveranderingen). Vanaf 2010 hebben wij een gedeelte van ons ontwikkelde vastgoed verkocht op basis van het “Koopgarant” principe. Hierbij is sprake van verleende kortingen op de marktwaarde tussen 10% en 25% en terugkoopplicht. Na verkoop worden deze woningen enerzijds onder onroerende zaken verkocht onder voorwaarden gepresenteerd tegen de marktwaarde minus de verleende korting en anderzijds onder terugkoopverplichting tegen de waarde waarvoor we verplicht zijn de woning terug te kopen. Het verschil tussen deze 2 posten in de balans wordt verantwoord onder niet gerealiseerde waardeverandering in de Winst-en-verliesrekening. Jaarlijks wordt een waardemutatie toegepast op basis van de taxatiewaarde ultimo boekjaar. De waardemutatie verloopt via de niet gerealiseerde waardeveranderingen in de Winst-en-verliesrekening. Daarnaast kennen we het “koopconform” principe. Deze woningen worden verkocht zonder korting en met terugkoopplicht.

116

10.4. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd: Deelnemingen

Latente belastingvordering(en)

Leningen u/g

Financial lease

Overige effecten

Totaal

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

1 januari 2015

83.398

Harmonisatie fusie

80.731-

Mutaties 2015 Investeringen Resultaat deelnemingen Desinvesteringen Omzetting huurcontracten ZGB(2) Overboeking 31 december 2015

1.157 22

10.300 9.513556-

1.179-

-

7.300 -

-

-

257.660

91.855

334

177.285

-

-

108

-

-

-

10.408 9.5131.735-

-

257.6603

3

-

-

257.660-

2.901

-

7.300

-

442

10.643

10.4.1 Deelnemingen De deelnemingen betreffen: Vestigingsplaats

Aandeel in kapitaal

Gebiedsontwikkeling Utrecht 's-Hertogenbosch-Oost C.V. Ontwikkelingscombinatie 's-Hertogenbosch Meerendonk C.V. Gebiedsontwikkeling Utrecht 's-Hertogenbosch-Oost Beheer B.V.

48%

BrabantMakelaars B.V. Ontwikkelingscombinatie Meerendonk Beheer B.V. Willemspoort C.V. Ontwikkelingsmaatschappij Willemspoort Middengebied B.V. VB&T VvE Diensten NOB B.V.

Resultaat boekjaar

Eigen vermogen per 31 december 2015

Belang van de deelneming

EUR

EUR

EUR

19.681-

7

9.447-

48%

617

50%

774-

50

387-

Eindhoven 's-Hertogenbosch

50% 50%

19 22

46124

10 11

Rotterdam Rotterdam

33% 33%

423-

Eindhoven

25%

13

118

296

5.955 8

1.965 3

29

7

Bovenstaand zijn de resultaten per entiteit weergegeven en het belang van BrabantWonen hierin. De investering van € 10,3 miljoen betreft onder andere een verplichte kapitaalstorting van € 9,8 miljoen vanuit BrabantWonen GOGWO B.V. naar Gebiedsontwikkeling ’sHertogenbosch-Oost CV. Het resultaat deelnemingen betreft de resultaten zoals verantwoord onder 11.17 resultaat deelnemingen. Als gevolg van de fusie en de harmonisatie van de grondslagen vervalt de deelnemingswaarde van ruim € 80 miljoen in de beide ZGB(2). 10.4.2 Latente belastingvordering(en) Voor een aantal tijdelijke verschillen tussen de commerciële en de fiscale jaarrekening hebben wij latenties opgenomen. De afname van de latentie verklaren we doordat we geen compensabel verliesverrekeningspositie meer hebben voor de komende jaren. 117

10.4.3 Leningen u/g De leningen u/g betreffen de volgende contracten: Einde looptijd

Rente

2015

EUR Leningen u/g WonenBreburg

5-2-2023

1,98%

Stand per 31 december

7.300 7.300

De verstrekte leningen hebben een vaste rente voor de restant looptijd. 10.4.4 Financial lease Per 1 januari 2015 zijn nieuwe huurcontracten afgesloten met BrabantZorg. Hierdoor kwalificeren de dienstencentra niet meer als financial lease maar als reguliere huurcontracten. Dit betekent dat deze panden, zijnde maatschappelijk vastgoed, worden gewaardeerd tegen de bedrijfswaarde onder het sociaal vastgoed in exploitatie. Eventuele resultaten als gevolg van deze omzetting worden via de waardeverandering in de Winst-en-verliesrekening verwerkt. 10.5.

Voorraden 2015

2014 EUR

EUR

Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Overige voorraden

4.895 11.176 277

4.095 6.252 464

Stand per 31 december

16.348

10.811

De voorraad bestemd voor verkoop betreft 6 onverkochte koopgarantwoningen die in 2014 en 2015 zijn teruggekocht (€ 1,0 miljoen), de grond van de Bergse Heihoek in Berghem (€ 2,1 miljoen), de grond Saal van Zwanenbergsingel in Oss (€ 0,9 miljoen), 3 aangekochte woningen Orthen in ’s-Hertogenbosch (€ 0,4 miljoen), een pand in Lith (€ 0,3 miljoen) en een pand in Erp (€ 0,2 miljoen). Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop betreft met name de ontwikkeling van de terreinen Bernhoven in Oss en Veghel. Dit wordt ontwikkeld in de Bernhoven C.V. En bestaat met name uit grond en ontwikkelkosten. De overige voorraad betreft de voorraad magazijn van € 0,3 miljoen.

118

10.6. Onderhanden projecten Onderstaand is de stand van de onderhanden projecten en de gedeclareerde termijnen opgenomen: 2015 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen >0

2015 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen 0

2014 Gerealiseerde projectopbrengsten -/- verwerkte verliezen en gedeclareerde termijnen 1 - 5 jaar

Resterende looptijd > 5 jaar

EUR

EUR

EUR

EUR

Schulden/leningen overheid Schulden/Leningen kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overige schulden

Totaal

5.882

1.051

2.807

2.024

438.212

17.008

72.024

349.180

29.597

1.766

7.064

20.767

14.633 513

423

11

14.633 78

488.837

20.248

81.906

386.682

Aflossingsverplichtingen binnen 12 maanden na afloop van het boekjaar, zoals hierboven toegelicht, zijn opgenomen onder de schulden op korte termijn. De stand per ultimo 2015 is exclusief de aflossingsverplichtingen in 2015. 10.11.1 Leningen overheid en kredietinstellingen De mutaties in 2015 van de schulden/leningen overheid en kredietinstellingen kunnen als volgt worden toegelicht: Schulden/ leningen overheid

Schulden/ leningen kredietinstellingen

EUR

EUR

Overige schulden

Totaal

EUR

Stand per 1 januari 2015

3.639

278.339

-

281.978

Inbreng fusie

3.975

148.757

847

153.579

Mutaties Herclassificatie Toevoegingen Aflossingen

1.732-

35.000 23.884-

334-

35.000 25.950-

Stand per 31 december 2015 Naar kortlopende schulden

5.882 1.051-

438.212 17.008-

513 423-

444.607 18.482-

Stand per 31 december 2015

4.831

421.204

90

426.125

Hieronder zijn begrepen leningen met een gemiddelde rente van 3,54% (2014: 3,38%). Van de leningen overheid en kredietinstellingen is een totaalbedrag van € 425,1 miljoen opgenomen waarvoor WSW borging is verkregen. De gewogen gemiddelde looptijd van de gehele portefeuille, ook wel duration genoemd, bedraagt 10,82 jaar. De marktwaarde van de leningen bedraagt € 331.244 miljoen per ultimo 2015.

125

Aflosbaar over 2 jaar

Aflosbaar over 3 jaar

Aflosbaar over 4 jaar

Aflosbaar over 5 jaar

EUR

EUR

EUR

EUR

Leningen overheid Leningen kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden

1.063 17.399

830 17.630

543 17.692

371 19.303

1.766 2

1.766 3

1.766 3

1.766 3

Totaal

20.230

20.229

20.004

21.443

10.11.2 Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden 2015 2014 EUR

EUR

Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen / vermeerderingen

29.215 2.866-

29.731 3.040-

Stand per 1 januari

26.349

26.691

Fusie Mutaties Verplichtingen ontstaan bij nieuwe overdrachten Teruggekochte onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Afwaarderingen Terugneming afwaardering Terugkoopverplichting naar kortlopende schulden

1.702

-

4.088 2.974-

3.289 2.112-

92524 1.790-

100273 1.696-

24 220-

4 342-

Terugkoopverplichting ontstaan bij overdracht Verminderingen / vermeerderingen

30.292 2.461-

29.215 2.866-

Stand per 31 december

27.831

26.349

Afwaarderingen terugkoopverplichting naar kortlopende schulden

De verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden laat in 2015 een mutatie zien van € 0,7 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door mutaties in verkoop (€ 4 miljoen) en terugkoop (€ 2,9 miljoen) van woningen en mutaties in de waarde van de reeds verkochte woningen (€ 0,09 miljoen). We verwachten in 2016 11 woningen terug te kopen voor een waarde van (€ 1,7 miljoen). 10.11.3 Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Dit betreft de schuld aan Gebiedsontwikkeling ‘s-Hertogenbosch Oost C.V. ten behoeve van de verschuldigde kapitaalstorting.

126

10.12.

Kortlopende schulden 2015

2014 EUR

EUR

Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Schulden aan participanten Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige schulden Overlopende passiva

66.008 1.237 6.862

6.865 682 3.827

365 198 939 7.384 226 14.766 528

331 3.046 270 9.380 90

Stand per 31 december

98.513

24.491

Specificatie overige schulden 2015

2014 EUR

Nog niet vervallen rente Voorziening glasfonds Te betalen verlofrechten Te verrekenen beheerswoningen Te restitueren servicekosten Uitgevoerde werkzaamheden waarvan de factuur nog niet is ontvangen Terugkoopverplichting woningen verkocht onder voorwaarden < 1 jaar Overige te betalen posten Stand per 31 december

EUR

6.547 742 472 41 1.171

3.597 806 503 35 870

3.999

1.016

1.766 28

1.688 865

14.766

9.380

10.13. Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen 10.13. 1Huurverplichtingen De met derden aangegane huurverplichtingen betreffen: Verhuurder

Betreft

Van Schijndel Gasstraat 20, Oss

Jaarhuur € 479.733

Servicekosten Einde contract €0 30-06-2025

10.13.2 Investeringsverplichtingen De omvang van de investeringsverplichtingen op onze nieuwbouwprojecten bedraagt eind 2015: € 16,8 miljoen. Naar verwachting zijn deze verplichtingen binnen twee jaar voldaan. 10.13.3 Onderhoudsverplichtingen Ultimo boekjaar zijn wij onderhoudsverplichtingen aangegaan voor een totaal bedrag van € 0,2 miljoen, waarvan de uitvoering nog ter hand moet worden genomen. Dit zal binnen één jaar plaatsvinden. 127

10.13.4 Heffing saneringsfonds Wij zullen de komende jaren naar verwachting geen saneringsheffingen afdragen aan door het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting. Deze middelen worden ingezet om noodleidende corporaties financieel er weer bovenop te helpen. 10.13.5 WSW Obligo Uit hoofde van het borgingsstelsel hebben wij een obligo verplichting jegens het WSW van 3,85% van de restschuld van de door ons opgenomen, door het WSW geborgde leningen. Ultimo 2015 bedraagt dit obligo € 16,4 miljoen. Indien het WSW dit obligo zou opeisen dienen wij het bedrag binnen 30 dagen aan het WSW over te maken. Wij verwachten, indien noodzakelijk, aan deze verplichting te kunnen voldoen door het nog niet benutte deel van het bestaande financieringskrediet aan te spreken, en zo nodig een aanvullende lening aan te trekken binnen het aanwezige faciliteringsvolume. 10.13.6 Borgstelling Onderstaande bedrijven hebben een bankgarantie afgegeven aan BrabantWonen. Project Bernhoven GO B.V. Park Zwanenberg Park Zwanenberg gebouw Q Park Zwanenberg gebouw A Orthen Links Onderwijsboulevard De Hoef Heesch De Erven Heesch

Kantoor BW/BZ Oss

Gasstraat

Bedrijf BAM Groep N.V. Van Wijnen Rosmalen B.V. Immens Installatietechniek Immens Installatietechniek Van Wanrooij Projectontwikkeling Hendriks Bouwbedrijf Oss Bouwbedrijf Wagemakers B.V. Van Wanrooij B.V.

20 Van Schijndel Vastgoed B.V.

Meerendonk nieuwbouwproject Bouwbedrijf Wagemakers B.V. 36 seniorenplus appartementen Huurpand Raadhuislaan St. Beheer Raadhuislaan

Omschrijving Retour/vervalt Bedrag Rentegarantie nr. 36434 looptijd project € 1.400.000,00 Uitvoeringsgarantie nr. GU262168BGA 19-3-2016 € 610.226,40 Bankgarantie W-installatie 31-7-2015 € 74.200,00 Vervangende bankgarantie W-installatie 15-11-2015 € 26.685,00 Bankgarantie K686670 fase 0 12 won. 8-5-2016 € 62.089,00 Bankgarantie nr. K685976 looptijd project € 208.550,00 Bankgarantie nr. 3030.70.692 1-9-2016 € 190.717,00 Concerngarnatie 12 mnd. na € 78.550,00 oplevering (uiterlijk 1-2-2017) Bankgarantie huurovereenkomst nr. NL looptijd project € 119.933,19 04RABO0304732273 en contragarantie Bankgarantie 3067.21.139 Bankgarantie nr. NL80RABO0140406794

looptijd project € 31-12-2016

185.323,00 € 51.420

10.13.7 Overige aansprakelijkheidsverplichtingen BrabantWonen vormt samen met BrabantWonen Belegd Vastgoed B.V., BrabantWonen Holding B.V., BrabantWonenEnergie B.V., BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V., BrabantWonen GOGWO B.V., BrabantWonen GO Willemspoort B.V., BrabantWonen GO Bernhoven B.V. en BrabantWonen GO P&P B.V. een fiscale eenheid zowel voor de vennootschapsbelasting als voor de omzetbelasting. Op grond van de voorwaarden zijn BrabantWonen en de met haar gevoegde dochterondernemingen ieder hoofdelijk aansprakelijk voor de door de combinatie verschuldigde belasting. 10.13.8 Zekerheden De materiële vaste activa en de vastgoedbeleggingen zijn verzekerd tegen aanschafof voortbrengingskosten. Jaarlijks wordt de waarde aangepast aan het indexcijfer voor nieuwbouwwoningen zoals dit door het CBS wordt berekend. Er is geen herbouwwaarde bekend voor de verhuureenheden. Er wordt een vaste premie per verhuureenheid berekend, met de garantie van geen onderverzekering. Het onroerend goed is nagenoeg in zijn geheel gefinancierd met rijksleningen of met kapitaalmarktleningen onder overheidsgarantie. Aan het WSW heeft BrabantWonen een volmacht verstrekt voor het gehele bezit. Hiermee heeft het WSW de mogelijkheid om direct hypotheek te vestigen op het “ingezette” bezit van BrabantWonen. Er is bij het aantrekken van een financiering van de Rabobank voor het project Niet DAEB La Vie (ad. € 5,3 miljoen) een verpanding aan de Rabobank opgenomen voor de huurpenningen van dit complex. Daarnaast is er een hypotheek gevestigd op een tweetal leningen van de ING Bank van in totaal € 9,0 miljoen.

128

10.14. Verbonden partijen Wij merken alle rechtspersonen waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend als verbonden partij aan. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen merken wij als verbonden partij aan. Ook de statutaire directieleden, andere sleutelfunctionarissen in het management van BrabantWonen en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Met de meeste van onze deelnemingen hebben wij naast ons aandelenbelang ook een zakelijke relatie, waarbij producten (veelal onroerende zaken bestemd voor de verhuur) en/of diensten van de betreffende deelnemingen worden afgenomen. Deze transacties zijn steeds gebaseerd op gebruikelijke contractuele afspraken waarbij marktconforme condities zijn overeengekomen.

129

11 Toelichting op de geconsolideerde winst-en-verliesrekening (x € 1.000) 11.1.

Huuropbrengsten 2015

2014 EUR

EUR

Af : huurderving wegens leegstand

125.760 2.045 127.805 1.203-

88.331 1.970 90.301 647-

Totaal opbrengsten huurcontracten

126.602

89.654

Woningen en woongebouwen Onroerende zaken niet zijnde woningen

De     

"te ontvangen netto huur" is gewijzigd als gevolg van: Algemene huurverhoging; Huurharmonisatie; Oplevering van nieuwbouw; Verkoop van bestaand bezit; Fusie.

De geografische onderverdeling van de netto huuropbrengsten kan als volgt worden weergegeven: 2015 2014 EUR

EUR

Vestiging 's Hertogenbosch Vestiging Oss Vestiging Maatschappelijk Vastgoed

42.560 47.624 36.418

42.747 46.907 -

Totaal opbrengsten huurcontracten

126.602

89.654

11.2.

Opbrengsten servicecontracten 2015

2014 EUR

Overige goederen, leveringen en diensten Af : vergoedingsderving wegens Leegstand

4.220

Totaal opbrengsten servicecontracten

4.130

90-

EUR 3.999 103.989

130

11.3.

Overheidsbijdragen 2015

2014 EUR

EUR

Overheidsbijdragen

231

2

Totaal overheidsbijdragen

231

2

De overheidsbijdrage is de ontvangst van een subsidie van de gemeente Oss inzake verduurzaming van woningen in de gehandicaptenzorg. 11.4.

Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille 2015

Opbrengst verkopen bestaand bezit Af : Boekwaarde Verkoopresultaat bestaand bezit

EUR

EUR

22.680 17.460-

23.600 13.882-

5.220

9.718

Netto verkoopopbrengst Vastgoed bestemd voor de verkoop

Saldo netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille

11.5.

2014

42

5.262

255-

9.463

Geactiveerde productie eigen bedrijf 2015

2014 EUR

EUR

Geactiveerde productie m.b.t. projecten

1.409

1.717

Totaal geactiveerde productie eigen bedrijf

1.409

1.717

De geactiveerde productie betreft de uren van de afdeling Projectontwikkeling voor nieuwbouwprojecten.

131

11.6.

Overige bedrijfsopbrengsten 2015

2014 EUR

EUR

Doorbelaste uren en administratiekosten derden Afrekening extramuralisatie Doorbelasting aan huurders Overige

1.397 2.554 20

4.698 165 47-

Subtotaal

3.971

4.816

In het kader van de fusie vinden er geen doorbelastingen meer plaats aan de voormalige ZGB’s, waardoor de doorbelaste uren en administratiekosten derden een sterke daling laten zien ten opzichte van voorgaand jaar. 11.7.

Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 2015 2014 EUR

Afschrijving Afschrijving Afschrijving exploitatie Afschrijving

overige immateriële vaste activa sociaal vastgoed in exploitatie onroerende zaken ten dienste van de WKO

Totaal afschrijvingen

EUR

746 42.110

724 31.000

776 43

815 42

43.675

32.581

De afschrijvingen 2015 laten een substantiële stijging zien ten opzichte van 2014. Dit wordt veroorzaakt door de inbreng van het vastgoed, als gevolg van de fusie, waardoor de bedrijfswaarde stijgt en als resultante hiervan ook de afschrijvingslasten.

132

11.8. Overige waardeveranderingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 2015

2014 EUR

Mutatie voorziening ongedekte stichtingskosten Waardeverminderingen sociaal vastgoed in ontwikkeling Grexresultaten Overig Naar onderhoud Afgeboekte projecten Grexresultaat opgeleverde nieuwbouw eerdere jaren Waardeverandering sociaal vastgoed Terugneming waardeverandering sociaal vastgoed Waardeverandering omzetting huurcontracten

962676269310 103.857 82.22275.472 95.510

EUR 2.867 35196 264 38.304 27.89113.705

De waardeverandering sociaal vastgoed laat een totale waardeverandering zien van € 95,5 miljoen. Deze waardeverandering heeft een aantal oorzaken. Per 1 januari 2015 zijn er nieuwe huurcontracten afgesloten met BrabantZorg. De nieuwe huurcontracten kwalificeren niet meer als financial lease maar als regulier huurcontract. Dit betekent dat het overgenomen intramuraal vastgoed wordt gewaardeerd tegen bedrijfswaarde onder het sociaal vastgoed en niet meer op basis van financial lease. In tegenstelling tot de financial lease worden nu alle kosten en opbrengsten van de dienstencentra toegerekend. Aanvullend zijn ook de huren verlaagd. Dit heeft negatief effect van circa € 75,4 miljoen. Resterend effect heeft met name betrekking op het herijken van de meerjaren onderhoudsplanning en veranderingen door parameters en uitgangspunten waardoor een positieve (zoals aanpassing disconteringsvoet en aanpassing percentage bouw & loon index) of negatieve waardemutatie (aanpassing levensduren naar 50 jaar) ontstaat. Afgeboekte projecten De post afgeboekte projecten heeft met name betrekking op de afboeking van oude plankosten Willemspoort.

133

11.9. Onderhoudslasten De onderhoudslasten zijn te verdelen in:

2015

2014 EUR

EUR

Onderhoudslasten (cyclisch) Onderhoudslasten (niet cyclisch)

19.652 12.019

13.005 8.668

Subtotaal

31.671

21.673

Interne dekking salariskosten Totaal onderhoudslasten

1.308-

1.165-

30.363

20.508

De onderhoudslasten zijn te verdelen in: 2015

2014 EUR

EUR

Planmatig onderhoud Mutatie-onderhoud Klachtenonderhoud

19.652 4.559 7.460

13.005 2.122 6.546

Totaal onderhoudslasten

31.671

21.673

11.10.

Leefbaarheid 2015

2014 EUR

EUR

Leefbaarheid sociaal Leefbaarheid fysiek

768 231

688 361

Totaal leefbaarheid

999

1.049

11.11.

Lasten servicecontracten 2015

2014 EUR

EUR

Stroomverbruik Gasverbruik Waterverbruik Schoonm. trappenhal Kosten huismeesters Overige lasten

925 1.408 490 771 178 533

580 881 448 481 139 184

Totaal lasten servicecontracten

4.305

2.713

134

11.12.

Overige bedrijfslasten 2014

2015

EUR

EUR Beheerkosten Inleenvergoeding derden Overige personeelskosten Huisvestingskosten Advieskosten Kantoorkosten Autokosten Pro Rata teruggave omzetbelasting Subtotaal Beheerkosten Heffingen Belastingen Verzekeringen Contributie landelijke federatie Sectorspecifieke heffingen Subtotaal Heffingen Overige bedrijfslasten Mutaties voorzieningen Diverse bedrijfslasten Subtotaal overige bedrijfslasten Fusiekosten Fusiekosten Totaal Overige bedrijfslasten

1.794 1.024 655 1.257 2.022 501 1447.109

1.953 1.077 745 1.069 1.819 466 7.129

4.702 288 84 10.874 15.948

5.945 496 94 9.188 15.723

5471.404 857

18 4.809 4.827

-

285

23.914

27.964

Accountantshonoraria In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: 2015 2014 EUR Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten

134 23 157

EUR 55 18 73

Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij BrabantWonen en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en onafhankelijke externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). Naast controle van de jaarrekening zijn controlewerkzaamheden verricht voor de dVi en WNT.

135

11.13.

Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille 2015 2014

Waardeveranderingen commercieel vastgoed in exploitatie Terugneming van waardeverminderingen Mutatie voorziening onrendabele investeringen Waardeveranderingen onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Waardeveranderingen verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden

EUR

EUR

1.863803 3.148-

1.314657 -

560

222-

432-

80

4.080-

11.14.

Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2015

799-

2014

EUR

EUR

Geactiveerde rente materiële vaste activa - Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling

711

614

Rente op vorderingen Rente op liquide middelen Rente leningen u/g Rente belastingen Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten

608 11 86

341 6 177

1.416

1.138

Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten

De gemiddelde rentevoet die is gehanteerd bij de geactiveerde rente bedraagt 1,572%. 11.15.

Rentelasten en soortgelijke kosten 2015

Rente langlopende schulden - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen Rente kortlopende schulden - Kredietinstellingen - Overige schulden Totaal rentelasten en soortgelijke kosten

2014 EUR

EUR

9514.495-

2479.805-

2.524143-

918-

17.257-

10.151-

De stijging van de rentelasten in 2015 ten opzichte van 2014 wordt voornamelijk veroorzaakt door de leningen van de voormalig ZGB(2).

136

11.16.

Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening

De belastingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: 2015

Mutatie actieve latentie Mutatie passieve latentie Overige

2014 EUR

EUR

1.179520107-

5.3863.540 6

1.806-

1.840-

Op basis van onze fiscale strategie uit 2012 zijn wij vanaf 2015 acute vennootschapsbelasting verschuldigd. We hebben dus geen actieve belastinglatentie meer voor verliesverrekening. In 2016 gaan we onze fiscale strategie herijken, waarmee we beogen dat de verwachte fiscale last in 2015 nihil zal bedragen. Er is dus grote onzekerheid over de definitieve afdracht over 2015. Om die reden verwerkten wij dit nog niet in onze jaarrekeningcijfers. De toename van de passieve latentie verklaren we door toename van het verschil in waardering tussen de commerciële en fiscale boekwaarde van de verkoopportefeuille. Voor een nadere toelichting over de waardering verwijzen wij naar 10.10.3. 2015 EUR Resultaat voor belastingen Bijzondere waardeverminderingen Tijdelijke verschillen Permanente verschillen Totaal fiscale correcties

EUR 101.290-

99.590 27.830 127.420

Fiscaal resultaat

26.130

Verliesverrekening

16.380-

Resultaat na verliesverrekening

9.750

Vennootschapsbelastinglast

2.438

De effectieve belastingdruk over het boekjaar 2015 is 2,4% negatief. De voornaamste verschillen tussen het bedrijfseconomische resultaat en het fiscale resultaat betreffen de verwerking van resultaten uit projectontwikkeling, afschrijvingen op het vastgoed, fiscale herkwalificatie van onderhoud en verbetering, de verwerking van het fiscaal agio op de leningenportefeuille en fiscaal niet aftrekbare bedragen.

137

11.17.

Resultaat deelnemingen 2015

2014 EUR

EUR

Resultaat deelneming ZorgGoedBrabant Resultaat deelneming ZorgGoedBrabant 2 Resultaat gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch Oost C.V. Resultaat ontwikkelingscombinatie Meerendonk B.V. Resultaat ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V. Resultaat deelneming Willemspoort C.V. Resultaat deelneming VB&T VvE B.V. Resultaat deelneming BrabantMakelaars B.V. Resultaat deelneming Willemspoort B.V. Resultaat gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch Oost Beheer B.V. Resultaat OCM Bernhoven Beheer B.V. Subtotaal Vrijval voorziening gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch-Oost C.V.

9.44711 322 143 10 1-

518 1.096 2.26010 238 176 21 1-

3869.502-

9526510-

Totaal resultaat deelnemingen

2.302-

7.200

1.500 990

Het resultaat deelnemingen en voorziening deelneming heeft betrekking op niet meegeconsolideerde deelnemingen. De resultaten worden toegevoegd aan de deelnemingswaarde zoals opgenomen onder 10.4 financiële vaste activa. 11.18.

Overzicht van het totaalresultaat van de Groep 2015

Geconsolideerd netto resultaat na belastingen Aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen Herwaardering MVA Totaal resultaat van de Groep

2014 EUR

EUR

101.29010-

12.3228-

52.422

52.571

48.878-

40.241

Ondanks dat het aandeel in het kapitaal in ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. en Bernhoven Beheer B.V. minder dan 100% worden deze deelnemingen integraal meegeconsolideerd. Wij hebben voor meer dan 50% beslissende zeggenschap inzake het beleid van de deelnemingen. Als gevolg van voorgaande werkwijze ontstaat er in de balans een afzonderlijke post aandeel van derden onder het groepsvermogen. In de winst-en-verliesrekening wordt direct na het totale groepsresultaat een post aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat na belastingen opgenomen. (zie art. 10 van het Besluit modellen jaarrekening).

138

12 Enkelvoudige balans per 31 december 2015 (na voorgestelde resultaatbestemming) (x € 1.000) 31 december 2015

31 december 2014

EUR

EUR

Vaste activa ref. Immateriële vaste activa

1.500

Software

1.347 1.500

1.347

Materiële vaste activa

867.739 16.042 3.947

Sociaal vastgoed in exploitatie Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie Onroerende en roerende zaken ten dienste van de exploitatie

620.543 17.075 3.883 887.728

641.501

Vastgoedbeleggingen

57.792 29.326 8.552

C ommercieel vastgoed in exploitatie Onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor eigen exploitatie

42.953 27.637 5.067 95.670

Financiële vaste activa

75.657

14.3.1

292 18.585 442

Deelnemingen in groepsmaatschappijen Latente belastingvordering(en) Leningen u/g Overige effecten

80.892 1.157 19.407 -

19.319

101.456

Vlottende activa Voorraden

4.895 712 277

Vastgoed bestemd voor de verkoop Vastgoed in ontwikkeling bestemd voor de verkoop Overige voorraden

Onderhanden projecten Vorderingen Debiteuren Vorderingen op gemeenten Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen Overige vorderingen Overlopende activa

Liquide middelen Totaal activa

4.095 661 464 5.884

5.220

-

1.039

14.3.2

1.145 291 2.033 9.485 2.061

1.540 136 4.095 330 1.625 15.015

7.726

17.164

5.772

1.042.280

839.718

139

31 december 2015

31 december 2014

Ref. EUR Eigen vermogen

EUR

14.3.4 541.823 109.029-

Eigen vermogen Resultaat boekjaar

459.851 12.322432.794

Egalisatierekening

447.529

-

-

Voorzieningen Voorziening onrendabele investeringen en herstructureringen Voorziening latente belastingverplichting Voorziening reorganisatiekosten Voorziening deelnemingen

14.3.5

32.372 3.762 20.952

54.915 3.242 556 8.907 57.086

67.620

Langlopende schulden Schulden/leningen overheid Schulden/leningen kredietinstellingen Verplichtingen uit hoofde van onroerende zaken verkocht onder voorwaarden Overige schulden

4.831 421.204

3.019 271.474

27.831 90

26.348 -

453.956 Kortlopende schulden Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Overige schulden Overlopende passiva

Totaal passiva

300.841

14.3.6 66.008 1.237 6.513

6.865 682 3.545

553

418

7.344 226

2.644 270

939 14.574 1.050

331 8.883 90 98.444

23.728

1.042.280

839.718

140

13 Enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2015

Ref. Bedrijfsopbrengsten Huuropbrengsten Opbrengsten servicecontracten Overheidsbijdragen Netto verkoopresultaat vastgoedportefeuille Geactiveerde productie eigen bedrijf Overige bedrijfsopbrengsten

Bedrijfslasten Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille Overige waardeveranderingen immateriële vaste activa en vastgoedportefeuille Lonen en salarissen Sociale lasten Pensioenlasten Onderhoudslasten Leefbaarheid Lasten servicecontracten Overige bedrijfslasten

14.4.1

14.4.2

14.4.3 14.4.4 14.4.5

Bedrijfsresultaat Niet-gerealiseerde waardeveranderingen vastgoedportefeuille Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten

14.4.6 14.4.7

Saldo financiële baten en lasten Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening voor belastingen Belastingen resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen

14.4.8

2015

2014

EUR

EUR

126.602 3.738 231 5.221 1.409 3.968

89.654 3.672 2 9.463 1.717 4.864

141.169

109.372

43.632

32.540

95.510 12.084 1.856 2.101 30.241 999 4.372 33.612

13.704 12.296 2.128 2.406 20.387 1.049 2.945 23.913

224.407

111.368

83.238-

1.996-

4.080-

799-

1.523 17.209-

1.270 10.152-

15.686-

8.882-

103.004-

11.677-

1.9854.040-

1.8451.200

109.029-

12.322-

141

14 Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2015 en winst-enverliesrekening over 2015 (x € 1.000) 14.1. Algemene toelichting Wij hebben in onze enkelvoudige jaarrekening met dezelfde stelsel- en schattingswijzigingen en presentatiewijzigingen te maken als in de geconsolideerde jaarrekening. In onderstaande paragrafen worden de financiële consequenties voor de enkelvoudige jaarrekening uiteengezet. 14.1.1 Presentatiewijziging

In 2015 hebben we een presentatiewijziging doorgevoerd voor de classificatie van het DAEB- en nietDAEB bezit. Hiermee sluiten we aan bij de verwerkingswijze zoals geldend onder de nieuwe Woningwet. De vergelijkende cijfers over 2014 zijn dienovereenkomstig aangepast. Als gevolg hiervan is de waarde van het niet DAEB bezit, gewaardeerd tegen marktwaarde, met € 15,3 miljoen afgenomen en het DAEB bezit, gewaardeerd tegen bedrijfswaarde dientengevolge met € 12,3 miljoen toegenomen. Per saldo zijn de reserves binnen het eigen vermogen met € 3,0 miljoen afgenomen. Het resultaat 2014 is onder de nieuwe presentatiewijze € 3,0 miljoen lager ten opzichte van de oude presentatiewijze. 14.2. Grondslagen van waardering en bepaling van het resultaat De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de vennootschappelijke jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk voor zover in dit hoofdstuk geen andere grondslagen zijn vermeld. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de hoofdstukken 5 tot en met 8 en de opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening. 14.2.1 Deelnemingen in groepsmaatschappijen en resultaat deelnemingen in groepsmaatschappijen Deelnemingen in groepsmaatschappijen waarderen we op de netto vermogenswaarde in overeenstemming met paragraaf 10.4.1 in de geconsolideerde jaarrekening. Het resultaat deelnemingen in de groepsmaatschappijen wordt verantwoord in overeenstemming met paragraaf 11.17 in de geconsolideerde jaarrekening. 14.2.2 Vorderingen en schulden op groepsmaatschappijen Vorderingen en schulden op groepsmaatschappijen waarderen we initieel tegen de reële waarde van het verstrekte respectievelijk ontvangen bedrag, gewoonlijk de nominale waarde, onder aftrek van noodzakelijk geachte voorzieningen. Vervolgens vindt waardering plaats tegen geamortiseerde kostprijs waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele bijzondere waardevermindering.

142

14.3.

Toelichting op de enkelvoudige balans per 31 december 2015 (x € 1.000) 14.3.1 Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa kan als volgt worden gespecificeerd: Deelnemingen in groepsmaatschappijen

Latente belastingvordering(en)

Leningen u/g

Overige effecten

Totaal

EUR

EUR

EUR

EUR

EUR

1 januari 2015

80.892

Fusie ZGB, ZGB2 en SNB

80.731-

Investeringen Desinvesteringen Resultaat deelnemingen Overboekingen

500 3723

31 december 2015

292

1.157 22 1.179-

19.407 6.917 7.73918.585

-

101.456

334

80.375-

108 -

7.525 1.1798.1113

442

19.319

14.3.1.1 Deelnemingen Vestigingsplaats

Aandeel in kapitaal %

Volledig geconsolideerd BrabantWonen BelegdVastgoed B.V. BrabantWonen Holding B.V. BrabantWonen Energie B.V. BrabantWonen GOGWO B.V. BrabantWonen GOWillemspoort B.V. BrabantWonen Vastgoedontwikkeling B.V. BrabantWonen GO P&P B.V. BrabantWonen GO Bernhoven B.V. Ontwikkelingscombinatie Bernhoven C.V. Ontwikkelingscombinatie Bernhoven Beheer B.V.

Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Oss Vestigingsplaats

100 100 100 100 100 100 100 100 64 67 Aandeel in kapitaal %

Overige deelnemingen, gewaardeerd op nettovermogenswaarde Gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch-Oost Beheer B.V. Gebiedsontwikkeling 's-Hertogenbosch-Oost C.V. Ontwikkelingscombinatie Meerendonk Beheer B.V. Ontwikkelingscombinatie Meerendonk C.V. BrabantMakelaars B.V. VB&T VvE Diensten NOB B.V. Ontwikkelingsmaatschappij Willemspoort Middengebied B.V. Willemspoort C.V.

Utrecht Utrecht 's-Hertogenbosch 's-Hertogenbosch Eindhoven Eindhoven Rotterdam Rotterdam

50 48 50 48 50 25 33 33

143

14.3.1.2 Leningen UG Einde looptijd

Rente

31 december 2015 EUR

Leningen u/g WonenBreburg BrabantWonen GOGWO B.V. Voorziening GOGWO B.V. BrabantWonen Holding B.V. BrabantWonen GO Willemspoort B.V. Voorziening GO Willemspoort B.V. BrabantWonen GO Bernhoven B.V.

5-2-2023 Variabel

1,98% Variabel

Variabel 14-4-2021

Variabel 3,75%

31-12-2018

5,50%

7.300 5.739 5.7392.000 2.00011.285 18.585

In 2015 hebben we een voorziening gevormd voor de uitstaande geldlening aan BrabantWonen GOGWO B.V. en aan BrabantWonen GO Willemspoort B.V. We verwachten niet dat deze leningen terugbetaald zullen worden. In de consolideerde jaarrekening hebben we deze voorzieningen (€ 7,7 miljoen) geëlimineerd, waardoor het geconsolideerde resultaat positiever is dan het enkelvoudige. 14.3.2 Vorderingen 14.3.2.1 Debiteuren 2015

2014 EUR

EUR

Debiteuren Af: voorziening wegens oninbaarheid

3.074 1.929-

2.387 847-

Stand per 31 december

1.145

1.540

14.3.2.2 Vorderingen op gemeenten 2015

2014 EUR

EUR

Gemeente Oss Gemeente 's-Hertogenbosch

288 3

24 112

Stand per 31 december

291

136

144

14.3.2.3 Vorderingen op maatschappijen waarin wordt deelgenomen 2015

Vordering op deelneming Vordering op deelneming Vordering op deelneming Vordering op deelneming Vordering op deelneming Vordering op participatie Vordering op participatie Vordering op participatie Vordering op deelneming C.V. Vordering op deelneming Meerendonk C.V. Vordering op deelneming Vordering op deelneming

2014

EUR

EUR

1

59

617 352 965 3

561 205 1.161 9 1.347 525 78

94

47

1

32 1 70

2.033

4.095

in BrabantWonen Holding B.V. in BrabantWonen GOGWO B.V. in BrabantWonen GOWillemspoort B.V. in BrabantWonen Energie B.V. in BrabantWonen GO Bernhoven B.V. in Stichting ZorggoedBrabant in Stichting ZorggoedBrabant 2 in WoonService in Ontwikkelingscombinatie Bernhoven in Ontwikkelingscombinatie

in BrabantWonen GO P&P B.V. in BrabantWonen GO Willemspoort

-

Stand per 31 december

14.3.2.4 Overige vorderingen 2015

2014 EUR

EUR

BrabantZorg Assuradeurs Overige vorderingen

8.479 1.006

238 12 80

Stand per 31 december

9.485

330

14.3.2.5 Overlopende activa 2015

2014 EUR

EUR

Aandeel in reserve van diverse VvE’s Overige

1.337 724

994 631

Stand per 31 december

2.061

1.625

145

14.3.3 Liquide middelen 2015

2014 EUR

EUR

Direct opvraagbaar Kas / bank / giro Afstortingen onderweg

17.158 6

5.765 7

Stand per 31 december

17.164

5.772

De liquide middelen staan ter vrije beschikking. 14.3.4 Eigen vermogen Het verloop van het eigen vermogen is als volgt: 2015

2014 EUR

EUR

Stand per 1 januari

447.529

Inbreng vermogen Harmonisatie

124.948 83.062-

-

Uit resultaatbestemming Overige mutaties

109.02952.408

9.02152.571

Effect resultaat (herrekend) Effect vermogen Effect stelselwijziging Stand per 31 december

432.794

406.976

3.301304 2.997447.529

Voor een nadere toelichting op de inbreng van het vermogen en de effecten in verband met de harmonisatie van de grondslagen wordt verwezen naar 4.3 fusiegrondslagen. De overige mutaties hebben betrekking op waardeveranderingen van het sociaal vastgoed die rechtstreeks aan de herwaarderingsreserve, opgenomen binnen het eigen vermogen, worden toegevoegd. De totale mutatie van het eigen vermogen in 2015 betreft een afname van € 57,0 miljoen. Deze mutatie is opgebouwd uit € 52,4 miljoen dat rechtstreeks wordt toegevoegd aan het eigen vermogen en € 109,0 miljoen dat volgt vanuit het daadwerkelijke resultaat. In het vermogen is per 31 december 2015 een herwaarderingsreserve opgenomen € 335 miljoen. De herwaarderingsreserve heeft voor € 322,0 miljoen betrekking op het sociaal vastgoed in exploitatie en voor € 13,0 miljoen betrekking op het commercieel vastgoed in exploitatie. Het verschil tussen het eigen vermogen volgens de enkelvoudige balans en het eigen vermogen volgens de geconsolideerde balans kan als volgt worden verklaard: In 2015 is een voorziening van € 7,7 miljoen gevormd voor 2 uitstaande geldleningen. Deze voorziening wordt echter in de geconsolideerde jaarrekening geëlimineerd. Hierdoor ontstaat een verschil tussen het eigen vermogen enkelvoudig en het eigen vermogen geconsolideerd.

146

14.3.5 Voorziening deelnemingen Het verloop van de voorzieningen is als volgt: 2015

2014 EUR

Stand per 1 januari Mutaties Dotaties Onttrekkingen Vrijval

Stand per 31 december

EUR

8.907

7.074

12.048 312.045

1.833 1.833

20.952

8.907

De voorziening deelneming heeft met name betrekking op de negatieve deelnemingswaarde van BrabantWonen Holding B.V. als gevolg van negatieve resultaten deelneming van BrabantWonen GOGWO B.V. en gebiedsontwikkeling ’s-Hertogenbosch Oost C.V. 14.3.6 Kortlopende schulden 2015

2014 EUR

EUR

Schulden aan kredietinstellingen Schulden aan gemeenten Schulden aan leveranciers Schulden aan maatschappijen waarin wordt deelgenomen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling Overige schulden Overlopende passiva

66.008 1.237 6.513

6.865 682 3.545

553 7.344 226 939 14.574 1.050

418 2.644 270 331 8.883 90

Stand per 31 december

98.444

23.728

Alle kortlopende schulden hebben een resterende looptijd van korter dan een jaar. De reële waarde van de kortlopende schulden benadert de boekwaarde vanwege het kortlopende karakter van de schulden. Voor het in deze post opgenomen kortlopende deel van langlopende schulden verwijzen wij naar de toelichting op de langlopende schulden.

147

14.4.

Toelichting op de enkelvoudige winst-en-verliesrekening over 2015 (x € 1.000)

14.4.1 Opbrengsten servicecontracten 2015

2014 EUR

Overige goederen, leveringen en diensten

3.828

Af : vergoedingsderving wegens leegstand Totaal opbrengsten servicecontracten

EUR 3.682

903.738

103.672

14.4.2 Afschrijvingen (im)materiële vaste activa en vastgoedportefeuille 2015 2014 EUR

EUR

Afschrijving overige immateriële vaste activa Afschrijving sociaal vastgoed in exploitatie Afschrijving onroerende zaken ten dienste van de exploitatie

746 42.110

724 31.001

776

815

Totaal afschrijvingen

43.632

32.540

14.4.3 Onderhoudslasten 2015

2014 EUR

EUR

Onderhoudslasten (niet cyclisch) Onderhoudslasten (cyclisch)

19.545 12.004

13.005 8.547

Subtotaal

31.549

21.552

Interne dekking salariskosten Totaal onderhoudslasten

1.30830.241

1.16520.387

De onderhoudslasten zijn te verdelen in: 2015

2014 EUR

EUR

Planmatig onderhoud Mutatie-onderhoud Klachtenonderhoud

19.545 4.559 7.445

13.005 2.122 6.425

Totaal onderhoudslasten

31.549

21.552

148

14.4.4 Lasten servicecontracten 2015

2014 EUR

EUR

Stroomverbruik Gasverbruik Waterverbruik Schoonm. trappenhal Kosten huismeesters Overige lasten

925 1.475 490 771 178 533

580 1.113 448 481 139 184

Totaal lasten servicecontracten

4.372

2.945

14.4.5 Overige bedrijfslasten 2015

2014 EUR

Beheerkosten Inleenvergoeding derden Overige personeelskosten Huisvestingskosten Advieskosten Kantoorkosten Autokosten Pro Rata teruggaven BTW Subtotaal Beheerkosten

1.952 1.077 745 1.054 1.818 466 7.112

Heffingen Belastingen Verzekeringen Contributie landelijke federatie Sectorspecifieke heffingen Subtotaal Heffingen

5.945 496 94 9.188 15.723

Overige bedrijfslasten Mutaties voorzieningen Diverse bedrijfslasten Subtotaal overige bedrijfslasten

18 10.474 10.492

Fusiekosten Fusiekosten Totaal overige bedrijfslasten

285 33.612

EUR

1.794 1.024 655 1.257 2.022 501 1447.109

4.702 288 84 10.874 15.948

5471.403 856

23.913

Accountantshonoraria In het boekjaar hebben wij de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht:

149

2015

2014 EUR

Controle van de jaarrekening Andere controlewerkzaamheden Fiscale advisering Andere niet-controlediensten

EUR

134 23 -

55 18 -

157

73

Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij BrabantWonen en de in de consolidatie betrokken maatschappijen zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en onafhankelijke externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). 14.4.6 Andere rentebaten en soortgelijke opbrengsten 2015

2014 EUR

EUR

Geactiveerde rente materiële vaste activa - Onroerende en roerende zaken in ontwikkeling

711

614

Rente op vorderingen Rente leningen u/g Rente belastingen Overige rentebaten en soortgelijke opbrengsten

608 11 193

473 6 177

1.523

1.270

Totaal rentebaten en soortgelijke opbrengsten

14.4.7 Rentelasten en soortgelijke kosten 2015

Rente langlopende schulden - Leningen overheid - Leningen kredietinstellingen Rente kortlopende schulden - Kredietinstellingen - Overige schulden Totaal rentelasten en soortgelijke kosten

2014 EUR

EUR

9514.495-

2479.805-

2.52495-

919-

17.209-

10.152-

150

14.4.8 Resultaat deelnemingen 2015

Resultaat deelneming ZorgGoedBrabant Resultaat deelneming ZorgGoedBrabant 2 Resultaat BrabantWonen Holding B.V. Resultaat BrabantWonen BelegdVastgoed Resultaat Gebiedontwikkelings GO Beheer B.V. Resultaat Ontwikkelingscombinatie Berhoven Beheer B.V. Resultaat Willemspoort B.V. Resultaat Ontwikkelingcombinatie Meerendonk Beheer B.V. Subtotaal Vrijval voorziening Gebiedsontwikkeling 's-HertogenboschOost C.V. Totaal resultaat deelnemingen

2014 EUR

EUR

10.8874 38720 111 11.240-

518 1.096 1.8154 941719 300-

7.200

1.500

4.040-

1.200

151

15 Overige informatie 15.1. Werknemers Gedurende het jaar 2015 hadden wij gemiddeld 276,6 werknemers in dienst (2014: 272). Dit aantal is gebaseerd op het aantal fulltime equivalenten van 239,5 FTE (2014: 241,6 FTE). Geen van de werknemers is buiten Nederland werkzaam. 15.2. Bestuurders en Commissarissen Op 30 december 2015 fuseerden BrabantWonen (fusiedrager) met ZorgGoedBrabant (ZGB), ZorgGoedBrabant 2 (ZGB2) en Stichting Nieuw Berlerode (SNB). Met deze fusie worden de taken zoals vastgoedbeheer en huisvesting van de doelgroep effectiever en efficiënter geborgd. In deze jaarrekening verantwoorden we de bezoldigingen van de bestuurders en commissarissen van de fusiepartners. Lasten ter zake van bezoldiging en ter zake van pensioenen op grond van jaarrekeningrecht van:  Bestuurders en voormalige bestuurders € 223.456 (voorgaand jaar € 243.217)  Commissarissen en voormalige commissarissen € 66.773 (voorgaand jaar € 75.448) De bezoldiging van bestuurders omvat:  periodiek betaalde beloningen (zoals salarissen, sociale lasten, vakantiegeld, doorbetaling bij vakantie en ziekte, ter beschikking stelling van auto en presentiegelden),  beloningen betaalbaar op termijn (zoals pensioenlasten, VUT, sabbatical leave en jubileumuitkeringen),  uitkeringen bij beëindiging van het dienstverband. Het totaalbedrag kan als volgt per individueel lid van het bestuur (de directie) worden gespecificeerd: Periodiek betaalde beloningen

2015 Bestuur BrabantWonen H.M.H. Windmüller Bestuur ZGB(2) H.M.H. Windmüller A.C.M. van Osch W.J.C.M. de Jong F.H. van de Werfhorst Bestuur SNB

Beloningen betaalbaar op termijn

2014

2015

2014

Uitkering bij beëindiging van het dienstverband

Winstdeling en bonus

2015

2014

2015

2014

197.922

199.327

25.534

43.890

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

J.B. van der Krabben

-

-

-

-

-

-

-

-

J.J.J.M. van Susante W.M.C. van Roessel-van Lith A.J. van der Doelen

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

-

Het verschil in beloningen betaalbaar op termijn verklaren wij door het maximeren van de pensioengrondslag op € 100.000. Hierdoor daalt de werkgeversbijdrage pensioen. Het bestuur van ZorgGoedbrabant(2) en Stichting Nieuw Berlerode was niet in dienstbetrekking en werd ook niet ingehuurd op basis van een overeenkomst van opdracht. Zij ontvingen geen bezoldiging vanuit de genoemde entiteiten.

152

De bezoldiging (inclusief btw) van de Raad van Commissarissen (Toezicht) kan als volgt worden gespecificeerd:

Ir. D.J. Noy Ing. J.C.J. Reijers Prof.dr. E. Piëst Drs. Á. Spreen R.P. Prins Drs.ing. R.W.M. Rottier W.T.G. Bens RA J.W.A. Verbaal MBA C. Aquarius Drs. A.F. Bijl Drs. J.M.P. van der Laak RA Drs. J.J. van Blokland RA Totaal

Als lid van de Raad van Commissarissen BrabantWonen 2015 2014 10.713 10.713 15.116 14.522 8.927 5.380 10.077 7.558 10.077 10.077 10.713 10.713 10.077 7.558 66.773 75.448

Ir. D.J. Noy Ing. J.C.J. Reijers Prof.dr. E. Piëst Drs. Á. Spreen R.P. Prins Drs.ing. R.W.M. Rottier W.T.G. Bens RA J.W.A. Verbaal MBA C. Aquarius Drs. A.F. Bijl Drs. J.M.P. van der Laak RA Drs. J.J. van Blokland RA Totaal

Overige kosten vergoedingen BrabantWonen 2015 2014 331 331 45 276 81 331 331 662 1.064

Als lid van de Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2015 2014 2.957 2.957 2.571 2.571 2.125 2.571 2.571 2.571 1.714 2.143 857 2.571 429 2.571 15.813 15.367

Als lid van de Raad van Commissarissen ZorgGoedBrabant 2 2015 2014 2.957 2.957 2.571 2.571 2.125 2.571 2.571 2.571 1.714 2.143 857 2.571 429 2.571 15.813 15.367

Overige kosten vergoedingen ZorgGoedBrabant 2015 2014 -

Overige kosten vergoedingen ZorgGoedBrabant 2 2015 2014 -

-

-

Stichting Nieuw Berlerode had geen Raad van Commissarissen. 15.3. WNT-verantwoording 2015 BrabantWonen en ZorgGoedBrabant Per 1 januari 2015 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT2) ingegaan. Voor BrabantWonen en ZGB geldt dat ze kwalificeren als toegelaten instelling. Voor beide entiteiten geldt het WNT-maximum voor woningcorporaties:  Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor BrabantWonen is € 167.000.  Het bezoldigingsmaximum in 2015 voor ZorgGoedBrabant is € 112.400. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Toezichthoudende topfunctionarissen Voor de leden van Raad van Commissarissen gelden andere WNT-maxima; - dit bedraagt voor de voorzitter van de Raad 15,0% van het bezoldigingsmaximum; - voor de overige leden van de Raad 10,0% van het bezoldigingsmaximum. Bij de vaststelling van de bezoldiging houden wij tevens rekening met de normeringen van de beroepsregel bezoldiging commissarissen 2015 en 2016 van de vereniging van toezichthouders in woningcorporaties (VTW).

153

Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen ir. H.M.H. Windmuller

Functie(s) Duur functie Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering overschrijding 1) Overgangsrecht is van toepassing drs. A.C.M. Van Osch Functie(s) Duur functie Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering overschrijding

BrabantWonen 2015 2014 Algemeen Algemeen directeur directeur

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Bestuurder Bestuurder

1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 30/12 1/1 - 31/12 Niet in Niet in 1,0 1,0 dienst dienst Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja 185.016 260 25.534 210.810 167.000 1)

185.788 2.713 36.346 224.847 167.000

BrabantWonen 2015 2014

112.092

Ja

112.400

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Bestuurder Bestuurder 1/1 - 30/12 1/1 - 31/12 Niet in Niet in dienst dienst Nee Nee Nee Nee Ja

112.092

Ja

112.400

154

drs. F.H. van de Werfhorst

BrabantWonen 2015 2014

Functie(s) Duur functie

1/1 - 30/12 1/1 - 31/12 Niet in Niet in dienst dienst Nee Nee Nee Nee

Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering overschrijding drs. W.J.C.M. de Jong

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Bestuurder Bestuurder

Ja

112.092

BrabantWonen 2015 2014

Functie(s) Duur functie

Ja

112.400

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Bestuurder Bestuurder 1/1 - 30/12 1/1 - 31/12 Niet in Niet in dienst dienst Nee Nee Nee Nee

Omvang dienstverband (in fte) Gewezen topfunctionaris (Fictieve) dienstbetrekking Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam? Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering overschrijding

Ja

112.092

Ja

112.400

Toezichthoudende topfunctionarissen R.P. Prins

Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum

BrabantWonen 2015 2014 Voorzitter Vicevoorzitter en voorzitter vanaf 1/5

ZorgGoedBrabant 2015 2014 ViceVicevoorzitter voorzitter

1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 30/12 1/5 - 31/12 12.525 12.525 12.525

12.025 45 12.070 12.525

2.125 2.125 8.631

1.417 1.417 2.755

155

Ing. J.C.J. Reijers

Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering overschrijding 1) Overgangsrecht is van toepassing Drs. A.F. Bijl Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum

Drs. J.M.P. van der Laak RA Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Motivering overschrijding 1) Overgangsrecht is van toepassing Drs. Ing. R.W.M. Rottier Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum

BrabantWonen ZorgGoedBrabant 2015 2014 2015 2014 Lid Lid en viceLid Lid en vicevoorzitter voorzitter vanaf 1/5 vanaf 1/5 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 1/1 - 30/12 1/1 - 31/12 8.820 210 9.030 8.350 1)

8.820 331 9.151 8.350

BrabantWonen 2015 2014 Lid Lid 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 8.350 8.350 8.350

ZorgGoedBrabant 2015 2014

ZorgGoedBrabant 2015 2014

8.820 331 9.151 8.350

BrabantWonen 2015 2014 Lid 1/1 - 31/12

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Lid 1/1 - 1/11

7.350 276 -

2.125 2.125 4.105

8.350 8.350 8.350

BrabantWonen 2015 2014 Lid Lid 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 8.820 210 9.030 8.350 1)

2.125 2.125 8.631

7.626 8.350

1.771

-

1.771 2.407

156

Drs. J.J. van Blokland RA Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Drs. J.W.A. Verbaal MBA Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum

W.T.G. Bens MBA

Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Ir. D.J. Noy Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum Prof. Dr. E. Piëst Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum

BrabantWonen 2015 2014 Lid Lid 1/1 - 31/12 1/4 - 31/12 8.350

6.263

8.350 8.350

6.263 6.291

ZorgGoedBrabant 2015 2014

-

-

BrabantWonen ZorgGoedBrabant 2015 2014 2015 2014 Lid Lid Lid Lid 1/1 - 31/12 1/4 - 31/12 1/1 - 31/12 1/11 - 31/12 8.350

6.263

8.350 8.350

6.263 6.291

BrabantWonen 2015 2014 Voorzitter 1/1 - 1/5

-

4.444 81 4.525 2.745

BrabantWonen 2015 2014

-

-

BrabantWonen 2015 2014

-

-

-

-

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Vicevoorzitter 1/1 - 1/5

-

708 708 1.350

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Voorzitter Voorzitter 1/1 - 30/12 1/1 - 31/12 2.444 2.444 12.947

2.444 2.444 6.158

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Lid 1/1 - 31/12

-

2.125 2.125 4.105

157

Drs. A.E. Spreen Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum C.J.W.M. Aquarius Functie(s) Duur functie Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn Totaal bezoldiging Toepasselijk WNT-maximum

BrabantWonen 2015 2014

-

-

BrabantWonen 2015 2014

-

-

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Lid Lid 1/1 - 31/12 1/1 - 31/12 2.125 2.125 8.631

2.125 2.125 4.105

ZorgGoedBrabant 2015 2014 Lid 1/1 - 31/12 2.125 2.125 8.631

-

Uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen Er zijn geen uitkeringen wegens beëindiging dienstverband aan topfunctionarissen. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2015 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2015 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd. Bezoldiging of ontslaguitkering niet-topfunctionarissen Er zijn geen betalingen gedaan van bezoldiging of ontslag aan niet-topfunctionarissen. Oss, 23 juni 2016

De heer ir. H.M.H. Windmüller Algemeen directeur

De heer R.P. Prins Voorzitter Raad van Commissarissen

De heer ing. J.C.J. Reijers Vicevoorzitter Raad van Commissarissen

Mevrouw drs. J.J. van Blokland RA Lid Raad van Commissarissen

De heer drs. J.M.P. van der Laak RA Lid Raad van Commissarissen

Mevrouw drs. A.F. Bijl Lid Raad van Commissarissen

De heer drs. J.W.A. Verbaal MBA Lid Raad van Commissarissen

158

16 Overige gegevens 16.1. Statutaire resultaatbestemming De resultaatbestemming is conform de statuten en vooruitlopend op en onder voorbehoud van de goedkeuring door de Raad van Commissarissen reeds in de jaarrekening verwerkt. Het gehele resultaat over het boekjaar is toegevoegd aan het eigen vermogen. De balans per 31 december 2015 geeft het eigen vermogen weer na resultaatbestemming. 16.2. Herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting Per 1 juli 2015 is de Herzieningswet Toegelaten Instellingen Volkshuisvesting van kracht. Deze wet beoogt het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. Naast het effect op de relatie met de externe stakeholders is de Herzieningswet ook van invloed op het te voeren beleid van de corporatie. Vanuit de herzieningswet worden restricties gelegd op de activiteiten en het te volgen huurbeleid. De omvang en samenstelling van de vastgoedportefeuille kan beïnvloed worden door de nader te definiëren woningmarktregio’s en op basis van het in te dienen splitsingsplan welke beide in 2016 (nader) worden uitgewerkt. Tevens wordt de wijze waarop woningtoewijzingen dient plaats te vinden en de huurprijs die gevraagd kan worden beïnvloed door de Herzieningswet. De Tweede Kamer stemde op 9 februari 2016 in met de nieuwe Huurwet. De nieuwe huurwet beoogt het functioneren van de huurmarkt verder te verbeteren. Daartoe worden in de Huurwet een aantal maatregelen uitgewerkt. Op 1 juli 2016 geldt nog de inkomensafhankelijke huurverhoging; de huursombenadering wordt op 1 januari 2017 ingevoerd. Er komt een jaarlijkse inkomenstoets en meer ruimte voor tijdelijke huurcontracten. De Huurwet is daarmee direct van invloed op het te voeren beleid door de corporatie. Vanuit de Huurwet worden restricties gelegd op de huurniveaus en toe te passen huurverhogingen. De mogelijke effecten doen zich voor bij het toepassen van het huurbeleid en daar aan gekoppeld de toekomstige vastgoedportefeuille. Bovenstaande ontwikkelingen kunnen hun weerslag hebben op kasstromen en daarvan afgeleid de waardering van het vastgoed. Omdat de uitwerking door de corporatie van bovenstaande nog nader uitgewerkt dient te worden is het op dit moment nog niet mogelijk om de financiële effecten te kwantificeren.

159

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

160

Bijlagen

161

Bijlage 1: Belanghouders Stichting BrabantWonen

162

De formele belanghouders van BrabantWonen zijn, in alfabetische volgorde: Aanzet BrabantZorg Cello Centrum voor Trajectbegeleiding en Bemoeizorg Dichterbij Divers Welzijnsonderneming Exodus Stichting Gemeente ’s-Hertogenbosch Gemeente Oss GGZ Oost Brabant Huurdersbelangenvereniging Oss IVT Thuiszorg Juvans Maatschappelijk Werk & Dienstverlening Klankbordgroep ’s-Hertogenbosch Klankbordgroep Oss Kleine Meierij MEE Mooiland Novadic-Kentron Pantein Politie (regio Brabant-Noord) Reinier van Arkel Groep Rigom Stedelijk HuurdersPlatform ’s-Hertogenbosch Stichting Maatschappelijke Opvang ’s-Hertogenbosch Stichting Oosterpoort Van Neynsel ’t Verdihuis Vivaan Vivent Zayaz De Ondernemingsraad van BrabantWonen beschouwen wij ook als een formele belanghouder.

163

Bijlage 2: Jaarverslag Klachtencommissie

164

Inleiding De klachtencommissie fungeert als sluitstuk van de dienstverlening van BrabantWonen. De commissie opereert binnen de taakomschrijving en bevoegdheden die zijn vastgelegd in het reglement Klachtencommissie. Naast de klachtenbehandeling is het een taak van de commissie knelpunten te signaleren en aanbevelingen te doen ter verbetering van de dienstverlening van BrabantWonen. Informatie over de Klachtencommissie is te vinden in de brochure ‘Niet tevreden? Laat het ons weten’. De informatie is ook te vinden op de website van BrabantWonen. In dit jaarverslag geven we de samenstelling van de commissie weer, de werkwijze en het aantal, de aard en de afhandeling van de klachten. Samenstelling van de commissie Naam

Functie

Expertise

Benoemd

Herbenoemd

Benoemd tot

De heer G.P. van den Anker

Voorzitter

Bestuurder

1 maart 2011

1 maart 2015

1 maart 2019

Herbenoembaar Nee

Mevrouw J.G.W. van Outersterp

Vicevoorzitter

Bouwkundige

1 maart 2011

1 maart 2015

1 maart 2019

Nee

Mevrouw F. de Vos

Lid

Adviseur Sociaal Domein

oktober 2012

oktober 2016

Ja

Door ziekte is de heer Toebast sinds januari 2015 niet actief geweest binnen de commissie. De heer Toebast is op 1 mei 2015 overleden. In de herziene Woningwet 2015 heeft minister Blok bepaald dat woningcorporaties, vanwege hun positie als grootste verhuurder in Nederland, onder hetzelfde regime vallen als bijvoorbeeld banken en zorgverzekeraars en dus ook gaan voldoen aan de Implementatiewet. Dit besluit leidt ertoe dat niet alleen het klachtenreglement moet worden aangepast, maar de commissies moeten per 1 januari 2017 ook anders worden georganiseerd. Nu hebben de meeste corporaties een eigen klachtencommissie met een eigen reglement en werkwijze. Dat mag straks niet meer; de klachteninstantie moet onafhankelijk en extern worden georganiseerd. De minister wil slechts één of enkele klachtencommissies in het land. In het reglement van de klachtencommissie BrabantWonen is opgenomen dat de klachtencommissie uit minstens drie en maximaal vijf leden moet bestaan. De commissie heeft besloten de landelijke ontwikkelingen af te wachten en daarom op dit moment geen vervanger te werven voor de heer Toebast. Werkwijze De commissie neemt een klacht in behandeling op het moment dat de interne klachtenprocedure van BrabantWonen is doorlopen. Wanneer de organisatie niet bekend is met de klacht, wordt de klacht niet ontvankelijk verklaard door de commissie. Na ontvangst van de klacht, wordt deze schriftelijk bevestigd door de ambtelijk secretaris. Eerst krijgt de desbetreffende vestigingsdirecteur de mogelijkheid alsnog te reageren op de klacht en te komen tot een oplossing met de klager. Op het moment dat de klager niet tevreden is met de beantwoording van de klacht door de vestigingsdirecteur, wordt de klacht alsnog door de klachtencommissie in behandeling genomen. Vervolgens wordt er een hoorzitting gepland. Tijdens deze zitting worden zowel de klager als BrabantWonen gehoord. Tot november 2015 werden beide partijen altijd apart van elkaar gehoord. In november 2015 heeft de klachtencommissie haar

165

werkwijze aangepast en wordt er, afhankelijk van de keuze van de klager, gelijktijdig of apart gehoord. Aan de hand van de stukken, wat de commissie tijdens de hoorzitting verneemt en overige bevindingen vormt de commissie zich een oordeel en brengt op basis daarvan een advies uit aan het bestuur van BrabantWonen. Dit gebeurt binnen twee weken na de hoorzitting. Het bestuur heeft vervolgens één week de tijd om schriftelijk te reageren op het advies. Als het bestuur het advies van de commissie niet wil overnemen, moet hiervoor goedkeuring van de Raad van Commissarissen worden gevraagd. De commissie behandelt geen klachten waarover de Huurcommissie een uitspraak doet (huurprijs en servicekosten), klachten die betrekking hebben op het beleid van BrabantWonen, klachten die in behandeling zijn bij de rechter, klachten die betrekking hebben op de uitvoering van het woonruimteverdelingssysteem in ’s-Hertogenbosch (hiervoor bestaat een aparte Beroepscommissie). Klachten die eerder zijn behandeld door de klachtencommissie. Klachten die anoniem of discriminerend van aard zijn. Van de klachten die alsnog naar tevredenheid van de klager zijn afgehandeld door BrabantWonen, ontvangen de leden van de klachtencommissie het dossier. Zij blijven daarmee op de hoogte van de aard van de klachten die binnenkomen en de wijze van afdoening daarvan door BrabantWonen. Aan de procedure van de Klachtencommissie zijn voor de klagers geen kosten verbonden. Aantal en aard van de klachten die door de Klachtencommissie zijn behandeld Begin 2015 stond er vanuit de vestiging ’s-Hertogenbosch nog één klacht open uit 2014. Deze klacht is uiteindelijk behandeld door de klachtencommissie. Datum hoorzitting 10 maart 2015

Aard van de klacht Informatieverstrekking bij de jaarlijkse afrekening van de servicekosten.

Advies commissie De commissie heeft geadviseerd de klachten gegrond te verklaren.

Besluit bestuur Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

Eind 2014 is door de vestigingsdirecteur Oss gereageerd op een klacht. Deze klacht is vervolgens begin 2015 behandeld door de klachtencommissie. Datum hoorzitting 2 februari 2015

Aard van de klacht Afhandeling van de huurverhoging.

Advies commissie De commissie heeft het bestuur geadviseerd de klacht gegrond te verklaren voor zover deze ziet op het niet vermelden van het juiste incassobeleid op de website van BrabantWonen.

Besluit bestuur Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

In 2015 zijn er 20 klachten, gericht aan de Klachtencommissie, ontvangen. Op alle klachten is door de vestigingsdirecteur, binnen de gestelde termijn van 3 weken, gereageerd. Drie klachten zijn niet ontvankelijk verklaard. Eén klacht had betrekking op het beleid van BrabantWonen en bij de overige twee klachten was de interne klachtenprocedure niet gevolgd.

166

Klachten vestiging Oss Van de 17 ontvankelijke klachten, betreffen er 6 de vestiging Oss. Twee klachten zijn naar tevredenheid van de klager afgehandeld door de vestigingsdirecteur. Aard van de klacht Geen toestemming voor aanbrengen vaatwasser en fonteintje in toilet. Vocht en schimmel in woning

Aantal 1 1

Drie klachten zijn behandeld tijdens een hoorzitting. Datum hoorzitting 10 november 2015

Aard van de klacht Problemen met warm water levering / WKOinstallatie

24 november 2015

Klacht over procedure huurverhoging en huurachterstand

14 december 2015

Klacht over delen van privacygevoelige informatie met buren en instanties

Advies commissie De commissie heeft geadviseerd de klachten gegrond te verklaren. De commissie heeft geadviseerd de klacht gegrond te verklaren voor zover deze toeziet op het incassobeleid als een huurder tot 1 november geen bezwaar heeft gemaakt bij de huurcommissie. De commissie heeft geadviseerd de klacht gegrond te verklaren voor zover deze toeziet op het delen van informatie met de buren.

Besluit bestuur Het bestuur heeft dit besluit overgenomen. Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

Van één klacht staat vast dat deze begin 2016 door de Klachtencommissie wordt behandeld. Klachten vestiging ‘s-Hertogenbosch Van de 17 ontvankelijke klachten, betreffen er 11 de vestiging ‘s-Hertogenbosch. Zeven klachten zijn naar tevredenheid van de klager afgehandeld door de vestigingsdirecteur. Aard van de klacht Technische klacht (verstopping afvoer en functioneren cv-ketel) Overlast Staat aanvaarde woning Procedure huuropzegging

Aantal 2 3 1 1

Eind 2015 moest door de vestigingsdirecteur nog worden gereageerd op één klacht.

167

Drie klachten zijn behandeld tijdens een hoorzitting. Datum hoorzitting 22 juli 2015

Aard van de klacht Klacht over de gevolgde procedure bij woningruil

25 augustus 2015

Klacht over betaling van één maand huur bij in eerste instantie aanvaarding huurwoning en vervolgens aankoop van koopwoning van BrabantWonen Klacht over schade ontstaan bij renovatie, onzorgvuldige communicatie van BrabantWonen en onvoldoende rekening houden met de persoonlijke situatie

5 oktober 2015

Advies commissie De commissie heeft geadviseerd de klacht ongegrond te verklaren. De commissie heeft geadviseerd de klacht ongegrond te verklaren.

Besluit bestuur Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

De commissie heeft geadviseerd de klacht over de ontstane schade aan twee tussendeuren gegrond te verklaren. Voor de overige klachten heeft de commissie geadviseerd deze ongegrond te verklaren.

Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

Het bestuur heeft dit besluit overgenomen.

Van één klacht staat vast dat deze begin 2016 door de Klachtencommissie wordt behandeld. In augustus 2015 hebben de leden van de klachtencommissie een presentatie gehouden tijdens de klankbordgroep in Oss en ’s-Hertogenbosch. De leden van de commissie hebben zichzelf voorgesteld, de werkwijze van de klachtencommissie toegelicht en een toelichting gegeven op het aantal klachten in 2013, 2014 en 2015. Conclusie In 2015 zijn er 20 klachten ontvangen, dit is meer dan in 2014 (17). Uit de behandeling van de klachten, die niet tot een hoorzitting leiden, blijkt dat BrabantWonen moeite doet tot een oplossing van de klacht te komen. Het aantal hoorzitting is, ten opzichte van 2014, fors toegenomen. Uit de behandeling van deze klachten blijkt dat communicatie een belangrijke rol speelt. De klachtencommissie heeft daarom het bestuur een aantal aanbevelingen gedaan. Het gaat met name om: duidelijke en volledige communicatie zodat misverstanden en ‘andere interpretatie’ kan worden voorkomen. Maar ook een zorgvuldige communicatie is erg belangrijk. De commissie begrijpt dat er sprake is van ‘mensenwerk’ en dat daarom fouten worden gemaakt. De commissie merkt dat de medewerkers van BrabantWonen willen leren van gemaakte fouten en op zoek zijn naar verbeterpunten.

168

Bijlage 3: Gegevens BrabantWonen

169

Statuten Stichting BrabantWonen is voortgekomen uit een juridische fusie van haar rechtsvoorgangers Bouwvereniging Sint Willibrordus uit Oss en Stichting Hertoghuizen uit ‘s-Hertogenbosch. De statuten van BrabantWonen zijn voor het laatst gewijzigd op 18 mei 2011. Adresgegevens Stichting Stichting BrabantWonen Venusstraat 2 5345 LP Oss Postbus 151 5340 AD Oss Directieteam Algemeen directeur Directeur Vestiging ‘s-Hertogenbosch Directeur Vestigingen Oss en Maatschappelijk Vastgoed Directeur Bedrijfsvoering

De heer ir. H.M.H. Windmüller Mevrouw M. Buursink De heer H.G.P.F. Roozendaal De heer drs. S.F.L. Kunkels RA

Raad van Commissarissen De gegevens van de commissarissen zijn opgenomen in het verslag van de Raad van Commissarissen. Kamer van Koophandel BrabantWonen is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor OostBrabant onder het nummer 16024144. De stichting wordt aangeduid onder de handelsnaam BrabantWonen en heeft het nevenstaande logo/beeldmerk. Bankgegevens Rabobank NL58 RABO 0140 4008 85 Adresgegevens Website: www.brabantwonen.nl E-mail: [email protected] BrabantWonen vestiging Oss en vestiging Maatschappelijk Vastgoed Bezoekadres: Venusstraat 2, 5345 LP Oss Postadres: Postbus 151, 5340 AD Oss Telefoon: (0412) 66 49 11 BrabantWonen vestiging ’s-Hertogenbosch Bezoekadres: Graafseweg 294, 5213 AS ’s-Hertogenbosch Postadres: Postbus 1703, 5200 BT ’s-Hertogenbosch Telefoon: (073) 681 45 00 BrabantWonen Bestuur en Bedrijfsvoering Bezoekadres: Gasstraat 20, 5349 AA Oss Postadres: Postbus 151, 5340 AD Oss Telefoon: (0412) 62 26 78 Persvoorlichting: (0412) 66 49 88 Werkgebied Het werkgebied van BrabantWonen is in de statuten van de stichting vastgelegd. Het betreft de gemeenten: Boekel, Boxmeer, Cuijk, Grave, Bernheze, Landerd, Maasdonk, Mill en Sint Hubert, Oss, Ravenstein, Sint-Anthonis, Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, ’s-Hertogenbosch, Boxtel, Haaren, Schijndel, Sint-Michielsgestel, Vught en Heusden en Lelystad.

170

View more...

Comments

Copyright © 2020 DOCSPIKE Inc.